In een verdaag verschenen interview beweert minister Bussemaker, dat het afgelopen moet zijn met de grootschalige scholen en leerfabrieken in het mbo. Het is allemaal één pot nat, volgens haar. Maar wat wil de misnter nu precies? Ze heeft zelf bijgedragen tot haar adagium "Het is één pot nat", met wederom een nieuwe eenvormige kwalificatiestructuur met steeds slechter wordende kwalifiactiedossiers. Zo bevat het kwalificatiedossier 'Timmeren" het woord alleen op de titelpagina. Verder laat ze de scholen steeds meer schooltje worden en blijven de besturen en besturenkoepels à la Amarantis gewoon bestaan. Het OMO bestuursmodel beklijft goed in Den Haag. Een schoolbestuur met daaronder ruim 60 schooltjes en ruim 60000 leerlingen is een grootschalig model en geen kleinschalig model. Bovendien wijst onderzoek uit dat te kleine schooltjes (onder de 2000 leelringen) en te grote leerfabieken (boven de 15.000 leerlingen) in het mbo een groot afbreukrisico betekenen voor zowel de leerlingen als de leraren. Kortom politieke kletskoek van de eerste orde.