De Onderwijsinspectie heeft een meerjarige financiele analyse opgesteld van het Nederlandse Vrije School-onderwijs. Zoals bekend, zitten de Vrije Scholen (ook die van het voortgezet onderwijs) in een peri0de van gestage groei. De Vereniging van Vrije Scholen (in Driebergen) heeft meegewerkt aan het het onderzoek.
Het rapport biedt een interessante kijk in de financien en organisatie van deze scholen. Het vermeldt dat de meeste scholen zijn opgericht door ouders. Het vermeldt ook dat (weliswaar vrijwillige) ouderbijdragen in het algemeen hoger zijn dan elders in het onderwijs – maar het geeft tevens aan waaraan deze gelden worden besteed – aan typisch eigen leer-activiteiten buiten reguliere lessen : bijvoorbeeld muziekles. tuinbouw, kleurenleer of tekenen, vreemde talen, en dergelijke.
Het rapport stelt vast dat ouders een ruime mate van bestuurlijke invloed hebben ; net als de leraren. Feitelijk delen ze de bestuurlijke verantwoordelijkheid. Bestuursfuncties zijn niet gesalarieerd. Er zijn coordinatoren (die ook zelf les geven), maar ze zijn schaars, en dan vooral daar waar meerdere scholen aangestuurd worden door één bestuur. In een enkel geval gebeurt het dat een "manager" wordt aangesteld, om "problemen" op te lossen, en dan steeds op tijdelijke basis.
Typerend is dat het leraren collectief de gang van zaken op school bepaalt. Het leraren collectief is daarin verregaand autonoom, uiteraard binnen de organisatorische en financieel mogelijke grenzen die in overleg met het (bovenschoolse) bestuur worden bepaald. De organisatie is duidelijk niet hierarchisch. Elke school heeft wel een "directeur", die echter strikt de gelijke van de andere leraren is – hij (m/v) deelt bovendien in de les-taken, en wordt op hetzelfde nivo betaald als zijn (m/v) collega's. Terecht wijst de Inspectie erop dat deze structuur meer overleg vereist en een risico vormt, bijvoorbeeld als er zeer grote verschillen van opvatting tussen leraren ontstaan.
Verder valt op dat de scholen kleinschalig zijn, ook de VO scholen. Er zijn ondertussen meer dan 100 PO scholen, en 18 VO scholen.
Het rapport wijst op risico-factoren, in bestuurlijke en financiele zin. Maar de Inspectie zegt niets over de, in jaren toegenomen, dwang in het curriculum, inzake leerstof en leermethode – de Haagse eenheidsworst. Er is wel een (gratuite) erkenning van het "eigene" van de leer methodiek van de Vrije School, maar geen doorwerking daarvan in de appreciatie van leerdoelen en onderwijs-intensiteit of toetsen. De Inspectie toont geen begrip voor het leren van (vreemde) talen in de vroegste klassen, geen notie over de methode van leren lezen, niets over de functies van, bijvoorbeeld, tekenen, muziek, biologie in de eerste helft van PO.
Zoals iemand opmerkte : het "vrije" in de Vrije School staat al lang niet meer voor "vrij van overheidsbemoeienissen".
De samenvatting van de Inspectie is hier te lezen, het rapport (pdf) staat op de site van de Inspectie :
En weet u waarom ouders die
En weet u waarom ouders die scholen zo waarderen? Vanwege de bildung, de kunstzinnige vorming EN het klassikale onderwijs. Ik ben geen antroposoof, maar het vreet mij op van woede als ik zie hoe de overheid, bol van holle retoriek, ook haar tanden heeft gezet in deze vorm van onderwijs. Zelden waren woorden en werkelijkheden zo verschillend van elkaar als in deze tijd van het gelijkschakelend onderwijsmodel dat overheden propageren. Ik heb bewust elke verdere medewerking aan deze overheden geweigerd en heb andere inkomstenbronnen gevonden. Een behoorlijk talent minder voor het onderwijs. Ik vertik het om naar die walgelijke overheidsgoeroes te luisteren.
