niveau middelbare scholen

Hoe handhaaf je het niveau van middelbare scholen?

 

De kwaliteit van middelbare scholen vertoont inflatie. Een schooltype als HAVO laat tegenwoordig veel ruimer toe dan enkele decennia geleden. Daarmee hangt samen een dalend niveau. Kan die trend worden gestopt?

De kwaliteit van de leerlingen die de basisschool verlaten, kun je uitdrukken in een percentage: iemand zit op 60% als hij met rekenen en taal 60% van de 12-jarigen in niveau achter zich laat. Met een CITO-examen kun je het niveau meten. Wie de ontwikkelingen in de middelbare scholen langere tijd heeft gevolgd, ziet afzakkende niveau’s: de HAVO begon rond 1980 op 60%. Tussen 40 en 60% had je MAVO. Die is inmiddels afgeschaft. De HAVO is naar beneden opgeschoven. De scholen zakken geleidelijk af. De oorzaak van die trend is de strijd om het marktaandeel. Laat losser toe, dan krijg je meer geld, gebouwen, personeelplaatsen enz.

Zou je dat proces kunnen omkeren? Scholen zouden dan plotseling veel strikter moeten worden. Daar zouden zeer grote weerstanden tegen ontstaan. Geen minister zou er tegenop kunnen. Hoe kan het dan wel? Je stelt nieuwe schooltypen in: A, B, C, D enz. Bedenk er maar mooie namen voor. Je stelt vast bij welk percentage van de 12-jarigen de drempel ligt voor toelating. Bijvoorbeeld: voor niveau A geldt een drempel op 95%, voor niveau B 70% enz.

Bij de aanmelding voor de brugklas brengt iedere leerling een CITO score mee. Die kun je niet gebruiken als criterium voor toelating van individuele kinderen, omdat het een momentopname is. Maar je kunt er wel een groot aantal mee sturen. Als je 200 aankomende brugklassers hebt en er scoren er 150 op minstens 70%, dan weet je hard en zakelijk dat je er na de brugklas 150 kunt doorlaten naar schooltype A of B. Er valt dan niet meer te marchanderen met verruimde toelating omwille van het geld. Laat de inspectie deze sturing van aantallen scherp controleren. Een rector die er een loopje mee neemt, zet je er uit. Zorg dat daar op het ministerie de noodzakelijke juridische instrumenten voor beschikbaar zijn. Het land heeft, tegenover tientallen miljarden aan belastinggeld voor onderwijs, recht op een behoorlijke beheersing van de niveau’s van de schooltypen.

Dan houd je voor het hele traject tot het eindexamen de vrijheid voor de school om leerlingen van klas tot klas te bevorderen of te laten zakken. We nemen even aan dat een eindexamen een hard en zakelijk eindniveau afdwingt. Moet dan ook van klas tot klas een centraal examen worden ingesteld? Dat is helemaal niet nodig. De school zelf kan de tussentijdse niveau’s prima bewaken. Ze kan werken met ijkproefwerken, die voor elke klas aangeven hoeveel leerlingen er verder kunnen. De normen daarvoor worden door de directie zodanig vastgesteld, dat er over een lange reeks jaren een gelijkmatige doorstroming ontstaat. Er gaan wel een paar jaar overheen voordat een school een uitgekristalliseerd systeem van bevorderen heeft.

Ook hier moet een inspectie streng zijn. Er zijn schoolleiders die van elke klas van 30 leerlingen een vast percentage bevorderen. Dat is een aanfluiting van niveaubewaking. De ene klas is de andere niet. Je kunt van klas tot klas 5 of zelfs 10 leerlingen variatie hebben in aantal dat een zekere norm haalt. Met vaste percentages krijg je dus 5 tot 10 leerlingen die ten onrechte worden bevorderd dan wel afgewezen. De rectoren die met vaste percentages bevorderen, zet je er simpel uit. Ze verzieken het schoolwezen en doen van jaar tot jaar onrecht aan grote aantallen jongeren. Duizenden jaarlijks doubleren zonder dat daar een deugdelijke niveaumeting is. Knoeiers richten achter de schermen een ramp aan. En doubleurs krijgen het gooi- en smijtwerk van hun rector niet te zien.

Verder zetten vaste percentages van bevorderen de deur open voor niveaudrift op lange termijn. Het peil van de hele school kan geleidelijk afzakken zonder dat het opvalt. Er stroomt immers een zelfde percentage door. Nogmaals: rectoren die het spel zo spelen, horen er zonder pardon uit te worden gezet. Bevorderen moet naar vast niveau.

