Op onze school is men aan het oriënteren op OGO (ontwikkelingsgerichtonderwijs) in de bovenbouw. Op internet zijn vooral artikelen te vinden die van de OGO-academie komen of wetenschappers die OGO in Nederland gelanceerd hebben. Deze artikelen zijn m.i. niet objectief. Graag zou ik meer willen weten over de resultaten van het OGO onderwijs in de bovenbouwgroepen. Wie weet hier meer van of heeft hier ervaring mee ( en dan iets langer dan een jaar uitproberen 🙂 )
Reacties zijn gesloten.
Basisonderwijs
Aangezien dit onderwerp geplaatst is in het forum ‘primair onderwijs’ neem ik aan dat Hannah het heeft over de bovenbouw van het basisonderwijs (er is natuurlijk ook een bovenbouw in het voortgezet onderwijs….).
Inderdaad het gaat om
Inderdaad het gaat om bovenbouw basisonderwijs.
ogo-site
Op de site van OGO is een verslag te lezen van een schoolmeester die 9 weken (toe maar) bezig is met een project genaamd ‘Blowing in the wind’.
Als je dit doorleest kom je tot de conclusie dat er erg hard gewerkt moet worden door de leerkracht (het lijkt wel of alles nog opnieuw ontdekt moet worden) terwijl ik denk dat er erg veel leertijd verloren gaat met al dat knippen, plakken, verkleden, discuzeuren, overleggen, portfolio’s aanleggen enz.
Het lijkt op een groot langdurig project.
Wij deden hooguit 2 weken een project. Het was leuk hoor, en er werden even heel andere dingen gedaan. Maar daarna was het toch echt hoog tijd de gewone stof weer op te pakken, want men kan zich gerust afvragen of die kinderen nu werkelijk zoveel geleerd hebben tijdens het project.
‘Kinderen hebben andere dingen geleerd’, is dan meestal het antwoord. Natuurlijk. Kinderen leren altijd over alles; dat is hun wezen.
Wie er zin in heeft die hebbe er zin in.
Ik zou het niks vinden. Veel geschreeuw maar weinig wol.
een paar schrikbarende voorbeelden
De regio van de school protesteert tegen windmolens. De klas van meester meent nu hierin een actieve rol te moeten gaan spelen. Er wordt gediscuzeurd over groene energie (zijn die kinderen daarin deskundig?) Er moeten oplossingen worden bedacht in twee- en drietallen. Er moet iets met die idee-en worden gedaan omdat sommige prachtig zijn. Voorgesteld wordt de wethouder uit te nodigen.
Het wordt een ‘mooie sociaal culturele praktijk’ genoemd: leerlingen die meedenken met de gemeente. Ook de pers gaat benaderd worden door een leerling. Dit alles gebeurt voor, tijdens en na voortdurend groepsoverleg en evaluatie.
Eerder was de klas een zandbak gaan controleren op roetdeeltjes omdat de gemeente had aangeraden niet in de zandbakken te spelen vanwege de Moerdijkbrand. Onderzoek door de kinderen en de resultaten werden opgestuurd naar de gemeente.
Er worden portfolio’s besproken en gemaakt: die helpen de kinderen inzicht in zichzelf te krijgen, zo zegt men.
Er wordt veel verwacht van DE GROEP; de groep weet meer dan een. Is zelfs wijzer dan een.
De maatschappij in de school: een mini werkelijkheid.
Van een spelcurriculum op weg naar een onderzoekcurriculum dat ook weer spel is.
Logplanningen maken aan de hand van een brochure ‘evalueren met kinderen’.
Veilige onbelemmerde communicatie.
Veilige onbelemmerde reflectie.
De actua-kring: taal en spelling in dienst van actuele kwesties.
Zonder kennis van zaken ‘volwassentje spelen’, daar komt het m.i. op neer. Dat een christelijke school zich hiervoor leent verbaast mij nog het meest.
schrikbarend eenvoudig is het
re : moby, hierboven
(1) Windmolens. Zekerzz, kinderen zijn zeer deskundig in windenergie. Die meester ook, hij (m/v) is een professionele windbuil, m.sc. Hij heeft bovendien in zijn off-duty avonduren Don Quichotte gelezen (uiteraard in het spaans) en heeft twee vakanties in La Mancha doorgebracht, met naarstig zoeken.
Dit is geen Torremolinos blotebuikenbakker, deze leraar (m/v) is heel begaan en zeer verantwoord bezig. Hij geeft ook spaanse les aan onvermoedende leerlingetjes, zijn hobby, en, jah, tweetalig en zo. Steenkolenengels voorbij.
(2) Dat van die zandbak-met-roet (weliswaar niet in het eten) was gefundenes Fressen. Simpel onderzoekje, en dat die klunzen in de gemeente – – etcetera. De Apeldoornse onverkochte bouwgrond was een bagatel, vergeleken.
