“Leraren worden niet kundiger van salarisverhoging”

Vandaag, 15 augustus 2007, schrijft Arnold Heertje het volgende in De Volkskrant:

De hoogleraren Wim Groot en Henriette Maassen van den Brink betogen in De Volkskrant van 9 augustus, dat betere leraren in het voortgezet onderwijs de vrucht zijn van hogere salarissen. Bovendien menen zij dat goede studenten niet voor het beroep van onderwijzer kiezen, zolang je met en HEAO-diploma meer kunt verdienen dan met een diploma van de PABO. Beide beweringen zijn onjuist. Zij berusten op het misverstand dat economie alleen gaat over geld en dat de beslissingen van mensen omtrent hun beroepskeuze worden herleid tot een financiële transactie.
Het idee dat wij betere leraren krijgen, indien wij de salarissen verhogen is grotesk. Bedorven vlees wordt niet beter door de prijs te verhogen. De suggestie van Groot en Maassen van den Brink dat Minister Plasterk van Onderwijs het miljard dat hij ter beschikking heeft om de positie van de leraren te verbeteren, moet gebruiken om de salarissen te verhogen dient te worden afgewezen. De kwaliteit van de leraren moet worden verhoogd door de lerarenopleiding op de schop te nemen.
Het leeuwendeel van de leraren wordt nu opgeleid door het hoger beroepsonderwijs. In de opleiding wordt de nadruk gelegd op sociale en communicatieve vaardigheden en niet op vakinhoud. Vandaar dat de gediplomeerden van de PABO zelf niet kunnen rekenen en schrijven en derhalve ongeschikt zijn als onderwijzer te fungeren. De zg. afgestudeerden van het HBO zijn alleen geschikt om als begeleider de school te betreden, want lessen in Frans, wiskunde of geschiedenis kunnen zij niet geven. Minister en Staatssecretaris moeten dus eerst aan deze toestand een einde maken. Urgent is dat de opleiding van leraren voor het VWO weer teruggaat naar de universiteit. Het is absurd dat leerlingen met een HAVO-diploma, via een HBO-opleiding als coach gaan optreden voor VWO-klassen.
Zo mogelijk nog absurder is dat de Fontys Hogeschool in Eindhoven en Windesheim in Zwolle, de studenten een HBO-opleiding laten volgen zonder het vereiste HAVO- of VWO-diploma. Zij doen dit uit zuiver winstbejag. Onnodig te zeggen dat deze handelwijze de doodsteek is voor kwaliteit.
Als door een grondige vernieuwing van de lerarenopleiding de kwaliteit van de leraren is verbeterd, gaan de salarissen omhoog. Gepromoveerde docenten kunnen een leidende rol spelen in de vaksecties op de scholen en een bij die positie behorend hoger salaris ontvangen. Dus eerst kwaliteit en dan kwantiteit in financiële zin, maar niet omgekeerd zoals Groot en Maassen van den Brink voorstellen.
Hun tweede bewering berust op dezelfde denkfout. Vrouwen, die het beroep van onderwijzer kiezen, laten zich vooral leiden door de arbeidsvreugde die zij verwachten te ontlenen aan deze niet eenvoudige taak. Daar horen aanleg, gedrevenheid en enthousiasme bij. Als deze onderwijzeressen goed zijn opgeleid, ontvangen zij een redelijk salaris.
Een geringer salaris dan een leraar ontvangt, die na een academische opleiding natuurkunde, op een middelbare school natuurkunde doceert. Deze omstandigheid in het onderwijs wijkt niet af van wat elders in de samenleving wordt aangetroffen. Mensen kiezen beroepen niet uitsluitend op basis van het financiële inkomen, doch ook op grond van het psychische inkomen, de bevrediging die wordt ontleend aan het uitoefenen van een bepaald beroep. Deze bevrediging hangt samen met de aanleg voor het verrichten van activiteiten. Daarom treft men in het onderwijs nog steeds gekwalificeerde, vakbekwame docenten aan met liefde voor hun vak en hun leerlingen, die elders makkelijk meer kunnen verdienen en toch voor het basis- en voortgezet onderwijs blijven kiezen. Voor deze docenten mag Plasterk best een deel van zijn miljard gebruiken, zodat zij hoger worden ingeschaald. Hij maakt dan ook een einde aan de perverse situatie dat deze docenten door het beleid van de managers alleen een hoger salaris krijgen, indien zij managementtaken gaan verrichten. Bovendien corrigeert hij zodoende de wantoestand, die in De Volkskrant –eveneens 9 augustus- is gesignaleerd door de aardrijkskundedocent Bloothoofd, dat onbevoegden afdelingsleider worden zonder ooit in de bovenbouw les te hebben gegeven, terwijl bevoegden die zich verder ontwikkelen daarvoor financieel niet worden gewaardeerd.
Samenvattend, moet ik vaststellen dat de voorstellen van Groot en Maassen van den Brink ontspruiten aan een te schrale opvatting van economie, waarin menselijk keuzegedrag uitsluitend berust op een financiele calculatie. Deze enge opvatting van economie berokkent grote schade aan de beoefening van de economische wetenschap in Nederland, zet ons land internationaal achteruit en teistert verscheidene sectoren in de samenleving, behalve het onderwijs ook de zorg. Het is tijd de bakens te verzetten.

