VVD

Geef de docent zijn vak terug.
De VVD is het volledig eens met deze stelling, die vooronderstelt dat de docent nu niet (volledig) beschikt over zijn eigen vak. De VVD is bezorgd over de hoeveelheid management en bureaucratie die over het onderwijs en de docenten is uitgestort. We lijken te vergeten waar het in de kern om draait: een goede docent die goed onderwijs geeft aan leerlingen en studenten. Al het andere is bijzaak, en moet ten dienste staan van het primaire proces. De docent moet maximaal worden toegerust om zijn vak uit te oefenen. Dat betekent een betere beloning, een interessanter carrièrepad door meer verschil in functie, en meer uitdaging in het beroep. Dat alles gebaseerd op een groot vertrouwen in de professional.

In een brochure van het ministerie van OCW is te lezen dat een nadeel van functiedifferentiatie in het onderwijs is dat ‘verschillen tussen leraren zichtbaar worden’. Zolang deze mentaliteit heerst, zal het beroep van leraar niet aantrekkelijker worden voor getalenteerde en ambitieuze mensen.

Leraren hebben een fantastisch beroep, maar worden onvoldoende gestimuleerd hun vak zelf vorm en inhoud te geven. De professional voor de klas kan slechts carrière maken door zich als manager op te werpen. De lakens, ook de pedagogisch-didactische, worden uitgedeeld op het niveau van de bovenschoolse manager. Juist in een tijd waarin een groot lerarentekort dreigt, is het noodzakelijk het tij te keren en het beroep van leraar aantrekkelijk te maken.

De leraar moet in de eerste plaats leraar zijn; overdrager van kennis en cultuur. Daarnaast is de docent begeleider, coach, vertrouwenspersoon, ontwerper en ontwikkelaar van zijn lessen, trainer, organisator, contactpersoon voor ouders, bedrijven, schoolleiding, culturele partners, sportverenigingen etc. Een belangrijke, uitdagende, interessante, gewaardeerde en goed betaalde baan, waarvoor de docent dan ook een pittige opleiding heeft gevolgd. Steeds minder academici komen voor de klas terecht. Jonge, getalenteerde leraren verruilen na een aantal jaren lesgeven het onderwijs voor het bedrijfsleven. Waar ze wél carrière kunnen maken door een stap extra te zetten, en waar het wél gewaardeerd wordt als verschillen zichtbaar zijn.

Het beroep van leraar, zowel in het basis- als het voortgezet onderwijs, moet en kan interessanter worden. Het moet mogelijk worden een aantrekkelijke carrière op te bouwen in het onderwijs, zonder daarvoor de klas te moeten verlaten. De leraar zelf moet de lakens uit kunnen delen. De verschillen tussen, bijvoorbeeld, een beginnende leraar en een ervaren, gepromoveerde leraar met meerdere functies moeten juist duidelijker worden. Het huidige systeem, waarin de verschillen tussen leraren en de verschillen tussen het start- en eindsalaris klein zijn, voldoet niet. De salarissen moeten fors van elkaar kunnen verschillen. In de huidige situatie wijkt het beginsalaris van een leerkracht in het basisonderwijs nog geen 2500 euro bruto af van het maximumsalaris van een docent in het voortgezet onderwijs. De salarissen van ervaren en getalenteerde leraren moeten omhoog om de concurrentie met het bedrijfsleven en de onderwijsconsultants aan te kunnen. Dit betekent dat de overheid moet investeren in de leraar.

De lerarenopleidingen moeten meebewegen met deze ontwikkeling. De ingangseisen voor de opleidingen mogen hoog zijn en van elkaar verschillen. De pabo’s en lerarenopleidingen moeten de balans tussen kennis en vaardigheden vinden; een groter aandeel van het curriculum moet bestaan uit kennisoverdracht dan nu het geval is. De lerarenopleidingen moeten verschillende trajecten aanbieden, waardoor aankomend leraren zich kunnen specialiseren. Het systeem van eerste en tweede graads leraren in het voortgezet onderwijs wordt aangepast en uitgebreid. Het draait daarbij niet langer uitsluitend om het onderscheid tussen vmbo en de bovenbouw havo/vwo, maar om de zwaarte van de functie en van de vooropleiding. Een uitstekende leraar in het vmbo kan dan tot een hoger salaris komen dan een gemiddelde leraar in het havo/vwo.

