Over onbenul en gekte

JCTraasv2.jpg

Karl Dittrich is voorzitter van de Vereniging van Universiteiten. Ik weet niet of dat een baan van betekenis is maar hij zegt in het blad Didaktief wel een paar dingen die vermeldenswaard zijn. Over de onderwijskunde: ‘In het onlangs verschenen sectorplan Onderwijswetenschappen wordt geconstateerd dat het onderzoek in deze en aanpalende disciplines heel weinig gericht is op de problemen die docenten en leerkrachten in hun praktijk ondervinden. Dat is eigenlijk een schande. De Nederlandse onderwijsonderzoekers hebben wereldwijd een heel grote naam, maar hun impact op het onderwijs in Nederland is miniem.’(Didaktief, maart 2015)

Om met het laatste te beginnen: het is juist gelukkig dat onderwijsonderzoekers zo weinig ‘impact’ hebben op het onderwijs in ons land. Voor zover ze ooit wel invloed hebben gehad is die vrijwel altijd schadelijk geweest voor het onderwijs.

Dus, laat de toestand maar zo blijven. Daarmee wordt tevens duidelijk dat de onderwijswetenschappen in feite geen bestaansrecht hebben. Het beste is: opheffen en het geld voor andere dingen gebruiken, bijvoorbeeld om de kleine studierichtingen in stand te houden die de Universiteit van Amsterdam wil opheffen. Toch nog één vraag: volgens Dittrich hebben de Nederlandse onderwijsonderzoekers ‘wereldwijd een heel grote naam’ –op grond waarvan dan?

 

Als nu het onderwijs minder last heeft van de onderwijskundigen dan wordt die rol blijkbaar steeds meer overgenomen door de inspectie. Die wil namelijk in toenemende mate waardeoordelen gaan uitspreken over het onderwijs op basis van kwantitatieve gegevens. Vanaf 2016 worden middelbare scholen gewogen en beoordeeld op basis van vijf indicatoren: onderwijspositie van de leerling ten opzichte van het schooladvies, de onderbouwsnelheid, bovenbouwsucces, de examencijfers en het verschil tussen schoolexamen en centraal examen ( Didaktief, maart 2015).

Voor de mensen in het onderwijs wordt een en ander nog moeilijker gemaakt doordat ondertussen het eindadvies van de basisschool ‘leidend’ is bij de keuze van het schooltype in het voortgezet onderwijs. Maar, let wel, scholen in het voortgezet onderwijs krijgen van de inspectie een slechte beoordeling als te veel kinderen  afzakken van bijv. havo naar vmbo. Dat heet het ‘onderbouwrendement’.

Nu krijgen we dus dat de onderwijzers  van de lagere school proberen een zo hoog mogelijk advies ( druk van de ouders, reputatie van de school) uit te brengen – en dat de middelbare school dit niet altijd kan vertrouwen – maar niet mag en kan toetsen aan de Cito-score – en op haar beurt klem komt te zitten. Kortom, krankzinnige toestanden.

 

J.C. Traas

13 Reacties

  1. In de jaren dat ik op de

    In de jaren dat ik op de lerarenopleidingen werkte, maar ook daarna, zag ik dat onderwijskundige steeds weer naar talloze internationale conferenties afreisden met hun papertjes. Als je die reisjes naar leuke oorden, met veel gezellige contacten zo intensief doet als de Nederlanders, krijg je een naam. Een heel grote naam. 
    Maar inhoudelijk mag het geen naam hebben.

  2. Het is op zichzelf een

    Het is op zichzelf een verheugende ontwikkeling dat men de kwaliteit die een school levert wil beoordelen op grond van meetbare resultaten. Hoe een school die bereikt is dan niet meer zo belangrijk. Of leraren wel of niet bevoegd zijn wordt dan irrelevant. De praktijk wordt dan toch dat een school bekwame (en daardoor meestal bevoegde) leraren moet inzetten en daaraan een flink deel van haar budget zal moeten besteden. Wel of niet veel ICT in het onderwijs? Dat (be)wijst zich vanzelf. Wel is een maximale schoolgrootte belangrijk zodat er meer variatie in aanbod kan komen zodat de ouders zoveel mogelijk kunnen kiezen wat voor hun kinderen de beste weg naar het vastliggende (overheids)doel is.

    Secundair onderwijs voegt toe aan wat er bij binnenkomst aan kennis en kunde aanwezig is. Het is goed dat de scholen voor secundair onderwijs tegen het niet zelf mogen inschatten van het ingangsniveau van de instromende leerlingen in geweer komen. Anderzijds moet voorkomen worden dat middelbare scholen voor het VWO-niveau de krenten uit de pap pikken. Dat kan tegengewerkt .worden door aan VWO-scholen die extra eisen aan het niveau van instromers stellen ook extra eisen te stellen betreffende de toegevoegde waarde. Een erkenning van een VWO+niveau waarvoor zowel hogere toelatingseisen hogere resultaatseisen gesteld worden.

    Het is zou volkomen terecht zijn als middelbare scholen wat betreft de niveautoewijzing niet op het oordeel van de toeleverende basisscholen hoeven te vertrouwen. Hetzelfde geldt echter ook voor de ouders die immers geacht worden de belangen van hun kinderen te behartigen en daarvoor ook volmachten gekregen hebben. Voor ouders die vinden dat een basisschool hun kind onvoldoende voorbereidt op VWO-onderwijs of het (potentiële) niveau van hun kind te laag taxeert moet het weer mogelijk gemaakt worden om via een toelatingsexamen voor hun kind toegang tot een VWO-opleiding te verkrijgen.

    Dat de paedagoochelaars uit het onderwijs verjaagd moeten worden is een stelling waar ik het helemaal mee eens ben en die ik ook voldoende onderbouwd acht.

