Zo langzamerhand is het voor iedereen wel duidelijk dat bij het gebruik van computers en internet gegevens over het gebruik worden verzameld door de Facebooks en Googles van deze wereld, door andere bedrijven en ook door overheden. Het College Bescherming Persoonsgegevens constateert dat Snappet, een organisatie die tablets met apps verhuurt aan meer dan 400 basisscholen, leerresultaten van kinderen verwerkt, wat in strijd is met de wet (rapport, pdf).
Het verzamelen van leerresultaten van kinderen door organisaties buiten de eigen school is wat ons betreft een uiterst zorgelijke ontwikkeling en het is terecht dat het CBP hier alert op is. In de discussie over het gebruik van ICT in het onderwijs is dit tot nu toe een wat onderbelicht aspect.
Behalve de privacy zijn er nog andere aspecten waar we zorgen over hebben. Snappet gebruikt deze gegevens ook om scholen te adviseren over het curriculum (mede op basis van individuele leerprestaties) en ookover het adviseren m.b.t. individuele leerprestaties van kinderen als vroegdiagnose van dyslexie. Hiermee komen fundamentele onderwijskundige taken in handen van organisaties buiten school. Niet de docent, maar de stichting die de apparatuur levert, heeft het eerste woord. Behalve evidente gevaren voor afhankelijkheid, overdiagniostisering en het onttrekken van de methode aan de openbaarheid, zorgt dit ook voor het verder uithollen van de taak van een leraar, en dat is een probleem op zich.
De trend van dikke methodes en dunne leraren zet zich versterkt voort nu de digitalisering van het onderwijs steeds verder oprukt. Is het beroep van leraar zo nog aantrekkelijk voor een hoogopgeleide docent? Zullen er nu niet meer en meer goedkopere leraren worden aangenomen? De school weet zich verzekerd dat het systeem zal piepen als Jantje te hoog scoort op een onduidelijke dyslexiediagnose en kan zich naar Inspectie en ouders verantwoorden dat het de juiste protocollen volgt, want registratie is direct en geïntegreerd.
Ooit was onderwijs een proces tussen mensen.