Kneyber en Evers timmeren flink aan de weg

timmeren_450x200__1164432_72116930.jpg

Rene Kneyber en Jelmer Evers, twee leraren uit het VO en auteurs van het boek: het alternatief, timmeren flink aan de weg. Hun plan onder de naam 'samenleren' lijkt de steun te hebben van de politiek, en het initiatief wordt uitgebreid besproken in de Volkskrant.

We feliciteren Rene en Jelmer met hun succes en zijn blij dat onderwijsinitiatieven nu ook vanuit de leraren zelf komen: een belangrijke verandering voor de beroepseer van de leraar!

 

9 Reacties

  1. Op het oog veel interessante

    Op het oog veel interessante mogelijkheden. Het stuk zal zo spoedig mogelijk besproken moeten worden binnen BON en ook binnen de Onderwijscoöperatie.

    Op het tweede gezicht mis ik vooralsnog een gekozen Onderwijsschoolraad van leraren die het onderwijsbeleid in samenspraak met hun schoolleiding onder woorden brengt. Maar mogelijk geeft de formulering op pagina 2 "Ontwikkelen door het lerarenteam van schoolspecifieke visies op onderwijs".

    En als voor het plan gekozen wordt, niet te veel polderen waarbij gevestigde belangen krampachtig de kans krijgen hun posities te verdedigen.

     

  2. We lezen: “Het realiseren van

    We lezen: “Het realiseren van deze doelen bereidt onze kinderen voor op hun leven in de 21e eeuw.” Als het weer eens gaat over de 21e eeuw, krijg ik altijd jeuk. Dan móet ik mijn rug krabben.

    “Wat nodig is, is een grote mate van betrokkenheid van de beroepsgroep leraren bij het richting geven aan onderwijsinnovatie, het vormgeven van lerarenopleidingen en het verzekeren van de kwaliteit en ontwikkeling van leraren.” Er zijn twee beroepsgroepen die het onderwijs sturen, de vakmensen en de sociaal-wetenschappers. Er studeren jaarlijks zo’n 15000 sociaal-wetenschappers af. Als die allemaal ruim 30 jaar een baan moeten hebben, zit je met een half miljoen sociaal-wetenschappers. Natuurlijk bemoeit zich dan een enorme menigte met onderwijs, op ministeries, bij inspecties en in de politiek. Daar kunnen de vakdocenten niet tegenop. Onderwijsverbetering in deze constellatie? Vergeet het maar mooi!

    Tenslotte moet me van het hart dat ik al tientallen jaren lees over plannen voor een meer professioneel docentschap, terwijl ik links en rechts de een na de ander zie bezwijken aan de lespraktijk. Het is in klassen een wilde bende, waar een professioneler docentschap kansloos tegen is. Schaf de schoolplicht af, zodat je van de meute af raakt die alleen maar zit te wachten tot ze van school af mag. Stel selectie in van leerlingen op opvoeding en gedrag. Een schreeuwende horde is de muur waar elk docentschap tegen te pletter loopt. Als een pleidooi voor beter docentschap voorbij gaat aan de kwestie van het gedrag en de opvoeding, mag U het van mij houden. Aan mij is dit niet besteed.

  3. Uit encyclo.nl:

    Uit encyclo.nl:

    vooruitstrevend: wordt ook wel links genoemd

    ………………………………………………….

    Zou achteruitgaand niet een beter synoniem zijn?

    In tijd achteruitgaand zou ik vooruitgaand willen noemen

    En in kwaliteit achteruitgaan gold voor vooruitstrevend

    Afwachten maar naar wat deze vooruitgang brengen zal

  4. Goed om beide heren te

    Goed om beide heren te ondersteunen, en af en toe te waarschuwen: OCW-troetelleraren worden al afgeleverd door wat er van SBL toch nog is overgebleven in de onderwijscooperatie.

  5. “Ons doel is het Nederlands

    Ons doel is het Nederlands onderwijs één van de beste ter wereld te maken. Onderwijs waarin topleraren samen elke dag bezig zijn om het onderwijs te verbeteren, om zo de cognitieve, manuele, sociale en persoonlijke ontwikkeling van alle leerlingen te bevorderen en het maximale uit iedere leerling te halen”.

    1. En wat gaan de gewone leraren elke dag doen?

    2. En als je nu het maximale in cognitieve ontwikkeling uit een leerling haalt kun ja dan tevens het maximale uit de leerling halen in manuele, sociale en persoonlijke ontwikkeling halen. Of ga je de toename Δx en de inspanning daarvoor vergelijken  met hetzelfde voor  y, z etc?.. Zo nee, welke gewichtsfactoren gelden en hoe zit het met he afnemend grensnut? Ik snap er niks van!

