Dit zijn de namen.

Dit zijn de namen.

 

Het begon met de vastberaden wil om Nederland weer ‘gezond’ te maken. De opeenvolgende kabinetten Lubbers zetten met de HOS-nota, gewild of ongewild, de botte bijl in de wortels van het Nederlandse Onderwijs. Universiteiten kwamen als eerste in het vizier van een ongekende bezuinigingsdrift. Universitair Nederland moest het gaan doen met honderden miljoenen per jaar minder en mochten zelf uitzoeken hoe het onderwijs op hetzelfde hoogstaande niveau kon blijven.

De paarse kabinetten met de onderwijspartij D66 op een prominente plaats binnen de gelederen zetten het sloopwerk van de kabinetten Lubbers onverdroten voort. De invoering van de lump sum gepaard gaande met de invoering van de op voorhand mislukte ‘basisvorming’, het handjeklap met de vakbonden om het RPBO ( rechtspositiebesluit) van de docent af te schaffen. De nadruk kwam te liggen op fuseren, fuseren, fuseren, groot, groter, grootst. Mammoetscholen met tienduizenden leerlingen en honderden docenten werd de standaard. De vakbonden lieten zich verleiden om akkoord te gaan met de invoering van een taakbelastingbeleid waarmee tot op de dag van vandaag de werkdruk voor de docent bijna jaarlijks wordt opgevoerd.

Eind jaren negentig ‘verpaarsde’ het onderwijs steeds verder. ‘Niets moet en alles mag’ werd de leidraad. De MAVO werd als volstrekt overbodig verwezen naar de annalen van de onderwijsgeschiedenis en is alleen met een beetje fantasie terug te vinden in de M van VMBO. En samen met het verdwijnen van de MAVO verdween het MLK, ZMLK, LOM en ander speciaal onderwijs. Het praktijkonderwijs en de Regionale Opleidingscentra ( REC) deden hun intrede, alsook het project ‘weer samen naar school’ wat dan weer nieuwe en geldverslindende samenwerkingsverbanden opleverden.

De ‘instructeur’ deed zo rond deze tijd zijn intrede in het Voortgezet Onderwijs en kort daarna kwamen de onbevoegde en bekwaam geachte docenten de gelederen versterken. Nou ja, versterken, de bevoegde docent ruimde het veld in de talloze reorganisaties die volgden nadat zo stilaan duidelijk werd dat fuseren en gigantische bureaucratische organisaties niet alleen lusten maar ook lasten kenden.

Nieuwe ‘gestaalde kaders’ vorm gegeven in de overkoepelende raden van basis-,voortgezet-,middelbaar beroeps- en hoger onderwijs lieten zich door verzelfstandigde scholingsinstituten en louche adviesbureautjes voorlichten omtrent ‘het nieuwe leren’. Kreten als ‘maatwerk’, ‘zelfstandig leren in eigen tempo’, ‘een leven lang leren’, ‘competentie gericht onderwijs’, ‘participatie met het bedrijfsleven’, werden schering en inslag. Langzaam maar zeker verdween de docent en deed de ‘leerregisseur’, coach en andere soorten oppassers hun intrede. Twintig jaar na de kabinetten Lubbers was de sloop volbracht, de hoeder van het Nederlandse Cultureel Erfgoed bij uitstek, de onderwijzer, leraar, docent, hoogleraar en Professor was eindelijk volledig buiten spel gezet.

Op 1 augustus 2014 wordt het passend onderwijs ingevoerd in basisschool en voortgezet onderwijs. Om alles in goede banen te leiden zijn samenwerkingsverbanden gevormd die samen met de gemeenteambtenaren heel veel zeggenschap krijgen in de scholen. Criminelen worden straks op last van de rechter naar onze MBO scholen gestuurd, een staatssecretaris wauwelt wat om VO docenten ook maar een paar dagen in het basisonderwijs in te zetten, PABO wil geen MBO leerlingen meer toelaten, welke hogere opleiding volgt? Dat dank zij het competentie gericht onderwijs het hele middelbaar onderwijs zo goed als niks meer voorstelt is al wel duidelijk maar om het daarom ook tot eindonderwijs te verklaren gaat ook mij een beetje te ver.

