‘Nooit opgeven, altijd doorgaan’, dat is blijkbaar, net als bij de voetbalclub NAC, het devies van de onderwijskundigen.
Immers, volgens de redactie van het blad Didactief is er onlangs door het Centraal Planbureau een vernietigend rapport gepubliceerd over de kwaliteit van het onderwijsonderzoek in ons land. Maar, de redactie van Didactief gelooft wèl in de onderwijskunde, immers ’ in de optelsom en op de lange baan word je wel degelijk wijzer van onderwijsonderzoek.’
Om dat aan te tonen begint de redactie met een nieuwe rubriek ’waarin we per thema onderzoek uit de afgelopen jaren op een rij zetten.’ In dit nummer, belooft ze, ‘kun je alles lezen over orde houden in het VO.’
Zo’n artikel wil je wel lezen als leraar! Maar wat blijkt: het artikel bestaat uit een flink aantal dooddoeners en vage adviezen zoals: ‘Schenk systematisch aandacht aan het voorkomen van ordeproblemen. Maak duidelijk wat gewenst gedrag is. Streef naar een combinatie van straffen en bespreken. ‘
Maar nu het meest opvallende. Er wordt over straffen gesproken: ’Straffen uitdelen hoort bij het houden van orde in de klas.’ Goed, een standpunt waarin de traditionele leraar zich zal kunnen vinden. Maar welke straffen dan? Daar wordt helaas helemaal niets over gezegd. Toch zijn er, gerekend naar de laatste vijftig jaar, allerlei straffen denkbaar : draaien om de oren, terug laten komen na de les, terug laten komen om uit het hoofd geleerde teksten, bijv. gedichten, op te zeggen, teksten laten overschrijven, thema’s of sommen laten maken. Wegsturen uit de les, al of niet met de opdracht zich te melden bij de schoolleiding.
Er gaat veel mis, ook daar wordt in het artikel niet over gerept, als de schoolleiding niet achter de leraar staat. Ouderwetse directeuren en rectoren stonden bijna altijd bekend als streng. Dat hoorde bij het gezag dat zij uitstraalden en zorgde ervoor dat leerlingen bang waren om bij de ‘baas’ op het matje te komen.
Schoolleiders tegenwoordig, die zich als manager te goed voelen om zich met het handhaven van de discipline te bemoeien zijn er mede verantwoordelijk voor dat leraren mislukken.
Schoolleiders die bang zijn voor ouders – die bijv. niet willen dat hún kind onkruid moet verwijderen op het schoolterrein, of die menen dat hún kind ‘niets’ gedaan heeft – laten hun leraren, collega’s zeiden we vroeger – in de kou staan en zijn mede verantwoordelijk voor steeds meer wanorde.
Ondertussen heb ik me toch laten verleiden om te schrijven over datgene waarover onderwijskundigen hun mond houden. Het is ook een heel belangrijk onderwerp. Door gebrek aan orde gaan talloze lessen verloren en mislukken veel meer leraren, en leerlingen, dan nodig is.
Terecht zegt de Engelse rector Tony Little ( Eton) in zijn boek An intelligent person’s guide to education’ : ’The power to maintain discipline is the unum necessarium for a teacher.’ En geeft vervolgens concrete adviezen.
Wat moeten we dan met de adviezen van de onderwijskundigen? Ze bewijzen opnieuw dat ze marskramers zijn met een lege mars, handelaren in wind.
J.C. Traas
‘
De sprookjeswereld van
De sprookjeswereld van onderwijskundigen heeft geleid tot de verkindsing van het onderwijs.
We leiden onze jeugd niet meer op voor de werkelijkheid maar voor een droomwereld.
Lees ook: pjmedia.com/blog/the-infantilizing-of-the-academy/?singlepage=true
Als er geen orde is in de
Als er geen orde is in de klas, mislukt dus alles. Ik heb ooit zo'n wanordelijke klas overgenomen. Kinderen leden zeer onder die wanorde (ook thuis) en de strafmaatregelen van de meester zonder orde werkten steeds weer averechts. Ik mocht de zaak in goede banen leiden; het mooiste moment uit mijn loopbaan. Zowel ouders als leerlingen werden gelukkiger. En er werd nog veel bereikt dankzij de ouderwetse onderwijsmodus!
Verniewingen wilden juist af van dat orde handhaven. Vandaar al dat toegeven aan de leerling, zoals vernieuwers dat steeds hebben bepleit. Confrontaties zouden de motivatie vooral hinderen.
Onzin natuurlijk.
Ik denk steeds aan Jan Ligthart met zijn voorbeeld van de 'streepjes'meester. Daar was een meester die uitstekend de orde wist te bewaren: ging een leerling te veel over de schreef, noteerde de man een streepje achter de naam van die leerling en de hele klas huiverde op zulke momenten, want die momenten waren uiterst zeldzaam. Een andere meester voerde de methode ook in, en noteerde elke dag weer streepjes achter diverse namen; het effect was uiteindelijk nul. Geen leerling bleek onder de indruk van al die streepjes.
Ik bedoel maar, trucjes alleen werken dus niet. Daarmee kan een "advies" bureau subsidie weer inleveren. Want dezulken zijn als de voetbalsupporters die geen bal kunnen trappen maar wel schijnen te weten hoe het moet.
