PvdA Amsterdam: leraren belonen naar prestatie

Amsterdam vlag450.jpg

Voormalig wethouder Asscher heeft in Amsterdam veel goed gedaan voor het onderwijs. In een artikel op de website van PvdA Amsterdam naar aanleiding van een interview in het Parool, pleit zijn opvolger, Pieter Hilhorst, er onder meer voor dat beter presterende leraren ook meer mogen verdienen.

Het is goed om te wijzen op de zware taak die leraren hebben op achterstandsscholen. Een kind van een e-niveau naar een c-niveau krijgen, is een knappe prestatie en wellicht lastiger dan een kind op een a-niveau houden. Het is daarom ook goed dat in de Kwaliteitswijzer niet alleen scores aan het eind van groep 8 worden weergegeven, maar ook het leerrendement tussentijds. Een leraar die een hoger leerrendement haalt, mag wat ons betreft daarvoor ook beter worden beloond.

Hierin zijn twee opmerkelijke zaken: men meent dat leerrendement te meten is en men wil leraren belonen naar prestatie. Dat is niet overeenkomstig het landelijke PvdA beleid. Relevant in deze zaak is ook de discussie over de vraag of te meten is wat een goede leraar zou zijn, elders op deze website

6 Reacties

  1. N.B.: Ik kijk naar het

    N.B.: Ik kijk naar het onderwijs met de ogen van een hoog opgeleide ouder.

    Als een basisschool goed is in het omhoog brengen van leerlingen van niveau e naar niveau c betekent dat niet zonder mee dat die school er ook goed voor zorgt dat kinderen van c-niveau op a-niveau komen of op a-niveau blijven. En de meeste kinderen van hoogopgeleide ouders starten niet op een laag niveau. De meeste hoogopgeleide ouders zijn juist op zoek naar een school die in de hoogste niveaux voor opwaartse mobiliteit zorgt. Voor redelijk verdienende ouders betekent verhoging van het salaris van goede a → c – onderwijzers zonder dat er meer beweging in het c → a gebied tot stand komt een lastenverhoging zonder kwaliteitsverbetering en als het gemiddelde onderwijzerssalaris hetzelfde blijft waarschijnlijk  een kwaliteitsvermindering. Alle onderwijzers worden immers uit ’s lands schatkist betaald en hoogopgeleide ouders verdienen gemiddeld beter. Ook zal voor laatstgenoemden dan de gemiddelde afstand tussen huis en school niet afnemen.

  2. Peter Hilhorst heeft al vele

    Peter Hilhorst heeft al vele malen laten merken dat hij er geen verstand van heeft, o.a. in de discussie over politie op school. Dat zulke mannetjes in de positie verkeren, is al erg genoeg. Maar ja, de middelmaat regeert nu eenmaal. Misschien is het mogelijk prestatiebeloning op wethouders toe te passen. De discussie over prestatiebeloning in het onderwijs is op dit forum al vele malen besproken. Het leidt tot vriendjespolitiek en ruzie in de lerarenkamer. Prestaties van leraren kunnen alleen aan de eindexamenresultaten worden afgelezen. Verder is het nagenoeg onmogelijk.

  3. Als de machthebbers bij het

    Als de machthebbers bij het onderwijs hoe dan ook de leerkrachten willen beoordelen moet je natuurlijk eerst vast stellen wanneer je een leraar als goed wil qualificeren. Voor mij is de hoofdtaak van een leraar het zorgen voor overdracht van kennis en inzicht. Je moet dus onderzoeken of een leraar daarin in voldoende mate geslaagd is en dat kan weer het beste door de leerlingen over het beheersen van de leerstof aan de tand te voelen. Het afsluitende staatsexamen van het betreffende schooltype is daar een goed middel voor. Maar het is niet voldoende want maar weinig leerlingen houden voor een bepaald vak over de gehele schoolperiode dezelfde leraar. Tweedegraders moeten sowieso na de derde klasse VWO of HAVO stoppen. Dus er zijn ook nog eens leraren die nooit tot en met het afsluitend examen bij een bepaalde klas blijven. Maar een staatsexamen waarmee leerlingen de onderbouw afsluiten zou dat probleem oplossen. Als een leerling of een klasse één of meerdere keren in de onderbouw voor een vak van leraar verwisselt moet het door parallelklassen en cohorten met elkaar te vergelijk in zo’n 6 jaar met  m.b.v. statistische middelen mogelijk zijn om goede en slechte leraren op te sporen. Bovengenoemde eind- en tussen- testenvormen van de 4 middelen, opgenoemd door de Gates onderzoekcommissie voor het opsporen  van goede leraren, bij het door mij voorgestelde kriterion ook volgens mij het enige potentieel betrouwbare middel.