Bovenstaand beschreven
Bovenstaand beschreven scholen komen in veel opzichten overeen met scholen zoals ik die voor mijn kinderen zou wensen. Er staat begrijpelijkerwijze niet vermeld in welke doelstellingen, inhoud en onderwijsmethoden in de plaats van het reguliere onderwijs zouden komen als dat door de overheid vrij zou worden gegeven. De organisatiestructuur lijkt mij voorbeeldig maar eist natuurlijk van leraren en ouders overeenkomende ideeèn over wat de inhoud, methode en doelstellingen van het onderwijs moeten zijn.Bij de Vrije Scholen is die gegeven. BON pleit voor grotere vrijheid en verantwoordelijkheid voor de leraren maar vertelt niet hoe de machtsverdeling tussen leraren en ouders er zou moeten uitzien. Het goede voorbeeld dat de vrije scholen bieden zou BON er toe moeten brengen om zich meer in te zetten voor de Vrijheid van Onderwijs in het algemeen met daaruit voortkomend ook het recht om scholen op te richten die aan de beginselen van BON voldoen. De vrije scholen zouden dan vriendinnen van BON kunnen worden en de machtspositie van BON tegenover de overheid zou daardoor versterkt worden. En BON had al lang een (nu nog kansloos) verzoek bij de volksvertegenwoordigers moeten indienen om het oprichten van BONscholen mogelijk te maken. BON straalt nu al te zeer uit dat zij weet wat het beste onderwijs is, dat zij de overheid daarvan moet overtuigen en dat de overheid die dan moet opleggen aan alle ouders, leerlingen en leraren.
[1]
[1]
Het rapport geeft een onverwacht frisse kijk op wat er mogelijk is (in termen van financien en organisatie), ondanks de verstikkende Haagse regulering, die door de Inspectie, naar de wet (vrijwel letterlijk), praktisch wordt uitgeoefend.
Van de financien gaat (zegt het rapport) 80 percent naar het onderwijs in de klas ; wel te verstaan 80 percent van het geld dat de overheid fourneert plus het deel van de ouderbijdragen.
Het Vrije School onderwijs bevat elementen waarvoor de overheid geen geld geeft. Het komt erop neer dat circa 75 percent (iets minder) van het overheidsgeld in de klas "terecht komt", en ouderbijdragen dat aanvullen tot effectief 80 percent.
De vraag is gerechtvaardigd of deze financiele constructie te rijmen valt met de opvatting dat de overheid het onderwijs als een kerntaak beschouwt (zelfs het monopolie daarover per wet claimt). Het antwoord daarop is : nee.
In de praktijk heeft "den Haag" essentiele onderdelen van het Vrije School onderwijs als overbodig bestempeld, de schooljaren verkort, andere elementen verplicht ingevoerd *.
Daarover echter zegt de Inspectie niets. De conclusie moet wel zijn dat de Inspectie het Haagse instrument is om het overheidsbeleid (zo nodig geforceerd) uit te doen voeren.
[2]
Wat het rapport echter acuut interessant maakt, is dat het als voorbeeld kan dienen voor onderwijs-wensen die vooral BON propageert :
[a] de docent die verantwoordelijk is voor de klas, voor wat leerlingen leren
(zelfs extreem : een Vrije School leraar gaat van groep 3 tot groep 9 (dus nog 1 jaar meer dan groep 8) mee met "zijn" klas) ;
[b] de directeur is de gelijke van de docenten, geeft zelf ook lessen, staatt niet op een verhoogd voetstuk ;
[c] de besturen zijn, met zeer weinig uitzonderingen, bemand (v/m) met niet bezoldigde bestuurders ; er zijn vrijwel geen betaalde managers werkzaam in Vrije Scholen – uitgezonderd in een nood-situatie en ook daar geldt dat hij (m/v) deelneemt aan de lessen ;
[d] feitelijk runt het leraren collectief de school, het bepaalt wat en hoe het gebeurt ; essentieel is een overlegstructuur zonder hierarchie ; essentieel is ook de kleinschaligheid van scholen, en de verbanden tussen scholen.
