De staatssecretaris heeft 22 dec jl een brief naar de Tweede Kamer gestuurd (pdf) over de geplande curriculumherziening voor het primair en voortgezet onderwijs (voorheen Onderwijs2032).
De brief is in hoofdlijnen overeenkomstig het advies dat de OnderwijsCoöperatie (waar BON inmiddels was uitgestapt): leraren moeten (mee) denken over de gewenste veranderingen en er wordt gas terug genomen over de voorstellen van de commissie Schnabel. De Aob is dan ook enthousiast. "er is echt naar de beroepsgroep geluisterd", zegt Liesbeth Verhegge. De OnderwijsCoöperatie krijgt een belangrijke rol in het verdere proces.
De verandering naar thematisch onderwijs in plaats van onderwijs georganiseerd in vakken lijkt te zijn verdwenen en dat is natuurlijk een goede zaak. Dankzij tegenstand van BON en ook de AOB en veel anderen is dat absurde idee tenminste in de ijskast gezet. Toch wordt in dezelfde alinea gepleit voor meer samenhang tussen vakken en betekenisvoller onderwijs, daar zou veel draagvlak voor zijn: "Wel laten de rapportages van de OC en de regiegroep zien dat het doel om meer samenhang te realiseren breed wordt gedeeld. Grotere samenhang in het aanbod kan het onderwijs betekenisvoller maken en helpt bij het terugbrengen van overladenheid". Meer betekenis en meer samenhang, je vraagt je af wie daar nu tegen zou kunnen zijn. Toch zijn zo'n beetje alle desastreuse onderwijsvernieuwingen van de laatste decennia juist onder dit adagio ingevoerd. Zonder aan te geven wat je er mee bedoelt zijn die begrippen zelf onsamenhangend en zonder betekenis en daarmee een lief geformuleerde vrijbrief voor rampzalige veranderingen. Ook blijft de nadruk op burgerschap en ICT bestaan en moet er ook een eindniveau Engels worden vastgesteld voor de basisschool. Veel zaken "moeten nog verder worden uitgewerkt" en er moet nog bekeken worden hoe de leraren daar binnen hun normjaartaak voor gefaciliteerd kunnen worden.
BON zal scherp blijven opletten en gevraagd en ongevraagd gezamenlijk met anderen of desnoods alleen kritisch blijven op de ontwikkelingen. Aan de basisvoorwaarde: een gedegen onderzoek naar het huidige onderwijs en naar de ernst, groei en urgentie van de onderwijsproblematiek ontbreekt volledig en zonder te weten waar we staan is het zinloos te bepalen in welke richtingen de veranderingen, als die al gewenst zijn, zouden moeten plaatsvinden.
Gezien onze ervaringen met de OnderwijsCoöperatie zetten we ook grote vraagtekens bij de rol die zij krijgen bij de verdere uitwerking van het proces. De OC heeft enorme fouten gemaakt bij het draagvlakonderzoek en is verre van onafhankelijk, want volledig afhankelijk van OCW voor de financiën en ook voorzien van mankracht vanuit OCW. Met voorzitter Kentson die tevens bestuursvoorzitter van een VO bestuur is en daarmee deel uitmaakt van de VO-raad waarvan voorzitter Paul Rosenmöller herhaaldelijk heeft aangegeven daadkrachtig en snel tot uitvoering van de door Onderwijs2032 voorgestelde veranderingen, lijkt de kans klein dat er daadwerkelijik objectief en gedegen werk kan worden geleverd.