Spannend wordt het volgend jaar, als de leerlingen onder deskundige aanvuring gaan ontdekken dat het DNA van de zandvlieg (Leishmania donovani) eenvoudigweg kan worden gemodificeerd met behulp van een drugs-injecteernaald, die liggen klaar in de bosjes achter de school. Drugs, was dat niet wiet ; vroeger ? De drugs voorbij, en een opzienbarend resultaat ook : de mensheid, inzonder de klas, en hun zandbakken en strandvakanties worden verlost van deze dodelijke ziekte – hier is de biologie :
www.youtube.com/watch?v=KIgtwi3KdPw
en hier het project :
zomobo.net/play.php?id=P4p02BHXYFQ
Breaking news : nadat het project de aandacht van de minister had getrokken, blijkt nu dat DE GROEP is genomineerd voor de Nobelprijs 2018. What more can we hope for ?
maarten
de nascholer uit Alkmaar
En als meester uitgeput thuis komt, meldt de nascholer zich. Die heeft nog wat opdrachten voor meester, als een echte kootsj.
Een logboekplanning hoort erbij volgens haar:
‘Aanbod en planning:
– welke activiteit en welke bedoeling
– met welke kinderen
– wat is mijn rol in de activiteit
– welke observatiepunten heb ik
Verslag en reflectie:
– was de activiteit betekenisvol
– hoe ontwikkelde de activiteit zich (perspectieven)
– kwamen mijn bedoelingen dichterbij
– was miujn bijdrijge/hulp zinvol
Pak de cirkel er eens bij, adviseert ze. De volgende vragen moet meester zich stellen:
Wat zag je t.a.v. de veilige onbelemmerde communicatie (binnenste cirkel).
Wat zag je t.a.v. de veilige onbelemmerde constructie.
Wat zag je tijdens de veilige onbelemmerde reflectie.
Advies van Janneke:
Misschien voor jou een volgende stap … de observatieoverzichten gaan gebruiken in je activiteiten. Zeker omdat je met portfolio’s aan het werk bent.
Janneke (de nascholer uit Alkmaar) hoopt weer snel te horen van meester.
Ja, beste ouders, er wordt daar hard gezwoegd op die basisscholen. Maar begeleid, dus geen zorgen!
Gelukkig had de gemeente een crisisspecialist in huis: die is direct met de kinderen komen praten. De kinderen hadden namelijk ook roetdeeltjes gevonden op het schoolplein (in het kader van hun onderzoekcurriculum), hoewel onduidelijk bleef of deze misschien wel van een naburige schoorsteen afkomstig konden zijn.
kritiek van leerlingen van Vygotski
Op internet kwam ik tegen dat leerlingen van Vygotski na zijn dood ook wel kritiek hadden:
‘Zij vonden dat hij de rol van oefening en praktijk verwaarloosd had en dat hij de rol van taal en emotionele factoren overdreef.’
nog een paar citaten:
‘Net als bij Stevens overstijgen de gedachten van Vygotsky het niveau van de methodische opsomming of ordening.
…
Vygotsky heeft voor de moderne tijd opnieuw de grote vragen gesteld: Wat is kennen? Wat is zijn? Hoe verhouden mensen zich tot elkaar en tot de objectieve wereld om hen heen?
Hij werkt allerminst systematisch; hij roept eerder vragen op dan dat hij ons stap voor stap meeneemt naar een antwoord.
Maar steeds gaan de vragen in een bepaalde richting, die van zelfsturing en van leren als betekenis geven.
…
Samenwerkend en -sprekend zijn mensen in staat tot dingen te komen die niet herleidbaar zijn tot iets wat eraan vooraf ging. Vygotski sprak over de eenheid van evolutie en revolutie.
…
Vygotsky legde hiermee onder meer de basis voor de idee-en rond conceptual change. Die idee-en gaan ervan uit dat mensen hun subjectief concept kunnen afleggen en geheel nieuwe concepten kunnen cre-eren, waarvoor geen oud materiaal aanwezig was.’
En vandaar die nadruk op groepsbeleving en groepsprocessen, creativiteit, welbevinden, zelf ontdekken, samen doen, en andere zaken die doen denken aan een therapielokaal en de sensitivity-trainingen van weleer.
Vygotski: constructivisme
OGO heeft dit als uitgangspunt. Je moet je dus afvragen of je het eens kunt zijn met dergelijke zienswijzen.
‘Het nieuwe leren’ is ook een loot van dat ‘constructivisme’.
Op deze site is al veel kritiek geleverd op HNL.
Hoe kan ‘constructivisme’ in verhouding staan met christelijke uitgangspunten? Dat zou een interessante vraag kunnen zijn voor het christelijk onderwijs.
Maar een leerkracht zal zich moeten afvragen of hij/zij de opvattingen van Vygotski deelt, voordat hij/zij aan het werk gaat volgens dit constructivisme.