Dan nog een praktisch punt. Leerlingen die met mobieltjes een proefwerk kunnen fotograferen en het op internet zetten, bezorgen de docenten een hoop werk. Die moeten telkens nieuwe proefwerken opstellen. Maar ernstiger is, dat een niveaumeting met ijkproefwerken volledig kan worden gesaboteerd. De school verliest daarmee haar niveaubewaking. Daar bestaat een middel tegen, een hard verbod van dit elektronisch speelgoed op de scholen. *) zie noot –  Ook dit verbod moet dwingend worden opgelegd, omdat niveaubewaking op school een algemeen belang is van groot gewicht. Dan hebben we het niet eens gehad over de permanente afleiding van de aandacht. Bedenk dat onderwijs vele miljarden per jaar kost. Daar past geen elektronisch speelgoed, dat een miljardenschade veroorzaakt.

Onderwijs zonder vaste normen is net zoiets als een verkeersregeling zonder regels. Ieder doet maar wat hem goed uitkomt. En dat zou acceptabel zijn in een bedrijf met een jaarlijkse omzet van ruim 30 miljard? Vergeet evenmin dat rectoren vele duizenden jongeren tot een jaar doubleren kunnen dwingen. Een kundige bevordering is zonder meer een zakelijk recht van de leerling jegens de school.

 

noot: Het risico dat leerlingen een ijkproefwerk via internet publiceren, kun je voorkomen door samen met 5 collega’s een proefwerk te geven. Een docent in Maastricht werkt samen met collega’s in Groningen, Zierikzee, enz. Geef met 6 docenten proefwerken aan klassen van 30 leerlingen, dan krijg je 180 cijfers. Doe je hetzelfde voor 5 kernvakken, dan heb je 900 cijfers. Statistiek genoeg! Laat een bureau de docenten aan elkaar koppelen en voorkom infiltratie door spionerende leerlingen.

 

Dit stuk is op 14 januari 2014 geplaatst bij Trouw (Onderwijs, blogs) en hier vrijwel onveranderd overgenomen.

11 Reacties

  1. Er bestaat al een prima

    Er bestaat al een prima middel om het niveau te bewaken: de eindexamens. Dat middel wordt daarvoor niet gebruikt, maar het is er wel. Wat doet jullie vermoeden dat het in jullie situatie wel goed gebruikt wordt? De scholen A, B enz hebben we al.  We noemen ze vmboB, vmboK, vmboT, Havo, Vwo met nog een paar varianten.

    Ik vind het hele stuk  een hoog bureaugehalte hebben, bijna politbureau-achtig. Het gaat uit van ideale regels, uitgevoerd binnen een ideale organisatie met ideale leerlingen en met ideale docenten. Afwijking van het ideale wordt afgestraft met ontslag van de rector. Ideale politici zou ook nog wel wel handig zijn.

    Daar waar het praktisch wordt, slaat de schrik me om het hart. Samen met 5 andere scholen een zelfde proefwerk houden. Moet wel ruim van te voren gepland worden natuurlijk. In september weet je dus dat op 28 maart 's morgens tussen 10 en 11 uur proefwerk natuurkunde over hoofdstuk 8 wordt gehouden. (Heel nederland natuurlijk hetzelfde voorgeschreven boek).  En dat voor alle vakken en voor alle toetsen. Een communistisch 5 jaren plan is er niets bij.

    Klaas Wilms

  2. Merci voor de layout.

    Merci voor de layout.

    Wilms wijst op de eindexamens als test voor het niveau. Wat gebeurt er als een grote meute dreigt te zakken? Dan krijg je een politieke lobby voor soepeler normen. De groep stelt de norm. Laat dus selectief toe. Beleid voer je bij de ingang, bij de uitgang kan het niet meer. Met de examens ben je te laat.

    Wat betreft de coördinatie met collega’s elders: de truc is nu juist dat je bij geheimhouding niet gelijktijdig hoeft te testen.

    Verder leg ik het verwijt van Stalinisme naast mij neer. Ik prijs me gelukkig dat ik zelf hoogwaardig middelbaar onderwijs heb gekregen. Daar betaalde je de prijs van discipline voor. Als ik zie dat op een VWO inmiddels de Duitse naamvallen te hoog gegrepen worden gevonden, stemt me dat treurig. Ben je puber van 14, dat keer je je tegen elk gezag dat discipline oplegt. Decennia later denk je anders: je weegt het ongemak van discipline af tegen de opbrengst aan leerresultaat. Van mijn eigen middelbare school heb ik jarenlang veel profijt gehad. Stel je voor dat ik 6 jaar in vrijheid, blijheid mijn jeugd verlummeld had. Zou ik daar achteraf tevreden over zijn?