    Sedert ik mij met de onderwijspolitiek bezig houdt ben ik mij bewust van het gezegde “Het betere is de vijand van het goede” Dus weg met de verbetercultuur!

    Als we dit realiseren zal de kwaliteit van het onderwijs van de huidige groep leraren stijgen”. De verbetercultuur zou blijkbaar gepaard moeten worden aan een verandercultuur. Zou een leraar bij zo veel veranderingen nog wel de energie hebben om gewoon op de door hem beproefde methode de bestaande kwaliteit van zijn lessen te handhaven?

    We willen dat toppers weer voor het beroep leraar kiezen. Dat vergt twee extra acties:

    • Arbeidsvoorwaarden aantrekkelijker maken voor uitstekende docenten;

    • Strenge toelating bij docentenopleidingen en PABO’s

    Ik denk dat veel leraren aan de slag willen met hun leerlingen en daar veel meer energie in willen stoppen dan in het philosopheren over verbeteringen in het en hun onderwijs. Veel tijd stoppen in de eerder genoemde verbetercultuur valt m.i. slecht te rijmen met het aanbieden van aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden. Onaantrekkelijke arbeidsvoorwaarden en strenge toelating bij docentenopleidingen zullen tot een tekort aan zowel goede als matige docenten leiden. Onaantrekkelijke arbeidsvoorwaarden kun je weer een beetje aantrekkelijk maken door hogere salarissen. Maar daar zal de politiek niets voor voelen.

    Het lezen van de plannen van de onderwijshervormers staat gelijk aan het luisteren naar een zeer zeer vermoeiend gezwam.

  6. Volgens De VK zouden de heren

    Volgens De VK zouden de heren Kneyber en Evers wel van de onderwijsinspectie afwillen, maar er zijn ook slechte leraren en slechte scholen, en professor Dronkers is ook al opgehouden met zijn informatieve lijsten. Nee, onderwijsinspectie, ga onaangekondigd lesbezoeken afleggen zodat de docent bij jullie bezoek niet opeens een neptoneelstukje op gaat voeren, kijk bij de leerlingen in de schriften en werkboeken, bekijk een paar boekverslagen en de feedback van de docenten, bekijk een aantal toetsen en de feedback van de docenten, etc. en praat niet alleen met directies, besturen en leraren maar ook met leerlingen en ouders, en betrek vooral de resultaten (ic toegevoegde waarde) van de scholen in je oordeel, en hecht niet teveel belang aan de documenten die de school je voorschotelt, de protocollen en handelingsplannen en weet ik wat, want die kunnen niet meer zijn dan een lege huls, een papieren werkelijkheid die niets met de realiteit te maken heeft.

  7. Citaat uit het plan:

    Citaat uit het plan:

    'In een vernieuwd curriculum zal uitgewerkt worden wat verwacht wordt van de leerling en daarmee van de leraar. Om de contouren van dit curriculum vorm te geven is inbreng uit de maatschappij van belang – in het bijzonder van (oud-)leerlingen en werkgevers. Daarna gaan leraren aan de slag om deze contouren om te zetten in een eindproduct dat bruikbaar en breed gedeeld is.'

    Wablief?? Ik denk even aan de praktijk: vandaag de Frans-Duitse oorlog behandeld. Hoe had ik hier een oud-leerling moeten inschakelen? Wat had een werkgever daaraan kunnen toevoegen? Welke contouren heb ik hier gemist? Welk 'eindproduct' had ik moeten produceren?

    Tweede citaat:

    'Docenten zijn dan in de gelegenheid om het leerproces van hun leerlingen intensief te begeleiden en het niveau te ontstijgen van ‘in beperkte tijd stof uit de methode overbrengen’. Minder vakken en meer vakoverstijgend leren, vraagt om een nieuwe erkenning van wat geleerd wordt. Zo kan een leerling bij een bepaald vak verschillende niveaus doorlopen, vergelijkbaar met de ‘levels’ die men in het Verenigd Koninkrijk kent.'

    Prachtig hoor, intensief begeleiden. Weer de praktijk: de les hierboven werd gegeven aan een groep van 31 leerlingen. Daar zat nog een stagiair bij (die ik begeleid zonder uren te krijgen, maar ik moet het zien als eigen deskundigheidsbevordering). Met mij erbij dus 33 mensen in een lokaal. Intensief zeker! Het was een moeilijk 'level' en ik voelde me echt een eindbaas.

    Citaat 3: 

    'Het moet mogelijk worden om te experimenteren met het loskoppelen van het School Examen van het Centraal Schriftelijk Examen.'