Vigotsky baseerde zich op de werken van Spinoza en Marx. Zijn psychologie was een materialistische en mede gericht op de vraag hoe allerlei problemen voor het bestaande socialisme konden worden opgelost.
Bij zijn denken over onderwijs wilde hij ontdekken welke materialistische factoren zorgen voor ontwikkeling van het kind. ‘Taal’ beschouwde hij als belangrijkste bepalende factor die ‘de geest’ a.h.w. in de steigers zette tijdens de ontwikkeling van het kind.
Jongens toch!
Deze mevrouw vraagt naar ervaringen met OGO en niet naar onze afkeer van dit soort zweefonderwijs waarbij niet de opbrengst, maar het proces centraal staat.
Geef dan antwoord op haar vraag in plaats van lekker te mopperen!
Die praktijkervaringen op de
Die praktijkervaringen op de site van OGO, zijn zeer de moeite van het lezen waard. Commentaar mag.
Vrij eenvoudig, eigenlijk dus.
OGO doet het wel aardig op witte basisscholen. Die kinderen komen over het algemeen wel aardig terecht. Op grijze en zwarte basisscholen werkt het heel anders.
Simpel toch?
re. Jongens toch!
De draad zou oorverdovend leeg zijn gebleven als alleen ervaringen met OGO in de draad zouden staan. Dat vermoedde ik al bij voorbaat.
Want het blijkt keer op keer dat er op dit forum nauwelijks ervaringsdeskundige juffen of meesters reageren, zeker als het om basisonderwijs gaat.
sociaal cultureel
Als de sociaal-culturele omgeving het kind ‘gemaakt’ heeft, zou het veranderen van de sociaal-culturele omgeving andere kinderen kunnen maken?
Vygotsky geloofde dat het ‘gereedschap’ (taal, symbolen, muziek, kunst b.v.) dat de mens gebruikt, tevens de mens heeft veranderd en verandert.
Zien we daar niet een diep geloof van onderwijsvernieuwers?
we zijn ons brein
Bij Vygotsky, Dewey e.d. kom je deze opvatting tegen. Daar vandaan bouwen zij hun theorie op.
Deze opvatting blijft tegengesteld aan de oudere opvatting: we hebben ons brein.
kootsj Janneke
Voldoet helemaal aan het type ‘zweefteef’ dat we bij Jeronimoon mochten tegenkomen. Via haar ’tweets’ ontdekken we een groenig zweefteverig profiel. Wel zielig dat een christelijk schoolmeester zo in de ban kan blijken te zijn van zo’n zweverige kootsj.
Inhoud is niets, maar beleving is alles: dat is de grondhouding van dergelijke nieuwe heksen.
Waar het Nieuwe Testament ons juist leert de subjectieve belevingen te wantrouwen. Ons hart is immers arglistig?
OGO is dus het zweefonderwijs, geheel volgens de wensen van Luc Stevens. Luc Stevens mag dan ook op warme gevoelens rekenen van kootsj Janneke.
OGO-onderwijs is naar de wens van de wensen van Luc Stevens, die voortdurend het Nieuwe Leren promoot.
We zien weer hoe allerlei vernieuwende lijnen elkaar ontmoeten (Rousseau, Emile).
Bezint eer gij begint!
OGO
Wat ik van collegascholen weet die vol enthousiasme ontwikkelingsgericht gingen werken, de methodes de deur uitdeden (want alles moet uit de kinderen komen en de leerkracht volgt en stuurt een beetje bij) is het volgende:
De leerkrachten werkten zich drie slagen in de rondte om alle leuke en interessante vragen en ideeën vorm te geven, om daar doelen en instructies bij te bedenken, om er geschikt en uitdagend materiaal bij te zoeken, om portfolio’s in te vullen, om observatielijsten bij te houden, om……….er vervolgens achter te komen dat het eigenlijk niet zo goed werkbaar is, beslist niet voor alle kinderen geschikt is en niet goed te verenigen is met passend onderwijs waar orde en structuur (voor alle kinderen beter) noodzakelijk zijn.
OGO is een aaneenschakeling van projecten waar alle leerstof in samenhang moet worden aangeboden en waarbij een logische opbouw van lesstof soms ver te zoeken is.
Net als bij elk ander project hebben de meeste kinderen er best plezier in, maar zijn er altijd een stel die niet zo goed met een dergelijke vrijheid om kunnen gaan, weinig leren over de stof en veel leren over dingen waarvan je eigenlijk liever niet hebt dat ze dat leren. Feitelijke resultaten meten is een omslachtig en tijdrovend werkje.
Veel scholen dragen nog wel de visie ontwikkelingsgericht uit en doen nog wel eens wat bv. zaakvakken in projectvorm, maar zij gebruiken voor lezen, taal, spelling en rekenen gewoon weer een methode.
Marina