Dit artikel draag ik op aan mijn zoontje van twee. Hij verdient het even om in het zonnetje gezet te worden. Hij kan het niet helpen dat zijn moeder -en vader- zonder oog voor de belangen van de gemeenschap voordringen, zichzelf juichend op straat voor schut zetten, zich ophouden met hun soort mensen, daar thuis mee verder borrelen, met precisie kwaliteitsrapporten uitpluizen, hoogopgeleid doen, doen zoals ze doen. Sorry. Maar wij zijn niet de enigen die zich zo gek gedragen in de ‘jungle waar je als ouder in terecht komt als het kind naar school moet’ (citaat directeur basisschool Amsterdam). De andere papa’s en mama’s bij wie hij straks onder politie escorte en strikte ‘OSM’ voorwaarden een verjaarspartijtje mag vieren na school zijn ook zo. Wel zo fijn. ‘Als hoogopgeleide stadsbewoners blijven wij immers graag de architect over ons eigen leven’ (Aleid Truijens in de VK 14 januari jl.) Nou, reken maar van yes!
Wat is er aan de hand? In Amsterdam wordt op veel basisscholen geloot omdat er teveel aanmeldingen zijn. Het gaat dan om populaire, goed scorende scholen zoals de Theo Thijssenschool, de Burcht en nog een aantal. Dit jaar zijn er 500 kleuters uitgeloot. Deze kinderen (en waarschijnlijk hun broertjes en zusjes) kunnen dus niet naar de school van hun eerste (tweede of derde) keuze. Dat leidt tot allerlei taferelen, van juichende ouders op straat tot het oprichten van een Facebookpagina (‘Geen basisschool in Amsterdam’) voor gedupeerden. Het vermakelijke beeld van de bakfietsende ouder dat er overal bijgesleept wordt, is natuurlijk niet geheel uit de lucht gegrepen en heus wel geestig. Minder geestig is de beschuldigende toon van schooldirecteuren, gemeentelijke bestuurders (met uitzondering van gemeenteraadslid Toonk van de VVD: ‘geef populaire scholen de ruimte’) en de zojuist aangehaalde Volkskrant columniste Aleid Truijens. Daadwerkelijke problemen worden verhuld met allerlei irrationeel en hoogoplopend commentaar op het gedrag en de bedoelingen van welwillende ouders. Zij lopen echter rond met gevoelens variërend van teleurstelling tot boosheid. Terecht?
Ruim 80% van de kinderen vindt wel een school naar keuze. En zoveel slechter zijn die andere scholen toch niet? Ja en nee. Er zijn zeker scholen die (hoewel een stuk verder fietsen) goed genoeg zijn om het kind een bepaald niveau te bieden maar toch kampen met minder aanmeldingen. De mogelijkheden voor die scholen om aan populariteit te winnen moeten meer worden benut lijkt mij. Lofuitingen van Amsterdamse bestuurders (met name PvdA) in de landelijke pers over minder populaire en hoog scorende scholen waar ‘briljant‘ onderwijs zou worden gegeven waren immers niet van de lucht. Ik zou zeggen: werk aan de winkel! Maar deze positieve en bagatelliserende benadering van het probleem rechtvaardigt nog niet de ingrijpende maatregelen (o.a. centrale aanmelding vanaf 2014, verplichte samenwerking van scholen met de gemeente) die de onderwijsvrijheid zullen inperken, zeker gezien de te slechte kwaliteit van het onderwijs over de hele linie. En dat niet alleen. Aangenomen dat die kwaliteitsverschillen er inderdaad zijn is het nogal wat om ouders ‘claimgedrag’ (o.a. Han Elbers van het Breed Bestuurlijk Overleg) te verwijten, teneinde de onzalige plannen door te drukken. Over dat laatste is hopelijk het laatste woord nog niet gezegd. Bestuurlijke onvoorzichtigheid of falen is tot daar aan toe, maar bestuurlijk pesten ontwricht, verdeelt en corrumpeert.