    …………………………………………………………………

    Het is jammer dat er op het minisymposion weinig gediscussieerd kan worden over de manier waarop bevorderd kan worden dat er meer scholen zoals het IVA ontstaan. De tijd voor zo'n discussie is op dir moment rijp.

  3. Als leraar heb ik erg veel

    Als leraar heb ik erg veel gehad aan onderwijskunde: de oude onderwijskunde althans. Leerdoelen exact benoemen, beginsituatie zo goed mogelijk bepalen en een logische weg tussen die twee plannen met een behoorlijke afwisseling aan werkvormen. Opeens leek het allemaal heel logisch.

    De onderwijskunde ging pas de fout in toen het overgenomen werd door de ideologie.

  4. Nu we (het VO) dus in een

    Nu we (het VO) dus in een dergelijke krankzinnige spagaat zijn beland, doemt toch weer het beter werkende alternatief op: het toelatingsexamen. Ik verbaas mij regelmatig over de wijsheden van onze voorvaderen.

    CITO hoeft dan niet te verdwijnen en kan gewoon in februari worden afgenomen met als nevenfunctie het benoemen van leerstof waar nog wat extra aandacht moet worden besteed wil een leerling het toelatingsexamen succesvol kunnen afleggen.

  5. kunde bevindt zich in het

    kunde bevindt zich in het domein van kennis en vaardigheid en dat blijkt ook uit Hinkeé beschrijving van de Onderwijskunde

    ideologie geeft de weg aan die men moet afleggen om een ondersteld correct beschreven wereld te transformeren in een gewenste wereld en heeft meestal het karakter van een rotsvast geloof. Bij voorbeeld “in het onderwijs worden leerlingen met kennis ingetrechterd en door van leraren coaches te maken kunnen de leerlingen zelf hun wereld ontdekken, zo gelooft men. Zij bevindt zich dus in hetzelfde domein als geloof.

  6. @Hinke

    @Hinke

    Is dit niet "gewoon boeren verstand" dat onze voorgangers ook zonder …kunde hebben toegepast?

  7. Jeugdherinnering.

    Jeugdherinnering.

    Als leraar heb ik erg veel gehad aan wiskunde: de oude wiskunde althans. Leerdoelen exact benoemen ("Te bewijzen"), beginsituatie zo goed mogelijk bepalen ("Gegeven") en een logische weg tussen die twee plannen met een behoorlijke afwisseling aan werkvormen ("Bewijs") . Opeens was het allemaal heel logisch.

    En als het logische bewijs vastliep was de gouden tip: begin eens met het "Te bewijzen" en probeer terug te redeneren naar het "Gegeven". De structuur van deze Euclidische methode heb ik op allerlei gebieden kunnen toepassen. Met dank aan mijn vroegere autoritaire leraren.

  8. De CITOtoets behoedt het kind

    De CITOtoets behoedt het kind voor uitglijders later is een helder betoog tegen de subjectiviteit van het basisschooladvies (zonder het weglaten van bezwaren tegen de CITO-toets) geschreven door Fréderiek Weeda en geplaatst in de NRC van vandaag

  9. In de tijd van de

    In de tijd van de basisvorming, Hendrikush,  mocht er ruimte vrijgemaakt worden voor andere vakken. De Gymnasia maakten daar gebruik van door in de onderbouw Latijn en Grieks ge doceren. Ik weet niet hoe het met eventuele vrije of vrij te maken ruimte op de onderbouw van de scholen gesteld is, maar zo ja zou een VWO-school daarvan gebruik mogen maken om Euklidische Meetkunde te doceren?

    Als dat het geval is moet het toch mogelijk zijn scholen te vinden die op aandrang van hoogopgeleide ouders dat vak als keuzevak aanbieden. Er zal wel veel aandrang door deze ouders uitgeoefend moeten worden want de schoolleiding zal zo'n vak niet glossy en eigentijds genoeg vinden. In Venlo werd zweefvliegen aangeboden voor Gymnasium-plussers

     

  10. Vwo/Gym Malmaison? Mulo was

    Vwo/Gym Malmaison? Mulo was dat! In de tijd dat je nog voorgesorteerd werd op de status van je ouders en familie.

  11. Ik was me er terdege van

    Ik was me er terdege van bewust,  hendrikush, dat de MULO meer voorstelde dan de huidige HAVO. En dat terwijl de MAVO de opvolgster van de MULO had moeten zijn. Mijn moeder heeft als dochter genoegen moeten nemen met een MULO. Desalniettemin las zij nadien literaire romans in het Frans, Duits en Engels. (De MMS, moet je je nu voorstellen, werd onder meer opgericht om meisjes die moeilijke onvrouwelijke wiskunde te besparen).

    Maar nu iedereen het normaal vindt dat de capaciteiten en de belangstelling van een individu en niet afkomst of sexe bepalend moeten zijn voor het hoogste vervolgniveau waarop iemand verder mag gaan ligt het voor de hand om met de restauratie van het wiskunde-onderwijs (de herintroductie van echte wiskunde) in het VWO te beginnen. Als een paar scholen met Euklidische meetkunde beginnen en het wordt een succes wordt echte wiskunde in de eerste klas VWO misschien ooit weer standaard. BON denkt te veel in invoering van verbeteringen over de hele lijn. Maar je kunt een vestig ook veroveren door er eerst een bres in te slaan.

    In de NRC stond vandaag een artikel dat aangaf dat de veranderde selectieprocedures voor het toelaten van studenten tot de studie geneeskunde kinderen met laagopgeleide ouders (extra) benadeelden. Voor de zoveelste keer laten de socialisten “arbeiderskinderen” in de kapitalistische kou staan!

Reacties zijn gesloten.