Arnold Heertje.

Bovenstaande tekst is door de auteur naar BON gestuurd.

38 Reacties

  1. Ook Heertje gaat in de fout.
    Financiëel voordeel is natuurlijk niet het enige argument om voor het onderwijs te kiezen; een open deur.
    Echter de lage onderwijssalarissen weerhouden wél de goede mensen ervan om voor een carrière in het onderwijs te kiezen.
    Carrière, wat zeg ik, carrièremogelijkheden zijn er niet eens.

  2. Vraag aan de heer Heertje.
    Steeds meer basisschoolgroepen krijgen te maken met groeiende groepen kinderen, die eigenlijk op ’t speciaal onderwijs thuishoren. Daarnaast groeit ’t aantal “rugzakjes” en stromen er ook steeds meer kinderen binnen, met ’n grote (tweetalige) achterstand.
    Is het verbeteren van de Pabo opleiding alleen, voldoende, om deze toenemende problemen op te vangen/lossen, of moet er misschien ook aandacht geschonken worden aan bovengenoemde ontwikkelingen?
    Groet, Leo.

  3. Enge opvatting
    Grotesk, absurd en pervers? Deze kwalificaties lijken mij eerder van toepassing op het artikel van de heer Heertje zelf. De auteur van dit artikel staat enigszins buiten de werkelijkheid, dunkt me. Hoog opgeleide jonge mensen zijn wel degelijk gevoelig voor de bevrediging van een goed salaris. (Wanneer heeft u voor het laatst boodschappen gedaan, meneer Heertje?) De kwaliteit van lerarenopleidingen verbeteren? Prima, als student verwacht je niets anders dan een gedegen opleiding. Maar wat heb je eraan als de aanmeldingen elk jaar minder worden? En hoe zou het toch komen dat de aanmeldingen elk jaar minder worden? Dat is eigenlijk de hamvraag. En dan de suggestie: ‘Voor deze docenten mag Plasterk best een deel van zijn miljard gebruiken, zodat zij hoger worden ingeschaald.’ Haha, alsof de heer Plasterk persoonlijk verantwoordelijk is voor de inschaling van individuele docenten. Was het maar zo! Wat een ondoordachte uitspraak. Als ik zulke stukken lees in de krant van zogenaamde ‘deskundigen’ zakt me de moed weer in de schoenen. Nou ja, de schaarste zal er waarschijnlijk uiteindelijk toch voor gaan zorgen dat docentensalarissen marktconform worden, maar dan is het leed al geschied.

    • Economie is meer dan geld alleen,
      dat is het stokpaardje van Heertje. Ik vind dat hij daar gelijk in heeft. Hij geeft ook een mooi voorbeeld (afkomstig uit het onderwijs): ze zijn er nog, de leraren die buiten het onderwijs veel meer zouden kunnen verdienen, maar vanwege de ‘roeping’ toch in het onderwijs blijven of gaan werken.

      We leven in een hedonistische maatschappij en geld is belangrijker dan het vroeger was (ondanks dat iedereen in Nederland op zich genoeg geld heeft). Dus ‘roeping’ doet het wel wat minder dan vroeger.

