BON heeft eerder in de Volkskrant en op de website gereageerd op het project #onderwijs2032 van OCW. Nu het voorlopig advies is gepubliceerd zetten we onze punten graag nog eens op een rijtje.
Oude wijn in nieuwe zakken
De dag die je wist dat zou komen was op 1 oktober daar. Het Platform #Onderwijs2032 presenteerde de hoofdlijn van zijn advies over het onderwijs van de toekomst, met als centraal uitgangspunt de persoonlijke ontwikkeling van de leerling. De strekking van het advies verraste ons helaas niet. De discussie over ons toekomstige onderwijs kenmerkt zich namelijk door het ontbreken van een analyse van de huidige problematiek in het onderwijs en heeft een hoog WC-eend gehalte. De conclusie van dit zogenaamde ‘landelijke’ debat, gelanceerd door staatssecretaris Sander Dekker, was al op voorhand getrokken: ons onderwijs moet inzetten op ‘21ste-eeuwse vaardigheden’ (de term zelf wordt in het advies zorgvuldig vermeden). De commissie heeft het over ict-geletterdheid, probleemoplossingsvaardigheden, kritisch denken, creativiteit, sociale competenties en de vaardigheid nieuwe informatie tot zich kunnen nemen en deze in wisselende situaties kunnen toepassen.
Een zoektocht op de term ‘21ste-eeuwse vaardigheden’ op internet levert voornamelijk resultaten die afkomstig zijn van het onderwijs, de overheid en adviesbureaus. De wijze waarop Sander Dekker het ‘nationale’ gesprek over onderwijs startte, was exemplarisch. De aftrap van de discussie vond plaats door een discussie met kinderen (lees: ‘Stel het kind centraal’) in een kantoor van Google (lees: ‘ICT’). De brainstormfase van het debat vond plaats op Twitter en Facebook, waar beleidsmakers, bestuurders, kantelaars en adviseurs ruim oververtegenwoordigd zijn en een serieuze analyse onmogelijk zou zijn. Ideologen en belanghebbenden voerden de boventoon in deze dialoog. De Onderwijsraad kwam eerder al met het idee om een adviserend college voor het curriculum in te stellen, maar was zo vrij om daar aan toe te voegen: “De eerste herijking van het curriculum zou speciale aandacht moeten besteden aan 21ste -eeuwse vaardigheden”. Op verschillende bijeenkomsten dit jaar was weinig ruimte voor een kritische noot. Zo werd een debatavond geopend met de tekst: “Liever een 7 voor brede ontwikkeling, dan een 10 voor rekenen en taal. Zo moet het zijn en eerder gaan we niet naar huis.”
Gelukkig staat er in het advies ook iets over kennis: “Het aanleren van taal en rekenen blijft wat het Platform betreft ook in de toekomst van groot belang.” Maar helaas gaat het Platform niet in op de noodzaak van het verbeteren van het onderwijs in taal en rekenen. Sterker nog, het Platform vindt dat scholen meer aandacht moeten besteden aan de praktische toepassingen ervan, zoals het schrijven van een sollicitatiebrief en het begrijpen van grafieken. Hiermee adviseert het Platform precies de veranderingen die afgelopen 20 jaar al in het taal- en rekenonderwijs hebben plaatsgevonden.
Het advies is dus oude wijn in nieuwe zakken. En dat is handig, want het bijbehorende onderzoeksrapport ligt dan ook al klaar. Het eindrapport Tijd voor onderwijs (2008) van de parlementaire onderzoekscommissie Commissie-Dijsselbloem is zeer goed te gebruiken. Het rapport ging over de onderwijsvernieuwingen in de jaren negentig, waaronder ‘Het Nieuwe Leren’. Er werd onder andere geconcludeerd dat de overheid haar kerntaak, het zeker stellen van de kwaliteit van het onderwijs, de afgelopen jaren ernstig heeft verwaarloosd. De analyse van problemen schoot tekort en er zijn grote risico’s genomen met kwetsbare leerlingen. In het rapport is te lezen: “In dit proces van didactische vernieuwing is een verschuiving zichtbaar van vakinhoud naar algemene vaardigheden als samenwerkend leren, zelfstandig werken, zelfstandig leren en contextrijk leren.”