Veel van de taken die de school uitbesteedt en waar hoge kosten mee worden gemaakt, kunnen uitgevoerd worden door de eigen leerkrachten, wat hen een interessantere baan biedt. Het opstellen van nieuwe leerlijnen, het ontwerpen van een schoolplan, het schrijven van lesmateriaal, het uitvoeren van een onderzoeksproject: docenten verlaten het onderwijs om deze klussen te kunnen doen. De omgekeerde wereld. Leraren moeten deze werkzaamheden kunnen combineren met het lesgeven, de core business van elke docent. Er moet een breder en duidelijker van elkaar onderscheiden pallet aan typen leraren ontstaan. Hier ligt, gezien de urgentie en het belang, een taak voor de overheid. Van de managementlagen zelf is immers niet te verwachten dat zij hun eigen positie terug in proportie zullen brengen ten gunste van de positie van de leraar.

De VVD wil investeren in de leraar, omdat goed onderwijs erbij staat of valt. De leraar is de spil van het onderwijs, de enige die écht het onderwijs maakt. Het is daarom van wezenlijk belang hoge eisen te stellen aan de leraren en de lerarenopleiding, en tegelijkertijd het beroep aantrekkelijker te maken door zowel hogere salariskansen als meer inhoudelijke zeggenschap, optimale vrijheid voor de docent en meer variatie in het vak.

Organiseer goed onderwijs door hoog opgeleide docenten
Voor de VVD is het vanzelfsprekend dat docenten hoog opgeleid zijn. Zoals bij stelling 1 reeds genoemd, de VVD vindt dat het beroep van leraar een interessante, zware en gewaardeerde baan is waarvoor een pittige opleiding nodig is. Niet iedereen kan leraar worden. De eisen die wij stellen aan docenten moeten hoog zijn. Dat maakt het vak niet minder toegankelijk, maar juist veel interessanter en aantrekkelijk, juist voor die mensen die wij zo graag voor de klas zouden willen zien. Die ambitieuze, goed opgeleide, doortastende mensen met een diepe interesse in hun vak en in de leerling aan wie zij dat vak willen overbrengen.

Het grootste deel van het onderwijsbudget moet gaan naar het primaire proces.
Het is voor de VVD ondenkbaar hier anders dan volmondig met ‘ja, natuurlijk’ op te reageren. De stelling alleen geeft al aan dat wij bezig zijn de wereld om te keren. Natuurlijk moet het grootste deel van het budget naar het primaire proces gaan. De overheid heeft, terecht, een groot deel van ons nationale inkomen over voor onderwijs. Dat geld willen wij uitgeven aan goed onderwijs, zodat onze kinderen en jongeren goed voorbereid worden op hun deelname aan de maatschappij. Dat ze weerbaar, sociaal en vaardig worden. Dat ze over voldoende kennis beschikken. Dáár is ons geld voor bedoeld. De VVD maakt zich zorgen over de bureaucratisering van het onderwijs. De ‘Rutte-norm’ moet ingevoerd en gehandhaafd worden.

Het management moet in dienst staan van het primaire proces en zeggenschap over de inrichting van het onderwijs binnen de instituten moet liggen bij leraren en docenten.
Absoluut mee eens, zoals ook verwoord in het antwoord op stelling 1. De leraar is de professional, docenten moeten de zeggenschap over de inhoud en vorm van het onderwijs hebben. Steeds vaker bereiken ons signalen van docenten die ronduit geïntimideerd worden door hun managers wanneer zij het niet eens zijn met de koers van het onderwijsbeleid binnen de school of instelling. Deze signalen moeten wij serieus nemen en waar nodig moet actie ondernomen worden. De macht van het management perkt de groeikansen voor het vak van leraar verder in. Een beweging precies de verkeerde kant op. Daar moeten wij, de politiek niet in de laatste plaats, alert op zijn. Welke hoogopgeleide laat zich tot in detail vertellen hoe hij zijn beroep moet uitoefenen? Die manier van werken past totaal niet bij het vak van leraar zoals de VVD dat ziet. Goed management moet er zijn, natuurlijk, maar laat iedere schoenmaker vooral bij zijn leest blijven.
Het onderwijs heeft absolute topprioriteit voor de VVD. Het aantrekkelijk maken en houden van het beroep van de leraar staat hoog bovenaan de to do-list van de VVD, maar daar prijkt nog veel meer op. Het tegengaan van taalachterstanden, ingrijpen op jonge leeftijd en daardoor optimale kansen bieden. Werken aan het beroepsonderwijs en het bieden van leerwerktrajecten. Het tegengaan van segregatie in het onderwijs. Zorgen dat alle kinderen volop aandacht krijgen. Het aanpakken van de schooluitval door enerzijds hard op te treden tegen spijbelaars en anderzijds meer mogelijkheden te bieden voor stages en passende trajecten, op maat van de leerling. De VVD werkt aan onderwijs. Kijk voor meer informatie op onze website www.vvd.nl en lees ons verkiezingsprogramma “Voor een samenleving met ambitie”.

