De PO-raad schrijft in een verslag van het door PO-raad, VO-raad en AVS georganiseerde debat "Onderwijspoort" over de toekomst van het onderwijs dat dat onderwijs de eigen toekomst moet bepalen. Weg met de afvinklijstjes van de inspectie, de bal ligt bij het onderwijs zelf.
De bezwaren tegen de afvinklijstjes van de onderwijsinspectie, maar ook tegen de oneigenlijke indicatoren en de inbreuk van de inspectie op het "hoe" delen wij.
Bij de door Paul Rosenmöller gewenste verandering: ,,We zeggen vaak dat ons onderwijs zo goed is. Als dat zo is, dan moet het ook zo zijn dat we het vraagstuk over toezicht bij scholen en hun besturen kunnen neerleggen’’, besluit Paul Rosenmöller, voorzitter van de VO-raad. Ik wil hen aanmoedigen zelf te bepalen wat hun verbeterpotentieel is, wat goed is, wat excellent. ,,Goed onderwijs maak je ín de school.’’ hebben we bedenkingen. Schoolbesturen hebben nu al grote vrijheid om het onderwijs in te richten zoals men wil en de positie van de docenten ten opzichte van schoolbesturen is uiterst zwak. De ideeën van Rosenmöller lijken die besturen een nog grotere vrijheid te geven en daarmee de positie van docenten verder uit te hollen. Dat de inspectie (te) vaak op de verkeerde zaken let is duidelijk, maar om daarmee de inspectie af te schaffen zonder de positie van bevoegde docenten te versterken en de schaalgrootte van de besturen te verkleinen is vragen om ellende. De overheid heeft een in de grondwet vastgelegde taak en verantwoordelijkheid ten opzichte van het onderwijs en kan die niet delegeren naar niet democratisch gecontrolleerde raden en besturen, in ieder geval niet zonder duidelijke eisen te stellen en voor een machtsevenwicht te zorgen tussen de betrokken partijen.
Een reder stuurt een
Een reder stuurt een koopvaardijschip over zee. Hij laat de bemanning de route en het doel bepalen. Hij zegt: “We zeggen vaak dat onze rederij zo goed is. Als dat zo is, dan moet het ook zo zijn dat we het vraagstuk over zakelijk doel bij de schepen en hun bemanning kunnen neerleggen.” Ha, ha. Op de universiteiten is het zo gegaan. Hoogleraren bepaalden zelf het zakelijk doel. We zien waar het toe heeft geleid: vrijwel geen student vindt nog werk in zijn vak en heel wat onderzoek interesseert niemand meer. De bemanning koos de route. Ze zoekt dus het geld. Hoe meer, hoe beter. Zou dat werkelijk de maatschappelijke functie van hoger onderwijs zijn, meneer Rosenmöller?
Hooglerearen bepalen die
Hooglerearen bepalen die doelen helemaal niet meer zelf. Gelden worden verdeeld op projectbasis nationaal en internationaal. De overheid bepaalt is samenspraak met het bedrijfsleven welke "topsectoren" extra geld krijgen voor onderzoek. Hoogleraren zijn meer dan de helft van hun tijd bezig onderzoeksaanvragen te doen. Er zijn organisatie ontstaan die de weg weten is de subsidies en die universiteiten en factulteiten kunnen helpen de meeste pegels binnen te halen.
Het bestuur van de universiteiten rekent de hoogleraren af op het aantal publicaties en het geld dat men daarmee heeft binnengehaald. Bij promoties moet er verplicht een hoofstuk valorisatie worden ingevoegd: wat is het (economische) nut van je onderzoek beste promovendus?)
@neker en laat
@neker en laat
Je loopt een paar decennia achter. Tot de jaren 60 hadden hoogleraren het inderdaad voor het zeggen op de universiteit. Voor een tiental jaar daarna moesten ze zeggenschap delen met studenten en de schoonmakers. Sinds zo ongeveer de jaren 80 hebben managers het voor het zeggen op de universiteit.
Of binnen de universiteit het
Of binnen de universiteit het management de lakens uitdeelt, verandert niets aan het principe. Het maakt niet uit of de matroos of de stuurman het doel van de reis bepaalt. Verder is de projectfinanciering van onderzoek bijzaak. De eerste geldstroom prikkelt tot het werven van eerstejaars in een aantal dat vele malen groter is dan het aantal banen na de studie. Als van belastinggeld, zonder tucht van de markt of concurrentie, het personeel de dienst uitmaakt, zal de universiteit haar markt zelf scheppen en groeien. Dan komen er zotte avonturen met onroerend goed en een menigte studenten zonder toekomstperspectief. Bespaar ons de eigen keuze van het doel in de andere sectoren van onderwijs.