Minder dan tien jaar later dreigt de vakinhoud wederom en dus nog meer onder te sneeuwen door vermeende algemene vaardigheden. De commissie pleit voor meer aandacht voor creativiteit, probleemoplossen en samenwerken. De vraag is overigens of daar nu een tekort aan is. Kunnen werknemers in Nederland onvoldoende samenwerken? Is Dutch Design niet creatief genoeg? Behoren de landbouwingenieurs niet tot de innovatiefste van de gehele wereld? En hebben zij dat dan niet geleerd binnen het huidige vakgerichte onderwijs? De zogenaamde 21st century skills bestaan al sinds de oudheid en worden ontwikkeld door vanuit solide vakkennis verder te kijken: op de schouders van de reuzen daarvoor, zoals Isaac Newton, de grootste wetenschapper ooit, al wist.
De commissie adviseert ook Engels vanaf groep 1 van de basisschool. Wij begrijpen dat het aanleren van een vreemde taal gemakkelijker gaat op jonge leeftijd. Wij zien echter niet hoe dat op een goede manier gerealiseerd kan worden, gezien de beperkte kennis van het Engels bij de huidige basisschooldocenten, gezien de vele groepen met kinderen uit verschillende culturen die thuis verschillende talen spreken en gezien de andere problemen die in het huidige basisonderwijs toch prioriteit moeten hebben.
Wij kunnen ons geen experimenten met onze jeugd permitteren. Wanneer wij inzetten op ‘creativiteit, probleemoplossend bezig zijn en samenwerken’ en wij de basisvaardigheden blijven verwaarlozen, zal Nederland de boot missen. Kinderen zullen misschien heel goed leren brainstormen, maar hebben geen idee hoe die gedachten vorm te moeten geven.
Zij zullen dan wellicht ‘creatief kunnen omgaan met de veranderende wereld’, maar geen enkele kennis meer hebben van de oorzaken van die veranderingen uit het verleden.
#Onderwijs2032 is een chaotische grabbelton van slecht doordachte en niet beargumenteerde voorstellen; het ultieme ‘roept u maar!’ zonder kennis van zaken. Is dat het soort ‘creativiteit’ dat de commissie bepleit?
BON pleit voor hoog opgeleide leraren met een afdoende professionele ruimte die inhoud geven aan een basisschoolcurriculum waarin de basisvaardigheden centraal staan. Hoe de wereld er in 2032 ook uitziet, ieder kind moet ook in 2032 goed kunnen lezen, schrijven en rekenen, de belangrijkste gebeurtenissen uit ons verleden en de belangrijkste plaatsen uit zijn leefomgeving kennen. Het curriculum moet zorgen voor de basisvaardigheden die een kind thuis niet eenvoudig aangeleerd krijgt, op school leert.
Karin den Heijer en Gerard Verhoef
Beter Onderwijs Nederland
Dat er nog steeds oude wijn
Dat er nog steeds oude wijn in nieuwe zakken gedaan wordt legt ook pijnlijk bloot dat BON via de door haar gevolgde weg de trein der vernieuwling niet tot stilstand heeft weten te brengen en dat dat haar waarschijnlijk ook niet zal lukken. Ik hoop daarom dat het bestuur van BON ons binnenkort gaat vertellen welke nieuwe wegen zij wil inslaan om de trein uiteindelijk achteruit te laten rijden en dat er anders leden van de vereniging zullen opstaan om het daartoe aan te sporen.
Wellicht kan BON Andreas
Wellicht kan BON Andreas Schleicher via Twitter gaan volgen. Wat is dat toch met Duitsers en totalitaire aspiraties? De globale onderwijsplannen neigen naar fascisme. (zo, die Godwin is eruit; onderbouwing volgt hierna) Het blijft een 'dummy spel'. Vangt de 'lummel' de bal, zodat hij zelf aan zet kan? Nee, want de bal wordt door de hoofdrolspelers op onbereikbare hoogten overgegooid. Bij het bereiken van een akkoord valt de bal vanzelf met hoge snelheid op de 'lummel', de leraar. De leraar wordt 'change agent' (de aanzetter tot verandering) in de richting zoals door de mondiale hoofdrolspelers aangegeven.
