360graden feedback: een goed instrument?

Er staat een aardige poll op de site van het Aob: “In het onderwijs rukken allerlei systemen op voor beoordeling. 360 graden feedback, panelgesprekken, portfolio. Het doel is om uw functioneren verder te verbeteren. Hoe ervaart u deze aanpak?” Zie hier.

33 Reacties

  1. Wat is wél een goed instrument?
    Er is elders al veel onaardigheid geschreven over de 360graden feedback. Toch vind ik het wel belangrijk dat medewerkers en leidinggevenden goed blijven functioneren. Ik heb best vaak meegemaakt dat de inzet aanzienlijk vermindert als de vaste aanstelling binnen is, of bij het zuurder worden met de leeftijd. Ik vind dat onze leerlingen recht hebben op goed functionerende docenten die zich optimaal inzetten. Hoe zou je dit dan wel moeten beoordelen en bij disfunctioneren ook moeten sanctioneren?
    Ik heb ook kritiek gelezen op de beoordeling door leerlingen/studenten en door collega’s én ik heb veel klachten gehoord over functioneringsgesprekken met leidinggevenden waar de laatste in het geheel niet op de hoogte was van de prestaties van de betreffende docent in de klas.
    Kortom: veel is niet goed of het deugt niet. Wat dan wél? Of heeft een eenmaal bevoegde docent nooit meer een kritische noot nodig?

    • Complimenten..
      ..voor het in mijns inziens moedige stukje dat je hierboven geschreven hebt, Hinke! Ik vind ook dat je docenten moet behandelen als echte professionals en daar hoort een beoordeling van de geleverde prestaties zeker bij. Bij een positieve beoordeling zou een salarisverhoging mogelijk moeten zijn, bij een negatieve bijvoorbeeld het bevriezen van het salaris. Het is jammer dat dit soort zaken op dit moment moeizaam/nog niet te realiseren is. Blijft over de wijze waarop docenten beoordeeld zouden moeten worden. Een in mijn ogen ontzettend moeilijke vraag, maar wel ééntje die veel BONners bezighoudt (zie onder andere het weblog van Keesie25 op deze site).

      • @Hinke en Noud
        Begin dan maar bij het begin, je zal merken dat het dan niet meer gaat over een moeilijke vraag maar over een onmogelijke opdracht. Het begin is : Schrijf eens op wat jij zelf verstaat onder “goed” functioneren eerst van jezelf en dan van de leidinggevende. Vraag dat aan al jouw collega’s en dan ga je merken dat ieder daar een eigen idee over heeft. Zeg je dan OK we willen een consensus bereiken en nemen alleen de punten die bij iedereen voorkomen, dan zal je merken dat anderen dingen belangrijker vinden dan jij. Ga zo een tijdje door en dan kom je bij de wet BIO uit. Zijn we daar dan tevreden mee. Neen, nochtans is deze wet gebaseerd op het hierboven staande verhaal. Ikzelf vind het een beetje Typisch Nederlands en moet hierbij aan Karin Bloemen denken, het liedje apartheid. We steken o zo graag ieder in zijn eigen hokje, uiteindelijk is dat de kern van een beoordeling. Waar hoor je bij en waar hoor je niet bij. En dat geldt ook voor goed of niet goed. Misschien moeten we eens beginnen met iedereen in zijn eigen waarde te laten, of hij nu zuur of zoet, sjagerijnig of blij is, goed of slecht is. Ieder vogeltje zingt nou eenmaal zoals ie gebekt is. Ik heb ooit wiskunde gehad van het grootste sjagerijn dat op deze aardkloot rondliep bijnaam “de citroen” kan je het nog sjagerijnerig bedenken. Ik dank de man nog altijd op mijn blote knieen voor de kennis die ik van hem gekregen heb.

        • Komt bij….. vertrouwen
          Ik ben het volledig met je eens Jeronimoon. Maar zelfs als je al in een bepaalde situatie hebt kunnen zeggen wat “goed” is, dan is er noog het levensgrote probleem van vertrouwen tussen leidinggevende en medewerker. Ik heb jarenlang zonder enige schroom met leidinggevenden gesproken over mijn eigen functioneren. Tot er iemand anders op die plek werd gezet. Ik werd (terecht) bijzonder argwanend. Vanaf dat moment blijf ik argwanend. Een leidinggeven de kan zomaar worden vervangen door een ander en al die verslagen waarin je zegt dat je nog niet helemaal perfect bent kunnen in de ogen van de andere leidinggevende een andere betekenis krijgen.

