Taalkundigen, kom in actie voor onze landstaal!

 

In het artikel ‘Nederlands is groter dan Nederland’ in Neerlandistiek van 9 februari jl. uiten Rick Honings en Sjef Barbiers kritiek op Harm Beertema (PVV), die tijdens het Kamerdebat over internationalisering in het hoger onderwijs van 31 januari jl. de opleiding Dutch Studies in Leiden een voorbeeld noemde van te ver doorgeschoten internationalisering.

neerlandistiek.nl/2023/02/nederland-is-groter-dan-nederland/

Beertema pleitte in de Kamer voor de Nederlandse onderwijstaal in alle – verantwoorde uitzonderingen daargelaten – bacheloropleidingen. Ook Honings en Barbiers zijn voorstander van meer Nederlandse taaltraining in het hoger onderwijs. De opleiding Dutch Studies als voorbeeld van doorgeschoten internationalisering vinden zij echter onterecht. Deze bestaat naast een vergelijkbare Nederlandstalige opleiding en is gericht op buitenlandse studenten die de Nederlandse taal en cultuur willen leren kennen. Zij leren Nederlands en bijna alle colleges zijn in het Nederlands. Heel wat anders dus dan de meeste internationale opleidingen.

De talenopleidingen in Nederland trekken weinig studenten en worden door het bekostigingssysteem bedreigd in hun bestaansrecht. Dat is zorgelijk want ze zijn belangrijk voor onze internationale betrekkingen en het opleiden van leraren. Honings en Barbiers vragen de politiek om hulp door middel van een landelijk stimulerings- en investeringsprogramma. Politieke wil is noodzakelijk om te voorkomen dat we een steenkolenengels sprekend eilandje in de wereld worden, besluiten zij hun betoog.

BON vindt net als Honings en Barbiers de universitaire talenopleidingen van groot belang. Hun argumenten zijn zinnig. Wat betreft dat landelijke stimulerings- en investeringsprogramma wil BON graag wat toevoegen aan hun verhaal:

In het bijzonder vraagt BON aandacht voor de opleidingen Nederlandse taal- en letterkunde. Dat is immers onze landstaal, de fiets waarop de samenleving rijdt, helaas een barrel op dit moment. Inderdaad is het zorgelijk dat die opleidingen weinig studenten trekken en er zodoende weinig leraren Nederlands zijn. Dat komt waarschijnlijk deels doordat veel jongeren onze taal stom en lelijk vinden, niet van deze tijd. Veel hogescholen en universiteiten zien dat (mede) als een excuus om in nogal wat opleidingen alleen Engelstalige colleges te geven. En zo zien de Nederlandse jongeren vervolgens het Nederlands weer als een inferieure taal. Jammer, want onze taal is een hoogstaand communicatiemiddel, een cultuurdrager, het cement van de samenleving.

In dat landelijke stimulerings- en investeringsprogramma hoort daarom ook een charmeoffensief voor onze landstaal, te beginnen bij herwaardering van het Nederlands door ons hoger onderwijs. De overheid zou moeten eisen dat elke opleiding in het hoger onderwijs serieus aandacht besteedt aan training van het academisch Nederlands van alle studenten, bijvoorbeeld door te eisen dat het Nederlands de instructietaal is bij minimaal de helft van de vakken van elk bachelorcurriculum. Een betere Nederlandse taalbeheersing zal de student zelfvertrouwen geven en onze samenleving een prachtige nieuwe fiets.

BON hoopt dat de talenopleidingen, met name die gericht op de Nederlandse taal en cultuur, verder gaan dan bij de overheid bedelen om geld en klagen dat de bètaopleidingen meer krijgen. Er is serieus werk aan het imago van onze landstaal. Voorkomen dat we een steenkolenengelssprekend eiland worden zal toch vooral aangevoerd moeten worden door experts in de Nederlandse taal. Taalwetenschappers, wanneer puilen de kranten uit met jullie artikelen en verdringen jullie elkaar bij de voordeur van onze minister?

Geef als eerste een reactie

Laat een reactie achter