Allicht zijn het de grondbeginselen van de Vrije School (het doordachte onderwijs-systeem, de beproefde structuur, de visie op ontwikkeling van kinderen en adolescenten) die dat alles mogelijk maken – onverlet minder fraaie gdebeurtenissen die ook in Vrije Scholen kunnen gebeuren.
Ontdaan van hun ideologische grondslag, zijn er genoeg praktische elementen die het waard zijn om te overwegen. Sommige van de grondprincipes voor het aansturen van onderwijs zijn naar waar BON ook streeft. BON (en Malmaison and friends and relations **) zouden er goed aan doen om eens na te gaan wat bruikbaar is in een veel wijder opgezet onderwijs-veld. De Vrije Scholen zijn in een fase van gestage, zich doorzettende groei. BON zou zoiets ook kunnen entameren.
* Voorbeelden te over : te vroege (want cerebrale) alfabetisatie (4-5 jaar), verplichte lessen voor groep 1 (engels ?), dwang tot lezen (groep 2), verkeerde reken-les. De overgang naar vervolg-onderwijs, 11-12 jaar : voor veel leerlingen te vroeg. De toets-gekte, toetsen die niet bij de leeftijd passen. Het grandioos-zieke idee van ICT voor jonge kinderen, iPads in plaats van papier, het projectie-scherm in plaats van het krijtbord. Biologie-les (Mendel, F1 generatie, afstamming) die wiskunde is en geen biologie. En aan de onderwijs-exit kant (van het vervolg-onderwijs), de opeenstapeling van examenvakken. Dat kan allemaal veel beter.
** Met dank aan A.A.M. Milne, Winnie the Pooh.
De overheid heeft op het
@ malmaison, hierboven
@ malmaison, hierboven
(citaat) : Het zou goed zijn dat organisaties zoals De Vrije School, BON, de Vereniging voor thuisonderwijs, de instellingen voor afstandonderwijs, Ouders van en scholen voor Gymnasiaal onderwijs en organisaties van onvergenoegde leraren zich in een koepel voor vrijheid van onderwijs zouden verenigen.
Dat zou goed zijn, maar het gaat niet gebeuren – eenvloudig omdat de machten anders liggen (dwars op verenigen).
Komt bij dat de uitganspunten grotelijks verschillen. Er zijn geen eensluidende uitgangspunten over [1] doel, [2] middelen, [3] trajecten, niet eens over [4] de pedagogiek, methodiek. Geen enmkele sectror erkent de andere als gelijkwaardig.
Als het op de onderwijskundige principes en – methoden aankomt, zijn alleen de Vrije Scholen in staat om vanuit een fundamenteel beginpunt uit te leggen wat onderwijs is, waar onderwijs over gaat, hoe onderwijs werkt en wat het bewerkstelligt, en wat de resultatern (kunnen) zijn ; Montessori scholen een goede tweede.
Anderen, in een poging om uit te leggen wat didactiek is, waar pedagogie over gaat, wat onderwijs bewerkstelligt, hoe hun scholen reilen en zeilen, verliezen zich in een wirwar van elkaar tegensprekende visies, alsof ze in een moeras zitten en er niet uitkomen. Onderwijsland is niet gezegend door unisone geluiden, besluitvaardig handelen of verzekerde uitkomsten – examen diploma's e n toetsen ten spijt.
Dat laat onverlet de velen die, zonder het duidelijk uit te kunnen leggen, niettemin er in slagen om, intuitief, van nature of deel-bewust, naar goed behoren te functioneren in hun rol als leraar, docent, opvoeder, didacticus. Onverlet ook dat er onder de didactisch meer bewust handelende of onderlegde leraren (Vrije Scholen en Montessori) niet steeds een harmonieuze sfeer heerst (het risico,dat de Inspectie signaleert).