          Ik wil best beoordeeld worden, maar dan door mensen die ik vertrouw en in het vertrouwen dat elke toekomstige manager ook te vertrouwen is. En dat is geen rot-smoesje om er onder uit te willen komen, maar helaas voortschrijdend inzicht.

          Als dat dat betekent dat werkelijke beoordelingen niet mogelijk zijn, dan is dat maar zo. We hebben het jaren zonder die (half)jaarlijkse poespas gedaan en ik geloof niet dat de docenten er beter van zijn geworden

          • Poppelepop
            Nadat de werkgroep (waar ik in meedeed) BIO de “indicatoren” flink had bijgesnoeid (in de geest van BON), kwam de kwestie op of dit een instrument is waarmee leraren zelf bekijken hoe ze er voor staan en wat beter kan, of dat het instrument is dat volop bij functioneringsgesprekken (en beoordelingsgesprekken) kon worden gebruikt. De werkgroep bracht tegenover de deelnemende conrector naar voren dat leerlingenquetes en de beoordeling door een collega eigen stukken waren van de docent, die hij nooit uit handen hoefde te geven. De schoolleiding mocht wel de interpretatie daarvan door de docent vernemen, maar kreeg de stukken zelf niet.
            Wij maakten de conrector duidelijk dat een slimme docent en een wantrouwende docent vanzelfsprekend die gegevens zou manipuleren (bepaalde klassen uitzoeken, op bepaalde momenten en zeer bepaalde collega’s vragen) en de schoolleiding er dus niets aan zou hebben, als die gegevens in een officieel dossier (portfolio, portefeuille, daderprofiel, of welke obscure naam daarvoor ook zou worden gegeven) zouden belanden.

        • Een hard kriterion
          Er is één hard kriterion waarop de docenten in elk geval moeten en kunnen beoordeeld worden, nl “hebben de leerlingen in het schooljaar het vak voldoende onder de knie gekregen”. Andere kriteria betreffen belangrijke bijzaken. Het hoofdkriterion kan hard gemaakt worden als de school voor elk vak aan het eind van het jaar elke klas een examen laat afleggen dat niet door de docent van die klas nagekeken wordt. Na één à drie jaar kan dan statistisch vastgesteld worden of een docent onder de maat presteert. Zo niet dan is er in waarschijnlijk geen reden tot ontslag of salarisvermindering. zelfs niet als hij een ”citroen” is.

          • @seger
            et voila, zoals de Fransen zeggen. A pro po ( zeggen ze ook) Dat ging toch gewoon zo? Jaren lang. Was daar dan wat mis mee? O ja kind en badwater weggegooid.

          • Vastlegkunde
            Interessante vraag, waar komt die inmiddels grenzeloze behoefte om van alles en nog wat in detail vast te leggen vandaan?
            Het is een teken van onmacht. Als je zelf niet de “compeletensie” hebt om te zien wat belangrijk is en hoofd- en bijzaken van elkaar te onderscheiden, is het een geruststellende gedachte dat alles precies op papier staat en je daarmee kunt werken. Dat is natuurlijk een naïeve gedachte. Bij de biocompetenties wordt steeds geschermd met de opmerking dat leraren ze zelf hebben bedacht. Maar wat is de competentie van leraren die belangrijke en onbelangrijke zaken door elkaar husselen, die bijvoorbeeld niet door hebben dat alles begint met de vakinhoud?
            Zéér bepaalde leraren hebben dus iets op papier gezet, en wij hebben alle reden om ervan uit te gaan dat daar niet de slimsten bij elkaar hebben gezeten.
            Die competenties suggereren objectiviteit. Onzin natuurlijk het gaar hier om een door beeld van een leraar zoals een bepaalde groep dat in 2006 formuleerde.
            Wat is de zin om alles op papier te zetten? Indertijd was het in de mode om vakdoelen en lesdoelen uitgebreid te registreren. Waarom? Dan zou het duidelijk zijn waar vakken elkaar overlapten en op welke momenten ze konden samenwerken. Nadat er duizenden doelen (op de juiste manier natuurlijk, zoals de “deskundologen” dat wilden) waren vastgelegd door commissies die daar hopen tijd aan hadden gespendeerd, zijn die in de kasten verdwenen en doet niemand er nog iets mee.
            Zo gaat het over enige jaren ook met die competenties. Er zijn scholen die ze zo uitgebreid hebben overgenomen dat elk overzicht kwijt is en er niet mee te werken valt. Los daarvan is er misbruik. De inspecteur de Vriesschool heeft ze zo opgeschreven dat de managers-leraren voor een LC-functie “excellent” scoren. Managers kunnen ze gebruiken om leraren er op te wijzen dat ze bepaalde competenties (en zij zijn allemaal even belangrijk in hun ogen) missen.
            Maar de betere leraar is juist niet in alles competent.