13 Reacties

  1. VVD en lerarenopleidingen
    Ik heb gezocht naar concrete plannen van de VVD. Die kan ik niet vinden over de lerarenopleidingen. Er moeten verschillen komen, lees ik. Maar duidelijker zou zijn als de VVD zou zeggen dat de universitaire opleidingen weer naar de faculteiten terugmoeten en de rol van de onderwijskundigen tot een minimum wordt teruggebracht.

    H. Philippens ex-vakdidacticus aan UVA, Erasmus en VU. Nu docent Emmauscollege Rotterdam, bestuurslid SKK van twee scholen havo/vwo

  2. reactie op reactie VVD
    De VVD schrijft:

    “De verschillen tussen, bijvoorbeeld, een beginnende leraar en een ervaren, gepromoveerde leraar met meerdere functies moeten juist duidelijker worden. Het huidige systeem, waarin de verschillen tussen leraren en de verschillen tussen het start- en eindsalaris klein zijn, voldoet niet. De salarissen moeten fors van elkaar kunnen verschillen.”

    In dat “met meerdere functies” proef ik toch weer dat je meer moet verdienen naarmate je minder voor de klas staat. De VVD heeft lijkt het nog geen volledig antwoord op de vraag hoe je op een goede manier salarisonderscheid kunt maken tussen leraren.

    De VVD schrijft verder

    “Het systeem van eerste en tweede graads leraren in het voortgezet onderwijs wordt aangepast en uitgebreid. Het draait daarbij niet langer uitsluitend om het onderscheid tussen vmbo en de bovenbouw havo/vwo, maar om de zwaarte van de functie en van de vooropleiding. Een uitstekende leraar in het vmbo kan dan tot een hoger salaris komen dan een gemiddelde leraar in het havo/vwo.”

    Is de VVD er ook voor om een uitstekende verpleegkundige meer te betalen dan een gemiddelde hartchirurg of een uitstekende vuilnisman meer dan een gemiddelde minister? Functiezwaarte is een zeeeeer lastig begrip. Zeker in het onderwijs zou ik het gewoon bij opleidingsniveau (van de leraar en van zijn klas) laten.

    Een laatste quote

    “Hier ligt, gezien de urgentie en het belang, een taak voor de overheid. Van de managementlagen zelf is immers niet te verwachten dat zij hun eigen positie terug in proportie zullen brengen ten gunste van de positie van de leraar.”

    Dit is zeker een winstpunt, de VVD beseft dat het aan de overheid is om iets te doen.

  3. Nou, dat werd tijd
    Hè, hè, eindelijk een (bijna complete, inderdaad, Mark79) onderschrijving van onze uitgangspunten met de toevoeging dat de wereld zo langzamerhand op zijn kop staat. Valt me toch nog mee van de VVD.
    Evengoed zie ik hier weinig concrete plannen om de misstanden aan te pakken.

    Maar goed, dit is beter dan niets.

    • salaris en competentie
      Het beoordelingsprobleem van leraren en het daaruit voortvloeiende salarisonderscheid is ontstaan vanuit de misvatting dat een school als een bedrijf gezien moet worden en op dezelfde manier moet functioneren. Maar een leraar die het in de vingers heeft zal waarschijnlijk na een klein aantal jaren goed lesgeven waarna nauwelijks nog daarin verbeteringen zal optreden. Wil je hem in de rol van goede leraar verder laten gaan dan zou hij na dat kleine aantal jaren al zijn maximale salaris moeten krijgen.
      Goed lesgeven betekent dat veel leerlingen aan het eind van een leerjaar de onderwezen jaar-leerstof goed beheersen en dat is binnen een redelijke periode van een paar jaar te meten door een leerjaar af te sluiten met een examen dat voor alle parallelklassen gelijk is en niet door de docent zelf nagekeken wordt. Het door mij gegeven criterium voor goed lesgeven is zeker te eng maar andere belangrijke aspecten van goed lesgeven zijn enerzijds moeilijk te meten maar zullen anderzijds veelal toch bijgedragen hebben aan het meetbare eindresultaat.
      De principiële onmogelijkheid voor de bij zijn leest willende blijven leraar om carrière te maken werd vroeger erkend door die leraar naar opleiding en leeftijd te betalen. Daarnaar zou men terug moeten, alleen nu met nu de mogelijkheid om leraren die slecht lesgeven minder te betalen en leraren die het erg goed doen een bonus te geven. Wat het minder betalen betreft: bij het bovengenoemde meetsysteem gaat het om een objectief vaststelbaar, relevant en gemakkelijk te evalueren criterium terwijl andere manieren om een docent te beoordelen gemakkelijk tot subjectiviteit en willekeur en daardoor tot scheve verhoudingen kunnen leiden.
      De VVD negeert het speciale karakter van onderwijs

      • Marktwerking
        Als ik het VVD-stuk doorlees krijg ik de indruk dat men eenvoudig BON-uitgangspunten heeft onderschreven ter gelegenheid van deze verkiezingen. Daarbij, stomweg omdat het nu eenmaal het belangrijkste geloofsartikel van de VVD is, heeft men de obligate marktwerking er ergens in gepropt.