    Hier ben ik opgehouden met lezen. Ik volg dit niet meer. 

    Iemand die 32.000 tweets in vier jaar verstuurt, kan ik sowieso niet helemaal volgen. Maar dat zal wel aan mij liggen.

  8. Als je het stuk leest dan kom

    Als je het stuk leest dan kom je allerlei kreten over "verbetercultuur" en "ondernemerschap" tegen. 
    Worstel je je daar doorheen, dan zie je enkele positieve punten:

    Het stuk benadrukt de bevoegdheid, de vakkennis en de didactiek en pedagogiek.

    Dan zijn er wat krenten:

    – betere arbeidsvoorwaarden voor "uitstekende' docenten. Dan moeten we nog wel nog even vaststellen wie uitmaakt wie een uitstekende docent is. En als alle docenten uitstekend zijn, wat betekent dat dan voor de financiën van een school?

    -Strenge toelating bij docentopleidingen en PABO's. Op zich goed, maar wat gebeurt er in die opleidingen? Er moeten "meer academici" worden aangetrokken: hoeveel meer, een of twee?

    Het register zal er ongetwijfeld komen. Maar dan wordt van belang hoe dat er uitziet, of dat voor iedere school duidelijk hoeveel vakleraren bevoegd zijn voor hun vak. Dat register hoort in handen van de beroepsgroep te blijven.

    "Peer review" waar mcKinsey al jaren voor pleit, is mogelijk, als leraren in uren (en dus ook beloning) gecompenseerd wordt voor de tijd die ze daar in moeten steken. Die tijd mag niet ten koste gaan van onderwijs. Dat betekent dat je meer leraren in dienst moet nemen. Wie betaalt dat? Waarvan?

    En last but not least: waar blijft de zeggenschap over didactiek en pedagiek van die nieuwe hoog opgeleide, hardwerkende, academisch ingekleurde nieuwe groep leraren? Als die er niet komt, valt elk plan in duigen, want dan zullen die zelfbewust leraren hun conclusies kunnen trekken.

  9. Uit de NRC, beschouwing van

    Uit de NRC, beschouwing van Bart Funnekotter

    „Het gaat erom dat scholen een visie ontwikkelen en die delen met leraren, leerlingen en ouders. Als die visie deugt en de basiskwaliteit op een school is in orde, dan kan de onderwijsinspectie wat mij betreft behalve de examenresultaten veel minder op de cijfertjes letten. Scholen moeten de ruimte krijgen.” Aldus Loes Ypma van de PvdA

    Tot nog toe was het aan het bestuur om een missie uit te denken en missionarisje te spelen. Je wist ten minste wie het op school te vertellen had. Komen voor die missies en hun verkondigers nu visies en visionairen in de plaats? De leraren, leerlingen en ouders moeten delen in een op hun school gemaakte visie, Door de schoolbestuurderen gemaakt of minstens voor akkoord bevonden naar mij voorkomt. Die  stijgen zo dus op van de status van zendeling naar die van visionair. Als de visie deugt (Wie bepaalt dat eigenlijk? naar  ik vermoed de inspectie!) worden (behalve op het eindexamen) de cognitieve resultaten die in een klas bereikt worden niet per se meer in “cijfertjes” uitgedrukt want van Loes Ypma hoeft de inspectie er niet naar te kijken. Ik heb daar een volkomen tegenovergestelde mening over.Als  die Cijfertjes betrouwbaar de cognitieve prestaties van de leerlingen weergeven meten ze ook de prestaties van de docent. Dan hoeft die docent door zijn superieuren noch door de inspectie verder in de gaten gehouden worden enzou hij zijn gang moeten kunnen gaan. Maar voor de ouders is het wel van belang dat de leerling leert op een manier die goed bij hem past en als scholen zich willen specialiseren op een bepaalde manier van lesgeven. Schoolbesturen zijn tamelijk nutteloos maar ze zouden zich kunnen inzetten voor het bestaan van een gevarieerd aanbod van scholen. Leraren moeten dan ook zo veel mogelijk op een school terecht moeten kunnen komen  waar les gegeven wordt op een wijze die hen het meest ligt.

    "Gaat het bijhouden van al die verbeteringen geen enorme bureaucratie opleveren: nog meer toetsen voor scholieren en formulieren voor onderwijzers?”  was ook nog een vraag. „Nee, dat is nadrukkelijk niet de bedoeling”, zegt Loes Ypma van de PvdA ook nog. Het zal duidelijk zijn dat in mijn optiek de bureaukratie helemaal verdwenen is en het aantal toetsen voor zover ze niet uitsluitend diagnostisch zijn klein kan blijven en allogeen moet zijn

Reacties zijn gesloten.