Global Education Industry Summit, Helsinki 19-20 October 2015
Speech by Andreas Schleicher – Director for the Directorate of Education and Skills
Global Education Industry Summit: Education ministers and industry leaders call for new policies to improve teaching and learning [wat 'jammer' bij deelnemers uit gehele wereld – incl. India, China, Nieuw-Zeeland enz. – op lijst 'in progress', geen Nederlandse delegatie; Nederland volgt toch wel.]
BIAC Statement to OECD Global Education Industry Summit
Education International: International Protocol on the Use of Information and Communications Technology in Education
Een 'event management company' is in het gat gesprongen en organiseert op 2 november 2015 een 'Politics in education summit (responsibility, impact and control)' in Londen. Met andere 'usual suspects', ook EI.
Afkortingen:
BIAC –ook-: the Business and Industry Advisory Committee to the OECD. "BIAC is an independent international business association devoted to advising government policymakers at OECD and related fora on the many diversified issues of globalisation and the world economy."
TUAC: Trade Union Advisory Committee to the OECD. "an interface for trade unions with the OECD. It is an international trade union organisation which has consultative status with the OECD and its various committees." (i.c. EI)
EI: Education International – hele wereld – "the voice of
#educators worldwide determined to create a future where#quality#education for all becomes reality" "represents organisations of teachers and other education employees across the globe".“High-level policy makers and
"High-level policy makers and industry leaders concluded that they held common views on the direction education needs to take in order to meet the demands of the 21st century. Innovation in technology, but also pedagogy and curricula should support schools and teachers to improve learning outcomes of students and ensure that they’re equipped with the knowledge and skills to work and live well in a rapidly changing world. They also agreed on the need for a better dialogue between public policy and the education industry, and welcomed the initiative of the OECD, the European Commission and Finland in having provided an opportunity for dialogue during the Summit."
#onderwijs2032:
Einde toespraak Schleicher: de leraar wordt 'change agent'. Nationale regeringen gaan investeren in capaciteitsontwikkeling en veranderingsvaardigheden (kassa), 'develop sound evidence' (hahaha) en (tatata) zorgen voor 'sustainable financing'.
"To better deliver on the promises which technology holds, countries will need convincing strategies to build teachers’ capacity. And policy-makers need to become better at building support for this agenda. Given the uncertainties that accompany all change, teachers will always favour the status quo. If we want to mobilise support for more technology-rich schools, we need to become better at communicating the need and building support for change. We need to invest in capacity development and change-management skills, develop sound evidence and feed this evidence back to institutions, and of course back all that up with sustainable financing.
And none of this is going to work without teachers becoming active agents for change, not just in implementing technological innovations, but in designing them too."
(eerdere publicatie)
Weinige deelnemers -via- uit
Weinige deelnemers –via– uit ICT-industrie (rest heeft stevige lobby in Brussel?): EdTech Industry Network; EduCloud Alliance; Edurio; Sanoma Learning; Learn Capital; Funzi; Intel Corporation; Samsung Electronics Europe; bettermarks GmbH; Wolfram Group Europe.
Ondertussen gaan de TiSA-besprekingen door.
EI – European Region EUTUCE (European Trade Union Committe for Education), 'The European Commission’s new trade strategy pushes for further services liberalisation', 15 October 2015: "The European Commission published its new trade strategy titled “Trade for All – Towards a more responsible trade and investment policy” on 14 October 2015."
Strijden voor het RECHT op
Inhoudelijk hartgrondig eens,
Inhoudelijk hartgrondig eens, alleen jammer dat de slotzin grammaticaal net zo krom is als de aan het koningslied ontleende openingszin.
Ikbegrijp niet, JTS, wat er
Het principe van Vrijheid van
Het principe van Vrijheid van Onderwijs staat geformuleerd in artikel 23 van de grondwet. Feitelijk waren het de confessionele belangen (de gereformeerden, katholieken), die door hun hardnekkige standvastigheid er tenslotte in slaagden, onderwijs naar hun inzichten door de overheid erkend en betaald te krijgen – eigen (chritselijke) opvattingen en, expliciet daarmee, eigen inrichting – de schoolstrijd die van 1848 tot 1920 duurde, en bezegeld werd met dat grondwet-artikel. Dominee en Pastoor werden graag geziene, ja onmisbare gasten in de scholen voor bijzonder onderwijs. Anders elkaars vehemente vijanden, stapten ze voor deze ene keer over hun meningsverschillen heen en bevochten zo wat toen Vrijheid van Onderwijs ging heten. Ook anderen, met name Troelstra c.s., gingen zich mengen in wat de schoolstrijd ging heten ; die in 1920 werd beslist als Vrijheid van Onderwijs.
