De extra onderwijsbijlage van het AD ( 12 januari 2023) is de moeite waard, maar stemt niet vrolijk. Na lezing moet je constateren dat de verschillen in kwaliteit tussen de scholen groter worden, onrustbarend.
Dat is vooral een gevolg van het feit dat de overheid nalatig is geweest. De minister van onderwijs, Dennis Wiersma, geeft dat zelf toe: ‘Ik kom er nu achter dat je als overheid soms meer moet sturen. Dat hebben we de afgelopen jaren niet gedaan.’
De afgelopen jaren? Al heel veel jaren niet. Het is ondertussen al heel lang geleden dat de overheid streng toezag op de kwaliteit van het onderwijs. Op de bevoegdheid van leraren, de gelijkwaardigheid van examens, op het aantal lesuren, enz.
Het mocht niet uitmaken of je naar school ging op het platteland van Friesland of Zeeland, in Rotterdam-Zuid of de Achterhoek – de overheid streefde ernaar dat overal goed en gelijkwaardig onderwijs werd gegeven.
Uit het interview met de minister blijkt dat dit nu beslist niet het geval is: “Ik kom nu op scholen waar ze per week zeven of acht uur keuzewerktijd hebben. Dan zitten tachtig leerlingen op zo’n plein , te werken, te grappen en te grollen en op hun telefoon te kijken. Ik zou daar niet kunnen leren.’
Ook toen hij zelf op school zat en later op de universiteit was het niet geweldig. Toen hij in Groningen sociologie ging studeren kreeg hij maar drie colleges per week en hij zegt nu: ‘Wat moest ik dan de rest van de tijd doen?’
Niet alleen de minister ziet gebreken. Jaap Versfelt, directeur van de Stichting LeerKRACHT zegt: ‘Nederland is kampioen vergaderen en administreren. En we degraderen als het gaat om ‘werken aan de lespraktijk.’
Hij observeerde, van achter in het lokaal, een havo-klas. Hij vertelt daarover: ‘De eerste docent, Duits, was geweldig. Bij de volgende docent, scheikunde, was de les oké. En vervolgens kwam er een docent wiskunde die de hele les alleen maar bezig was met orde houden en 250 keer ‘ssst’ riep. Eén ding ding was duidelijk, geen enkel kind zou hier wiskunde leren.’
En inderdaad, zoals hij ook zegt, als schoolleiders en collega’s niet in de klas komen en niet zien wat er misgaat en wat er beter kan, kunnen mensen jarenlang blijven aanmodderen.
En dat gebeurt soms , of misschien ook wel vaak. Ik krijg de indruk dat op sommige scholen de basis van het vak, orde houden, niet meer belangrijk wordt gevonden. Daardoor worden de verschillen met scholen die nog wel proberen de lessen goed te geven, alsmaar groter en wordt de ongelijkheid tussen leerlingen bevestigd en versterkt. Daar komt nog bij dat de commerciële bureaus die in het gat springen dat scholen zelf laten vallen, de zwakkere scholen in feite nog zwakker maken.
Tweedeling in het onderwijs? Die is er allang. Onbehoorlijke verschillen in kwaliteit bestaan al jaren en worden grotendeels veroorzaakt door slecht onderwijsbeleid. We moeten er maar mee leven.
J.C. Traas
Laat een reactie achter
Je moet ingelogd zijn op om een reactie te plaatsen.