          • ad Hieronymum Bonicum
            Zie daar wat voor de Po bestemd is: badwater met een kind erin. Maar wie treft dat verwijt? Mij omdat er een risico bestaat dat ik een ontwrichtende jaareindetentamentraining in gang zet? Dat daardoor het middel erger dan de kwaal is? Dat dat vroeger ook het kriterion was? Dat was niet zo. Als je toen na één jaar je vaste aanstelling had was je haast niet te ontslaan en werd je betaald naar leeftijd en opleiding. Een leraar moet echt beoordeeld kunnen worden en voor mij als ouder die zijn kind naar school stuurt om te leren natuurlijk op grond van wat de kinderen geleerd hebben. Wel verwacht ik nog veel meer van de school.

          • Over middel en kwaal
            Ik merk niet dat de beoordelingsgekte van de laatste 5 jaar mij betere collega’s heeft gegeven.

            Natuurlijk zou het prachtig zijn als iedere leraar op een goede manier werd beoordeeld. Daar is principieel helemaal niets op tegen. Net als dat er principieel helemaal niets op tegen is als iedereen rijk en gelukkig is. De vraag is of iets dergelijks mogelijk is en of het middel niet erger is dan de kwaal.

          • De vraag is ook onder welke
            arbeidsverhoudingen zulks plaatsvindt en met welk oogmerk. Onder de beoordelingsgekte kunnen allerlei geheime agenda’s worden geschoven, waar de docent geen zicht op heeft . Uiteindelijk sta je als docent nogal weerloos tegenover allerlei softe omschrijvingen en meningen. Bovendien zie je vaak dat men kritische al dan niet academisch opgeleide docenten maar lastig vindt en om die reden naar beneden probeert te halen. Verder begrijp ik de relatie tussen leeftijd en verzuring niet. Er zijn ook hele zure jonge collega’s. Sterker nog: ik vind veel jonge docenten nogal zelfingenomen. Ze zien hun eigen beperkingen niet. Als ze ook nog geen kinderen hebben, kunnen ze ongelofelijk bot zijn tegen leerlingen.

          • Reactie op Segers ‘kriterion’: Niet OK
            Was het maar zo simpel: een leerling en zijn kennis zijn absoluut niet alleen het product van de docent. Zo nu en dan heb ik er jaren bij zitten dat leerlingen consequent weigeren te werken en te leren. Het kan dan zijn dat ze allemaal onvoldoende scoren en dat hoeft niet aan mij te liggen. Ook zijn er wellicht leerlingen die sommige kennis of vaardigheden simpelweg nooit zullen kunnen leren.
            We willen er toch juist van af dat docenten, om welke redenen dan ook, de noodzaak voelen om hoger te beoordelen dan wat leerlingen waard zijn?

            De kennis van een leerling is het product van een samenwerking tussen een gedreven docent die goed kan aangeven wat er nodig is om de betreffende kennis en vaardigheid onder de knie te krijgen én een leerling die bereid is energie te investeren om dit ook feitelijk te doen én de voorwaardelijke intelligentie hiervoor in huis heeft.

          • @allen in deze draad
            Twee jaar geleden, heb ik op een congres een collega ontmoet uit het noorden des lands. Wij hebben samen uren gedebatterd over feedback, vragenlijsten, goede en slechte docenten. Bij het afscheid overhandigde hij mij een gedicht van Alice Nahon met de woorden. “Dit is mijn criterium” misschien wat sentimenteel, maar ik wil het jullie in deze dicussie niet onthouden.
            ’t is goed in ’t eigen hert te kijken, nog even voor het slapen gaan,
            of ik van dageraad tot avond, geen enkel hert heb zeer gedaan.
            Of ik geen ogen heb doen schreien,geen weemoed op een wezen lei
            of ik aan liefdeloze mensen, een woordeken van liefde zei
            en vind ik in het huis mijns herten, dat ik één droefenis genas
            dat ik mijn armen heb gewonden,rondom één hoofd dat eenzaam was.
            Dan voel ik op mijn jonge lippen,die goedheid lijk een avondzoen
            ’t is goed in eigen hert te kijken, en zo zijn ogen toe te doen.