De argeloze lezer zou concluderen dat sindsdien de Vrijheid van Onderwijs in NL universeel is gegarandeerd. Maar al die vele, van lieverlee aan het principe van Vrijheid knagende maatregelen, wetten en verordonneringen, staatsrechterlijk zowel als opportunistisch en politiek geinspireerd, hebben het zicht op die fundamentele vrijheid doen verduisteren.
Het probleem is dat richting, inrichting, overtuiging en onderwijs-methoden zo rekkelijk zijn dat die begrippen iedereen de Vrijheid geven tot eigen interpretatie.
De opvattingen over Vrijheid van Onderwijs ondergingen grote wijzigingen in de loop der tijd. In het relatief libertijnse tijdvak na 1960 werd ook het criterium onderwijskundig als vrijheidsfactor fashionabel. De politieke verhoudingen begonnen te verschuiven, het roomse zuiden verkleurde tot rose-rood, gereformeerde enclaves werden geinfiltreerd door televisie, eerste aanzetten tot welstand en consumptie kwamen aarzelend op, ontkerkelijking deed de rest.
Montessori- en Vrije School-0nderwijs. Jenaplan, Dalton en andere onderwijs-soorten, tot dan toe zeer beperkt in aantal, kregen meer en bredere belangstelling. De Montessori-scholen ver-zesvoudigden zich in aantallen leerlingen tussen 1960 en 1990, Jenaplan en Dalton scholen zagen een vergelijkbare groei – alle drie soorten ook omarmd in confessionele kringen, die in de nieuwe onderwijs-opvattingen kansen zagen om zich te handaven. De vele katholieke en protestantse scholen met deze signaturen getuigen daarvan.
Dat was anders bij de Vrije Scholen. Hun signatuur paste niet in de confessionele kringen die tot dan toe de vrijheid-van-onderwijs-agenda hadden bepaald. Ze baseerden zich op eigen opvattingen over leer-methoden, onderwijs-leerfasen – aspecten die nergens anders (behalve intuitief, Maria Montessori als grote voorbeeld) werden gewaardeerd. Als uitzondering werden ze gedoogd, niet als onderwijskundig maar als levensbeschouwelijk. Tussen 1960 en 1990 groeide hun aantal van 14 naar meer dan honderd, hun leerlingen aantallen naar meer dan 26,000.
De jaren 1970 tot 1990 waren het laatste moment dat het mogelijk was, onder de vlag van Vrijheid van Onderwijs nieuwe scholen te stichten – gewoon door massale opkomsten te organiseren, congressen, manifestaties, lokale pressie-groepen. Daarna werden nieuwe scholen vrijwel onmogelijk , omdat de overheid die vrijheid insnoerde. Wikipediaq zegt het treffend : "in alle gevallen blijven er randvoorwaarden aan de vrijlheid van onderwijs verbonden".
De grootste drammers hebben nu de grootste mond. De structuren, waarmee de minister het onderwijs-beleid aanstuurt en die hij met de geldpot van den Haag gekocht, de ICT-boys die het zo goed weten, zijn het failliete bewijs van onvermogen. De onnozele klanten hebben het nakijken : zij, die elk voor zich voor hun eigen uilen (de valken uit het spreekwoord) ageren en wie de rest onverschillig laat – ze verdienen ook niet beter.
Weliswaar gaat de wal gaat het schip keren – maar wel ten koste van heel veel geld, moeite, verlies ; en een misleide generatie.
Eén ding is glashelder: De
Eén ding is glashelder: De politici hebben zo'n 40 jaar lang verniewingen ingevoerd waarvan de meeste het onderwijs slechter gemaakt hebben. Als BON deel uitmaakt van een confederatie van groepen en groepjes die strijden voor vrijheid van onderwijs kan zij, gesteund door haar bondgednoten, aggressiever daarop wijzen in plaats van altijd maar "redelijk" te zijn. De politici geven blijk het adagium "Het onderwijs is een voorwerp van de aanhoudende zorg der regering" uit de grondwet (23sub1) te interpreteren als een noodlotsexcuus voor hun falen. De (meeste) politici knijpen niet alleen de vrijheid van onderwijs af maar zijn arrogant in hun overtuiging dat ze al 30 jaar het onderwijs verbeterd hebben en dat dankzij hun inspanningen het onderwijs in 2032 ideaal zal zijn. Psychiatrische patiënten met waanideeën moeten we hen durven te noemen. Of zijn het alleen maar bedriegers?
