Achter gesloten deuren dreigt uitverkoop van het Nederlands

De onderwijsbezuinigingen van het kabinet-Schoof zijn tegen de muur van de Eerste Kamer opgelopen, waar het geen meerderheid heeft.

De oppositiepartijen D66, CDA, JA21 en ChristenUnie hebben samen een amendement ingediend op de OCW-begroting om veel van deze bezuinigingen geheel ongedaan te maken, waaronder de structurele bezuiniging van 293 miljoen euro op internationalisering van het hoger onderwijs (lees: Engelstalige bacheloropleidingen).

Na aanvankelijke weigering heeft het kabinet aangekondigd om toch in onderhandeling te gaan met deze vier partijen over het schrappen van deze bezuinigingen. Een akkoord wordt na het weekend verwacht. Hierdoor dreigt de bezuiniging van 293 miljoen euro op Engelstalige bacheloropleidingen alsnog ongedaan te worden gemaakt – tijdens onderhandelingen achter gesloten deuren, waarbij de Universiteiten van Nederland, de Vereniging Hogescholen en andere lobby-organisaties ongetwijfeld overuren zullen draaien, zodat de vele Engelstalige bacheloropleidingen kunnen blijven bestaan, zonder enige aandacht te hoeven besteden aan het academisch Nederlands.

BON wil dat deze bezuiniging op Engelstalige bacheloropleidingen in stand blijft. Iedereen die wil dat het academisch Nederlands weer een serieuze rol krijgt in het hoger (bachelor)onderwijs, zou voorstander moeten zijn van het in stand houden van deze bezuiniging. Sterker nog: als de regering het voorstel van BON overneemt om Engelstalige bacheloropleidingen in het geheel niet meer te bekostigen, zal de verwachte structurele besparing nog veel hoger uitvallen dan 293 miljoen euro. BON pleit er dus voor om deze bezuiniging groter te maken in plaats van kleiner.

Waarom is het zo van belang dat deze bezuiniging in stand blijft, als het uiteindelijk de Wet internationalisering in balans is die de rol van het academisch Nederlands in het hoger onderwijs moet veiligstellen? Dat heeft ermee te maken dat dat wetsvoorstel een groot aantal uitzonderingen zal bevatten voor de regel dat iedere bacheloropleiding voor twee derde in het Nederlands gedoceerd dient te worden. De vorige minister, Robbert Dijkgraaf (D66), heeft het wetsvoorstel geschreven, maar daarin deze ontsnappingsclausules opgenomen. Die clausules waren zodanig breed geformuleerd dat vrijwel iedere opleiding die Engelstalig wil worden of blijven, met succes daarop een beroep zou kunnen doen – waardoor de huidige kwalijke situatie in stand blijft.

Minister Eppo Bruins heeft daarom aangekondigd die uitzonderingen scherper te zullen formuleren –hij zag namelijk in dat hij met de veel te ruime uitzonderingen van Dijkgraaf nooit de bezuiniging van 293 miljoen euro zou kunnen halen.

Als de oppositie er nu in slaagt deze bezuiniging te schrappen, valt de druk voor meer Nederlandstalig bacheloronderwijs helemaal weg. Lobby’s uit de grensstreek en krimpregio’s en de Universiteiten van Nederland en Vereniging Hogescholen krijgen dan vrij spel, en de kans wordt groot dat zij erin slagen de uitzonderingen op de nieuwe wet opnieuw zo ruim te laten formuleren dat de status quo in stand blijft. De verengelsing zal dan gewoon voortschrijden en het academisch Nederlands wordt verder uitgefaseerd, met alle schadelijke gevolgen van dien voor de maatschappij, het onderwijs en de Nederlandse taal, die nog meer terrein en prestige verliest.

BON roept daarom alle onderhandelende partijen op om de structurele bezuiniging van 293 miljoen euro op Engelstalige bacheloropleidingen in stand te houden. NSC, VVD en NSC hadden het (grotendeels) schrappen van bekostigde volledig Engelstalige bacheloropleidingen in hun verkiezingsprogramma’s staan. Ook CDA en ChristenUnie hebben in het verleden altijd gepleit voor meer Nederlandstalig en minder Engelstalig onderwijs in de bachelorfase.

Ook van JA21 mag de kiezer verwachten dat het deze bezuiniging in stand wil houden, gezien zijn meest recente verkiezingsprogramma.*

Heeft BON dan geen begrip voor de zorgen over de bezuinigingen op hoger onderwijs? Jawel, maar de oplossing daarvoor is niet het schrappen van de bezuiniging op Engelstalige bacheloropleidingen, maar het opnieuw investeren in het hoger onderwijs van het geld dat deze bezuiniging oplevert. BON pleit ervoor om dat te doen door het opnieuw mogelijk te maken om een tweede (of derde) opleiding te volgen tegen het reguliere collegegeld. Nu is het peperduur om een tweede of derde studie te volgen, bijvoorbeeld in de avonduren naast je werk, als je al een studie hebt afgerond. Dit gaat volledig in tegen het ideaal van een leven lang leren dat de overheid propageert. Maak dus deze boete op het doen van meerdere opleidingen ongedaan en stimuleer zo dat veel meer Nederlanders meerdere studies doen. Zo krijgen universiteiten en hogescholen ook meer inkomsten en worden ze deels gecompenseerd voor de afname in het aantal internationale studenten. Ook zal het opleidingsniveau van de Nederlandse bevolking stijgen, omdat veel meer mensen zich meerdere disciplines eigen zullen maken. Daar profiteert de hele samenleving van.

 


* In het meest recente JA21-verkiezingsprogramma valt te lezen: ‘Het financieringsmodel zorgt er ook voor dat het werven van internationale studenten een verdienmodel is geworden. Dat gaat ten koste van Nederlandse studenten, bijvoorbeeld door de enorme druk op de woning- en kamermarkt. Door de manier waarop onze universiteiten worden gefinancierd – kwantiteit boven kwaliteit – wordt een zesjescultuur aangejaagd door grote aantallen buitenlandse studenten.’ In het JA21-programma van 2021 stond te lezen: ‘De extreme internationalisering van de universiteiten, waardoor een mix van Nederlandse en Duitse studenten les krijgen in matig Engels, gedreven door niets dan financiële overwegingen – onder het mom van ideële – doet het niveau van de studenten, de docenten en de papers en scripties sterk dalen. Daarbij leren Nederlandse studenten zichzelf niet meer te verwoorden in Nederlands op een hoog niveau. Gevolg: een Nederlands dat beneden de maat is én een Engels dat dat ook is. Ook studenten met een migratieachtergrond kiezen eerder voor een universitaire studie als Nederlands de voertaal is. Het kernelement kennis opdoen omwille van kennis en zo een elite opleiden, raakt steeds meer op de achtergrond.’

Geef als eerste een reactie

Laat een reactie achter