      Ik denk dat het aantal aanmeldingen aan lerarenopleidingen niet zozeer daalt vanwege het salaris, maar vooral omdat leerlingen een bepaald beeld hebben van het vak leraar. Het relatief slechte salaris is slechts een klein onderdeel van dat niet gunstige beeld. De slechte omstandigheden waarin een leraar zijn werk moet doen en het falen van het management op veel scholen (dat merken leerlingen ook) lijken mij belangrijkere elementen in dat niet gunstige beeld.

      Verder heeft de mindere populariteit van de lerarenopleidingen denk ik ook met het volgende te maken. Vroeger waren er twee soorten leraren:
      1. Zij die in de eerste plaats met kinderen wilden werken. Welk vak ze zouden gaan geven was eigenlijk niet zo belangrijk.
      2. Zij die vooral voor het vak gingen. Als je Duitse literatuur prachtig vond, dan kon je daar bijna alleen maar je werk van maken door leraar Duits te worden.
      Deze tweede groep heeft in recente decennia in moeilijk mis te verstane woorden te horen gekregen dat voor hen in het onderwijs geen plaats meer is. Dan ben je dus een groot deel van je potentiele leraren kwijt.

      • Er zijn nog altijd 2 soorten leraren
        Mark,
        Er zijn nog altijd 2 soorten leraren net als vroeger. De leraar die voor de leerling gaat werkt zwart-wit gesteld in de onderbouw en de leraar die voor het vak gaat werkt in de bovenbouw en tussen deze 2 groepen leraren bestaat een spanningsveld. De bovenbouwleraar zegt dat hij teveel gedwongen worden om leerlinggericht te werken wat ten koste gaat van de vakinhoud en de onderbouw leraar vindt dat hij te vakgericht moet werken. Dat spanningsveld was er vroeger en is er nog altijd.

          • Polariteit
            Maar elke leraar zal zichzelf ergens kunnen plaatsen op de schaal die Thieu aangeeft.
            De scheiding tussen onderbouw en bovenbouw waar Thieu het over heeft zorgt voor een ongewenste splitsing tussen didaktiek en vakgerichtheid. ‘Vroeger’ was het gewoonte dat bovenbouwleraren ook les gaven aan eerste klassen. Dat zorgde voor een betere afstemming tussen docenten, didaktiek en vakgerichtheid.

      • de titel
        van het artikel zegt genoeg. De nadruk moet liggen op het niveau van de leraren, het salaris komt daarna. Helemaal mee eens.

        • de titel is ook misleidend
          Natuurlijk wordt er geen enkele leraar kundiger door salarisverhoging. Ik denk ook dat Heertje gelijk heeft met de nadruk op kwaliteitsverbetering. Maar tegelijkertijd denk ik ook dat door de salarissen in het onderwijs een deel van de potentieel goede docenten kiest voor een ander beroep. Als je voor goede docenten het salaris verhoogt, dan wordt het onderwijs aantrekkelijker voor die potentieel goede docenten.

          Het probleem is dat er geen manier lijkt te zijn om “goed” te definieren, anders dan opleiding en ervaring als belangrijkste criteria te nemen. Zoals vroeger, zeg maar. Dát lijkt me dan ook de meest kansrijke weg. Mensen met een hoge opleiding hebben meer beroepskeuzes dan mensen met een lagere opleiding. Als je die mensen beter beloont, dan maak je het beroep aantrekkelijker voor de hoger opgeleide docent. Daarmee verhoog je ook de kwaliteit, tenminste, als je die hoog opgeleide docenten ook “gebruikt” overeenkomstig hun opleiding en ze niet inzet als kootsj of oppas.

          • de titel
            richt zich vooral op het falen van de lerarenopleidingen. Ik denk dat deze opleidingen eerst vakinhoudelijk verzwaard moeten worden voordat de uitstromers een salarisverhoging krijgen. Salarisverhoging voor vakbekwame docenten lijkt me ook dringend noodzakelijk: een goede jonge collega van me verlaat waarschijnlijk het onderwijs omdat ze in het bedrijfsleven meteen 1000 euro netto meer verdient.

