Zonder ambitie allemaal toptalent
Wie de uitzendingen van BNN ‘de school’ goed bekeken heeft, heeft welgeteld één leerling kunnen ontdekken die ging voor zijn doel. De knuffelautist van het Jan Arentz in Alkmaar. Hij wil natuurkundige worden. Op de vraag van zijn klasgenoten wat dat inhoudt antwoordt hij ‘natuurkunde en nog meer natuurkunde’. Veel van de andere leerlingen die in beeld worden gebracht zijn leerlingen die best goed kunnen leren maar weinig zin hebben om al hun buitenschoolse activiteiten, uitgebreid sociale contacten en hun smartphone verslaving op te geven om een vwo diploma te behalen. De goedbedoelende leraren komen niet verder dan wat buurt- en clubhuiswerk, waarbij leerlingen een presentatie mogen geven over zichzelf (daarvoor hoef je in elk geval geen boek open te slaan of stof te bestuderen).
In geen enkel fragment is te zien dat leerlingen onderzoek of practicum doen in een van de natuurwetenschappelijke vakken. Slechts één keer komt een biologieles zijdelings in beeld. Natuurlijk kan het ook zo zijn dat de natuur- en scheikunde docenten wijzer waren dan hun collega’s en de tv-makers niet hebben toegelaten in hun lokalen. Wat op zich een wijze keuze is, want het belang van BBN is waarschijnlijk niet een beeld neerzetten van hardwerkende leerlingen die graag wat willen bereiken. Daar valt weinig aan te beleven immers! Dan is het beter om de gemiddelde havo leerling te filmen, die het druk heeft met social media, vrienden en andere randexercities die afleiden van het schoolwerk. Een vwo-leerling volgen die alle zeilen bij moet zetten om dat felbegeerde papiertje te behalen waarmee de toegang tot de TU-Delft kan worden verkregen is natuurlijk minder interessant en als ze al rondlopen in de school worden ze niet gevolgd, laat staan uitgezonden.
Die leerlingen gooien niet met tassen, propjes of zitten constant vastgeplakt aan hun mobiele telefoon. Deze leerlingen geven geen grote mond tegen de docent, die doorgaans niet doorheeft dat hij of zij pootje gelicht wordt door de leerling die het liefst met zo min mogelijk inspanning een zo hoog mogelijk cijfer behaald, precies weet wanneer welk sociaal gewenst gedrag wordt verlangd om met zo min mogelijk ellendige consequenties de middelbare school te doorlopen. De docenten in de uitzendingen accepteren het dragen van petjes, kauwen van kauwgum en het gebruik van de mobiele telefoon. Bij de laatste cursus hebben zij immers geleerd dat het nu eenmaal niet tegen te houden is, als je er maar verstandig mee omgaat.
Deze middelbare school heeft als een van de weinige meegewerkt aan het verzoek van BNN, maar schiet daarbij niet alleen zichzelf in de voet (wat een gezellige school waar je niet al te veel hoeft, met veel docenten die niet zo veel eisen stellen), maar heeft daarbij ook meegewerkt aan de verdere statusdaling van het VO. De gemiddelde Nederlander (niveau Telegraaf, die krant wordt nog steeds het meest verkocht), had al niet zo’n hoge pet op van het onderwijs, maar nu al helemaal niet meer. Docenten zijn afgedaald tot goedbedoelende sociaal werkers, met weinig inhoud en stellen niet teveel eisen aan leerlingen en vinden veel dingen goed (mobieltjes, petten en kauwgum) en staan zelfs kauwgumkauwende petjes te woord die in hun linkerhand nog steeds het mobieltje vasthouden.
Voor dit probleem heeft onze staatsecretaris een oplossing gevonden; vakken die je leuk vindt doe je op een wat hoger niveau en vakken die je minder leuk vindt doe je gewoon op een niveau (of twee) lager. Zo kan iedereen straks zeggen dat hij of zij ‘havo’ doet (muziek, tekenen, gymnastiek en handvaardigheid) en worden leerlingen uitgedaagd om het beste uit zichzelf te halen (met nog minder inspanning een diploma, lastige vakken doe je gewoon een niveau lager!). Kortom een nog verdere uitholling van de VO-diploma's. Hoeveel vakken moet je straks op havoniveau hebben gedaan om nog toegelaten te worden op de PABO?
het vereist volledige
het vereist volledige eensgezindheid om al deze uitingen van onbeleefdheid aan te pakken. Op VMBO Leidse Hout was die er. Leerlingen die van de hoofdlocatie kwamen moesten regelmatig aangepakt worden. Onze leerlingen wisten niet beter dan enige beleefdheidsvormen te respecteren. We zijn hun vriendjes niet, we zijn hun docenten.
Het kost om de troep op te ruimen heel veel energie. Pas als er een stevig blok is gevormd en de kinderen doorhebben dat het ernst is, passen ze zich moeiteloos aan. Duidelijkheid schept rust, voor iedereen.
Heel simpel: een leerling die HUH zegt, vraag je of hij gemolken moet worden. Net zo lang door gaan tot doordringt: je vraagt "wat zegt u". iemand die op een antwoord ja en nee blert, vraag je of hij/zij een hond aan het toespreken is. Ik behandel de kinderen met respect, zij mij ook.
Je kunt natuurlijk ook alleen verbeteren. Mijn ervaring is dat het nut van dergelijke dingen beter doordringt als ze snappen hoe onbeschoft ze zijn. Dus laat ik ze dat voelen.
Consequent, nooit meer discussie. Wat ze thuis of ergens anders mogen boeit me niet. Bij mij gedraag je je enigszins beschaafd. Voor velen een ervaring die even in moet dalen 🙂
Helaas hebben docenten de fut hier helemaal niet meer voor. Dat is 1 gevolg van het feit dat er zo'n beroep wordt gedaan op hun energie: ze maken keuzes.
Mocht mijn oude werkgever mij er straks op af rekenen dat ik mijn energie aan het handhaven van dergelijke zaken heb besteed, dan weten we zeker dat de moeite die zaken kosten niet in je arbeidsovereenkomst staan. Oftewel: je wordt er niet voor betaald, je doet het als vrijwilligerswerk.
dat blijkt ook min of meer. Hele horden docenten doen er niks mee.