Nieuw rapport uit de hogere bureaucratie (3 juni 2014).
Preliminary version – Deborah Nusche, Henry Braun, Gábor Halász, Paulo Santiago, ‘OECD Reviews of Evaluation and Assessment in Education: The Netherlands’, Preliminary version, OECD 2014 (via*). Andere rapporten.
“The report serves three purposes:
(1) provide insights and advice to the Dutch authorities;
(2) help other OECD countries understand the Dutch approach;
(3) improve the international knowledge on evaluation and assessment policies.” (p. 3)
“This report for the Netherlands forms part of the OECD Review on Evaluation and Assessment Frameworks for Improving School Outcomes (see Annex A). The purpose of the Review is to explore how systems of evaluation and assessment can be used to improve the quality, equity and efficiency of school education. The Review looks at pupil assessment, teacher appraisal, school leader appraisal, school evaluation and system evaluation, and how these help to improve pupils’ learning.
The Netherlands’ involvement in the OECD Review was co-ordinated by Hans Stegeman (ook!; en) at the Ministry of Education, Culture and Science and Marian Hulshof at the Inspectorate of Education, assisted by Jessica Villamil. The Netherlands opted to participate in the country review strand of the international project and host a visit by an external review team.” (p. 3)
***
CONCLUSIONS AND RECOMMENDATIONS (p. 175-188)
POLICY RECOMMENDATIONS (p. 183)
* – Embed the evaluation and assessment framework with broader learning goals for the 21st century;
* – Draw up an overarching strategy to further develop and integrate the evaluation and assessment framework;
* – Continue to build on teacher professionalism;
* – Engage stakeholders and build networks for system learning;
* – Consider developing learning progressions to complement curriculum goals;
* – Develop an assessment strategy in line with 21st century learning goals;
* – Strengthen teacher competencies for effective development and use of assessment;
* – Review and refine teaching standards;
* – Strengthen school-based appraisal for teacher professional development;
* – Further develop the teacher career structure and link career development to a revised registration system;
* – Enhance the evaluation capacities of school boards and school leadership teams;
* – Continue to adapt school evaluation to emerging needs;
* – Further explore the formative use of value-added information for school evaluation;
* – Develop and communicate clear national goals for the education system;
* – Consider monitoring a broader range of student competencies;
* – Incorporate information on school professionals, school practices and perceptions in system evaluation.
***
SCHOOL CONTEXT (p. 175)
* – The Netherlands combines strong school autonomy with central steering, inspections and support;
* – The Dutch education system achieves good results internationally and is aiming to go further;
* – National priorities relate to promoting excellence among schools, enhancing teacher professionalism and supporting “results-oriented work”.
***
STRENGTHS AND CHALLENGES (p. 176)
* – Evaluation and assessment approaches in the Netherlands are highly developed, but some elements need further attention;
* – A balanced evaluation and assessment approach, which relies on the involvement of multiple stakeholders;
* – Schools have broad autonomy in evaluation and assessment, which creates both opportunities and challenges for the system;
* – Evaluation and assessment are policy priorities in the Netherlands, but they are not embedded in a broader vision or strategy for Dutch education in the 21st century;
* – The focus on teacher professionalism is commendable and has potential to become a central element in the Dutch evaluation and assessment framework;
* – Standardised assessments provide reliable measures of student learning but there are risks that they are becoming too dominant;
* – The newly introduced reference levels provide greater clarity on expectations for student learning, but they are only available for a sub-set of learning goals;
* – The focus on “results-oriented work” is a good policy but requires further investment in capacity building;
* – Summative student assessment relies on a good balance between central and school-based elements, although there are some concerns;
* – Professional standards for teachers exist, but they are not widely used in schools;
* – There are school-based approaches to teacher appraisal, but no guarantee that all teachers receive regular feedback on their performance;
* – Teacher professional development is encouraged, but not sufficiently linked to teacher appraisal;
* – The introduction of a teacher register is positive and has potential for further development;
* – School self-evaluation relies on increasingly well-developed instruments and capacity, but it would benefit from further support;
* – Inspections have been successful at helping underperforming schools improve, but new inspection approaches appear necessary to stimulate the progress of all schools;
* – The availability of reliable information on learning outcomes is a strength but concerns exist that assessment results are increasingly put to multiple uses;
* – The introduction of value-added modelling brings both opportunities and new challenges for school evaluation;
* – The Inspectorate operates as an advanced “knowledge organisation”, whose success also depends on effective collaboration with multiple actors;
* – Education system evaluation receives considerable attention in the Netherlands but would benefit from clearer national education goals;
* – There is a good ability to monitor learning outcomes at the national level, but measures of student learning could be broader;
* – There is room to further learn from the practices and perceptions of school professionals.
Met een bezoek aan de onderwijscoöperatie, p. 190
snaptuwel?
snaptuwel?
Big Sister is watching you.
Big Sister is watching you.
En ze doet zoveel aanbevelingen dat er niets van terecht kan komen. Maar ja, ze moest ook een rapport schrijven.
@Hendrikush en Philippens
@Hendrikush en Philippens
'snaptuwel?' is voor de luie lezer tenminste een duidelijke opmerking. Verstaat u onder 'Big Sister' de in Parijs gevestigde OESO? Wellicht dat ik deze blog nog wel eens zal uitbreiden? Wie weet, gedeeltelijk vertalen voor de minder Engels-bedeelden?
