Dag van het onderwijsbestuur

U heeft het misschien gemist, maar gisteren was het de dag van het onderwijsbestuur. Van oudsher zijn er de dag van de secretaresse, moederdag, vaderdag, dierendag en natuurlijk de dag van de leraar. Allemaal groepen die een ondergewaardeerd en zwaar leven leiden en dan op "de dag" in het zonnetje worden gezet. Of waar de middenstand aan kan verdienen natuurlijk. Je hebt dus de nodige steun en schouderklopjes nodig als er een dag aan je wordt gewijd.

Opmerkelijk tijdens deze dag van het onderwijsbestuur was het essay van Edith Hooge die veel bestuurlijke ontwikkelingen van een scherp commentaar voorziet. Zo waarschuwt ze tegen het grote aantal deeltijdbanen in het (basis)onderwijs dat de kwaliteit van het onderwijs bepaald niet ten goede komt. Trouw bericht hierover onder de kop: de deeltijdjuf is slecht voor het onderwijs. Van belang zijn ook haar opvattingen over grootschaligheid. Ze betrekt dat begrip niet alleen op de interne schaal, de omvang van de besturen, maar bespreekt uitgebreid welke problemen de externe grootschaligheid met zich meebrengt. Hierbij doelt ze op van de vele samenwerkingsverbanden, varierend van afspraken voor beta techniek, tot de regionale samenwerkingsverbanden bij passend onderwijs en de deelname aan de sectorraden. Bij BON spreken we dan over de kleilaag.

Hooge: "Ik concludeer dat het probleem van bestuurlijke schaalgrootte niet meer alleen wordt bepaald door de omvang van de onderwijsorganisatie, maar steeds meer door het aantal en de aard van bovenbestuurlijke samenwerkingsverbanden waaraan een bestuur deelneemt. Hierdoor kunnen uiterst complexe bestuurlijke configuraties ontstaan die de menselijke maat ontstijgen en waarbinnen onderwijsbestuurders letterlijk de aansluiting met de hoofdrolspelers van het onderwijs verliezen. Die aansluiting is cruciaal voor goed onderwijsbestuur en daarmee is het risico van 'too-big-to-succeed' geboren."

Edith Hooge doorspekt haar betoog met voorbeelden uit de praktijk van de leraar, van basisonderwijs tot hogeschooldocent en ook uit de praktijk van de bestuurder die door al die verplichte samenwerkingsverbanden het overzicht volledig verloren heeft. 

Bij de door haar terecht geconstateerde problemen ontbreekt ons inziens echter een antwoord op de fundamentele vragen naar het bestuursmodel van het onderwijs. Van wie is het onderwijs en op welke manier zou dat bestuurd moeten worden? Duidelijk is dat het huidige model, met lumpsum, met grote schoolbesturen, met een netwerk van samenwerkingsverbanden, met een enorme bureaucratie en een tendens tot (zelf)opgelegde eenvormigheid onmogelijk te handhaven is. Iedere extra Euro die nu in het onderwijs wordt gestopt verdwijnt ruim voor het bereiken van de werkvloer in de zakken van kleilaag en bureaucratie.

Lees de volledige tekst (pdf)

Eerder is de oratie van Prof. dr. Edith Hooge op deze site besproken