          • Toch niet zo’n slechte opleiding ?
            …richt zich vooral op het falen van de lerarenopleidingen

            en even verder:

            …een goede jonge collega van me verlaat waarschijnlijk het onderwijs omdat ze in het bedrijfsleven meteen 1000 euro netto meer verdient.

            Toch niet zo’n slechte opleiding ?

    • Volgens mij wordt Heertje verkeerd begrepen.
      Wat Heertje zegt is dat je met geld alleen de problemen in het onderwijs niet oplost. Nergens staat in zijn artikel dat leraren niet meer mogen verdienen.

      Hij reageert op een voorstel dat niet dieper gaat dan: doe er gewoon een zak geld bij, dan verdwijnen alle problemen als sneeuw voor de zon. -Dat, aldus Heertje, is gewoon niet waar. Je mag leraren die goed zijn echt wel beter belonen, maar je zult ook veel andere maatregelen moeten nemen.

      Helemaal met Heertje eens.

      • Labtop of memory stick van de zaak?
        Afgelopen week had ik een sollicitatiegesprek bij een bedrijf. Ik noemde mijn salaris als leraar en het bleek dat ik bij dit bedrijf op termijn 2.000 euro per maand meer zou kunnen verdienen. Ook zou ik een 13e maandsalaris krijgen Ik schrok wel enigszins van dit grote verschil. Ik zou voor mijn werk ook een labtop van de zaak krijgen waar ik in het onderwijs altijd een memory-stick van de zaak krijg. 😉

        • Waarom
          zouden onze leerlingen dat ook niet meenemen bij hun beslissing om niet het onderwijs in te gaan?
          Wat ga je trouwens zelf doen? Dief van eigen portemonnee spelen?

          • Leraar met een roeping
            Ik ben een leraar met een roeping. Het financiële plaatje is wel belangrijk maar niet het belangrijkste. Ik ben jaren terug juist uit het bedrijfsleven vertrokken omdat het me allemaal teveel om het geld ging en te weinig om de mens.

  4. Niets wijzer
    (slechts gepubliceerd op de digitale versie van “de Volkskrant”) [Dit artikel is ook gewoon te vinden in de papieren versie van De Volkskrant van betreffende datum :: Ralph]

    Prof. Heertje trapt een open deur in als hij stelt dat slechtgeschoolde zittende leraren en leraren die op dit moment slecht opgeleid worden door een hoger salaris alleen geen betere leraren kunnen worden. Dat is overigens geen reden om hen met bedorven vlees te vergelijken. Dat iemand niet alleen op grond van de hoogte van het salaris wel of geen leraar wordt is ook een open deur. Zijn verhaal zou echt interessant geweest zijn als hij aan de hand van onderzoekresultaten of voorbeelden uit andere landen de invloed van de salarishoogte op de keuze voor het leraarschap gekwantificeerd zou hebben. Dat de kwaliteit van de lerarenopleidingen verbeterd moet worden en de aard ervan veranderd moet worden weet ook vrijwel iedereen. Maar wat als de salarissen niet verhoogd worden? Zullen de verbeterde opleidingen dan te weinig studenten van voldoende kwaliteit binnenkrijgen? Zullen veel van de betere studenten na afronding van de verbeterde opleiding alsnog een baan buiten het onderwijs zoeken? Met zijn open deur conclusie dat de voorstellen van Groot cum suis fout zitten door te stellen dat het menselijk keuzegedrag uitsluitend berust op financiele calculatie heeft hij helaas niet bijgedragen aan het beantwoorden van bovenstaande vragen.

    Seger Weehuizen , Venlo

    • mijn brief is niet gepubliceerd.
      Ik had dit berichtje eerder als ingezonden brief naar dfe volkskrant gestuurd. Ik vond het verhaal van Professor Heertje rommelig en de vergelijking met bedorven vlees onsmakelijk. Helaas kreeg ik dit bericht terug:

      Geachte lezer,

      Uw brief is helaas niet gepubliceerd in de Volkskrant. Zoals u wellicht

      weet, verschijnt er ook iedere dag om 16.00 uur een digitale krant op

      pdf-formaat. In die krant heeft uw brief vandaag een plekje verworven.