            Er is er maar één waar verantwoording tegen moet worden afgelegd, dat ben jezelf. Ik ga er van uit dat allen op dit forum voor hetzelfde staan. Goed onderwijs, als voorbereiding op de toekomst.

          • Helemaal mee eens, en daar komt nog bij…
            zoals iedereen wel heeft meegemaakt, dat de sfeer in een klas af kan hangen van wat er het uur daarvoor is gebeurd. En daar gaat je les dan (soms) de mist in. Bovendien worden de prestaties van een groep leerlingen bepaald door alle docenten, en nog veel meer (hormonen!). Kortom: de prestaties van een docent meten is een onbegonnen zaak en ik ben het ook helemaal eens met Jeronimoon (Alice Nahon)

          • Mooie meid,
            In die tijd. Schreef in de trend van haar grote leermeester en voorbeeld Guido Gezelle. Jammer genoeg veel te jong overleden.

          • Toch heeft Seger een punt
            Als de leerlingen van een docent gedurende een langere periode (bijv. 5 jaar) systematisch onder de maat blijken te presteren (op Segers eindejaars-toets) dan zou je toch kunnen constateren dat er wat aan de hand is. Zeker wanneer er bv. parallelklassen van andere docenten zijn die systematisch beter presteren.
            Het bezwaar van Hinke Douma (pech met de kwaliteit van je klassen) is daarmee ondervangen.
            Laat ik voorop stellen dat ik begrijp dat ook zulke ‘harde’ meetinstrumenten zich prima voor misbruik lenen. Maar dat geldt eigenlijk voor ieder meetinstrument, en de criteria die nu op veel scholen worden gehanteerd zijn ronduit bespottelijk, en bevinden zich evengoed in misbruik makende handen.
            Segers eindejaarstoets vind ik in ieder geval een mooi startpunt.
            Volgens mij is het enkelvoud van criteria criterium. Kriterion, is dat geen bioscoop in Amsterdam?

          • Eens met Seger
            Ik ben het eens met Seger en Stevin. Een eindejaarstoets is het beste instrument om docenten te beoordelen. Zeker niet ideaal, maar wel het beste dat er lijkt te zijn.

            Mensen die hiertegen zijn: noem de alternatieven maar.

          • Beoordeling niet per definitie een hopeloze zaak?
            Betere alternatieven? Dan ga je er dus al vanuit dat het beoordelen van docenten sowieso voldoende oplevert. Maar stel je nou eens voor dat er wél een perfect en kostenloos beoordelingssysteem bestond, ALWASYS genaamd (Alwetend Waarderings Systeem). Met een druk op de knop komen er aan het eind van het schooljaar de beoordelingen uitrollen. De salarissen worden vervolgens aangepast naar rato van prestatie.

            En dan? Gaan de slechten en middelmatigen het jaar daarop harder hun best doen? Zijn de goeien gelukkig omdat zij door ALWASYS erkend worden voor hun prestaties en daar ook nog financieel voor beloond worden? Wordt het onderwijs beter? Gaan docenten zich prettiger voelen bij hun werk? Ergens kan ik het me niet voorstellen. En dan is ALWASYS tenminste nog alwetend, objectief en eerlijk; kun je nagaan hoe dat is met 360 graden feedback en eindejaarstoetsen.

            En nu hoor ik al weer roepen: “Maar helemaal geen beoordeling, dat is toch niet professionéél?”

            Is er dan onderzoek dat aantoont dat beoordeling effectief en rendabel is? Geen idee, maar volgens mij zit het allemaal in andere dingen. In de beloning, de leiderschapsstijl en de werksfeer die bepaalde mensen aantrekt of juist afstoot. In je klassen die jou afrekenen als je er met de pet naar gooit. In je eigen plezier in je werk als je het goed doet. In het feit dat je enig aanzien bij collega’s wilt. In het risico dat je er bij wanprestatie echt uitvliegt, of uit zou móeten vliegen.