Niet elk kind of elke adolescent zal zijn beste plek vinden in deze onderwijs-soorten. Wat weer niet wil zeggen dat de methodiek van deze scholen tekort schiet. Wel is het duidelijk dat "gewone" scholen het risico lopen, niet altijd (duidelijk gefocussed) te weten wat, in de groeifasen van kind tot volwassene, vereist is inzake didactiek, lessen, les-inhoud. Waar en wat is het inzicht (en waarom ?) over leerfasen, leer-doelen, toetsen, resultaten ? Gaan we "nuttige" burgers voor de maatschappij kweken ? Hoe dan ? Gaan we al die onjuiste leermiddelen (iPads, electronische schermen, software, engels voor 4-jarige kiddies, ander bedrog) inzetten voor de glorie van de natie, om staats-secretarissen te kweken (à la Dekker) of criminelen (zoals Holleder) of extremisten voor IS ? Dan maar liever brave burgers, makke schapen.
Vroeger zongen we (verplicht) :
't Is Plicht dat ied're jongen
Aan d'onafhankelijkheid
Van zijn geliefde Vaderland
Zijn beste krachten wijdt –
en in Duitsland iets met Marchieren, in Engeland Rule Brittania, Frankrijk was nog bezig met zijn Pieds Noirs en Afrique, Amerika en Rusland waren bezig met elkaar – sofar voor de geciviliseerde wereld. O toch maar het humanistisch ideaal, de gymnasia, Bildung ?
Die samenwerking wordt nooit wat, er is geen zicht op gezamenlijke doelen. Dat BON zich inzet (net als de Vrije Scholen, net als Montessori) voor behoorlijk rekenonderwijs (de didactiek, methode, resultaten) : mooi, nuttig, terecht. IT scholen down playen, ook terecht. Gigantische school-gemeenschappen afzijken, terecht.
Maar dat alles verschaft niet de eensluidende, eensgezinde basis om kordaat op te treden tegen de Haagse verloedering in zaken van onderwijs. De verloedering zit diep in de samenleving, in onszelf, in wat we doen en nastreven en wat politici (niet alleen het nep-parlement) en bestuurders gevoeglijk honoreren, de bedrijfstak manasjers niet te na gesproken. Niet alleen de commissarissen (n) van ABN-Amro (en van Klaveren) zitten fout. De verzamelde onderwijs-gemeente en hun myriade oplossingen zitten on het collectieve moeras. En dat is nu weer het aardige van biologie : daar l;eert een kind dat je uit een moeras niet (zomaar) uitkomt.
De basis van de samenwerking
De basis van de samenwerking is zeer simpel. Voor mij zijn de kenwoorden van het onderwijs Bildung, intellectuele ambiance en echte (=abstracte) wiskunde. Ik heb liever dat mijn kinderen scholen bezoeken die stroken met mijn ideeën en kinderen van anderen het soort onderwijs kunnen volgen dat hunouders goed dunkt dan dat ik genoegen moet nemen met een naar mijn idee slecht compromis. Al die bewegingen van mensen die een beaald soort onderwijs voorstaan moeten veel meer dan nu de mogelijkheid krijgen om het onderwijs aan hun eigen kinderen naar hun eigen opvattingen in te richten. Ik zat vroeger op een "ProtestantsLyceum" waarop in feite vrijwel alle niet-kathokieke VWO-leerlingen van heel Zuid-Limburg zaten. In dit geval was het een compromisschool maar ook een voorbeeld van samenwerking van ouders die het Roomsch-katholiek getinte onderwijs niet pruimden. De verschillende groepen van een bepaald soort onderwijs moeten ekaar vinden in de noemer 'Vrijheid van onderwijs voor alle ouders'.
Als je ouders wilt
Als je ouders wilt mobiliseren voor iets als BON-onderwijs, zul je eerst een aantal heldere kenmerken van dat onderwijs op een rij moeten zetten. Alleen dan kunnen ouders weten waarvoor zij alle inspanningen gaan verrichten om tot een nieuwe vorm van bijzonder onderwijs te komen. Ouders moeten gedreven zijn. Bijzonder onderwijs kwam vaak van groepen ouders met eenzelfde ideaal. Veelal vanwege een gewenste vorming op religieus gebied waarbij men probeerde het curriculum aan te passen aan het geloof dat men de kinderen wenste door te geven. Leerkrachten werden gezocht in dezelfde kringen: zij dienden de ouderidealen te delen.