      Hoogachtend en met vriendelijke groet,

      Marie Louise Schipper

      Brievenredactie de Volkskrant.

    • bedorven vlees, nou ja!
      Seger, ik ben blij met je bijdrage. Ik ben dus niet de enige die het stuk van Heertje rommelig en wereldvreemd vond. Het is niet gebaseerd op feiten of onderzoek. (Ik vond trouwens ook de vergelijking met bedorven vlees ongepast!)

      Ik wil graag nog even terugkomen op het stukje van Simon, die stelt dat Heertje verkeerd begrepen wordt. Jahoor, goede leraren mogen best meer betaald krijgen, zo zegt Simon. Maar WIE of WAT bepaalt dan of je een ‘goede’ leraar bent? Hoge(re) opleiding? Zoals professor Heertje voorstelt dat alleen gepromoveerde docenten een hoger salaris ontvangen? (Ik zie al hele bossen docenten naar de universiteit rennen om promotie-onderzoek te doen, u ook?) Hogere cijfers? Geen trammelant met ouders? Niet al te kritisch ten opzichte van het schoolbeleid? Het is zo’n loze kreet: ‘goede docenten meer betalen’.

      En, tenslotte, ik nodig de auteur van het artikel hierbij van harte uit om deel te nemen aan de discussie.

      • Geachte Mary,
        Het

        Geachte Mary,

        Het hoofdkriterion om het bepalen hoe goed een docent is is volgens mij zijn succes bij het overdragen van kennis en inzicht. De betrouwbaarste wijze om dat te meten is om zijn leerlingen en de leerlingen van parallelklassen dezelfde niet door de in de betreffende klassen lesgevende leraren opgestelde examens af te laten leggen en die door niet-betrokken leraren te laten nakijken. Daarmee wil ik niet zeggen dat er geen andere belangrijke kriteria zijn. Die andere kriteria zijn echter niet alleen minder belangrijk maar ook vaak niet objectief te meten. Slecht meetbare criteria leiden gemakkelijk tot subjectieve beoordelingen en brengen de docenten in een ongewenste positie van afhankelijkheid t.o.v hun “meerderen”.

        • Meten van het succes….
          Seger Weehuizen schrijft: …. zijn succes bij het *overdragen van kennis en inzicht*. De betrouwbaarste wijze om dat te meten is om zijn leerlingen en de leerlingen van parallelklassen dezelfde niet door de in de betreffende klassen lesgevende leraren opgestelde examens af te laten leggen en die door niet-betrokken leraren te laten nakijken.
          Als je een betrouwbare meting wilt doen moet je er zeker van zijn dat parameters die een meting kunnen beinvloeden ………
          Je begrijpt het al: als ik de ….. ga invullen vlieg ik al uit de bocht.


          Parameters die de meting van “het succes van het overdragen van kennis en inzicht” kunnen beïnvloeden zijn o.a.:

          • Grootte van de klas
          • Samenstelling van de klas
          • Sfeer in de klas
          • Tijd van de les (8ste uur is anders dan 2e of 3e uur, dag van de week is van invloed)
          • Samenstelling docenten van de klas
          • Welk vak/docent de klas voor jouw les heeft
          • Hoeveelheid behandelde “stof”
          • Examenopsteller(s)
          • …….enz.

          Bovendien komt het voor dat een docent voor een vak alle parallelklassen heeft (de “hele laag” heeft). Wat dan ?

          Conclusie: schone schijn.

          • niettes
            Geachte Adios,
            Vanzelfsprekend moet je kijken of er geen bijzondere factoren buiten de macht van de docent zijn die de resultaten van van de examens negatief beinvloeden en die zo dat het geval is bij de beoordeling betrokken moeten worden. Maar bovendien denk ik hier niet aan eenmalige meetresultaten. Als het gaat om een voldoende groot aantal klassen of meerdere meetjaren zal de wet van de grote getallen de invloed van de parameters op de meetuitkomsten laten verdwijnen.

