Het Algemeen Dagblad ( 18 december) brengt het nieuws dat uit een representatief onderzoek is gebleken dat basis- en middelbare scholen in toenemende mate met geweld en bedreigingen worden geconfronteerd.
Aanleiding is meestal dat leerlingen en hun ouders de beslissingen van de leerkrachten niet willen aanvaarden. Zij hebben geen of weinig respect voor de mensen aan wie zij hun kinderen hebben toevertrouwd.
Voor een deel is dit uiteraard een symptoom van de verruwing en verhuftering in onze samenleving waarvan de media dagelijks melding maken. Maar het is ook de schuld van de overheid die de rechtsstaat niet voldoende bewaakt. Het is in Nederland – toch een rijk land- telkens weer hetzelfde: men is niet bereid om voldoende geld uit te trekken voor bekwame en goed opgeleide handhavers van de wet. En hetzelfde geldt voor het onderwijs. Al jaren zitten lerarenopleiding en pedagogische academie onderaan in de pikorde van het hoger onderwijs. En daarom, omdat de output grotendeels gelijk is aan de input, komen er te weinig goede leraren vandaan.
Immers, een onderwijzer of leraar moet beschikken over een meer dan gemiddelde intelligentie en over een krachtige persoonlijkheid. Daarmee kan hij gezag verwerven en uitstralen.
Ten eerste in de klas. Het woord wordt niet vaak meer gebruikt, het is min of meer taboe, maar het begrip bestaat nog wel: goed orde houden is een essentiële voorwaarde voor het leerproces. En daarbij moet de leraar de steun en het vertrouwen hebben van zijn directeur, rector of ‘leidinggevende’. Helaas beschouwen die leidinggevenden het handhaven van voldoende discipline in de school meestal niet als hun ‘core-business’. Nog erger, ze praten soms liever de leerlingen en de ouders naar de mond dan dat ze vierkant achter de leraar gaan staan. Wat daarbij niet helpt is de angst voor de reputatie van de school. Leerlingenverlies misschien, minder geld…
De ontwikkelingen van de afgelopen dertig jaar, met schaalvergroting, lumpsum systeem, met managers en bestuurders op afstand hebben de positie van de leraren – en dus van het onderwijs – danig verzwakt. Geen wonder dat, volgens hetzelfde artikel, 12 procent van de docenten op middelbare scholen overweegt het onderwijs te verlaten.
Ze zullen niet veel vertrouwen hebben in de uitspraken van de onderwijsbonden dat de scholen ‘fermer moeten optreden tegen geweld door ouders en leerlingen.’ En ze zullen ook niet bemoedigd worden door de uitlating van krokodil Rosenmöller dat ‘ iedereen met zijn fikken van de leraar moet afblijven’.
J.C. Traas
Ondertussen heb ik in vakwerk
Ondertussen heb ik in vakwerk gelezen en voel ik een enorme woede opkomen omdat alles wat ik lees in in 'De cirkel is gesloten' waar is. In het artikel lees ik dat Fenna Vergeer n.a.v. de ophokplicht geschreven heeft "Ouders en leerlingen komen in opstand". Waren de ouders tevreden nadat het parlement een contacturennorm verordonneerd had? in Venlo hoor ook vaak verhalen over ontevreden ouders en de schoolbureaukratie waartegen ze meestal tevergeefs vechten. Maar waar blijft een landelijke organisaie? Er is wel een organisatie van ontevreden leraren ontstaan maar geen defensieliga van gepiepelde ouders. Als ouders zelf niet voor hett respecteren van hun opvoedingsrecht opkomen wie dan wel?
In Nederland magje islamitische scholen oprichten waarin leerlingen aangemoedigd worden intolerant te zijn ten opzichte van andersdenkenden. Maar als je een school wil oprichten met een intellectuele ambiance en Bildung ben je vrijwel kansloos. Nederland hebt sich auf!
Multiple choice examinering van Nederlands bevrijdt leraren bij correctie van de zorg voor objectieve beoordeling, stelt minder eisen aan de leraar Nederlands en kost weinig tijd. Ideaal voor de schoolbesturen: lage lerarensalarissen voor het vak Nederlands en meer ruimte voor extra taken voor de betreffende leraren. Invoering van het parallelvak Nederlandse Taal en Literatuur zou door veel leerlingen en ouders een welkome aanvulling zijn. Maar voor schoolbesturen staat zoiets gelijk met het invoeren van onvoordelige en kritische leraren. Zo'n vak kan dus niet onder de verantwoordelijkheid van de huidige schoolbesturen gegeven worden.