door Rosalinda Stadt
NRC 29 Maart 2017
Citaat 1
Volgens mij is het probleem dat het hedendaagse talenonderwijs op HAVO/VWO-niveau intellectuele uitdaging mist. Bij vakken als wiskunde en natuurkunde wordt het abstractievermogen van de leerling getraind en bij geschiedenis en maatschappijleer wordt naast kennisverwerving beroep gedaan op het analytisch vermogen. Maar het talenonderwijs blijft de focus hangen op beheersing van de taal en werken docent en leerling aan vaardigheden.
Citaat 2
De afkeer van een overload aan expliciete grammatica-instructie zonder context, die vooral de oudere generatie veelal met gruwel doet denken aan het rijtjesstamp-talenonderwijs, is doorgeschoten naar een uitholling van het talenonderwijs waarin in de eindtermen geen plek is voor het leren over taal. (Einde citaat 2)
Ik wil hier graag iets aan toevoegen: Die afkeer van expliciete grammatica-instructie zonder context, die de oudere generatie veelal met gruwel doet denken aan het rijtjesstamp-talenonderwijs werd zo niet door iedereen aanvaard. Woordjes stampen was misschien niet leuk maar leren aan de hand van een grammaticale structuur vormde daar juist een tegenwicht voor. Ook zou een leerling voorop moeten kunnen stellen dat het hem te doen is beschouwende en beschrijvende teksten te kunnen lezen en/of dat hij vertalen leuk vindt. Waarom moeten leerlingen eigenlijk aan eenzijdigheid onderworpen worden? Waarom krijgen ze niet meer keuzevrijheid? Is élitair echt een vloek?
Het onderwijs wordt door de machthebbers in Den Haag slechts als een economisch goed gezien en het accent op zo simpel mogelijke vaardigheden is daar een uitvloeisel van. De slechte resultaten van het oppervlakkige taalonderwijs bevestigen dat haastige spoed oppvlakkigheid brengt en daarozelden goed is. Waarom laten we die schadelijke eenzijdige kijk en de op talenonderwijs toe en waarom mogen leerlingen niet voor haute cuisine kost kiezen?
Ik denk dat taalkunde als apart vak, zoals dat door Stadt als optie naar voren is gebracht, geen goed idee is. Maar als generalisatie vanuit een gekozen taal wel degelijk. Dan zou het mooi zijn als de leerlingen dan ook nog Latijn en Grieks zouden leren.
Rosalinda ("volgens mij – – – ") heeft het mis. De hele taal-onderwijs sector heeft het mis. Wat ze zegt ("volgens mij – – -") is overigens wel tamelijk juist.
Maar haar remedie is niet de oplossing, het brengt een oplossing geen stap verder, het verergert integendeel de situatie. Taal-vaardigheid (of voor wie aanstoot neemt aan -vaardigheid : kennis van talen, d.i. gewoon : doen, lezen, converseren, begrijpen, hanteren – op de camping of op de Champs Elysees of de Piazza Michelangelo in Florence) zinkt in tegendeel nog verder in het -talig moeras. Ja ja, wij Nederlanders zijn zo goed in talen, so unbelievably excellent in english. Forget it. Quatsch.
Overigens : het hakkelen op de camping mag dan de nieuwe constatering van onvolmaaktheid zijn, die van voorgaande generaties (die sliepen op de Seine Quais, of in de struiken van het Bois de Boulogne, de portieken van het Place de la Republique) waren niet minder hakkelend op maiden trips naar dat wonder Parijs.
Onderwijs van talen (nederlands incluis, maar niet uitsluitend) kan zoveel beter – als we maar wilden leren hoe ze het elders doen. India, 500 miljoen tweetalige inhabitants, China 400 miljoen tweetaligen, de franse (voormalige) kolonies 300 miljoen twee-taligen.
Zo moeilijk is het niet, en jaren woordjes stampen is er ook niet voor nodig – vroeg beginnen, en op die basis naar gedifferentieerde nivo's uitbouwen. Koppelen met andere lessen – voorbeelden van synchrone les-methodiekn (rekenen, muziek, rytme, beweging, talen) is bekend genoeg. Vroeg beginnen (als de ontvankelijkheid voor klank, kleur, beweging nog in de kinderen zit – het leren van abstracte begrippen, grammatica, tekst begrip, volgen in de v.o. fase – met het bijkomende voordeel van meer tijd (twee tot drie jaar meer tijd !) en sneller verwerken van cognitieve taken.
Het oplettend lezertje (de BON-Forum-mer) zal begrijpen dat de geschetste benadering in de eerste plaats in het gymnasiale v.o. van toepassing zou zijn, en tijd- en methode-winst oplevert. Ook dat is bekend, van voorbeelden uit Azie. Niet minder toepasbaar, uiteraard aangepast, voor havo en, zeker ook, voor mbo.
Wat is er tegen een goed doorgezet ssysteem van deel-certifcaten voor, bijvoorbeeld, latijnse woord-kennis, latijnse grammatica, voor 10 tot 16 jarige gymnasium-leerlingen ? Nu verdoen ze tijd en inspanning, en interesse, met moeizame lessen op de verkeerde leeftijd. Idem grieks, idem geschiedenis, idem wiskunde, natuurkunde, humaniora. Er is zoveel meer te bereiken (in dezelfde tijd !) door leerplan bestanddelen beter in te passen in de zich ontwikkelende structuur van kinderen tot adolescenten.