        • Meten is weten; en dan …
          Er zullen altijd verschillen blijven tussen docenten, naar aard, naar kennis, naar conditie, naar …
          Het is natuurlijk leuk om dat allemaal te meten en zwarte pieten uit te delen aan docenten die het niet goed doen. Maar het is verstandig om je eerst af te vragen welke verschillen essentieel zijn en vervolgens welke verschillen met een haalbare inspanning zijn te verbeteren. Op een school met allemaal goede leraren zijn alle leraren gemiddeld. Donkers en inspectie meten resultaten van scholen, er worden zwarte pieten uitgedeeld, en dan … ???

          • Het einde van de angst
            Ik wil niet ontveinzen dat mijn meetmethode om vast te stellen hoe goed docenten zijn niet tot verschraling kan leiden. Het is ook een noodzakelijke reactie op het doormarcheren van het onderwijs in de verkeerde richting. Ik lees op de website van BON hoeveel leraren bang zijn voor hun mening uit te komen en tegen hun wil onderwijzen in een onderwijsvorm waarin ze geen vertrouwen hebben. Het door mij voorgestelde criterium en de daarbij behorende meetmethode moeten een eind maken aan de ongezonde afhankelijkheid van docent van zijn superieuren in rang.

          • afgerekend op hun examencijfers
            Feitelijk worden docenten met examenklassen nu al door de schoolleiding afgerekend op hun examencijfers. Daarbij wordt niet gekeken naar de overige variabelen.
            Mag je schooleider je en zijn de cijfers gemiddeld dan zit je goed. Mag je schoolleider je niet dan heb je ook met de beste cijfers een probleem.
            Ach ja, schoolleiders het zijn soms net leerlingen (dus toch mensen). Die vullen ook op hun enqueteformulier in : Ze kleedt zich zo leuk.
            En nou niet cynisch gaan roepen dat je liever op andere punten positief wordt beoordeeld…. ” Laten we blij zijn met elkaar ” (groot vaderlands staatsman)

          • Afgerekend ?
            Feitelijk worden docenten met examenklassen nu al door de schoolleiding afgerekend op hun examencijfers.
            Wat bedoel je met “afgerekend” ? Via hun loonstrookje ?


            Of liever zo:
            Meer marketeers worden afgerekend op het behaald resultaat
            Marketeers worden vaker dan vorig jaar afgerekend op het behalen van de doelstellingen: het percentage dat afgerekend wordt is met 1/3 toegenomen. Deze beloning is een extra op de vaste beloning, er is nergens sprake van een variabel deel.
            Lees verder…

          • functioneringsgesprekken
            Achterblijvende examenresultaten waren bij een van mijn collega’s onaangenaam onderwerp tijdens de jaarlijkse functioneringsgesprekken. Ze zit nog op haar stoel dankzij het feit dat zij een tekortvak geeft en het feit dat zij wat kunstgrepen (“aanpassingen”) heeft toegepast om de resultaten omhoog te krikken.
            In de achtergronden van de tegenvallende resultaten was niemand (behalve nu Seger) geinterresseerd. Of de betere cijfers nu meer kennis weerspiegelen ook niet.
            Ik denk dat als deze kwestie een minder soepele docent van een overschotvak had betroffen, het tot een arbeidsconflict had geleid.
            Helaas, de praktijk is sterker dan de goede uitgangspunten van Seger.
            De hele kwestie gaat over de belangen en het imago van de school niet over leerlingen en kennis…

          • functioneringsgesprekken
            Fijn dat Adios het verschil tussen functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken wel begrijpt . Nou nog diegene die er in praktijk verantwoordelijk voor zijn. Ik heb er op mijn school nooit wat van gemerkt, die tweezijdigheid. Overigens wel in de ambtenarij, waar ik ze ook zelf hield als leidinggevende.

          • Rolwisseling
            Helpt goed bij deze gesprekken. Waar ligt het aan dat er zaken niet naar behoren verlopen?; hoe hadden jullie het gehad willen hebben?; hoe kunnen ‘we’ dat bereiken? Eis dat analyse en remedie zwart op wit worden vastgelegd. Goed voor latere bewijskracht.
            Kortom: terugvechten en je niet in een slachtofferrol laten manoeuvreren.