        Ben benieuwd wat er van overblijft na de verkiezingen……..

        Planeten Paultje

  4. Mark P. of Mark R.?
    Ik weet niet waarop ik moet stemmen en de bijdrage van Mark P. las ik daarom met veel belangstelling. Het werd me niet duidelijk wat nou uit de koker van Mark R. komt en wat uit de koker van Mark P. Een bezoekje aan de VVD-site leerde me niets, dus waar haalt Mark 79 zijn quotes vandaan?
    Als het waar is dan is de VVD geweldig bijgedraaid.
    Betere leraren! Ja graag. Even een bericht uit Finland.
    Slechts 10% van de aanmelders komt door de strenge selectie van de Finse lerarenopleidingen die aan de universiteiten plaatsvinden en opleiden tot Master. In de opleiding tot leraar primair onderwijs veel aandacht voor didactiek, terwijl de leraar secundair onderwijs weinig didactiek en veel vakinhoud aangeboden krijgt.
    Het beroep van leraar is populair onder afgestudeerden en staat in de samenleving hoog aangeschreven.
    De salarissen zijn niet heel hoog, vergeleken met dat van andere beroepen, maar de werklast is bescheiden. 15 tot 23 lesuren en een gunstige leerling/leraarratio.
    Misschien dat de VVD hier wat aan heeft.
    willem smit

    • Mark P. of Mark R.
      Beste Willem,

      Als ik het goed heb (en daar ben ik bijna zeker van) is het bovenstaande stukje letterlijk wat de VVD naar BON gestuurd heeft. De naam van Mark P. staat erboven omdat hij het op de site gezet heeft, van het bovenstaande komt niets uit zijn eigen koker.

      De quotes die ik aanhaal komen uit het stukje van Mark R. dat door Mark P. op de site is gezet. Reden van de quotes: ik vind het zelf altijd erg vervelend als ik een commentaar lees waarin mensen verwijzen naar van alles zonder precies aan te geven wat het is waar ze naar verwijzen, vandaar dat ik stukjes uit het ‘hoofdartikel’ tussen “-tekens had gekopieerd.

      • VVD?
        Ik blijf het raar vinden dat deze tekst door de VVD naar de BON zou zijn gestuurd. [ Toevoeging MAP: deze tekst IS door VVD naar BON gestuurd, en zoals Mark79 al aangaf heb ik er niets aan veranderd. Zelfs de opmaak heb ik zo goed mogelijk gecopieerd (voor zover dat gaat van Word naar HTML). ] Ik heb de VVD tot nu toe niet op interessante onderwijsstandpunten kunnen betrappen en dan nu ineens dit! Dit! moet toch in verkiezingstijd met alle toeters en bellen worden gepresenteerd? Of komt dat nog? Op de VVD-site is er zo goed als niets, zeg maar helemaal niets, te vinden.
        Ik houd het op een canard.
        willem smit

          • geen loos bericht
            Dan is het dus geen loos bericht en zullen we er een dezer dagen wel veel meer over gaan horen.
            Verbrugge was trouwens prima op dreef vanmorgen, bijna 30 minuten lang, in De Ochtenden; ik vond hem erg goed.
            willem smit

  5. Rutte was staatssecretaris hoger onderwijs
    Het schiet mij opeens weer te binnen dat onze jonge en positieve Rutte degene was die het systeem van de leerrechten wilde invoeren in het hoger onderwijs.

    Behalve de mantra van de marktwerking werden er, dacht ik, geen argumenten bij gegeven.
    Klopt het dat de universiteiten hier mordicus tegen waren? En weet iemand waarom?

    • Stukje over leerrechten in de NRC
      Beste S.Stevin,

      toevallig stond er vandaag een stukje over leerrechten in de NRC. Twee quotes:
      __________________
      De behandeling van de leerrechten in de Tweede Kamer, in mei en juni van dit jaar, verliep gladjes. Een Kamermeerderheid steunde de leerrechten. Maar buiten het parlement was het verzet hevig. De studentenbonden, universiteiten en hogescholen waren faliekant tegen de leerrechten. Ook de Raad van State was kritisch.
      ….
      Volgens Kamerlid Arno Visser (VVD) ligt de schuld van het uitstel van de leerrechten niet bij Rutte, maar bij de universiteiten en hogescholen. Visser kondigt aan vanmiddag om een parlementair onderzoek te gaan vragen naar de “tegenwerking” van de instellingen. “Vier maanden geleden lagen we nog voor op schema met de leerrechten. Maar de instellingen hebben hun zaakjes niet op orde.”
      __________________

Reacties zijn gesloten.