Columnisten, politici, bestuurders en deskundigen (voornamelijk uit PvdA kringen, helaas, bij veel partijen was het weer stil) verdrongen zich rondom het onderwerp. Elitaire ouders. Die kunnen wij wel hebben! Truijens: ‘We (de ouders dus) gaan vaak te veel op ons gevoel af.’ Het gevoelsargument dat overal in doorklinkt vind ik dé dooddoener in de discussie, in elke discussie. Je kan immers nooit bewijzen dat je niet op je gevoel afgaat, je hebt zelfs alle schijn tegen. En bied je wel bewijs aan dan wordt tot grote vreugde van de provocateur (want meer is het niet) de politiek correcte rode loper uitgerold. ‘’Ah! dus je wilt je kind niet op een gemengde school, is dat het? Je discrimineert!”. Ik vraag me af, wat is er mis met meer kansen creëren voor je kind? De norm wordt al steeds meer van bovenaf opgelegd (in tegenstelling tot de tijd dat de leraar de norm was) en daarmee tot gemiddeld teruggebracht. Moeten wij ouders daar vrijwillig aan mee doen, ons laten meeslepen in de ene onderwijsvernieuwing na de ander? Dat de overheid elk kind dezelfde kansen wil bieden is onbetwistbaar de juiste weg. No questions asked. Om dat feitelijk te realiseren moet je echter niet ten koste van (relatief) goede scholen een kunstmatig landelijk gemiddelde nastreven. Goed scorende scholen moeten ruimte krijgen, slechte scholen moeten aangepakt worden, zo simpel is het.
Als je verder ‘voelt’ dan je neus lang is zie je bovendien dat het basisonderwijs over de hele linie niet al te best is, het kan en moét veel beter. ‘Populaire’ scholen zijn een logische reactie op niet al te goede scholen, zogezegd. En laat dat nou niet alleen mijn gevoel zijn, maar van heel veel mensen. Van al onze leden bijvoorbeeld, van ouders, kinderen (‘we willen weer les!’), PABO studenten (‘wij weten niet meer wat we aan de volgende generatie moeten overdragen’), onderwijzers (‘te veel belastende taken naast het lesgeven’) en docenten hoger onderwijs (‘overgeleverd aan managers’).* En juist diegenen die zich de kritiek moeten aantrekken ontbreekt het mijns inziens aan politieke wil en moed om op de juiste knoppen te drukken. Zolang er nog vooral verdiend wordt aan het verval van het onderwijs en de woorden ‘toekomst’ en ‘visie’ het vooral goed doen in een flitsende powerpoint presentatie zal er niets veranderen. En ja, er zijn ontzettend veel goede en gemotiveerde leerkrachten en scholen, maar die zijn er ondanks de ontwikkelingen van de laatste decennia. Niet dankzij.
Gevoel en ratio gaan vaak wonderbaarlijk goed samen. Ook langs de meetlat van de ratio zijn de sentimenten van ouders terecht. De belangrijkste vraag in concreto is natuurlijk, is de school met de hoogste gemiddelde eindscore voor de cito toets ook de beste school voormijn kind? Stel: Het gemiddelde inkomen in Nederland is hoger dan in België. Wordt mijn inkomen hoger als ik vanuit België in Nederland ga wonen? Iedereen voelt op zijn klompen aan dat deze redenering niet klopt. Maar waarom denken (en voelen) ouders dan dat hun kind een hogere cito score zal halen als het op een school zit met gemiddeld een iets hogere score? De cito score op zichzelf is niet heilig. Een gemiddelde score zegt statistisch nog niet zo veel. Minstens zo belangrijk is de mate van spreiding. Bij een kleine spreiding zou je kunnen zeggen dat de school er in slaagt alle kinderen op vrijwel hetzelfde niveau te brengen. Heeft een school een grote spreiding in de toetsresultaten dan slaagt de school er in de uitblinkers tot hun recht te laten komen. Daar staat dan tegenover dat de achterblijvers ook echt achterblijven. Ideaal zou zijn een scheve verdeling die aan de onderkant vrij steil verloopt (kinderen halen tenminste een minimum niveau), maar met aan de bovenkant een lange uitloper. Het kan best zijn dat de school met die ideale scheve verdeling gemiddeld toch iets lager scoort. Maar dan nog blijven onzekere factoren voor ouders een rol spelen. Blijft mijn kind niet achter bij de anderen (in het geval van een grote spreiding)? Voelt het zich thuis, veilig en gewaardeerd? Een school met én een hoge cito score en weinig spreiding heeft dan simpelweg de voorkeur. Een basisschool met vrijwel alleen maar leerlingen met een taalachterstand kan een fantastische inhaalslag maken (wat goed is voor die kinderen), maar toch lager eindigen dan scholen met alleen maar kinderen met academisch gevormde ouders. Pogingen om scholen die deze inhaalslag maken op de kaart te zetten (en leraren speciaal te belonen) dragen in absolute zin niet bij aan de verhoging van de kwaliteit van het onderwijs maar beantwoorden aan een behoefte kinderen met een achterstand op een hoger niveau te tillen. Dat is heel wat anders dan wat de ouders voorstaan die hun kind later naar de universiteit willen kunnen sturen.