            Als iemand eenmaal “vast” in dienst is, zou ik voorlopig (als losse flodder) zeggen: laat een extern, onafhankelijk, ervaren en niet door ideologie gekleurde (ex-)docent af en toe een les bezoeken. Die geeft je wat aanwijzingen voor haalbare verbeteringen, en faciliteert je eventueel bij hoe deze te realiseren. Geen dreiging, geen dwang, geen beoordeling, gewoon kijken hoe het beter zou kunnen en dat proberen te realiseren. En verder geen schijnprofessioneel beoordelingscircus dat toch niks oplevert.

          • Het belang van de leerlingen
            Het ontwerpen van ALWASYS zou nog tot heel wat ruzie kunnen leiden. Een priorering waarmee de meesten het volledig eens zijn is onhaalbaar. Ook daarom vind ik het hachelijk om docenten van gelijke leeftijd en opleiding en met dezelfde verantwoordelijkheden als ze acceptabel lesgeven verschillend te honoreren. Maar er zijn scholen waar een bepaald keuzevak niet gekozen wordt omdat de leerlingen de docent te slecht vinden. Voor zo’n situatie moet een oplossing gevonden worden op basis van aanvaardbare en toetsbare criteria. Als jaar in jaar uit blijkt dat leerlingen die voor een bepaald vak les krijgen van docent A het opvallend slechter doen dan de leerlingen die voor dat vak les krijgen van docent B moet er ook wat gebeuren. Als een docent helemaal geen orde kan houden ook. Als zo’n probleem opgelost kan worden m.b.v. een gewaardeerd collega of een emeritus docent is dat het allerbeste. Maar als dat zo niet lukt moet de leiding kunnen ingrijpen. Naar de beschermde positie waarin de docenten zich vóór de HOS bevonden moeten we ook niet terug.
            Omdat ALWASYS onmogelijk is geeft “professionele” beoordeling door leidinggevenden of hun stromannen eerstgenoemden een ongewenste machtsmiddel. Het moet gaan om de professionaliteit van de leraar en niet om die van een macchiavellist.

          • Inderdaad: pas ingrijpen als het misgaat
            Het bovenstaande is precies wat ik ook wil: dat een school pas gaat ingrijpen als er echt structureel iets met iemands functioneren mis is. En ontslag bij uitzichtloze wanprestatie is in ieders belang; uiteindelijk zelfs van de peroon in kwestie, die in zo’n geval natuurlijk gewoon op de verkeerde plek zit en kennelijk een duwtje nodig heeft om iets anders te gaan zoeken. Op het moment zelf is dat altijd akelig; achteraf meestal een grote opluchting voor iedereen.

            En nog even over die eindejaarstoetsen; dat zijn dan natuurlijk gewoon eindejaarsexámens, omdat je daar alleen wat aan hebt als ze landelijk zijn en door collega’s op andere scholen worden nagekeken. Mij lijkt het echt een nachtmerrie; ik heb al eens eerder uit de doeken gedaan waarom. En, niet dat het daarom bij voorbaat een show-stopper is, maar wat er óók nog eens bijkomt: ook op Aruba en de Antillen zullen dan niet alleen elk jaar de eindexamenkandidaten, maar ook leerlingen van alle andere VO-leerjaren in een hotel zonder communicatiemiddelen moeten worden “opgesloten” om fraude te voorkomen vanwege het tijdzone-probleem. Nee, samen met al die andere bezwaren: dat eindejaarsexamen lijkt me als middel veel erger dan de kwaal.

          • Niet tegen, wel een alternatief
            De door de leerlingen behaalde cijfers geven (deels) een beeld van de kwaliteiten van een docent. Zeker als je parallelklassen hebt die voor hetzelfde vak verschillende docenten hebben kunnen hier boeiende gegevens uit voortkomen.

            Wij vragen onze studenten van tijd tot tijd ook om individuele beoordelingen van een docent. Deze omvatten deze punten:
            1) Vakkennis van de docent
            2) Presentatie & interesse
            3) Stemgebruik en voordracht
            4) Docent kan duidelijk en gestructureerd lesgeven
            5) Docent geeft verschil aan tussen hoofd- en bijzaken
            6) Docent is bereid om stof meermalen uit te leggen
            7) Het lestempo is goed en efficiënt
            8) De lesstof is […] te volgen (tussen de haken komt een waardering)
            9) Docent zorgt voor goede sfeer in de groep
            10) Docent houdt orde in de klas
            11) Gebruik van hulpmiddelen (sheets, beamers etc.)
            12) Docent is duidelijk in opgeven van huiswerk
            13) Presentatie (uiterlijke verzorging) van de docent

            Via de scores (schaal 1 t/m 5 waarbij 5 het hoogste is) kun je snel je eigen verbeterpunten vinden. Het meest informatief zijn de “open” opmerkingen die erbij kunnen worden gezet. Daarvan wordt serieus gebruik gemaakt, er staat bij ons nooit onzin in. De enquêtes worden anoniem ingevuld, maar menigeen zet rustig zijn naam eronder, ook bij kritische opmerkingen. Norm: score van 3,6 op bovengenoemde 13 punten. Haal je deze norm niet dan lig je er echt niet onmiddellijk uit, maar dit is wel een reden om serieus te praten over je werk als docent.

