Verstrengeling

 

Wanneer precies weet ik niet maar in de jaren zestig van de vorige eeuw verschenen er voor het eerst sociologen en pedagogen die advies gingen geven  aan scholen in het lager en middelbaar onderwijs.

Aanvankelijk was er weinig belangstelling voor hun offertes. Ik herinner mij dat een hoofdonderwijzer tegen zo’n pedagoog zei : “Nee meneer, vandaag niet nodig.”

Ook bij de onderwijsorganisaties en bonden was er weinig belangstelling voor deze onderwijskundigen.

Ondertussen heeft het onderwijs  zich sinds de jaren negentig zodanig  ontwikkeld – is zo gedevalueerd – dat de rollen totaal zijn omgedraaid.

De deskundigen van toen, d.w.z. de onderwijzers en de leraren, hebben een ondergeschikte rol gekregen.

Besturen zijn gevormd die voor een groot aantal scholen  het beleid bepalen, en ook bepalen hoe het geld wordt uitgegeven.

Het blijkt nu dat de bestuurders  zich in veel gevallen gedragen als zakenlui, als handelaars, die met het geld dat de overheid beschikbaar stelt voor het onderwijs allerlei zaken doen, zonder controle en zonder verantwoording af te leggen. Er is een ruim aanbod van adviesbureaus die, goed betaald, adviezen geven aan de scholen.

Bestuurders laten zich door die bureaus adviseren, niet zelden terwijl ze zelf zakelijke belangen hebben bij die bureaus. Zo verdwijnen grote sommen geld die besteed zouden moeten worden aan het onderwijs in de school, in allerlei windrichtingen en ook wel in de zakken van lieden die toch al rijk betaald worden.

Het is de NOS die hierover een stevig onder zoek heeft gedaan, waaraan onherroepelijk het woord ‘belangenverstrengeling’ moet worden gehecht. ( te vinden op  nos.nl  )

 

Het is voor een buitenstaander haast onmogelijk te bevatten  wat zich afspeelt zonder dat de mensen  die het onderwijs moeten realiseren daar iets vanaf weten. Nou ja, in zoverre toch wel dat veel goede leraren overwegen  te gaan werken bij bijlesinstituten e.d. Waar ze meer zichzelf kunnen zijn.

Eigenlijk moet je concluderen dat de huidige organisatie van het onderwijs verbetering  van de kwaliteit van het onderwijs geenszins bevordert  maar juist belemmert.

De Rijksinspectie die de laatste jaren wel over het niveau van het onderwijs rapporteert heeft tot nu toe over deze misstanden weinig of niets gezegd. Het wachten is op een minister die het het ziet en durft in te grijpen.

 

J.C. Traas

 

 

Geef als eerste een reactie

Laat een reactie achter