          • En wat voor doelstellingen …..
            Die doelstellingen van marketeers zijn overigens nogal lastig meetbaar. Deze zijn volgens de link van Adios:

            Top 5 van meest voorkomende doelstellingen in 2003:
            – Omzetverhoging/toename verkoop
            – Toename merkbekendheid en/of naamsbekendheid
            – Respons op campagne/actie/advertentie/reclame
            – Marktaandeel vergroten of vasthouden
            – Meten van bereik

            Mijn eigen ervaring met marketing is dat het vatten van succes in ‘meetbare doelstellingen’ heel lastig is. Wie bewijst immers dat de omzetverhoging *rechtstreeks* komt door de geleverde marketinginspanning? Mooi voorbeeld hiervan: enkele jaren geleden hield Unilever op met reclame maken voor Zeeuws Meisje margarine. De omzet bleef vervolgens gewoon op peil. Natuurlijk was ZM al een supersterk merk, maar toch …..

            Het formuleren van meetbare doelstellingen voor docenten is nog een stuk lastiger, lijkt mij zo. Wij werken onder meer met een leerlingenenquête. Naast de mening van de leerlingen hebben ook zaken als werkorganisatie, scores van eigen klassen t.o.v. parallelklassen en dergelijke invloed op de (financiële) waardering.

          • ben ik wel begrepen?
            Mijn idee is dat leraren beter tegen de schoolleiding bewapend zijn als ze kunnen aantonen dat hun leerlingen bij externe examens over de door deze leraren onderwezen leerstof goede resultaten halen. Deze leraren kunnen dan makkelijker de druk weerstaan om met schoolexamens te sjoemelen. Nu de inspectie apart naar school- en centrale examens gaat kijken staat de docent die streng is bij schoolexamens sterker als de directie wil dat de docent de schoolexamens gemakkelijker maakt of soepeler nakijkt.

          • Het meest
            heb ik me geërgerd aan jonge collega’s, nog nat achter de oren en net van school, die met hun betweterij aan oudere en ervaren collega’s de wet voorschrijven. Er is grote diplomatie en een olifantenhuid nodig om hun maatschappij- en onderwijs-visies te laten stranden in de praktijk van alledag.
            Dat kost veel energie die ten koste gaat van ‘gewoon goed lesgeven’.

          • even terug naar waar het om ging
            Er wordt heel wat over en weer gediscussieerd over de vraag wat nu precies een goede leraar is en hoe je dit moet meten. Het punt is natuurlijk dat dit niet eenvoudig, zo niet onmogelijk is om dit objectief vast te stellen. Het voorstel van Seger is in theorie mooi, maar zal er nooit van komen (denk ik). Bovendien zie ik niet zoveel heil in ‘loon naar prestatie’. Dit komt de sfeer op school niet ten goede. Het enige dat ik wil is ‘gewoon goed lesgeven’ en daar een marktconform salaris voor ontvangen. Ik vind dit niet onredelijk en het heeft niets te maken met hedonisme. Arbeidsvoorwaarden zijn in elke baan belangrijk. Als we het de komende jaren moeten hebben van de mensen die vanuit een roeping het onderwijs ingaan hebben we echt een probleem, want die zijn er steeds minder. Mijn stelling: een biefstuk van de keurslager is nu eenmaal duurder!

          • Loon naar prestatie is niet
            Loon naar prestatie is niet het hoofdmotief van mijn verhaal. Als een leraar bij de door mij genoemde examens IN DE BUURT van het gemiddelde zit is het OK en krijgt hij niet op grond van een aanvaardbare afwijking van het gemiddelde meer of minder geld. Er zijn immers nog andere dingen belangrijk en het is helemaal niet produktief om mensen die hun best doen op te jagen. Maar ik wil hem iets geven waarmee hij sterk staat als de directie hem een verandering wil opdringen waarvan hij niet gediend is.

  5. “Bovenstaande tekst …”
    “Bovenstaande tekst is door de auteur naar BON gestuurd”

    Het zou wel aardig zijn wanneer de auteur zich ook in de daaropvolgende discussie op dit forum zou mengen.

    • Heertje
      Onwaarschijnlijk dat Heertje dit wil. Je denkt toch niet dat hij met “bedorven vlees” in gesprek wil gaan? Zijn tekst is een statement die niet voor kritiek is bedoeld.

Reacties zijn gesloten.