Het BON-symposium van zaterdag 9 maart bij de TU/e is voor velen inspirerend geweest. We zullen voordrachten en verslagen op deze site plaatsen. De foto’s (met dank aan Johan Hoekstra) vindt u hier.
Bijlagen:
De column van Jeronimoon: er was eens een landje
De voordracht van de minister (NB: het gesproken woord telt)
Ik vond het een mooie en
Ik vond het een mooie en inspirerende dag. Onze minister koketteerde enige malen met haar ervaring in het onderwijs, al zei ze er niet bij dat dat vooral als bestuurder was. Daarvan ben ik niet erg onder de indruk. Ze neemt ook diverse maatregelen waardoor bestuurders weer meer vrijheid krijgen (urenregel losser laten bv). Jammer!
Bij beoordelen op kwaliteit noemt ze vandaag in een radioprogramma: de tevredenheid van student en bedrijfsleven. Mm, mijn definitie van kwaliteit is toch heel veel anders dan deze 'benchmarks'.
– Leerlingen zijn tevreden als ze weinig uren naar school hoeven en als ze thuis niet hoeven te studeren
– Bedrijven zijn tevreden met goede brave werknemers, die geen looneisen stellen, hard werken, flexibel zijn en lang gratis stage lopen.
OK, beide zijn een cliché, maar zo zou het kunnen gaan. Kwaliteit is te meten in examens, dat kunnen zowel theorie- als praktijkexamens zijn. Aan de gedragscomponenten moet de school zeker aandacht besteden, maar een examen is daarvoor niet nodig.
Nog een paar puntjes om eens
Nog een paar puntjes om eens verder over te denken:
– Waarom stuurt de PvdA een wel heel erge beginner naar ons symposium…….?
– Hij bracht overigens wel een interessant punt in: het gezag dat de leraar geniet. Dit werd overigens snel en vakkundig door o.a. Jan Blokker terugverwezen als probleem van een (slechte) leraar. Ordeproblemen? Eigen schuld dus. Al ben je nog zo vakkundig, jammer dan, je bent in de eerste plaats politie-agent zonder bevoegdheden.
– Paul van Dam bracht nog maar eens zeer terecht naar voren hoe ingewikkeld het onderwijs geworden is. Logisch dat dat afbreuk doet aan de kerntaak Onderwijzen. Vergaderingen, behandelplannen, schoolbeleid, overheidsbeleid, schoolavonden, feesten enz. enz.. De juf moet lesgeven en dáárop kan ze beoordeeld worden. De vraag is héél simpel: wat hebben de leerlingen geleerd? Al het andere is secundaire franje.
Ik heb ondertussen het
Ik heb ondertussen het praatje van Mevrouw Bussemaker* bestudeerd. Ze zegt: “Maar door leraren te stimuleren zichzelf te ontwikkelen, kritisch naar elkaar te zijn en om te werken in teams van professionals” geven we ze de ruimte binnen de school als professionele leergemeenschap. Dat snap ik want dat hoort in de laatste fase van de onderwijsverbetering thuis waarbij het onderwijs van zeer goed excellent wordt. Wat verderop zegt ze “Natuurlijk, leraren zijn autonoom als het gaat om het leerproces en de ontwikkeling van kinderen in de klas”. Je zou toch mogen verwachten dat als ze bij de leraren geloofwaardig wil worden ze om te beginnen moet laten zien dat ze in staat is om de goede leraar zijn autonomie binnen de 4 muren van het klasselokaal terug te geven. En bovendien is het onderwijs nog helemaal niet goed! En het goochelen met met modieuze Engelse woorden helpt ook niet om haar geloofwaardig te maken. “Pofessionaliteit” betekent gewoon ‘vakkundig’ waarbij dit keer onder “vak” ook het vermogen verstaan wordt om kennis en inzicht over te dragen. Engelse praatjes, weten ze bij BON, vullen geen gaatjes. Haar plannen zijn sowieso onbetaalbaar omdat zich daarvoor veel te weinig geld in ’s lands schatkist bevindt. Kijk eens naar wat ze allemaal wil. Ze wil dat “the best en the brightest” het onderwijs ingaan. Nou die willen geen betweterige baas boven zich dus om te beginnen moet de dure kleilaag van bestuurders, schoolleiders en maagers worden weggeschept. Dat zorgt er door het verdwijnen van een kostenpost bovendien dan nog voor dat ze die slimme jongens en meisjes die van het VWO komen (daar zitten toch “the brightest”!?) mede door geld het onderwijs in kan lokken. Maar