Daarover gesproken, het voortgezet onderwijs in Amsterdam heeft ook een enorm kwaliteitsprobleem. Dat is terug te vinden in het scholenonderzoek van Elsevier en op de website van Stichting Vrije Schoolkeuze Amsterdam. Ook in het voortgezet onderwijs is het loten een doorn in het oog. De gemeente wéét dat er meer kinderen bijkomen tot zeker 2030, weet dat ouders het beu zijn en komen toch steeds met schijnoplossingen Ja, ook anders en eerlijker loten leidt slechts tot een andere verdeling van narigheid. Alsof er zoiets als ‘eerlijk’ loten bestaat trouwens.
Het is en blijft onaanvaardbaar dat de hele schoolloopbaan van een kind, dus het basis- én voortgezet onderwijs afhangt van Guus Geluk. De ‘jungle’, het oerwoud waar je als ouder in terecht komt, moet met hulp van slimme tuinmannen door de overheid en de gemeente gekapt worden. Door verbetering van het onderwijs op de PABO’s, door het uitbreiden van scholen (investeren!), en door het langzaamaan afschaffen van het loten. Als de bomen en de paden er weer mooi bij liggen zul je zien hoe vrolijk de bakfietsen, scooters, auto’s, driewielers, skateboards en kinderwagens zich verdringen voor een gezamenlijke borrel op het schoolplein. Dat voél ik gewoon.
*Een aantal citaten uit de vele verhalen over de afgelopen jaren zijn te vinden op onze website (www.beteronderwijsnederland.nl)
Ik heb dit wat lange stuk
Ik heb dit wat lange stuk graag gelezen, maar die gezamenlijke borrel op het schoolplein helemaal onderaan, zou ik eruit halen. Alcohol en kinderen gaan niet samen.
De aanhef van het stuk is
De aanhef van het stuk is bijna een contradictio in terminis
Ik woon in Amsterdam-binnen
Ik woon in Amsterdam-binnen-de-ring en heb helemaal niet hoeven loten om een goede school voor mijn drie kinderen (6, 6 en 10) te vinden. Gewoon de school om de hoek, de kinderen hoeven de stoep niet af en zijn met anderhalve minuut op school, de juffen en meesters zijn bekwaam en bevoegd, de klassen zijn klein (16 tot 25 leerlingen) en in de onderbouw zijn er altijd twee mensen in de les (een bevoegde leerkracht en een dito onderwijsassistent). Door de kleine groepsgrootte wordt er ordelijk gewerkt, het is er bepaald geen rumoerige bende, de directrice en de conciërge staan 's ochtends alle kinderen bij naam te begroeten, het is er schoon en netjes, er is veel gelegenheid tot klassikaal werken, groepswerken, en differentiatie naar niveau, het lesmateriaal is van recente datum, er zijn veel inloop-, voorlichting en studieochtenden voor ouders, en misschien wel het belangrijkste signaal voor kwaliteit: mijn kinderen gaan elke ochtend welgemoed naar school. Bij de inschrijving liep ik even langs, had een persoonlijk gesprek van een uur met de directrice en de zaak was gepiept.
