‘Wie schreef de muziek bij het Zwanenmeer?’, is een van de vragen die de leraar ‘algemene ontwikkeling’ op het Rijswijks Lyceum aan zijn leerlingen stelt.
Rijswijkse leerlingen worden gestimuleerd om de krant te lezen. Dat is voor het vak ‘algemene ontwikkeling’, dat een paar jaar geleden ontwikkeld werd voor de onderbouw van de havo en vwo, toen leraren van het Rijswijks Lyceum ontdekten dat hun leerlingen weliswaar slim waren, maar weinig parate kennis hadden.
Algemene ontwikkeling is ‘het ei van Columbus’ zegt een leraar van de school. De leraar heeft een lerarenhandleiding ontwikkeld, honderd pagina’s in een ringband. Het eerste onderwerp is de ontdekking van de Steen van Rosetta in 1799 en we eindigen met Obama. Iedere les begint met het op jongeren gerichte ‘Journaal op 3’. Op het bord staan drie termen uit het nieuws. Het is de bedoeling dat iedere leraar in elke les drie onbekende woorden of begrippen behandelt. ‘Zo vergroten we ook de taalvaardigheid van de leerlingen’.
De 3-vwo-klas van het Rijswijks Lyceum telt uitsluitend allochtone kinderen. Ze komen uit de Haagse Schilderswijk en uit Transvaal. De meesten van hen zijn met een taalachterstand op school gekomen. In de Schilderswijk kijken ze geen Nederland 1. Een paar jaar geleden hebben we gezegd: ga de krant lezen. We krijgen de ‘Metro’ en ‘De Pers’ op school, maar veel leerlingen begrepen nauwelijks wat ze lazen.
Deze klas volgt nu het derde jaar ‘algemene ontwikkeling’. Je wordt erdoor gemotiveerd om naar het nieuws te kijken.
De proef op de som bleek al na het eerste jaar. Havisten uit de vierde klas bleken bij maatschappijleer meer te weten dan vwo’ers uit de vijfde, die het nieuwe vak nog niet hadden gevolgd. De lessen ‘algemene ontwikkeling’ zijn klassikaal. ‘Wij doen niet aan leertuinen’, zegt de leraar. ’Want deze leerlingen vragen om structuur’.
Er gebeurt blijkbaar dus veel goeds op scholen wat door Den Haag niet wordt aangestuurd. Conclusie: laat het onderwijs maar aan de leraren.
Bron: NRC