Bij passend onderweijs moeten wij onderscheid maken tussen passend onderwijs in ruimere zin zoals dat voor de hand ligt en onderwijs in engere zin zoals de onderwijsmaffia dat woord gebruikt. De onderwijsmaffia bedoelt naarmee omderwijs in gemengde groepen dat "passend"gemaakt wordt door speciale individuele aandacht aan elke leerling. Een overheid zou de betekenis van de uitdrukking in algemene zin als een belangrijke leiddraad moeten beschouwen. Dat doet ze niet als het om het in niveaux opgedeelde secundair onderwijs gaat waar de juffen van de basisschool mogen beslissen wat het hoogste niveau waarop een kind het voortgezet onderwijs mag volgen. De vervolgschool mag van dat advies afwijken maar ze vinden in de praktijk rechtvaardigheid minder belangrijk dan hun planning. Het kind kan een naar een hoger niveau wijzend CITO-toetsresultaat verwerven, ouders kunnen het kind laten testen of op bijzondere omstandigheden wijzen voorafgaand aan het judicium van de basisschool, de meeste vervolgscholen willen er gewoon niet hun planning niet voor veranderen. Hier schiet de overheid duidelijk tekort in het streven naar passend onderwijs in ruimere zin. <newline>
Er is een goede reden om te vermoeden dat daarbij veel slachtoffers vallen want: <newline>
slechts 62 % van alle basisschoolleerlingen kreeg vorig schooljaar een advies dat overeenkwam met de uitslag van de centrale eindtoets <newline>
17 % ontving juist een lager advies. <newline>
Dat wordt enigzins gecompenseerd doordat 21 % van de kinderen vorig schooljaar een hoger advies dan de toetsscore kreeg. <newline>
Als de CITO-toets een geheel betrouwbare voorspeller zou zijn zouden 17 van de 100 leerlingen ten onrechte op een te laag schooltype komen. Die zouden dan als nog tot het hogere schooltype moeten worden toegelaten. Omdat de voorspellende waarde van de CITO-toets geen 100 % is eventueel pas na nog een test. <newline>
Er is verder alle reden om niet aan te nemen dat op de basisschool alle leerlingen goed onderwijs hebben gehad dat bij hen past. Het gemiddelde niveau van de juffen is niet goed genoeg om ook bij de intelligente leerlingen voor passend onderwijs te zorgen. Het extreme geval daarvan is een hoogbegaafd kind dat onderpresteert en zijn drive verloren heeft om op de basisschool iets te leren. <newline>
Bron: NRC van 20 januari Goede CITO-score? Maakt niets uit! van Juliëtte Vasterman
Vóór de Mammouthwet van