Geheim taboe

JCTraasv2.jpg

 

Soms lees je een bericht in de krant dat zo opzienbarend is dat je denkt dat het tot grote beroering zal leiden. Zoals, dat van het geld dat in het hoger onderwijs naar personeel gaat, 20 procent (1,6 miljard euro) terecht komt bij mensen die geen substantiële bijdrage leveren aan de onderwijspraktijk (BNDeStem van 3 april). Maar dan volgt daarna alleen maar een oorverdovende stilte.

Daarom herhaal ik het nog maar eens. Het bericht is afkomstig van Henk Berg, bestuurder van de Onderwijs Service Groep in Arnhem. Volgens Berg wordt wat hij zegt doodgezwegen door de onderwijsbestuurders, de vakbonden en de politiek. En hij voegt eraan toe: ‘De cao voor het onderwijs is ijzersterk. Bij een fusie wordt nooit iemand ontslagen. Steeds wordt voor iedereen een project, een onderzoek of een andere werkplek zonder echte relevantie verzonnen. De bonden beschermen elke werkplek en de politiek durft er niet aan. Je hebt nu eenmaal 300.000 docenten in Nederland. Dat zijn ook allemaal stemmers.’

We wisten natuurlijk al dat er van het geld dat de overheid uitgeeft aan onderwijs een groot deel ( volgens Berg in het hoger onderwijs de helft, in het basis en middelbaar onderwijs 40%) terecht komt bij mensen die niet voor de klas staan – directies, administraties en ‘ondersteuning’. Maar dat er dan ook nog eens een groot bedrag  wegvloeit naar mensen die alleen ergens ‘geparkeerd’ zijn,  een soort ‘dode zielen’, dat is wel kras.

En het verschijnsel is bepaald niet nieuw. Oudere leraren weten nog wel hoe in de periode Deetman en Ritzen zeer gunstige v.u.t. maatregelen werden gecreëerd om ouderen te laten vertrekken  en jongeren aan het werk te helpen. Bij de lerarenopleidingen kon je in een bepaalde periode al met pensioen gaan als je 55 was. En tijdens de fusiegolf in het voortgezet onderwijs in de jaren negentig fungeerden afvloeiingsregelingen  als smeerolie om de gewenste onderwijskundige veranderingen tot stand te brengen. Hoe de sommen precies kloppend gemaakt werden zou ik niet meer kunnen navertellen maar zeker is dat het mogelijk werd om af te komen van oudere ongemotiveerde leraren en van dissidenten, dat overtollige directieleden geholpen werden om eerder met werken op te houden en dat anderen zich nog een paar jaar onledig konden houden met een sinecure. Oh ja, dat zou ik nog vergeten te zeggen, de fusies- die om onderwijskundige redenen werden aangegaan- bleken voor veel directieleden aantrekkelijk door een salarisverhoging.

Uiteraard zeggen nu de bonden en de raden dat Berg geen grondig onderzoek heeft verricht en dat zijn cijfers te hoog zijn. En vervolgens gaat het deksel weer dicht. Ongemakkelijke waarheden moeten maar liever geheim blijven en het is taboe om er over te praten.

 

J.C. Traas

1 Reactie

  1. Het taboe van de 40 à 50 %

    Het taboe van de 40 à 50 % overheadkosten zou je geheim kunnen noemen omdat veel Nedelanders het niet weten of er niet van doordrongen zijn. Het taboe geldt voor de insiders, die er niet over willen spreken omdat bewustwording bij de niet-belanghebbenden de macht en de hoogte van de inkomens van eerstgenoemden bedreigt. Bij de natuurvolken is preken over iets dat taboe is gevaarlijk omdat dat de aandacht van de niet zichtbare wereld der goden en geesten op jou en je naaste richt. Je moet daar niet het naatje van de kous willen weten. Maar in de moderne wereld gaat het er om dat de anderen  iets niet precies mogen weten Wel zijn die anderen te vergelijken met het jenseits van de natuurvolkeren; als je hun aandacht op je richt kunnen ze kwaad doen..

Reacties zijn gesloten.