Matthijs van Nieuwkerk heeft wel Nederlands gestudeerd, maar hij heeft geloof ik nooit als leraar gewerkt.
Misschien wel jammer, want het leraarsambt leent zich niet erg voor onbeheerste woede-uitbarstingen. Toch moet er orde gehouden worden, dat is altijd zo geweest en dat zal ook wel zo blijven, tenzij men wanorde acceptabel vindt.
Tot aan de jaren zestig van de vorige eeuw was het niet ongebruikelijk dat onderwijzers – en ook wel leraren -het middel van lijfstraffen – draaien om de oren, tikken met lineaal of plak – gebruikten om lastige leerlingen tot rust te brengen. Er werd in die tijd nog vrij veel ‘geslikt’ door de ouders, ook als het gaat om gemene opmerkingen van onderwijsgevenden.
Luid schreeuwen of tekeer gaan is in het onderwijs niet erg effectief. Het versterkt in feite het groepsgevoel waarbij de klas zich veilig voelt. Het duidt ook op onzekerheid en die is fnuikend voor een leraar. De goede leraar is zeker van zichzelf, hij straalt gezag uit.
Men leze de beroemde roman “Bint’ van Bordewijk. De directeur Bint en zijn ‘leerling’ de Bree hebben geen twijfel, zij bepalen de gang van zaken.
Wie in het onderwijs werkt of heeft gewerkt weet dat er omstandigheden zijn die het ook voor de goede leraar moeilijk maken om goed les te geven: te grote klassen, te veel onaangepaste , onevenwichtige leerlingen, dwaze eisen van het schoolbestuur of ‘management’. Dan kunnen ook bekwame mensen overspannen raken.
Maar genoeg hierover. De leraar staat ook in een relatie tot zijn collega’s en de tot de schoolleiding.
Zelf heb ik nog gewerkt in een tijd dat de rector werd gezien als een ‘primus inter pares’. Hij noemde de leraren collega’s en het werd gewaardeerd als hij door zelf les te geven liet zien dat hij het vak beheerste. Leraren hadden een degelijke opleiding gehad en konden het de directeur of rector moeilijk maken in de lerarenvergadering. Er was geen sprake van dat een schoolleider leraren kon uitschakelen of vernederen zoals van Nieuwkerk dat schijnt gedaan te hebben met zijn assistenten.
Maar sinds de jaren negentig is de situatie weer en indringend veranderd. De besturen hebben de macht over het geld gekregen en daarmee ook over de leraren. De inspraak en medezeggenschap die zij zich hadden verworven in de jaren zestig zijn grotendeels verdwenen in een bureaucratische doolhof waarin mensen overstuur en overspannen raken.
Al met al, ik geloof niet dat het onderwijsklimaat gunstig is voor figuren als van Nieuwkerk. Gelukkig maar kun je zeggen, maar helaas betekent dat niet dat het een goed klimaat is voor het onderwijs en voor leraren. Zeker niet.
J.C. Traas
Laat een reactie achter
Je moet ingelogd zijn op om een reactie te plaatsen.