probeer maar eens door verandering de besturen en managers kwijt te raken die denken in termen van “new public management” en leraren willen inschakelen als de missionarissen die gehoorzaam hun missie moeten uitvoeren te vervangen door besturen en schoolleidersdie zich dienstbaar opstellen aan het primaire proces en het belang en het vakmanschap van de leraar als zodanig, niet als begeleider, centraal stellen. Ik denk dat je beter een nieuwe start kunt maken en dan de leiding teruggeven aan leraren die daar geschikt voor zijn. “Master-opleiding” betekent, zeker als je die ook op het HBO mag volgen, niet meer dan een opleiding die gespecialiseerd is en volgt op de bachelor-opleiding. De naamgeving brengt de tijd van meester en gezel in herinnering maar zegt niet zo veel over het nivau en de kwaliteit van het onderwijs. Op de vroegere kweekscholen werden hogere eisen gesteld aan toekomstige onderwijzers dan bij al haar opvolgers maar het werd toen niet nodig geacht om de opleiding aan de universiteiten te verbinden en er een universitair diploma voor uit te reiken. Als je alleen maar bright people voor het leraarschap wil aannemen zal dat hoe dan ook erg duur worden. Je onttrekt hen dan immers aan de rest van de arbeidsmarkt dus de salarissen voor bright people zullen flink stijgen. Een ongeloofwaardig scenario in deze tijd van overheidsbezuinigingen. Trouwens, slechts weinig bright people buiten het onderwijs is slecht voor onze economie. Er zullen zich dus mogelijk te weinig leraren melden die aan de strenge entree-eisen voldoen en de gedkraan staat al bijna helemaal open. Wat wil mevrouw Bussemaker dan doen? De minister laat pieteitvol horen dat bij BON de leerling en de kwaliteit van het vak centraal staan. Vanzelfsprekend want dat volgt uit de statuten. Maar BON ziet goede arbeidsomstandigheden en een normale werklast (“gemak”) natuurlijk wel als middel. Bij BON is het een afgeleide doelstelling.
Dat voor artsen geregistreerde bijscholing verplicht is lijkt me evident. Maar dat wel een leraar klassieke talen verplicht wordt om de ontwikkelingen in Latijn en Grieks bij te houden lijkt mij een aburde gedachte. En ik neem aan dat “bright teachers” zelf wel hun vak bij kunnen houden. Een lerarenregister kan daardoor misleidend worden. Op dit moment worden functioneringsgesprekken van een leraar met een hoger geplaatste mede gebruikt om de geloofstrouw van de missionarissen in de klas te benadrukken. Deze misstand verdwijnt misschien als de visionaire besturen vervangen worden door dienstbare besturen.
Ik vraag mij af of de gesprekken van de minister met leraren en schoolleiders onder vier ogen hebben plaats gevonden. En belangrijk is ook dat men het er over eens is hoe die verbeteringen bereikt moeten worden. Als de minister met een schoolleider gesproken heeft die een paar leraren meegenomen heeft zou zo’n gesprek wel eens van weinig waarde voor goed onderwijs geweest kunnen zijn.
Het verhaal van de minister komt op mij zo over dat ik denk dat zij denkt dat je het onderwijs noemenswaardig kunt verbeteren zonder eerst de fouten uit het verleden te herstellen. Daar geloof ik echter niet in.
Toevallig kwam ik deze avond
Toevallig kwam ik deze avond op een programma van TVcinque terecht bij een programma over het gebruik van Benchmarks door bedrijven om het uiterste uit hun personeel te halen. Ik wist nauwelijks wat benchmarks waren maar heb van TV5 goede voorlichting gehad. Bovendien heb ik één van die veel voorkomende gevallen opgezocht op het internet .Ik vond een verhaal terug bij Novethic le media expert du développement durable ENTREPRISES (www.novethic.fr/novethic/rse_responsabilite_sociale_des_entreprises,ressources_humaines,risques_psychosociaux,la_justice_condamne_benchmark_salaries,138446.jsp )
"Le Tribunal de la Grande Instance de Lyon a interdit à la Caisse d'éparnge Rhônes-Alpes sud de pratiquer le benchmark, une méthode d'évulation critiqué, consistant à évaluer en continue employés et agences.
