Vernieuwd passend onderwijs een illusie?

Dossier 31497 blijft een grillig dossier. Midden 2009 struikelt de staatssecretaris… [lijn5986]
Uit: Stand van zaken koplopers Passend Onderwijs 2008-2009 (juni 2009) [31497-12]

Voor zover het begrip passend onderwijs onder leerkrachten wel bekend is, heeft het draagvlak voor passend onderwijs volgens onze gesprekspartners in de regionale netwerken te lijden onder een aantal zaken. Op de eerste plaats bestaat onzekerheid over en angst voor de gevolgen die passend onderwijs voor de eigen onderwijspraktijk zal hebben: met welke diversiteit aan zorgleerlingen krijg ik straks te maken en kan ik die diversiteit wel aan? Op de tweede plaats heerst bezorgdheid over die gevolgen: zal de aandacht die we aan zorgleerlingen moeten besteden niet ten koste gaan van de rest van de leerlingen? Op de derde plaats bestaat vrees voor verzwaring van werkdruk en de administratieve lasten voor leerkrachten. Tot slot leeft de vraag of er wel voldoende tijd en geld beschikbaar is voor competentieontwikkeling.

Tegelijkertijd bestaat bij al onze gesprekspartners de indruk dat leerkrachten wel bereid zijn te ‘investeren’ in zorgleerlingen. Met name de leerkrachten en schoolleiders die wij gesproken hebben menen echter dat leerkrachten niet goed weten hoe ze dat op zo effectief en efficiënt mogelijke wijze moeten doen en daartoe deels nog de vereiste competenties missen. Over de bereidheid van leerkrachten om te ‘investeren’ in zorgleerlingen is meerdere malen, door zowel leerkrachten en schoolleiders als bestuurders en coördinatoren, opgemerkt dat er een verschil is tussen PO en VO. Hun indruk is dat die bereidheid binnen PO en VMBO groter is dan die binnen HAVO en VWO. Daar wij geen representatief onderzoek gedaan hebben onder leerkrachten, kunnen wij geen uitspraak doen over het waarheidsgehalte van die indruk.

Andere rapporten uit 31497-12:
Tweede voortgangsrapportage Passend onderwijs, Samenwerking tussen speciaal onderwijs en residentiële instellingen en Zicht op zorggelden.

Maar Sharon krabbelt overeind en komt in november 2009 terug met Nieuwe koers passend onderwijs [31497-17]. Ook de commissie OCW lekt haar wonden en grijpt naar de uitgebreide hoorzitting, om het beleidsproces rond passend onderwijs zorgvuldig te volgen en te bewaken. Er worden drie zittingen gehouden op 20, 23 en 27 november 2009 en op 14 januari 2010 zijn de verslagen gebundeld in 31497-20.
Gehoord werden 5 leraren uit het PO en 2 leraren uit het VO, allen in de laatste zitting. Totaal gehoord 57 personen.

Vanaf pag 165 de opmerkingen van de werkvloer…

De voorzitter:
Ik heb een vraag aan mevrouw Schram. Er blijken in de beeldvorming over Passend Onderwijs heel veel misverstanden te bestaan. Een van de misverstanden is dat het gelijk staat aan het moeten opvangen van alle leerlingen ongeacht de beperking van de leerling. inclusief onderwijs. Een ander misverstand is de gedachte dat Passend Onderwijs niets betekent voor het primaire proces, maar alleen iets is van de besturen. Wordt er bij u op school in de lerarenkamer over Passend Onderwijs gesproken? Wat is uw beeld van Passend Onderwijs en heeft uw school al een visie ontwikkeld over Passend Onderwijs zoals zorgplannen en dat soort zaken?

Mevrouw Schram:
Ik wil beginnen met u te bedanken dat wij hier mogen zijn. Tegelijkertijd heb ik geteld dat er de afgelopen drie dagen 57 mensen zijn uitgenodigd en dat daarvan 5 daadwerkelijk voor de klas staan. Dat vind ik jammer: 5 mensen van de 57 mensen die het echt uitvoeren. Wij voeren het namelijk niet allemaal uit. Een ib’er, bijvoorbeeld, is iemand die in het middenkader is gekomen en vaak vergeten is wat het betekent om met een volle klas met kinderen te werken. Ik zeg: váák vergeten is. Dat is even de knuppel in het hoenderhok gooien.
Ik ga nog even door. Wij spreken op onze school over Passend Onderwijs. Dat komt omdat wij op een Montessorischool werken en wij dus al jaar en dag Passend Onderwijs bieden. Juist daarom zeggen we «passend, daar heb je tijd voor nodig». Tijd die nodig is om ieder kind een passende ondersteuning te bieden, maar de tijd die je met kinderen doorbrengt is niet flexibel. De tijd die je hebt is van half negen tot drie en als je daarbinnen met dertig kinderen aan de slag moet en gedifferentieerd gaat werken dan betekent het dat je een minuut per half uur per kind tijd hebt. Dus eigenlijk elf minuten op een dag. Meer rek zit daar niet in.
Waar ik me bij Passend Onderwijs dan ook erg veel zorgen over maak is het idee dat er met de nieuwe koers wel extra geld vanuit het Rugzakje, het ambulante begeleidingsdeel, naar de scholen zou gaan. Dat is echter een misverstand: het gaat niet naar de scholen, maar naar de samenwerkingsverbanden. En de samenwerkingsverbanden zijn wat anders dan de scholen. Dat wil ik hier even heel duidelijk gemaakt hebben.
Het bestuur is ook wat anders dan scholen. Het samenwerkingsverband is in het leven geroepen door het Weer samen naar school traject om de kinderen uit het sbo binnen het reguliere onderwijs te houden. Dat zijn de kinderen waar mevrouw Hermans het over had die je al in je klas hebt zonder Rugzakje.
Er wordt per jaar € 150 per kind aan het samenwerkingsverband overgemaakt. Slechts € 30 daarvan komt bij de scholen terecht.
Straks komt van het Rugzakje het ambulante begeleidingsgedeelte en het schooldeel bij die samenwerkingsverbanden terecht. Dan is het maar de vraag hoeveel geld er daadwerkelijk bij de scholen terecht gaat komen.
Sharon Dijksma wil graag dat het wat minder bureaucratisch gaat worden, maar precies wat mevrouw Hermans al zei, komt het waarschijnlijk neer op het opstellen van handelingsplannen, het praten met ouders etc. Het gaat namelijk ook over transparantie en betere verantwoording en dat brengt een heleboel bureaucratie met zich mee.
Ook heb ik – en dat is mijn laatste puntje -uitgerekend over hoeveel geld we het nu daadwerkelijk hebben. In de media hoor je berichten over 2 mld. zorggeld, maar het gaat uiteindelijk over het ambulante gedeelte van het Rugzakje. Op het moment dat je alle zorggelden van het Weer samen naar school en het Rugzakje eerlijk zou verdelen over de scholen zonder dat er iets blijft hangen bij samenwerkingsverbanden dan zou iedere klas een halve dag per week ondersteuning van een extra leerkracht kunnen krijgen. Dat zijn dus extra handen in de klassen terwijl er niet meer geld bij komt.
Dat is mijn visie op Passend Onderwijs. Passend Onderwijs kan niet als de klassen niet kleiner worden of als er niet meer geld direct naar het primaire proces gaat.

Voor de werkers op de vloer blijft passend onderwijs een illusie.
Daarom niet dralen: stuur een steunbetuiging naar passendonderwijseenillusie@live.nl.