De tijd die leerlingn
De tijd die leerlingn verliezen door ordeproblemen is vooral een probleem voor de lagere schooltypen in het voortgezet onderwijs. Bij intelligente leerlingen onder elkaar met een goede, goed opgleide en intelligente docent erbij zou dat minder vaak voorkomen. Maar het vwo is nu qua niveau zo breed geworden dat de intelligente leerlingen niet meer onder elkaar zijn en veel leraren hebben geen universitaire masters in hun leervak. Het ontbreken van een echt op het wo gericht programma met bijbehorende leerlingen en docenten is voor de intellignste leerlingen de hoofd- en overkoepelende reden dat zij op school tijd verspillen en meer leerlingen ondanks hun intelligentie mislukken.
De beschouwingen over de
Dat geen enkele partij het
Dit komt bij mij op :
Dit komt bij mij op :
Wo alles liebt, kan Karl allein doch hassen !
waaruit :
Schiller, Don Carlos, eerste bedrijf
waarom ?
Schiller (1759-1805) was mogelijk de beste toneelschrijver ooit. Zijn werk ontstond in het verdeelde Duitsland tussen de achttiende en negentiende eeuw. Niet bedolven onder, wel gefermenteerd door de Franse revolutie ; ruim v'óórdat enige conservatieve stroming (1848) de koning (Carlos) de revolutie had gesmoord.
en nu ?
In dit forum, BON, valt onevenredig veel aandacht (natuurlijk nooit teveel !) op wiskunde, inzonder de didaktiek ervan. De heersende mening (dit forum) hangt de historische-didaktische leermethode aan, die door modernologe rekenaars meer en meer naar de afvalberg wordt verwezen.
Freudenthal werd in 1946 benoemd tot hoogleraar wiskunde in Utrecht. Door zijn vrouw, pedagoog, grondlegger van het Jenaplan onderwijs in Nederland, raakte Freudenthal geinteresseerd in de wiskunde didactiek.
Gek dat Freudenthal (1905-1990), gymnasiast met (tevens) veel belangstelling voor taal en literatuur (Berlijn, Amsterdam, Sorbonne, Utrecht), de totempaal zou worden van het Freudenthal Instituut, (1991, na IOWO 1971) dat van zichzelf zegt (citaat) "expertise centrum te zijn voor reken- en wiskunde onderwijs" – een brute inversie vana het originele concept. (Inversie is een term uit de meteorologie, duidend op een onverwachte omkeer in fysische proces variabelen).
verwijt :
De discussie hier verwaarloost op grandioze manier de kant van humaniora, die, letzten Endes, grondslag en raison d'etre zijn van wetenschappen, inbegrepen wiskunde. Hier woedt nooit een fanatieke discussie over merites of overbodigheid van onderwijskunde inzake taal of vreemde talen, biologie, niets zinnigs, zelfs niet over natuurkunde, geschiedenis, of over leuter-onderwerpen als maatschappijleer.
Ik stel dat taal, talen, en ook biologie en natuurkunde, priore zaken zijn in de sequens van onderwijs-didactiek, en dat ergens in die lijn wiskunde een (gerechtvaardigde) plaats inneemt tussen die andere belangrijkere zaken.
Wiskunde als zelfbevrediging.
Wo alles liebt, kann Karl allein doch hassen.
There are more things in heaven and earth, Horatio, than are dreamt of in your philosophy".
Vanavond, in de tweede
Vanavond, in de tweede termijn van de Algemene Beschouwingen @ Prinsjesdag 2016, zei Marianne Tieme (PvdD), naast andere opmerkingen :
(citaat) wie de toekomst – – ter harte gaat, pleit voor kleine scholen – –
Het is goed om zich bewust te
Het is goed om zich bewust te zijn van wat doel is en wat middelen zijn. BON heeft een overtuigende hoeveelheid bewijzen verzameld om aan te tonen dat het goed mis zit in ht huidige onderwijs. BON vertrouwt in de discussie met de politici er op dat laatstgenoemden redelijkheid en het landsbelang laten prevaleren boven hun eigen politieke leven. Het gebruikte middel om al het onderwijs ingrijpend in BONse zin te veranderen werkt echter onvoldoende. Streven naar een compromis in de zin van "polderen", van alles wat maar overal hetzelfde, maakt de zaak waarschijnlijk nog erger. Maar er is een ander compromis moglijk waarbij BON wel veel kan winnen: Vrijheid binnen het gesubsidieerde onderwijs. Er is veel ontevredenheid onder de ouders en ouders zijn mensen die in de eerste plaats voor hun eigen kinderen en hun eigen opvattingen over wat goed onderwijs is opkomen. Mensen die liever hebben dat hun eigen kinderen onderwijs kunnen volgen dat zij goed vinden dan dat hun kinderen met alle andere kinderen onderwijs moeten volgen dat anderen goed vinden en zij slecht. Als BON het zo mogelijk maakt dat ouders kunnen kiezen voor door BON gecertifieerd onderwijs heeft zij in mijn ogen haar doel al gedeeltelijk bereikt Misschien zelfs bijna helemaal als het BON-onderwijs aanslaat. Daarom zou bij deze strategische keuze van BON het doel de middelen heiligen. Daarbij zet BON zich dan ook nog eens in voor grondrechten van de mens want volgens het VN-charter bepalen ouders in de eerste plaats wat voor soort onderwijs hun kinderen gaan volgen.
De rondom Didactief