Nu lijkt vooral de overheid de leidende factor en komen politieke figuren het onderwijs schetsen. Dit onderwijs wordt a.h.w. opgelegd waarbij men dienstbaarheid van de ouders verwacht. Een top-down benadering naar mijn mening. Grootste probleem: Iedereen roept dat dit onderwijs 'beter' is. Elke school zou boven de ingang de tekst kunnen plaatsen: "School voor beter onderwijs". Hoe verschillend ook.
We zien dus geen ouderbeweging voor een BON-school. Deels omdat "beter" niet exclusief is. Deels omdat andere beginselen (geloof b.v.) belangrijker gevonden worden dan een speciale didactiek. BON doet niet aan beginselen en daarom zie ik geen ouders die zich scharen onder deze banier. Ik kan mij b.v. een reformatorische school voorstellen die nog traditioneel onderwijs geeft (voor zover niet verboden), maar die niet een BON-school wil zijn vanwege het seculiere karakter van BON.
En wat zou de winst zijn van een seculiere BON-school boven een bijzondere school op religieuze grondslag, wanneer beide scholen traditioneel onderwijs geven?
De banier "beter" is een te vale vlag. Die vaalheid verbindt niemand.
De band tussen de ouders met
De band tussen de ouders met heel verschillende ideeën over goed onderwijs zit 'm in de verontwaardiging dat de overheid geheel en al bepaalt welk onderwijs voor hun kinderen goed is. Daarnaast moet er natuurlijk een grote tolerantie bij die ouders zijn t.o.v. mensen en scholen uit een andere groep. De BONgroep bestaat uit ouders die die weg van veel soorten kleur en tolerantie willen gaan in plaats van het voor ieder kind voorgeschreven overheidsonderwijs om te buigen in BONonderwijs voor ieder kind. Als ze werkelijk menen dat BON-onderwijs zo goed is moeten zij er ook op vertrouwen dat het BON-onderwijs een grote aantrekkingskracht zal uitoefenen en dat zo vele kinderen er van zullen profiteren. Haast hetzelfde doel is dan gehaald maar dan via een heel andere (en mogelijk veel beter begaanbare) route.
Na het weekeinde zal ik wat uitvoeriger commentariëren.
@ malmaison @ moby @
@ malmaison @ moby @ malmaison – hierboven
Programma voor BON scholen – wat staat er in, en wat staat er niet in ? Is er wel een programma ?
[1]
Moby wijst op een minimale eis om BON ouders voor BON onderwijs te mobiliseren : "een aantal heldere kenmerken op een rij zetten". Welke zijn dat ?
Malmaison wenst zich, zoals hij zegt : Bildung, intellectuele ambiance en echte (abstracte) wiskunde. Is dat genoeg programma ?
[2]
Uit de discussies in dit forum zie ik één duidelijk pro0gramma-punt : goed rekenonderwijs. Terecht, maar te weinig onderscheidend voor kiemende BON scholen, met name omdat enigerlei andere focus-punten ontbreken : vreemde talen, biologie, exacte vakken, humaniora (in relatie met Bildung – hoe dan ?).
Die andere kenmerken worden hier niet of nauwelijks genoemd – het zij dan dat "kleine scholen" en "meer geld voor in de klas" af en toe wordt gereoepen, zonder dat het weerklank vindt.
[3]
De BON beginselen lezend zie ik er nog een paar. Erg duidelijk bij elkaar zijn ze niet, progammatisch noch pragmatisch voldoende, hoogstens richtingwijzend maar blijvend vaag – té vaag en dus een strikt onvoldoende programma om BON scholen te gaan promoten.
Daar komen geen ouders op af, en te weinig docenten, eenlingen wier echo dempt in het bos van, ja, dissonante wensen in onderwijsland. Kakofonie. Wat wil je ook, met myriade tegenstrijdige meningen en bevindingen ? BON is een klein heestertje onder de schaduw van het dichte bladerdak van dikke groot-gegroeide bomen (eik, beuk, spar, linde, grove den), ecologisch kan het niet groeien, want te weinig zonlicht (dat was weer eens uit het vak biologie, dat in BON geen respons ondervindt).
