Er is een tijd geweest – en ik kan erover meepraten – dat iemand die meende dat de kwaliteit van het onderwijs achteruitging – voor gek werd aangezien. Maar de laatste jaren is het omgekeerde bijna het geval.
De inspectie, die in het verleden vele malen verstek liet gaan, zegt nu:”Landelijk zien we dat steeds meer leerlingen en studenten de basisvaardigheden taal en rekenen onvoldoende beheersen om uiteindelijk zelfstandig te kunnen functioneren in de maatschappij.”
In een groot artikel in het AD ( 18 mei 2024) worden alle tekortkomingen nog eens vermeld. Heel juist maar misschien is het ook goed het spoor terug op te zoeken. Wie vroeger – voor de grote onderwijsonrust – door een dorpsstraat liep , keek niet vreemd op als uit het ouderwetse schoolgebouw met zijn hoge ramen het geluid klonk van een klas die bezig was de ’tafels” op te dreunen. Of vaderlandse liederen te zingen.
De onderwijzer was bezig te werken aan een gemeenschappelijke basis van kennis en cultuur. Iedereen moest kunnen lezen. Op christelijke scholen was een belangrijk doel dat men zou kunnen lezen, en voorlezen, uit de Bijbel. Gemakkelijk was dat niet maar er werd hard aan gewerkt.
Bij het vak rekenen kon men niet steunen op rekenmachines: er moest duchtig gecijferd worden volgens de traditionele methodes, net zo lang geoefend tot men het onder de knie had. Er moest gewerkt worden, maar dat gaf ook voldoening.
Enfin, zo ook met de andere vakken. Men werkte toe naar een gemeenschappelijk kennisniveau, wat de Engelsen een ‘common culture’ noemen.
Eens volwassen kon men elkaar daar op aanspreken zoals ik eens meemaakte op de volkstuin waar een stel bejaarde tuinders nog wist vast te stellen hoe je de inhoud van een emmer moet bepalen. En op lange gemeenschappelijke busreizen was het niet onaangenaam om een reeks van vaderlandse liederen aan te heffen.
Wat is er ondertussen gebeurd in het lager ( en ook in het voortgezet onderwijs) dat er nog maar zo weinig over is van die geordende hoeveelheid kennis, het culturele erfgoed van ons land.
Van sommige vakken is bijna niets meer over: Bijbelse geschiedenis, vaderlandse geschiedenis, aardrijkskunde. Als op de televisie bij kennisspelletjes daarover vragen worden gesteld, volgt er zelden een antwoord: de leegte gaapt.
In de jaren zestig en zeventig wilden vernieuwers af van het strakke onderwijsbeleid en pedagogische academies en lerarenopleidingen gingen meer vrijheid, meer eigen initiatief propageren voor leraren en scholen. Maar het was in feite een onderwijsvernieuwing zonder plan.
De resultaten zijn zoals de inspectie nu vaststelt en er is weinig hoop op verbetering. Goed onderwijs is er straks nog wel maar niet voor iedereen. Soort zoekt soort. Ouders die meer kunnen betalen, leraren die zich onderscheiden, leerlingen die willen werken.
Het draaiboek ligt al gereed en het wordt al gevolgd.
J.C. Traas
Laat een reactie achter
Je moet ingelogd zijn op om een reactie te plaatsen.