Saint Simone

Het gedicht “De moeder de vrouw” van  “Martinus Nijhoff behoort tot de klassieke teksten van de Nederlandse literatuur. Het begrip klassiek staat in zekere zin tegenover eigentijds. Een klassieke tekst is van alle tijden. Woorden als “canon” of  “schatkamer” zijn hierop van toepassing . Het gedicht zou passen in een bloemlezing of literatuuroverzicht dat leerlingen in het voortgezet onderwijs laat kennismaken met de Nederlandse literatuur door de tijden heen. Je zou met de leerlingen kunnen kijken naar de context van de tijd waarin het is geschreven, de literaire stroming waartoe het  misschien kan worden gerekend, hoe het zich verhoudt met moderne, meer eigentijdse teksten, inhoudelijk zowel als qua vorm. En natuurlijk  de kwaliteit van de tekst zelf.

“De moeder de vrouw” is  door de CPNB   verkozen als thema voor de Boekenweek van 2019. Een mooi thema zou je denken maar helaas is erover, geheel in overeenstemming met de tijdsgeest, een enorme commotie  ontstaan.  Het thema zou niet eigentijds genoeg zijn, een bepaalde visie op de vrouw suggereren, niet aansluiten bij hedendaagse vraagstukken als milieu, identiteit en noem maar op.  De literatuur zelf, waar het in de eerste plaats om zou moeten gaan, wordt hierdoor geheel overwoekerd. Alles fixeert zich op het thema en de eigen uitleg, die men eraan geeft. Alsof het thema dat allemaal dwingend zou voorschrijven. Maar het schrijft niets voor, het nodigt uit.

Xandra Schutte vindt het maar een duf gedicht en komt met de onvermijdelijke Simone de Beauvoir. “Je hoeft Beauvoir niet gelezen te hebben om te begrijpen dat het gelijkstellen van de moeder met de vrouw belegen is”, schrijft ze. Daarin heeft ze  gelijk maar dat hoef je er helemaal niet in te lezen. Een gedicht is geen pamflet of een opiniestuk. Dit gedicht geeft een stemming weer, die voor meervoudige uitleg vatbaar is. Van Nijhoff  is de bekende regel “lees maar er staat niet wat er staat”. Dat geldt voor poëzie, waarin meerdere betekenissen in de tekst verborgen zitten, in hoge mate. De vorm speelt daarbij, zeker bij Nijhoff, een grote rol.   Je kunt er ook in lezen,  zoals diverse ingezonden briefschrijvers in de Volkskrant vandaag doen, dat de vrouw in het gedicht “aan het roer staat”. Als je met een beroep op De Beauvoir dit gedicht afwijst als niet in overeenstemming met hedendaagse opvattingen over de rol van de vrouw, kun je  het merendeel van de oudere literatuur bij het oud vuil zetten.  Over het “sympathieke gebabbel” van Simone de Beauvoir merkte Houellenbecq overigens op dat de beroemde formule “Een vrouw ben je niet, maar dat word je” getuigt van grove onbekendheid met de elementairste biologische feiten”.

Je kunt oudere literatuur lezen met een politiek correcte, super identiteitsgevoelige normerende bril op. Dan blijft er niet veel van over. Het is vergelijkbaar met de kritiek van bepaalde zijde op straatnamen, standbeelden, andere teksten, die een ware nieuwe beeldenstorm beoogt. Een negatieve destructieve invalshoek. En dodelijk voor het literatuuronderwijs. Veel beter lijkt me, is het te kijken naar wat blijvend is. Dat is voor wie goed leest niet een conservatief  belegen standpunt.

 

Geef als eerste een reactie

Laat een reactie achter