    Mijn ervaringen trouwens met een rector die regelrecht incapabel was, motiveren me tot een harde opstelling. Kijk eens rond op een school en registreer hoeveel docenten aan een foute rector onderdoor gaan. De verleiding is groot om ondernemertje te gaan spelen en terwille van het marktaandeel veel te soepel toe te laten. Generaties docenten hebben daar zwaar voor betaald.

  3. Amerikaans Californië heeft 5

    Amerikaans Californië heeft 5 niveaux van Tertiair onderwijs. Stel dat elk niveau praecies 20 % van de jaargang van nieuwkomers mag opnemen dan kun je daarmee goed het niveau bewaken.

    Voor het Secundair onderwijs in Nederland zou je kunnen nemen 10% Gymnasium, 20% Atheneum, 20% HAVO, 20% VMBO, 20% LBO en 10% extra ondersteunend onderwijs.

  4. Om nog maar niet te spreken

    Om nog maar niet te spreken van de maatregel om de N-norm op 1,8 of 1,9 te stellen. Daarmee voorkom je gezichtsverlies dat de nieuwste maatregel voor een ramp zou hebben gezorgd; namelijk het zichtbaar worden van het probleem in het onderwijs: niveaudaling en diplomainflatie.

  5. Ik voel veel voor het systeem

    Ik voel veel voor het systeem van vaste percentages. Maar ik ben wel huiverig voor het afleggen van  maar één enkele niveautoets. Als je ook een toelatingsexamen afneemt heb je het voordeel dat je ook ijver bij de toelatingsprocedure kunt laten tellen. Bovendien kun je de vragen beter toespitsen op het betreffende schooltype. Een IQ-meting geeft ook relevante informatie over het niveau dat een leerling zou kunnen bereiken.

    Ik ben als ouder gefrustreerd over het steeds verder terugdringen van mijn zeggenschap met betrekking tot mijn kinderen dus ik wil volledig kunnen vertrouwen op de selectieprocedure van de scholen.

    Ijver en inzet spelen ook een grote rol bij de onderwijsresultaten van een leerling. Zelf had ik soms moeite om bij de les te blijven maar toen ik op school zat hadden we nog heldere beknopte leerboeken die het mogelijk maakten om weer "bij" te komen. Leerlingen mogen niet afgewezwn worden omdat de gangbare manier van onderwijs voor hen minder geschikt is.

    Toen ik in de zesde klas van de lagere school zat waren vrijwel alle leerlingen uit die klasse van mening dat ik niet voor het toelatingsexamen Gymnasium zou slagen. Ben ik even blij dat ik dank zi het toelatingsamen kon aantonen dat ik op een Gymnasium thuis hoorde!

  6. Examens geven helaas helemaal

    Examens geven helaas helemaal geen beeld van de stijgende of zakkende niveaus. Examens (en CITO-toetsen in het PO) worden aangepast aan het (steeds verder zakkende) gemiddelde.

    Laat de huidige VMBO-ers de examens maken van de vroeger zo versmade LTS: ze zullen allemaal zakken.

    De gewoonte om geen huiswerk op te geven in het VMBO doet ook al geen goed aan het gemiddelde niveau. Leren moet je willen en je moet ervoor willen investeren.

  7. # Hinke Douma – Als je voor

    # Hinke Douma – Als je voor een schooltype, bijvoorbeeld, de 30% besten toelaat, stop je de degradatie omwille van het marktaandeel. Dat scheelt een slok op een borrel qua niveau. Je houdt de kans dat er door de jaren heen een zwakke niveaudrift blijft. Die kun je meten met een mastertest, die je hier en daar afneemt en die jarenlang dezelfde is. Het CITO meet van zijn bekende toets de drift door de jaren heen. En verder is meten geen reden om het gedrag en de huiswerkdiscipline te verwaarlozen.

  8. enig idee wat we met de

    enig idee wat we met de overige 70% moeten? Moet iedereen behoren tot de 30% besten? Toetsen moet niet vergelijkend zijn, maar meten of voldaan is aan de voorwaarden. 

  9. # Hinke Douma – Je kunt

    # Hinke Douma – Je kunt drempels leggen voor schooltypen op 50%, 30% enz. Indien U dan vindt dat er niet meer wordt voldaan aan in redelijkheid te stellen voorwaarden, mag U van mij de schoolplicht ter discussie stellen. Te grote delen van onze jongeren zitten hun jeugd in ledigheid uit tot ze van school af mogen. Als U daarover discussie wilt, houd ik U niet tegen.

Reacties zijn gesloten.