RegioPlan over plus- en minpunten CGO

Op 2 juli 2008 geeft het Presidum groenlicht voor de start van een nieuw onderzoek: voor 130.000 euro (excl btw) mag de commissie OCW zich laten rapporteren over de invoering van competentiegerichte kwalificatiedossiers in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo). Vergelijk Dijsselbloem: 588.200 euro (excl. btw).

Een belangrijke vraag voor het onderzoek: voldoet de invoering van het competentiegericht onderwijs in het mbo aan de eisen van de commissie Dijsselbloem? Zie brief 3 juni 2008.

Woensdag 11 februari 2009 neemt een select groepje uit de commissie OCW het rapport in ontvangst.

Deelonderzoek A (BOR) van de stapel papier onderzocht het Dijsselbloem-gehalte. Een belangrijk onderdeel van deze test het draagvlak voor betrokkenen. Bor stelt hier vast:
We concluderen ten aanzien van vraag 3, ‘in hoeverre is nagegaan of er draagvlak is voor de invoering van de kwalificatiedossiers in het mbo’, dat dit niet (systematisch) in kaart is gebracht. Het draagvlak voor de invoering van het cgo is minder eenduidig naarmate dat het meer ‘uitvoerende niveau’ betreft, daar waar docenten en studenten in instellingen het (competentiegerichte) beroepsonderwijs in de praktijk geven, respectievelijk genieten. Het draagvlak is ook niet (systematisch) in kaart gebracht.

Deelonderzoek D (RegioPlan) leverde het cijfermatariaal, waarmee voor- en tegenstanders hun gelijk kunnen halen. Om dit te vergemakkelijken zijn de PLUS- en MINtabellen 3.5 en 3.6 in elkaar geschoven.
Voor de volgorde lees steeds %bestuurder(34), %manager(26), %docent(1020).

De aansluiting op het bedrijfsleven is beter/minder 76 67 40 en 0 0 11

CGO is beter/minder toegespitst op individuele leerlingen 71 64 48 en 0 0 11

CGO zorgt voor meer/minder vakinhoudelijke kennis 24 15 9 en 18 27 62

Leerlingen zijn meer/te veel verantwoordelijk voor hun eigen leerproces 59 72 57 en 18 14 43

Leerlingen zijn meer/minder betrokken en gemotiveerd 79 63 20 en 0 0 22

Leerlingen worden meer individueel/te weinig beoordeeld 38 42 33 en 0 12 11

Het risico op schooluitval is lager/groter 38 21 9 en 0 4 30

Anders plus/min 6 16 13 en 32 18 23

Geen plus/minpunten 3 6 17 en 38 31 10

De bedrijven.
De opbrengst van de vraag over de kwaliteit van opleiding met of zonder cgo (tabel 3.4) is zeer droevig: 8 van 49 bedrijven bespeuren dat mbo+cgo beter scoort; 8 andere bedrijven menen dat mbo zonder cgo het beter doet; de andere zien geen verschil of weten niet waar dit verschil moet zitten. Deze groep vraagt zich kennelijk af: wat is cgo eigenlijk?

In tabel 3.7 de voorliefde voor cgo bij bedrijven. Van 56 bedrijven vinden 16 dat cgo voor meer vakinhoudelijke kennis zorgt; 17 bedrijven vinden het tegendeel. veel bedrijven hebben het gevoel dat lastendruk en begeleidingstijd toeneemt.

De rest van de stapel:
Deelonderzoek B (KBA) over de Nederlandse kwalificatiestructuur in internationaal perspectief en
Deelonderzoek C (IOO) een onderzoek naar de randvoorwaarden tijd, geld en expertise.