Tot nu toe 1 naam, Lubbers. Al die andere namen moet u zelf maar invullen. Het zijn de namen van de bedenkers van het nieuwe leren, het competentie gericht onderwijs, het passend onderwijs en meer van dat soort onderwijsveranderingen en vernieuwingen die zich in de afgelopen vijftien jaar voltrokken. Het zijn de namen van de grijpgrage en megalomane bestuurders die protserige en wanstaltige schoolfabrieken lieten bouwen. Het zijn de namen van de managers die arrogant elke tegengeluid monddood maakten in de volgende reorganisatie. Het zijn de namen van de voorzitters van de overkoepelende raden die geen beschermers zijn van het onderwijs maar van de portemonnee van de vriendjes bestuurders, zelfs zo ver dat een eigen cao bedacht werd. Het zijn de namen van de honderden, misschien wel duizenden advies bureautjes die zonder enige sjoege van onderwijs zich op een markt hebben gestort waar veel, heel veel geld beschikbaar was voor gebakken lucht en luchtfietserij.

Maar het zijn ook de namen van de vakbonden die gezwegen hebben en samen met de werkgevers de sloop hebben ingezet. Het zijn ook de namen ven de zweefteven, zweefliegers, luchtfietsers die zich ‘collega’ noemen en de namen van de collega’s die ‘na mij de zondvloed’ belangrijker vonden dan goed en beter onderwijs.

Er is geen lange weg meer te gaan voor het onderwijs in Nederland, de afgrond gaapt, de weg houdt op. Net als het onderwijs.

 

Jesse Jeronimoon

 

1 Reactie

  1. “45 ‘Maar het is erg om

    "45 ‘Maar het is erg om misleid te worden’, zal men zeggen. Integendeel, niet misleid worden is veel erger: wie denkt dat het geluk van de mens bepaald wordt door feiten is gek. Het hangt af van inbeeldingen. Er zijn zoveel verschillende feiten met betrekking tot mensen, en ze zijn zo onduidelijk, dat elke zekere kennis onmogelijk is, zoals mijn filosofen van de Academie zeggen, die in hun soort zo bescheiden zijn als maar kan. [1] Of als enige kennis mogelijk is, dan doet die vaak juist afbreuk aan de charme van het leven. En tenslotte zit de menselijke geest zo in elkaar dat hij veel vatbaarder is voor namaak dan voor waarheid. Als iemand een makkelijke en voor de hand liggende proef op de som wil nemen, moet hij preken en kerken opzoeken: als daar een serieus thema aan de orde is, zit iedereen te slapen, te gapen en te balen. Maar als zo’n luidspreker, pardon preker, gewoontegetrouw een oudewijvenpraatje vertelt, dan wordt iedereen wakker, gaat rechtop zitten en hangt aan zijn lippen. Net zo gaat het bij legendarische vaak bezongen heiligen uit de categorie van Joris, Christofoor of Barbara bijvoorbeeld: je zult merken dat die veel vromer vereerd worden dan Petrus of Paulus, of zelfs Christus zelf. Maar dat doet hier niet ter zake.

     

    En op die manier je geluk laten groeien is ook nog veel goedkoper! Want de feiten zelf moet je je soms voor veel geld eigen maken, zelfs de meest onbenullige zoals grammatica. Maar een inbeelding is snel gemaakt en draagt toch evenveel of meer bij aan het geluk? Kijk, als iemand bedorven stokvis eet, waarvan een ander zelfs de lucht niet kan verdragen, en het hem toch naar ambrozijn smaakt, wat maakt dat dan eigenlijk uit voor zijn geluk?" Enz.

    [Erasmus (EN*), Lof der Zotheid (EN*), 1511]

     

    [1] "De school van Plato en zijn opvolgers was gehuisvest in de zogenaamd Academie in Athene. In de eeuwen na Plato's dood ontwikkelden de Academici zich tot milde sceptici."

Reacties zijn gesloten.