Weinig mis mee dus. Of zelfs: ideaal.
Het enige is dat deze school zich achter de oogkleppen bevindt van menig OSA (Ons Soort Amsterdammer, een mensensoort die zich vooral in Amsterdam-Zuid en -Centrum ophoudt). Want hoewel het in naam een katholieke basisschool is, zitten er heel veel bruine kindertjes op die in Allah geloven. Met ouders die matig Nederlands spreken, en dikwijls alleen een lagere opleiding hebben genoten. Dan houdt het voor de meeste OSA's onmiddellijk op. Amsterdam zit tjokvol met zulke kinderen en zulke ouders. Stuk voor stuk keurige, aardige mensen, die het beste willen voor hun kind, die blij zijn met de kwaliteit die de school te bieden heeft. en op hun manier hun best doen om de schoolgang te bevorderen.
Ik denk dat zulke kinderen inmiddels tweederde uitmaken van de Amsterdamse basisschoolpopulatie. Zou je alle Amsterdamse leerlingen naar afkomst of opleiding van de ouders "eerlijk verdelen" over alle basisscholen, dan zit uw hagelwitte kind met hoogopgeleide ouders dus in de klas met tweederde allochtone kinderen met matig opgeleide ouders! Oef!
Voor sommige OSA's is dat niet te verdragen. Er zijn er bij die vinden dat ik mijn kinderen mishandel, door ze bloot te stellen aan het doorsnee Amsterdamse schoolkind, met zwarte haren, een kleurtje, en teveel couscous naar hun zin. Dus trekken de OSA's zich terug in witte, hoogopgeleide schoolse enclaves. En nu het in die kleine enclaves nogal druk wordt, zitten ze elkaar in de weg. "Ik was eerst!" "Nee, ik was eerder!" "Ik heb contacten, bij de voorschool, dus laat me er door!" "Ik heb een betere postcode dan jij, dus ga opzij!". Gênante taferelen kortom.
Tja, lieve beste Ons Soort Amsterdammers. Dit is het gevolg van uw keuze. Wil je bij de Drie Dwaze Dagen in de Bijenkorf per se dat ene MEXX-sjaaltje waar nog honderd andere OSA's op azen, dan moet u vechten voor uw buit, en heb je soms pech. Meer exemplaren waren er domweg niet. Maar voor een warme sjaal kun je ook bij Vroom & Dreesmann terecht, of bij de Hema – en dan heb je ineens een ruime keus. En lijd je echt niet minder kou dan wanneer je de MEXX had buitgemaakt.
Goed onderwijs is soms om de hoek, zonder vechtpartijen bij de entree, en zonder dat je elke ochtend met de bakfiets je nakroost twee kilometer door bevroren Amsterdam hoeft te zeulen. Voor deze doorgewinterde Amsterdammers hoop ik dat hun illusie over het levensgeluk dat zij langs deze weg aan hun kinderen schenken, lang standhoudt.
Scherp geschreven Couzijn, in
Scherp geschreven Couzijn, in de stijl van een column wellicht. Maar wel wat denigrerend. De vraag is natuurlijk of ouders recht hebben op een vrije schoolkeuze voor hun kroost. Niet of die schoolkeuze in de ogen van wie dan ook juist is. Dat er kennelijk veel ouders zijn die een voor het merendeel zwarte school voor hun kinderen niet aantrekkelijk vinden is een gegeven, net als dat ouders een montessorischool of een christelijke school al dan niet prefereren.
Je kunt die keuzevrijheid terecht of onterecht vinden, maar om dat denigrerend te koppelen aan "ons soort amsterdammers" is aardig gevonden, maar zeer op de man (groep) gespeeld en daarmee als argument zwak, zelfs contraproductief.
