Geachte leden,
Op zaterdagmiddag 21 april houdt onze vereniging Beter Onderwijs Nederland haar jaarlijkse symposium. Dit jaar staat het symposium in het teken van onze strijd tegen de doorgeslagen verengelsing van de Nederlandse universiteiten, de zorgwekkende gang van zaken rond Curriculum.nu en hoopgevende ontwikkelingen in het beroepsonderwijs.
Ook dit jaar hebben we weer een aantal sprekers van naam bereid gevonden om hun licht te laten schijnen over genoemde thema’s. Leraar, leraar-opleider en publicist Ton van Haperen zal de plannen rond Curriculum.nu aan een kritische beschouwing onderwerpen. Vervolgens zal Ron Bormans, voorzitter van bestuur van Hogeschool Rotterdam, stilstaan bij de kwaliteit van het Nederlands beroepsonderwijs. Naïma Zeijpveld zal een column uitspreken over haar ervaringen als lerares Engels. Emeritus hoogleraar taalpsychologie aan de UvA Annette de Groot zal aan de hand van wetenschappelijk onderzoek laten zien wat de schadelijke gevolgen zijn van de doorgeslagen verengelsing van ons academisch onderwijs. Bovendien zal zij de politiek oproepen een onmiddellijk moratorium in te stellen op de verengelsing van universitaire opleidingen. Deelnemers aan de conferentie ontvangen haar boekje Nederlands moet. Tot slot zal onze advocaat Bernard Tomlow de weg schetsen van de BON-rechtszaak tegen de doorgeslagen verengelsing.
Afsluitend zullen we die middag met een vijftal vertegenwoordigers van de vaste Kamercommissie Onderwijs in gesprek treden. Daarbij zullen we ook de kwestie van het stijgend aantal thuiszitters aan de orde stellen. Tevens is het mogelijk om ook zelf vragen naar voren te brengen.
Al met al belooft het weer een enerverende middag te worden waarin het kritische, maar ook opbouwende geluid van BON duidelijk hoorbaar zal zijn. Bij veel onderdelen zal er voor het publiek gelegenheid zijn tot het stellen van vragen.
Ik hoop dan ook van harte dat we velen van u mogen begroeten bij de IVA, Buntlaan 2 te Driebergen voor wederom een inspirerend symposium. Uw aanwezigheid wordt door ons zeer op prijs gesteld en is ook voor onze druk richting de politiek van groot belang. We hebben uw steun hard nodig!
Met vriendelijke groet en hopelijk tot 21 april,
Ad Verbrugge – voorzitter BON
Voor het volledige programma en de deelnemers zie hieronder.
U kunt zich onder aan deze pagina inschrijven voor symposium en/of ALV (toegang gratis, ook voor niet-leden).
Locatie: Hogeschool IVA, Buntlaan 2 te Driebergen
12.30 – 13.00 | Ontvangst |
13.00 – 13.20 | Opening van het symposium door Ad Verbrugge en Frank Kleyberg (algemeen directeur IVA Driebergen) |
13.20 – 14.00 | Ton van Haperen (leraar, leraar-opleider en publicist) over de gang van zaken rond Curriculum.nu. |
14.00 – 14.30 | Ron Bormans (voorzitter College van Bestuur Hogeschool Rotterdam): kwaliteit in het beroepsonderwijs. |
14.30 – 14.35 | Column over de praktijk van het middelbaar beroepsonderwijs door Naïma Zeijpveld, lerares Engels |
14.35 – 14.50 | Pauze |
14.50 – 15.30 | Annette de Groot (emeritus hoogleraar taalpsychologie UvA): kritische kanttekeningen bij de doorgeslagen verengelsing van het academisch onderwijs en een pleidooi voor een moratorium. |
15.30 – 15.40 | Bernard Tomlow (advocaat): BON op weg naar de rechter inzake de doorgeslagen verengelsing van Nederlandse universiteiten. |
15.40 – 16.40 | Politici Vaste Kamercommissie Onderwijs in debat met Presley Bergen (docent hbo, oud-bestuurslid BON) Deelnemers: Rudmer Heerema (VVD), Paul van Meenen (D66), Lammert van Raan (PvdD), Harm Beertema (PVV) Onderwerpen o.a: verengelsing, curriculum.nu/thuiszitters |
16.40 – 16.45 | Sluiting door Ad Verbrugge |
16.45 | Borrel |
Doorzetten van de verengelsing moet ook consequenties voor het eindexamen hebben. Een eindexamen vwo of havo is in de eerste plaats een toelatingsexamen voor het Hoger Onderwijs. Waarom zou je een voldoende voor Nederlands moeten hebben om een Engelstalige studie te mogen volgen? De buitenlanders hoeven dat ook niet. Goede beheersing van Nederlands kan wel nodig zijn als je in Nederland gaat werken. Maar dan kom je in het leergebied dat door inburgeringsexamens wordt ingenomen. Artsen die in Nederland werken moeten met Nederlandstalige patiënten goed kunnen communiceren. Goed in het Nederlands kunnen communiceren is voor studenten die een β-studie of een management of economische studie in het Engels volgen mogelijk pas belangrijk als zij daarna in Nederland gaan werken. Nederlands zou dus in de meeste gevallen geen eindexamenvak meer mogen zijn voor zover het eindexamen een toelatingsexamen tot de universiteiten is.