[4]
Moby zegt terecht : "beter" is niet exclusief. Ik zou zelfs willen zeggen : "beter" is, net als instant coffee, de momentane omschrijving van een instant geluksgevoel, de reclame van "nu is het beter" – maar wat is beter onderwijs ?
Duurzaam beter dan, ook zo'n hype term (overigens niet door Moby gebruikt, wel overal in de reclame) , het failliete neefje van beter. Iedereen in onderwijsland wil het "beter", en kijk eens – je ziet niet wat je ziet.
[5]
Die band tussen ouders (malmaison) is een illusie – uitgezonderd die soort die toch al voor bijzonder onderwijs gingen : confessionelen, de bible belt misschien, katholieken vroeger en nu weer, mohammedanisten (had-je me-maar), Montessorianen en Vrije Schoolsen, en enkelingen en zoals i-technici – de laatsten zeker ook : het computervolkje maar dan in omgekeerde richting.
De BON groep van malmaison bestaat niet. Er zijn wel als los zand aan elkaar hangende individuen die bij het minste en geringste weer uiteen vallen.
Voor cohesie is meer nodig dan "beter", "anders" of "vroeger". Enkel ontevreden zijn is niet de kiel waarop een soliede zeevaardige schuit kan worden gebouwd (uit de zeevaartschool geklapt).
Ergo. Nee, er is geen BON programma. Er zijn wel (terechte) klachten, rekenonderwijs en wiskunde goede voorbeelden. En andere : financien, verdeling, organisatie. Al die on-derwijskundigen die uit hun schimmel-wortels in onderwijsland vreemde vruchtlichamen laten groeien ; nog lang dus.
De kenmerken Bildung,
Er zijn ouders die van de
De door de staat in het zadel
Sassoc, Moby, b.Verkroost,
@ malmo :
@ malmo :
Zou het zijn dat BON nooit (serieus) heeft geprobeerd ? Ik hoor dat van veel kanten.
Of : dat de "plannen" ("- – -" want vaag) te vrijblijvend en statistisch (wiskundig dus) te knorrig zijn ?
Of is er helemaal geen Plan ?
Of hebben andere organisaties (scholen ook) geen zin in luchtfietserij, de talloze meningsverschillen, begrips-verwarringen, ruzies nog voordat er ook maar iets praktikabels opduikt ? Ik hoor dat vaak en van veel kanten – – , en niet alleen uit gymnasia.
Ga eens kijken in Rotterdam, Charlois, dat is t Zelfde waar jij op doelt. Maar : hij doet het. Hij heeft bij de minister aan tafel gezeten en zijn Plan uitgelegd. Wordt vervolgd.
Als dat (in Rotterdam) niet t Zelfde is van wat jij beoogt (want niet hoogbegaafd, niet exclusief of niet cerebraal en niet gymnasiastisch) : probeer het bij de gymnasia : www.gymnasia.nl – alwaar tevens links naar gymnasiale organisaties.
Ik betreur, met veel anderen, de ondergang van de gymnasia van vroeger. Was dat onvermijdelijk ? Mogelijk. Mogelijk ook (jij denkt dat, en je bent niet alleen – -) hebben die organsiaties zich laten inpakken (door "den Haag"). Dat is niet het zelfde als t Zelfde – die heeft gevoel voor inpakkers.
Menig ouder klaagt helemaal
Menig ouder klaagt helemaal niet als zoon- of dochterlief met weinig inspanning een hoog diploma kan halen. Ziedaar waarom diploma-inflatie zo'n groot succes kon worden. Want uiteindelijk is ook de ouder berekenend: een hoog diploma opent meer deuren en naar inhoud wordt toch niet meer gevraagd op de arbeidsmarkt.
Menig ouder ruilt een hoge 'bildung' graag in voor een gemakkelijk te behalen hoog diploma en vernieuwers hebben zulke ouders kunnen bedriegen. Menig leerling klaagt ook niet als een waardevol diploma op het dooie akkertje behaald kan worden. Menig cursist klaagt trouwens ook niet als alleen het aanwezig-zijn voldoende is het certificaat te behalen. Ook menig leerkracht heeft certificaten op zak die verstrekt werden op grond van het simpele feit dat men aanwezig was.
