Tamar

JCTraasv2.jpg

Tamar

 

In “Mezza”, het weekend bijvoegsel van AD ( 13 april) las ik een artikel over Tamar van Gelder, de vakbondsvoorzitter  van de Algemene Onderwijsbond ( AOb).

Het is jammer dat het meestal niet de meest ervaren journalisten zijn  die over onderwijs schrijven want dan zou zo’n artikel wat scherper uitvallen.

Zo lees ik: “Van Gelder groeide op in een echte onderwijsfamilie. Haar vader was directeur-generaal van het ministerie  van Onderwijs. Haar opa was Leon van Gelder, de eerste hoogleraar onderwijskunde en de bedenker van de middenschool”.

Met andere woorden: geen echte onderwijsfamilie, want daar wordt mee bedoeld mensen die in het onderwijs werken als onderwijzer of leraar.

Uit het artikel blijkt ook niet dat Tamar zelf voor de klas heeft gestaan. Haar grootvader, Leon van Gelder, behoorde met mensen als van Kemenade, Matthijssen en Leune tot de enthousiaste onderwijsvernieuwers van de jaren zeventig die eigenlijk helemaal niet wilden dat leraren inspraak zouden hebben in het onderwijsbeleid. Immers zij, de vernieuwers, wisten het beter en de discussie met de leraren leverde maar vertraging op.

 

Het artikel maakt ook niet duidelijk wat het aandeel van de AOb geweest is bij de invoering van de onderwijsvernieuwingen of bij het tegenhouden daarvan. Wel is duidelijk dat het bestuur steeds meer een middel voor de bestuursleden werd om níet voor de klas te staan en een makkelijk leven te hebben.

Enkele bestuurders hadden meer ambitie en trachtten hun positie te gebruiken om maatschappelijk nog hoger te stijgen. Twee bekende voorbeelden zijn Ella Vogelaar en Jacques Tichelaar.  Na verloop van tijd waren er geloof ik ook geen landelijke verkiezingen meer met tegenkandidaten..

Tamar zegt nu over haar verkiezing: “ De positie kwam vrij en de collega’s met wie ik destijds het bestuur vormde zeiden het allemaal: “ Jij moet het gaan doen’.

Ja, goed, maar er was toch een heel beschamend voorval waardoor die positie vrij kwam? Of is dat al weer vergeten?

Enfin, Tamar heeft wel begrepen  dat het anders moet. Ze wil dat de AOb

veel meer een club wordt ‘ waar je bij wilt horen’.

Het is de vraag of dat gaat lukken. Tamar ziet ondertussen wel  – ook door haar eigen kinderen – dat het heel slecht gaat in het onderwijs. De status van de leraar is ontzettend verslechterd , meent zij.

Cynisch zou je kunnen zeggen dat het beleid van de onderwijsvernieuwers – en eigenlijk ook van de AOb, gedurende een periode van zo’n veertig jaar  –  op dit punt geslaagd is te noemen.

Persoonlijk heb ik grote twijfels of het nog goed kan komen. Tamar is wél optimistisch maar haar plannen blijven vaag. Laat ze eerst maar eens een tijd in de praktijk gaan werken. Als je mensen als collega ‘s  wilt zien , moet je zelf ook collega zijn.

 

 

J.C. Traas

Geef als eerste een reactie

Laat een reactie achter