Wachten we af, Sassoc, totdat in 2032 de wal het schip gaat keren of gaan we nu met zijn allen in de aanval? En denk je dat de vrije scholen nu mee willen doen?
Onderwijs2032 bevalt mij niks
Onderwijs2032 bevalt mij niks. Van openingsframe "wat moet onderwijs de komende jaren bieden om huidige kleuter een bruikbare werknemer te maken over 18 jaar" tot eindrapportage waar Engels en digitale vaardigheden met wel heel simpele onderbouwing tot speerpunt worden verheven. Het zou me niks verbazen als in 1996 een rapport onderwijs2014 verschenen is met Arabisch en financiele vaardigheden als kern.
Ik ben wel voor een vorm van informatica in vormend onderwijs, omdat we met onderwijs naast rekenen, taal, historie en omgeving we ook willen overdragen wat wij van het functioneren van de wereld hebben begrepen (biologie, aardrijkskunde, natuurkunde, … en informatica). Computers in het klaslokaal zijn daarvoor eerder ballast dan verrijking.
Computers en onderwijs wordt al decennialang gestuurd door (economische) krachten. En die krahcten worden steeds sterker. Onderwijs2032, een lobby voor slechter onderwijs, profiteert van de afstand tussen besturen en werkvloer. Suggereert die besturen dat ze een probleem hebben waarvoor zij de oplossing hebben …
Voor een Amerikaans perspectief op die ontwikkeling: hackeducation.com/2015/10/22/robot-tutors/
Het is natuurlijk belangrijk modewoorden als onderwijs2032 van kritiek te blijven voorzien, maar de stroom van die woorden is dik, steeds beter geworteld … Liever besteed ik de energie aan beter onderijs zelf.
Het bijzonder onderwijs zou
Het bijzonder onderwijs zou financieel gelijk gesteld worden met het staatsonderwijs. Dat is nu niet het geval. Veel bijzondere scholen willen geen geldvretende bureaukratie en een duur cirkus rondom het onderewijs. Ze profiteren er niet van en zouden meer geld moeten krijgen om uit te geven aan lerarensalarissen. Zij denken dat het onderwijs met bekwame hoogopgedleide leraren meer gebaat is dan bij kostbare onderwijsvernieuwingen, veel overhead en frustrerende overheidsvoorschriften. Vrijheid van onderwijs houdt ook in niet mee te hoeven doen aan onzin en er ook niet voor hoeven te betalen.
@malmaison: ik doel op de
@malmaison: ik doel op de slotzin van het overigens voortreffelijke stuk van Karin den Heijer en Gerard Verhoef.
Inderdaad JTS, helemaal mee
Inderdaad JTS, helemaal mee eens. Complimenten voor het uitstekende stuk van Den Heijer en Verhoef, dat naar Blendle mag.
Als men zich afvraagt hoe het staat met de Europese identiteit in het onderwijs. Onze eurocommissaris heeft het antwoord.
Tibor Navracsics (Hongaar), commissaris 'Education, Culture, Youth and Sport' van het Politbureau zegt: "Education is the future of the European identity. Young people are important, you are the future of Europe" #EUdialogues
Leden van het Europese parlement wezen deze Hongaar aanvankelijk af voor de portefeuille 'burgerrechten'. "He has been in a right-wing government criticised in the EU for allegedly undermining civil liberties."
Hahahaha, de ironie! In Brussel leeft men in een eigen werkelijkheid.
Deze mevrouw vraagt zich intussen af: "
@europainitalia@SteGiannini@TNavracsicsEU#eudialogues why we have not yet#eu#common#citizenship#education at school?#educationfirst". In een reactie wordt vervolgens een Godwin geplaatst. De omgangsvormen in de sociale media zijn slecht ontwikkeld. 😉 Eerst zien dat we #2032 zonder kleerscheuren halen.