          • Het alternatief van Marten: zo gek nog niet
            Het alternatief van Marten vind ik eigenlijk zo gek nog niet. Het is sowieso een eenvoudig systeem, dat is alvast winst. Positief overigens dat leerlingen het anoniem mogen invullen; dan kun je tenminste ook echt eerlijk zijn. Het zal in het VO misschien niet overal even vlekkeloos werken als in het instituut waar Marten werkt, maar als ik moest kiezen tussen dít alternatief, de 360 graden duizeling en de eindejaarsexamenmartelgang, dan kies ik zeker hiervoor.

          • Zoals ik elders al schreef …
            … ook wij werken met zo’n systeem.
            – Anonieme vragenlijsten, echter met eens/oneens stellingen. Ook mag de leerling een cijfer voor de lessen geven. Docenten mogen vragen toevoegen.
            Deze lijsten zijn deels verplicht, deels vrijwillig (wisselt natuurlijk).
            – 1-2 keer per jaar een “evaluatie”gesprek leerlingenraad-rector
            In voorkomende gevallen worden de uitkomsten in de functioneringsgesprekken besproken.

            Wie interesse heeft in zo’n lijst: even een persoonlijk berichtje sturen met je mailadres.

          • Je kunt allerlei systemen
            Je kunt allerlei systemen bedenken. Het systeem waar Marten het over heeft, lijkt heel sterk op het systeem van Mytholos. Dit is een systeem dat bij ons op school gebruikt wordt. Wat nu, als je een perfect systeem hebt en je directie de uitslag zowat naast zich neerlegt wanneer het resultaat niet datgene is wat er werd gehoopt?
            Ik weet van een collega die heel goed uit de bus was gekomen, maar in de ogen van de directie veel te kritisch was. Als gevolg daarvan was er geen hogere beloning voor hem weggelegd. Wél voor de tassendrager van de directie die stukken minder functioneerde. Vooral voor de klas. Een van de eisen was bijvoorbeeld dat je voor 70% een lesgevende taak moet hebben. De tassendrager had dat voor nog geen 50%. Hij hield en houdt zich liever schuil achter een bureau vol paperassen. Dit feit werd weggepoetst door zijn vriend, tevens locatieleider.
            Wat ik wil zeggen, is dat elk systeem staat of valt afhankelijk van de *competentie* van je directie om zaken objectief te beoordelen.

          • Sterk punt
            Citaat: Wat ik wil zeggen, is dat elk systeem staat of valt afhankelijk van de *competentie* van je directie om zaken objectief te beoordelen.. Daar heb je zeker een sterk punt.

            Enige aanmerking die ik zou willen maken is dat volgens mij “objectief beoordelen” niet bestaat. Zeker niet bij een baan als leraar waar immers een oordeel over de kwaliteit van jouw functioneren (behalve misschien de meting van de pure vakkennis) per definitie subjectief is. Het systeem dat wij hanteren poogt om aan de subjectieve meningen van de studenten een maat te geven via de cijfers. Maar je mag die cijfers m.i. niet zien als een objectieve score.

  2. Was er geen beroepsregister voor leraren?
    Vagelijk staat me bij dat helemaal bij de start van dit mooie forum ooit wel eens iets als beroepsregistratie voor leraren genoemd is. Dat lijkt me een aardig initiatief: kriteria uit de eigen beroepsgroep, ev. een klachtencommissie voor de beroepsgroep enz. Je houdt het dan in eigen hand, maar ontkomt nog steeds niet aan duidelijke meetbare kriteria.

  3. Breng stem uit over 360graden feedback etc.
    Op de website van de aob, www.aob.nl/ , kan men stemmen over de beoordelingssystemen (360graden feedback, portfolio, panelgesprekken).

Reacties zijn gesloten.