  4. De beste leraar ooit was Theo

    De beste leraar ooit was Theo. Theo presteerde het om in 22 lesuren per week 11 verschillende vakken te geven. Ik heb Theo denk ik drie maal gesproken en met veel ontzag gevraagd hoe of hij dat voor elkaar had gekregen. Vijf jaar keihard werken en toen had hij het voor elkaar. Lesprogramma's, instructiemateriaal, eigen dictaten. Imposant en to the point. Totdat het noodlot toesloeg. Elders was bedacht dat alles anders moest. Het mooie fantastische materiaal van Theo kon in de afvalbak en moderne leermiddelen werden voorgeschreven. Zoals leerboeken en vragenboeken voor zelfstudie waar niemand iets van begreep. Theo werd ziek en is enkele jaren daarna overleden. Er is geen aantoonbaar verband te bewijzen tussen zijn ziekte en de onderwijsvernieuwing. De vervangers van de Theo konden niet wat hij kon en de onderwijsvernieuwing van toen is al lang weer ingehaald door vele andere. Maar voor het management was Theo maar gewoon een part timer, pas bij 28 lesuren had je een volledige baan. Dat gedoe van Theo, da's gewoon een makkie. Voor mij blijft Theo nog steeds de beste. Hij ruste in vrede,

  5. De beste leraar was mijn

    De beste leraar was mijn leraar. Hij gaf les van het laagste tot en met het hoogste niveau, van vmbo tot en met universiteit. Zij prestaties en eindexamenresultaten waren top. Maar de schoolleiding kon er niet veel mee. Want hij ging zijn eigen gang en trok zich nergens iets van aan. Geen digibord, geen beamer, maar gewoon het schoolkrijtje en een stofwolk om zich heen. Hij gaf les met één A4-tje,want de rest zat in zijn hoofd. Ze waren blij toen hij met pensioen ging.

  6. Van een E-score naar een C

    Van een E-score naar een C-score? Toe maar. Een E-score is zeer zwak. Ongeveer het niveau van een MLK-leerling. Een school die een leerling van een E-score naar een C-score kan brengen heeft dan tenminste op een eerder tijdstip ernstig gefaald. Je hoeft dan niet eens een excellente leerkracht te zijn om zulk falen bij te sturen. Bovendien slaagt zo'n verbetering van scores alleen als we traditioneel te werk gaan: veel oefenen, sturen en overhoren in samenhang met een goed doordachte opbouw van de leerstof.

    Maar dat traditionele werken wordt nu juist zo verfoeid (evenals trouwens dat werken voor Cito-scores) door het vernieuwende deel van de stuurlui aan de onderwijswal. We worden dus weer eens met tegengestelde geluiden om de oren geslagen door de 'supporters' langs de zijlijn.

    Op een gewone traditioneel werkende school zal het ook vrij zeldzaam zijn dat een leerling van C-scores naar A-scores gaat. Want die school functioneert in alle leerljaren al goed, waardoor iemand met een C-score aldaar zeer waarschijnlijk op zijn/haar eigen niveau terecht is gekomen. De praktijk op een degelijke vrij traditionele school laat zien dat leerlingen met A-scores zulke scores steeds al regelmatig hebben gehaald, ook in een vroeg stadium.

    Ik verbaas mij er dus wel over dat de Cito-scores nu kennelijk belangrijk worden gevonden. We mogen niet traditoneel werken, moeten veel aan de leerlingen zelf overlaten, moeten werken in diverse niveau-groepen en desondanks wordt een leerkracht beoordeeld aan de hand van Cit0-scores van die leerkingen?? Dat zijn vuile spelletjes. De omstandigheden voor resultaat gericht werken worden haast onmogelijk maken en tegelijk rekent men de meester/juf af op Cito-scores?! Dat komt neer op het aanbrengen van scheepslekken waarbij 'men' tevens eist dat het schip blijft drijven.

    Weg met zulke bemoeials die maar wat staan te roepen langs de zijlijn.

Reacties zijn gesloten.