Het totaal van de financiële reserves in het PO en VO zijn afgelopen jaar met bijna 5,8% toegenomen. Dat wil zeggen van 7,8 miljard euro in 2022 naar 8,25 miljard euro in 2023, zo blijkt uit de cijfers van DUO. Dit is vooral te wijten aan de wildgroei van de tijdelijke onderwijssubsidies, buiten de lumpsum om. Om voor deze tijdelijke en vooral lucratieve onderwijssubsidies in aanmerking te komen moeten scholen steeds weer nieuwe plannen opstellen. Van de ontvangen subsidies wordt echter een substantieel deel, zij het vaak gedwongen, aan de reserves toegevoegd. Want als scholen het geld, om welke reden dan ook, niet kunnen besteden aan die plannen, zal de overheid het geld niet terugvorderen.
Dit oppotten komt vooral door de manier waarop het onderwijs gefinancierd wordt. Zo oordeelde de Onderwijsinspectie al in 2019 als ‘onbetrouwbaar’. Dat weet de Onderwijsinspectie aan het feit dat het voor scholen vaak pas laat duidelijk werd op hoeveel geld zij dat jaar konden rekenen. In de praktijk leverde het steeds vaker onverwachte meevallers op die bijdroegen aan het ontstaan van ongewenste toenames van reserves.
Dit effect werd in 2021 vergroot toen het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) maar liefst zes miljard euro uittrok om corona-achterstanden in het basis- en middelbaar onderwijs terug te dringen. Dat geld had binnen tweeënhalf jaar uitgegeven moeten zijn, wat niet overal in Nederland lukte (FTM, 27-09-2024). Bovendien bleek het voor schoolbesturen vaak erg moeilijk om op basis van de tijdelijk beschikbare gelden voldoende en geschikte leraren te vinden, waardoor het lerarentekort toename evenals de reserves. Het niet uitgegeven geld werd opgepot en nooit teruggevorderd door de overheid.
Bronnen: DUO, Onderwijsinspectie en Follow The Money; ‘Waarom sommige schoolbesturen alleen maar rijker worden en andere geld tekortkomen’, door Nikki Brands en Tom Claessens (27-09-2024)
Laat een reactie achter
Je moet ingelogd zijn op om een reactie te plaatsen.