…
Le 4 septembre. le TGI de Lyon a pourtant interdit la practique du benchmark à la Caisse d' Épargne Rhône-Alpes Sud, la condamnant en outre à une amende de 10.ooo EURO's. Motif? Cette practique mise en place pour optimiser la gestion des performances n'est pas sans conséquence sur la santé mentale des employé Et pour cause, depuis 2007, ceux-ci sont sont soumis une évaluation permanente: Mise en concurrence les agences, analyse quotidienne de leurs résultats, évaluation de la performance de chaque employé. Dans ce système du toujours plus, toujours mieux, aucun objectif n’est clairement affiché. La seule motivation ? Faire mieux que le voisin. Plus pernicieux : la part variable de la rémunération de chacun est directement liée aux résultats du benckmark. Un « mauvais élève » peut donc impacter sur le niveau de rémunération de ses collègues. Ambiance délétère garantie
…
A la BPCE, malgré les mesures mises en place (observatoire des risques psychosociaux, numéro vert, plan d’action qualité du travail), la pilule du benckmark n’est pas passée. «Cette organisation du travail est vécue comme une émulation permanente sans but à atteindre, complètement épuisante ! », rapporte le secrétaire général de Sud-BPCE. Qui ironise sur le boom des résultats financiers du groupe, comparé à la dérive des résultats sociaux ces derniers mois : flambée de l’absenteisme, stress, suicides ou tentatives de suicides
De benchmark als pijnbank. En
De benchmark als pijnbank. En de patiënt kan er zelfs aan onderdoor gaan, blijkt uit je laatste zin.
Naar aanleiding van de kolom
Naar aanleiding van de kolom van de Jong:
“ We trappen er allemaal in” geldt beslist niet voor de mensen die in de collegezaal aanwezig waren. Ik denk dat ook menig onderwijsconsument er niet intrapt maar hij heeft geen keus. Het zijn de politici die er blijkbaar belang bij hebben om een voor een land en zijn inwoners schadelijke onderwijssituatie te laten voortbestaan. De Griekse en de Cypriotische politici wisten dat ze een politiek volgden die spaak zou lopen maar belangrijker vonden ze om hun macht in stand wilden houden zo lang als het duurde. Zij zijn dan ook nu financieel binnen. De slachtoffers waren de “domme” burgers in (en buiten) hun land. Dat is wat nu in Nederland gebeurt bij het onderwijs. Het grote probleem in een democratie is “ hoe krijg je kiezers zo ver dat ze op partijen stemmen die opkomen voor hun belangen op lange termijn?”. Als alle kinderen en volwassenen gedevalueerde diploma´s krijgen is dat niet onmiddellijk een ramp. De kansen binnen de groep verschuiven immers niet. Maar na een paar decennia kan het vaderland niet meer meekomen in de vaart de volkeren. Maar dat is voor de kiezer te ver weg.
De ministerin wil het onderwijs helemaal niet ontregelen. Dan zou je immers beginnen met de regels voor het oprichten van nieuwe scholen enorm te versoepelen. Het is een logisch startpunt en de overheid heeft er geen medewerking bij nodig van de machthebbers verbonden aan de bestaande scholen. Dat doet ze echter niet. Met haar intervisieverhaal stapt ze ook zo maar ergens in. In plaats om eerst de zaken in orde te brengen die passen bij een goed (“fair”) onderwijssysteem (volgens McKinsey) begint ze de getergde leraren lastig te vallen met een "verbetering" intervisiesysteem die ons onderwijs uitmuntend (“excellent”) zou moeten maken.
Zou het weghalen van de lerarensalarissen uit de lump sum het werpen van een onfeilbare reddingsboei tegen geldverspilling in het het onderwijs zijn? De Balkenende-norm heeft in elk geval niet veel geholpen en de schoolbesturen zijn gehaaid.