Kom 2010, Couzijn heeft
Kom 2010, Couzijn heeft gewoon gelijk. Als je kiest om in de stad te blijven wonen kies je dus ook voor een bepaalde bevolking. Je kunt niet zeggen dat jouw kinderen alleen maar met precies gelijke stadskinderen naar school mogen. Daarbij spelen hele andere processen en argumenten dan 'goede school'. Gelukkig hebben we in dit land (nog) geen dure privé-scholen, waarbij de zogenaamde keuzevrijheid beperkt wordt door je centen.
Natuurlijk is de benaming OSA bedoeld om enigszins denigrerend te zijn. Dat is een stijlfiguur die in het algemeen met instemming wordt begroet als je het met de schrijver eens bent. Kijk nog maar eens kritisch op dit forum rond en je zult nog véle voorbeelden van nog veel ergere denigrerende benamingen vinden. Het komt de argumentatie niet altijd ten goede, maar het leesplezier meestal wel.
Ik sprak een jonge lerares
Ik sprak een jonge lerares die al enige jaren op een zwarte basisschool in Amsterdam had lesgegeven in de laagste groepen en nu in een overwegend 'blank' en 'rijk' dorp in de kinderopvang werkt. Ze vertelde me geschrokken te zijn hoe deze kinderen en ouders in dit dorp zich gedragen. 'Achter' qua zindelijkheid en gedrag. Ze sprak met grote liefde over de 'zwarte' kinderen en hun ouders die zich allemaal betrokken toonden en zich gewoon keurig aan schoolregels hielden, want iedereen was gelijk. Je kon er echt met elkaar werken: leerkrachten, ouders, leerlingen: iedereen ging ervoor.
Ik hoop wel dat de
Ik hoop wel dat de schrijfster volhardt in het beschrijven van haar ervaringen met het basisonderwijs. Heel nuttig voor het forum en voor lezende ouders. Er is m.i. wel een kleine kloof tussen leerkrachten van het VO/HO en die van het PO. Zelfs binnen het PO is er een kloof: leerkrachten bovenbouw hebben weinig besef van het werken in de onderbouw.
OSA’s, als je het omdraait
OSA's, als je het omdraait krijg je….
Persoonlijk vind ik dit een politieke discussie waarin ik me graag meng, maar zelf doe ik dat niet op het BON forum.
BON is een zeer gemêleerd
BON is een zeer gemêleerd gezelschap, dat is een ding dat zeker is. En dat is eigenlijk ook wel weer heel leuk.
Moby, ik hoop ook dat Sietske
Moby, ik hoop ook dat Sietske door blijft schrijven hier, en ik hoop ook dat andere jonge ouders of jonge grootouders hier een duit in het zakje komen doen. We kunnen elkaar van heel wat informatie voorzien.
Hinke schrijft (onder meer):
Hinke schrijft (onder meer): "Gelukkig hebben we in dit land (nog) geen dure privé-scholen, waarbij de zogenaamde keuzevrijheid beperkt wordt door je centen."
Wellicht is het een teleurstelling, maar die scholen zijn er wel degelijk. Zie bijvoorbeeld Instituut Blankestijn of Maupertuus. Met tarieven vanaf €19.000/jaar toch wel tamelijk exclusief. Daarbij steekt mijn eigen werkgever met nog geen €9.000 per jaar (MBO/HBO) haast wat bleekjes af.
Hinke schrijft (onder meer):
Hinke schrijft (onder meer): "Gelukkig hebben we in dit land (nog) geen dure privé-scholen, waarbij de zogenaamde keuzevrijheid beperkt wordt door je centen."
Wellicht is het een teleurstelling, maar die scholen zijn er wel degelijk. Zie bijvoorbeeld Instituut Blankestijn of Maupertuus. Met tarieven vanaf €19.000/jaar toch wel tamelijk exclusief. Daarbij steekt mijn eigen werkgever met nog geen €9.000 per jaar (MBO/HBO) haast wat bleekjes af.
sorry Marten, ik was het
sorry Marten, ik was het beste peerd van stal vergeten!