Beter Onderwijs Nederland (BON) staat klaar om de Nederlandse staat voor het gerecht te dagen en zal de procedure daartoe in gang zetten, als in de plannen van een nieuw kabinet niet uitdrukkelijk is opgenomen dat de overheid in deze regeerperiode ernst zal maken met de handhaving van artikel 7.2 van de Wet op het Hoger Onderwijs. Daarin is bepaald dat het onderwijs en de examens in beginsel worden afgenomen in het Nederlands. Een andere taal is volgens deze wet alleen toegestaan bij wijze van uitzondering, zoals wanneer die andere taal het studieobject is, er sprake is van een gastcollege van een buitenlandse docent of ‘indien de specifieke aard, de inrichting of de kwaliteit van het onderwijs dan wel de herkomst van de studenten daartoe noodzaakt’.
Op tal van instellingen in het hoger onderwijs wordt deze wet niet nageleefd en de overheid laat na daartegen op te treden. De stelselmatige schending van de wet is bovendien al jarenlang gaande, en wel op grote schaal en in een zeer ernstige mate, iets wat ook door critici herhaaldelijk aan de orde is gesteld.
Momenteel spelen vooral financieel-economische overwegingen een belangrijke rol bij de verengelsing van het hoger onderwijs in Nederland, ten koste van de maatschappelijke taak die het hoger onderwijs ook met betrekking tot onze eigen taal en cultuur dient te vervullen. Ook gaat de verengelsing ten koste van de kwaliteit van het hoger onderwijs, omdat studenten en docenten de taal onvoldoende beheersen om zich er genuanceerd in te kunnen uitdrukken. Gezien het feit dat de beheersing van het Nederlands bij studenten al zeer te wensen overlaat, valt niet te verwachten dat een paar cursussen Engels verandering zullen brengen in deze situatie. De overheid moet daarom met het oog op het publiek belang scherp toezien op de naleving van de genoemde wet door universiteiten en hogescholen.
In beginsel dient de goede beheersing van de Nederlandse taal onderdeel te zijn van een volwaardige academische opleiding in Nederland. Dat is nu niet het geval. Daarnaast dient men ook Engels voldoende te beheersen (en bij voorkeur ten minste nog een andere vreemde taal).
Media-aandacht voor dit onderwerp
Statistieken over de verengelsing van het hoger onderwijs
Met uitzondering van Ierland en het Verenigd Koninkrijk, is Nederland het land binnen de Europese Unie waar het Engels het vaakst gebruikt wordt als instructietaal in het tertiair onderwijs. Ook de Scandinavische landen, die de reputatie hebben sterk verengelst te zijn, laat Nederland ruim achter zich. Uit recente cijfers van de VSNU, de vereniging van universiteiten, en de Vereniging Hogescholen, blijkt dat op dit moment ongeveer 66% van de universitaire masteropleidingen Engelstalig is ingericht; in 13% van de masteropleidingen aan de universiteit is sprake van een combinatie van Nederlands en Engels. Bij hogescholen bedraagt het aantal Engelstalige masteropleidingen 25%. In de bacheloropleidingen heeft het gebruik van het Engels een minder hoge vlucht genomen: in 17% van de bacheloropleidingen aan universiteiten heeft het Engels er een rol als instructietaal; aan hogescholen is dat 6%. De zichtbare stijging van het aantal Engelstalige universitaire masteropleidingen in Nederland werd ingezet met het invoeren van de bachelor-master- structuur in 2002 en gaat sindsdien gestaag door. Ook binnen de instellingen zelf wordt het Engels steeds meer de communicatie- en voertaal, binnen de bestuursorganen en vakgroepen en in contact met medewerkers en studenten.
Bron: Nederlands als taal van wetenschap en hoger onderwijs, Raad voor de Nederlandse Taal en Letteren, september 2016
Laat een reactie achter
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.