Bibelebontse berg

Het is uiteraard mooi dat zoveel jongelui naar het hoger onderwijs gaan maar het betekent natuurlijk niet dat ze allemaal even slim zijn. Ze weten zelf ook wel dat voor de ene opleiding een hogere intelligentie vereist is dan voor de andere. Men denke aan studies als theoretische natuurkunde,econometrie, klassieke talen. Er is een zekere rangorde, zo men wil pikorde in de intellectuele vereisten van het hoger onderwijs.
Onderaan vinden we de pedagogische academie. Dat is niet altijd zo geweest. De vroegere kweekschool was lange tijd een mooi alternatief voor ambitieuze en intelligente jongelui van wie de ouders een universitaire studie niet konden bekostigen. Er werden behoorlijke eisen gesteld op een breed vlak en dat resulteerde meestal in bekwame onderwijzers en onderwijzeressen.
In de jaren zeventig en ook daarna – met de ‘democratisering’ werden deze opleidingen, evenals de sociale academies, het toneel van eindeloos vergaderen en kletsen zonder nog veel aandacht voor echte kennis.
Dat had ook tot gevolg dat jongelui met een goed verstand en belangstelling voor een baan in het onderwijs zich daarvan teleurgesteld gingen afwenden.
En ja, nu leven we al geruime tijd met de schrale opbrengst van het wanbeleid. In een groot artikel in het A.D. van 30 januari wordt o.m. gesteld dat het niet goed gaat met de beheersing van taal en rekenen bij leerlingen die naar de pabo gaan. Nu kan men zeggen dat dit te wijten is aan de vooropleiding, meestal de havo, maar die kreeg de leerlingen al met grote tekorten uit het basisonderwijs.
Met andere woorden : het ligt vooral aan aan de pabo-opleidng zelf. Die zou hogere eisen moeten stellen aan binnenkomende studenten en hogere eisen aan de eigen docenten.
In dit opzicht kan ik het alleen maar helemaal eens zijn met minister Dijkgraaf die zei : ‘Goede beheersing van taal en rekenen is de basis van je kennen en kunnen. Zeker voor aankomende leraren, die later zelf scholieren taal en rekenen moeten bijbrengen. Het niveau van deze vakken moet boven elke twijfel verheven zijn, zowel op de lerarenopleiding als op school zelf.’
Je zou er nog aan toe kunnen voegen dat het ook uit democratisch opzicht gewenst is dat àlle leerlingen goed onderwijs krijgen en niet slechts degenen die door hun afkomst en milieu toch wel aan hun trekken komen.
Het is een taak voor de Nederlandse overheid, om ook deze vervuiling, deze niveaufraude, aan te pakken , temeer omdat de overheid in het verleden zèlf nalatig is geweest.

J.C. Traas

Geef als eerste een reactie

Laat een reactie achter