Liefst geen inspanning en dan toch de hoge beloning. Dat hebben vernieuwers de ouders gebracht en de ouders vonden dat uiteindelijk geen onprettige situatie.
Ik heb een pessimistisch mensbeeld, dat moge duidelijk zijn. De vernieuwing speelde in op de gemakzucht en de ijdelheid van ouders, leerkrachten en leerlingen. En die groepen vonden dat genakkelijke wereldje zonder al die strenge eisen, eigenlijk wel fijn.
Ik ben het, Moby, niet
@ sassoc: “Want uiteindelijk
@ sassoc: "Want uiteindelijk is ook de ouder berekenend: een hoog diploma opent meer deuren en naar inhoud wordt toch niet meer gevraagd op de arbeidsmarkt."
Nederland heeft een grote aantrekkingskracht op het internationale bedrijfsleven / organisaties dankzij een vriendelijk belastingklimaat, een uitstekende ligging, de relatief korte afstand naar de nationale luchthaven Schiphol (met veel bestemmingen), een beheersing van het Engels in brede lagen van de bevolking, een stabiel politiek klimaat (als je het zo wil zien ;), en een hardwerkende nuchtere bevolking. Het handelsland Nederland gaat doorgaans goed met internationale invloeden om.
In Nederland zijn veel 'expats' werkzaam in het internationale bedrijfsleven. Deze mensen zijn uit internationale sollicitatieprocedures naar voren gekomen. Nationaliteit maakt niet uit. De organisaties kunnen selecteren wie ze willen. Er wordt gekozen voor hoog opgeleide, goed de Engelse taal beheersende, jonge (bulk is circa 30-35 jaar) en sociaal aangepaste lieden die in het plaatje passen. Nederlanders hebben het zwaar op deze internationale arbeidsmarkt in eigen land. In Nederland is daarnaast ZZP nogal in opkomst (geen regulier werk te vinden, vrijheid, 'de nieuwe tijd', flexibele werktijden, populaire hipster kunnen zijn). Oostblokkers kunnen zeer ambitieus zijn, omdat er nog meer te winnen is. Het betreft banen van echt hoog niveau.
Het Nederlandse onderwijs werkt absoluut niet mee in het faciliteren van ambitieuze Nederlanders. Alles is op eenheidsworst gericht. Blijkbaar is de tegenbeweging van ouders en scholieren niet groot genoeg (zie tevens hiervoor aangehaalde argumentatie van sassoc). Via huiswerkhulp denkt men er wel te komen.
Het vestigingsklimaat voor R&D-activiteiten (vnl. Development) neemt af. Rathenau Instituut, 'Steeds meer R&D-geld naar buitenland', 19 oktober 2015
"Nederlandse bedrijven geven steeds meer R&D-geld uit in het buitenland. Buitenlandse investeringen in Nederland blijven achter. Dat toont het Rathenau Instituut in het rapport 'R&D goes global'. Verder blijkt de 'r' (research) relatief honkvast ten opzichte van de 'd' (development). Doorslaggevend voor de locatie van bedrijfsresearch is de aanwezigheid van kennis, onderzoekers en mogelijkheden tot samenwerking." "Research blijft vooralsnog in Nederland"
De ambitie van kennisland ('kennisinvesteringen') moet niet sneuvelen tegenover de regeringsambitie van handelsland. De ronkende beleidstaal over vaardigheden van de 21e eeuw blijft niet overeind in de internationale markt. We zinken anders mee in het verloren continent Europa. 😉 Decadentie blijft over… 😉 Waar zijn de hardwerkende en nuchtere Nederlanders gebleven? (ten onder gegaan aan de vaste lasten?)
Verontschuldiging: @moby ipv
Verontschuldiging: @moby ipv @sassoc
Hopelijk leidt deze discussie
Hopelijk leidt deze discussie ertoe dat zich mensen melden die een onderzoek willen starten naar de mogelijkheid van het vormen van een brede coalitie tegen de usurpatie van het onderwijs door de overheid.