Rare spelletjes

JCTraasv2.jpg

In het programma Nieuwsuur werd aandacht besteed aan het feit dat grote aantallen pas afgestudeerde onderwijzers geen werk kunnen vinden. In arren moede overwegen zij om een baan buiten het onderwijs te zoeken.

Tegelijkertijd volbrengen oudere onderwijzers en leraren met veel moeite de tijd die hun nog rest tot hun pensioen – tot hun 65ste of nog ouder. Pas na 2016, zegt de staatssecretaris, komt er weer ruimte in deze sector, maar het is niet nodig een numerus fixus in te stellen voor de lerarenopleidingen.

Een en ander is het zoveelste voorbeeld van zigzag beleid dat de problemen nog groter maakt dan ze al zijn. Nog maar vijftien jaar geleden kon elke leerkracht zonder problemen ruim voor zijn 65ste aan zijn pensioen beginnen. De regelingen die er waren om de doorstroming van onderwijspersoneel te bevorderen werkten over het algemeen goed want er kwam meer ruimte voor jonge leraren.

Het ligt toch voor de hand dat als je leraren langer laat werken het omgekeerde gebeurt? Is het onderwijs daarbij gebaat? Met alle respect: de meeste oudere leraren hebben al zoveel ‘uitdagingen’ te verwerken gehad dat ze bepaald weinig energie en enthousiasme over hebben om jaren langer door te gaan dan hun collega’s van de jaren negentig.

Het is ook niet fair, niet billijk, dat de arbeidsvoorwaarden zo snel veranderen – ten ongunste van de leraren van nu. Integendeel, de leraar die nu zestig is, heeft een vloedgolf van veranderingen – zeg maar mislukte hervormingen – over zich heen gehad en is er in professionele  status, in salaris en arbeidsvoorwaarden voortdurend op achteruit gegaan. Dat nu minister en staatssecretaris met gladde praatjes doen alsof zij werkelijk met zijn lot begaan zijn – wie zal dat geloven.?

 

J.C. Traas