Ik wil deze redactionele arbeid heus wel achterwege laten. Het kost meer tijd dan u denkt deze rapporten te lezen, en voor te kauwen voor deze website. De Engelse taal is daarnaast ook niet erg gebruiksvriendelijk, en toch trotseer ik de aversie tegen Engels. De communicatie binnen de wetenschappelijke en bureaucratische wereld vindt nu eenmaal, vanwege de institutionele globaliseringstendens, voor een groot deel in het Engels plaats.
Indien u deze spruitjes niet lust, dan laat u het bij het 'ad hoc' reageren op incidenten die via de Nederlandse politiek, media, en Joop.nl tot ons komen. In dit rapport staan zaken die alvast ter harte kunnen worden genomen, zodat er niet over een aantal jaar weer 'ad hoc' behoeft te worden gereageerd op de Nederlandse politiek, media, en Joop.nl. Reken maar dat bovengenoemd rapport op het bureau van richtinggevende ambtenaren bij het ministerie van OCW belandt. Of is de onderwijscooperatie voor een ander doel dan het geven van tegenkracht op de huidige institutionele tendensen opgericht?
Helaas zal ik me niet beperken, omdat ik het onderwijs niet zie als alleen van de docenten (van BON). Het onderwijs is ook voor de maatschappij, ouders, het onderwijs van uw en mijn familie, en de volgende generatie. BON moet uitkijken dat zij met een beperkt aantal toonaangevende mensen niet zelf institutionaliseert, en zichzelf fijn op de borst klopt over de kritische noten die men kraakt. BON heeft nog te weinig bereikt, en te weinig breed draagvlak (in de zin van leden). BON is juist groot geworden vanwege de diversiteit van mensen die zich in de opdracht van de vereniging kunnen vinden. Deze website maakt daar een onlosmakelijk onderdeel van uit. Ik probeer reeds meer dan acht jaar de grotere verbanden aan te tonen, ook al zijn deze te ver van het Nederlandse bed (wel op tijd wakker worden!). In mijn eigen blog is dat tenminste altijd 'on topic'. 🙂 Ik wees al acht jaar geleden op de internationale invloed op het onderwijs. Nu is het in Nederland 'en vogue' om daarover te praten. U mag uzelf feliciteren daarover.
U herkent de woorden '21st century skills' toch wel?
Big Sister is zowel de OESO
Big Sister is zowel de OESO die genoeg middelen heeft om allerlei ambtenaren en politici te bestoken met aanbevelingen. Maar Big Sister zijn ook Marian en Jessica hierboven die bereid zijn al die internationale bemoeienis ons land in te dragen. Ik waarschuw ook al lang tegen deze constante stroom waar een willig oor voor bestaat door mensen die graag in dienst treden van deze organisatie, die dure conferenties bijwonen waar de boodschap verder wordt ontwikkeld en vespreid en voor politici en ambtenaren die zich een slag in de rondte werken om de bobo's in ons land op de juiste manier te masseren.
En uit deze bijdrage van jou blijkt hoe ons land de maat wordt genomen, zodat we nog meer in de armen van Grote Zus worden gedreven.
Voor de in Parijs gevestigde
Voor de in Parijs gevestigde 'Organisation de coopération et de développement économiques' (OCDE) zal een andere bekende Franse vertaling van het Nederlandse werkwoord 'samenwerken' als muziek in de oren klinken.
Jet Bussemaker mag op 25 en
Jet Bussemaker mag op 25 en 26 juni 2014 als onderwijsminister, namens de leraren, in Japan een conferentie van Talis (OESO) bijwonen. Er liggen nieuwe cijfers over 2013 klaar. De leraar staat centraal bij de 'Teaching and Learning International Survey' (TALIS). Tenminste, tezamen met de schoolleiders, als ontvanger van advies van de boodschappen van OESO die Jet Bussemaker mee naar huis mag nemen (rondom die data online te vinden). Nu maar hopen dat de macro-economen en statistici hun werk op tijd afgerond hebben. Het monopolie op een aantal juiste vormen van onderwijs wordt door middel van internationaal (sturend) statistisch onderzoek bij internationale bureaucratische organisaties ('anoniem' als je de prominente voormannen met agenda vergeet, en niet democratisch gelegitimeerd) gelegd. Het blijkt een verdeel en heers spel tussen OESO-landen te zijn voor het op eenvormige wijze 'boosten' van de economie. Falen is niet mogelijk. Het politieke leven is kort.
TALIS-onderzoek richt zich op werkomstandigheden en leeromgevingen, zoals initieel onderwijs aan leraren en beroepsontwikkeling, beoordeling en feedback, schoolklimaat, schoolleiderschap, overtuigingen over instructie en pedagogische praktijken van leraren.
Vergeet het niet, de leraar staat centraal. Dé onderzoeksopdracht tijdens de conferentie is dan ook: waar is de leraar? (denk aan waar is Waylon?)
“How to Best Shape Teacher
“How to Best Shape Teacher Policies? Policy lessons from international comparisons and guidance for education and schools in the future”. Ook staat op de agenda 'securing financial resources for education' (resultaten van het onderzoek dan maar online halen? ;).
"Results from the most recent round of Teaching and Learning International Survey (TALIS) are to be released at the end of this month in Japan where education ministers will gather to exchange views on how to best shape teacher policy so as to have the strongest impact on the quality of the learning environment.
Why should teachers care?
Well, teachers are at the heart of TALIS. Along with the release of the in-depth international report which provides analyses of cross-country data on the 25th of June, a free Teachers' Guide to TALIS will be available on our website. This handbook will present the main results with insights and advice to teachers and school leaders on how they can improve teaching and learning in their schools."