Mijn zoon is nog geen drie jaar oud maar ik lig al maanden figuurlijk in de struiken voor de basisscholen mijn keuze uit te stippelen. Welke kinderen gaan er heen? Hoe ‘voelt’ de school, hoe zijn de resultaten? Niks voor mij eigenlijk. Ik ga voor een nieuwe fiets of magnetron zelden langs meer dan één winkel. ‘Deze is goed, pak maar in’. Maar een school uitzoeken in een stad als Amsterdam die niet bekend staat om zijn fantastische onderwijskwaliteit doet hele andere dingen met me. Het roept beelden op van mijn zoon in het hoekje van het schoolplein, alleen en ongelukkig. Of tijdens de zoveelste toets aan een te groot tafeltje met een te groot potlood. De spanning op zijn gezichtje. Beelden van muziekvoorstellingen en rekenolympiades waar hij de nacht daarvoor niet van geslapen heeft. Beelden die zich waarschijnlijk zullen blijven opdringen, ongeacht de uitkomst van de loting. Dat weet ik ook wel. Maar dat een lootje beslist stemt wel tot meer onrust.
Tot nu toe staat de teller op zes inschrijvingen, allemaal bij scholen die relatief goed tot goed scoren in de kwaliteitswijzer, een dik klein rood boekje. Allemaal wachtlijsten. Wachtlijsten die je kunt masseren door veel te bellen en te informeren. Aldus de buurvrouwen in de straat. Ik vind dat een wonderlijke bezigheid. Bellen om het bellen. Maar goed. Het geluk wat deze buurtkinderen ten deel is gevallen wil ik mijn kind natuurlijk niet onthouden. Bij één school kregen wij binnen een week na inschrijving al bericht dat ‘ze blij waren dat ze onze zoon mochten verwelkomen in het schooljaar 2015’. Zo makkelijk dus. Zo makkelijk dat ik onmiddellijk argwaan kreeg. Begin oktober is de voorlichtingsavond voor ouders en ik hoop dat ik het mis heb. De school -die ik hier niet nader zal noemen- heeft namelijk behalve geen lotingsysteem de ‘thema-activiteiten-projecten’ -ziekte flink te pakken. Misschien vanuit de hoop meer leerlingen naar de school te trekken (ze zitten net buiten de ring van Amsterdam) of vanuit ideologie is er op deze school sprake van een constante uitbraak van creativiteit. De website en Facebook laten dit zien. Leuk zou je zeggen maar nu ontdekte ik vandaag dat er zelfs slaapfeestjes in de gymzaal worden gehouden voor de oudere kleuters. ‘Om de overgang naar groep 3 wat te vergemakkelijken’. Ik zie een foto. Op stretchers die afkomstig lijken uit de Eerste Wereldoorlog liggen de kleuters zij aan zij. Het roept bij mij allerlei associaties op met Syrië en andere ingesleten beelden van humanitaire rampen. Ik krijg daar een heel ongemakkelijk gevoel bij. Dat wil ik niet. ‘s Nachts zorg ik zelf voor mijn kind. Dat is niet de taak van de school. En los daarvan, wat is er leuk aan?
Als kind in de jaren '80/'90 vond ik overnachten en op kamp gaan met school het meest afschuwelijke wat er bestond. Dat je ‘uit je rol’ samen moest eten, douchen en slapen vond ik zo benauwend dat ik -eigenlijk alleen tijdens dat soort dagen- steevast werd gepest. Wat mijn heimwee nog maar versterkte. Ik hield niet van de vroegvolwassenheid van de meisjes die hun borsten stonden te vergelijken in de slaapzalen en ‘het spel’ dat met de jongens werd gespeeld. Verkering hoefde ik al helemaal niet. Ik kon me dagenlang nergens op concentreren en was -daardoor- vaak doodmoe voordat het voorbij was. Op een Amerikaanse school in het buitenland waar ik zat toen ik wat ouder was, was die onrust eigenlijk vaste prik. Elke dag sport, kunstvakken, spreekbeurten, toneel en projecten in groepjes. Een constante spanning voor mij. Toch droeg ik het toen beter. De leraren waren zeer professioneel en de kinderen allemaal zo verschillend dat niemand zich buitengesloten voelde. Bovendien was ik best aardig in sport en tekenen, dat voorkwam veel ellende.
Mijn zoontje lijkt wel een beetje op mij. Hoewel hij sociaal veel durft en initiatief neemt, kijkt hij ook de kat uit de boom. Hij is gevoelig, net als ik. Ik wil hem niet naar een school sturen met slaapfeestjes en elke week een ander ‘thema’. Waar Sinterklaas vieren niet alleen een eenmalige confrontatie met Sint en Rommelpiet is, maar een dagenlange optocht van vrijwilligers (lees: ouders) en opbouw van spanning. Waar extraverte eigenschappen voortdurend centraal staan in de dagelijkse werkzaamheden en omgang met elkaar. Het staat me tegen dat het ook daar altijd maar leuk en gezellig moet zijn. Deze school projecteert die boodschap. Ik vrees dus dat ik nog wel even wat telefoontjes zal moeten plegen naar andere scholen in de buurt. Scholen met foto’s op de website van kinderen die in een boekje kijken, een land aanwijzen op een kaart of de vetplant van de schoolmeester water geven. Desnoods.
Mooi beschreven dilemma.
Mooi beschreven dilemma. Onderwijskundig advies zal je ongetwijfeld van de wal in de sloot helpen. Sterkte en het beste met je zoon.
Zie het positief, die scholen
Zie het positief, die scholen bestaan blijkbaar nog. 🙂