Het Thema van het minisymposion van deze dag gaat over een geval van laksheid van de overheid bij het handhaven van een wet en wel de wet die het gebruik van onderwijstalen in het Hoger Onderwijs regelt. Het commentaar dat ik hier aandraag gaat eveneens over laksheid bij wetshandhaving in het onderwijs. Zij gaat over de handhaving van een mensenrecht dat ouders moet beschermen tegen een opdringerige overheid op het gebied van onderwijs. Het gaat om het mensenrecht geformuleerd in artikel 26.3 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens dat luidt: Aan de ouders komt in de eerste plaats het recht toe om de soort van opvoeding en onderwijs te kiezen, welke aan hun kinderen zal worden gegeven.
Het geklungel van de overheid zet de verhouding ouderecht versus overheidsplicht op scherp.
De Nederlandse ouders zijn grosso modo te verdelen in voorstanders van het huidige en het O32 onderwijs enerzijds en ouders die traditioneel onderwijs willen anderzijds.
Laatstgenoemden willen dat de leerlingen op de basisschool inzicht in rekenen wordt bijgebracht, ook daar waar die niet op toepassing gericht is, alsmede taalonderwijs dat gericht is op kennis en gebruik van goed Nederlands, een grote woordenschat en het redekundig en taalkundig ontleden van zinnen.
Wat het secundair onderwijs betreft willen zij de terugkeer van twee continentaal-europese talen (gewoonlijk Duits en Frans), vertalen als eindexamenonderdeel en echte wiskunde (bij voorbeeld weer Euklidische Meetkunde) vanaf de eerste klas.
De lessen moeten gericht zijn op de overdracht van kennis en inzicht en daarvoor is frontaal onderwijs in een rustige homogene klas volgens hen meestal de efficiëntste weg.
Het traditioneel onderwijs is duidelijk zo anders dan het nu gepraktiseerde onderwijs dat we mogen stellen dat de overheid ten opzichte van voorstanders van eerstgenoemd onderwijs momenteel art 6.3 UVRM niet in acht neemt.
Onderwijs dient individuele wensen én maatschappelijke belangen en ook kan de overheid natuurlijk niet alle ouders hun zin geven. Maar de door mij genoemde groep dissidenten is groot en redelijk homogeen en hun wensen zijn niet overtuigend tegen maatschappelijke belangen. Er is daarom te weinig reden ouders door de overheid bekostigd traditioneel onderwijs voor hun eigen kinderen te ontzeggen.
Schendt de Nederlandse regering mensenrechten?
Nabeschouwing ALV van BON op 21 april j.l.
In art 26.3 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (EVRM) staat:
“Aan ouders komt in de eerste plaats het recht toe om de soort van opvoeding en onderwijs te kiezen, welke aan hun kinderen zal worden gegeven”.
Veel ouders zijn ontevreden over het primaire en secundaire onderwijs zoals het nu gegeven wordt en geregeld is en willen dat er alternatieven geboden worden. De ontevredenheid heeft betrekking op de doelstellingen, de prioriteitenstelling, de inhoud, de lesmethode en de ouderlijke beslissingsbevoegdheid.
Vanwege de schoolbezoekplicht die leerplicht wordt genoemd en de aard en vorm van de voorgeschreven toelatingsexamens (eindexamens) voor het tertiair onderwijs en omdat zij via de belastingen al bijgedragen hebben aan het door de overheid voor bekostiging goedgekeurde onderwijs kunnen vooral weinig welgestelde ouders vaak niet kiezen voor onderwijs dat zij voor hun kinderen het beste vinden.
Omdat frontaal, op de overdracht van veel kennis en inzicht gericht onderwijs, zoals dat vroeger op de hbs, het toenmalige gymnasium en de mulo gegeven werd wat de eerste twee betreft nog steeds aanvaardbaar zouden zijn voor het universitaire en ander hoger onderwijs is er m.i. voor de overheid onvoldoende reden om zulk onderwijs niet in gesubsidieerde vorm toe te staan en zo aan art. 26.3 van de UVRM te voldoen.
Tijdens de jongste ALV van BON zei een deelneemster dat BON moest zorgen dat het onderwijs er voor alle kinderen moest zijn. Het onderwijs was een mammouth-olietanker en BON moest proberen die op de goede koers te krijgen.
Opnieuw zou dus de overheid die al zo vaak gefaald heeft voor alle ouders mogen bepalen welk onderwijs voor hun kind het beste is. De zaal ging hierin mee. Zien BONleden ouders als dummies? Gaat het hier niet net als bij de verengelsing van de universiteiten om een overheid die wetten wil handhaven noch rechten respecteert als dat haar beter uitkomt?
De mogelijkheid om met respect voor ouderrechten voor haast alle leerlingen goed onderwijs te creëren onder het adagium “goed voorbeeld doet goed volgen” werd niet in beschouwing genomen.