De bezorgdheid over mogelijke inkapseling van PO in Actie nu deze actiegroep verder wil gaan als vakbond is reëel. Wouter van der Schaaf schrijft in de Volkskrant van vandaag: “De keuze om als zelfstandige bond verder te gaan leidt tot opslorping van PO in Actie in het overlegsysteem. De actiefrisheid van 2017 zal in 2018 worden opgevolgd door het uitleggen van moeizaam bereikte compromissen aan de tientjesleden”. Iemand maakte de vergelijking met deelname van BON aan de OC, die uiteindelijk ook op een deceptie uitdraaide. Maar er zitten ook wel een paar positieve kanten aan de stap van PO in Actie. De vergelijking met de OC gaat niet helemaal op. In de eerste plaats geeft de omvorming van actiegroep naar een contributie heffende vereniging of bond aan de voormannen of – vrouwen (hoe zeg je dat tegenwoordig, toch niet voorlieden, hoop ik?) de financiële mogelijkheid om meer tijd vrij te maken. Zij worden geen vrijgestelden, die los komen te staan van de werkvloer. Dat willen ze heel uitdrukkelijk niet. De contributie wordt onder meer gebruikt ter compensatie van een dag minder werken. Het organiseren van acties vraagt veel van de actieleiders en het lijkt me niet meer dan logisch dat daar op een bepaald moment iets tegenover dient te staan. Tijd is beperkt en liefdewerk oud papier houdt eens op. Op deze manier krijgen actievoerders meer ruimte, tijd en structuur voor hun werk. Actiefrisheid kent zijn grenzen.
Liesbeth Verheggen en andere gelouterde polderaars kunnen nu wel “welkom in de polder” roepen, maar dat wil nog niet zeggen, dat ze met Jan van de Ven en Thijs Roovers het soort polderaars binnenhalen waar ze van houden. Wouter van der Schaaf heeft het over het moeizaam uitleggen van compromissen aan de tientjesleden. De intentie van de nieuwe vakbond is om in nauw overleg met de achterban te onderhandelen. Geen meerderheid, geen compromis, zo simpel zou het moeten zijn. Internet kan daarbij behulpzaam zijn. Ook komt de bond met nieuwe voorstellen zoals meer directe zeggenschap van leraren over de besteding van het geld, dat bestemd is voor verlaging van de werkdruk. En een andere invulling van het lerarenregister. Om hun doelen overeind te houden zullen de onderhandelaars de zuigkracht van het drassige polderland moeten weerstaan. De onderhandelingstafel heeft niet het laatste woord. Ook de AOB is daar wel eens van weggelopen . En dan is het voordeel van een vakbond, dat men in het stakingsrecht sterker staat. De organisatievorm, die Van der Ven en Roovers voorstaan doet een beetje denken aan de oude anarchosyndicalisten, die zich in het begin van de vorige eeuw verzetten tegen de bureaucratie van de “moderne vakbeweging”. Geen vrijgestelden, geen stakingskassen, vakbondsdemocratie. Verschil is dat men geen hooggestemde utopische maatschappelijke idealen meer nastreeft maar heel concrete doelen. En dat staken geen doel op zich is. De vraag is of voldoende leraren deze onderneming willen steunen in woord en daad. Ik hoop met Gerard Verhoef op twitter, dat Wouter van der Schaaf ongelijk krijgt.
Laat een reactie achter
Je moet ingelogd zijn op om een reactie te plaatsen.