uitspraken (vo)

Rekenen  –  Ict  –  Het Basisonderwijs  –  Het Voortgezet Onderwijs  –  Het Middelbaar Beroepsonderwijs (MBO)  – Het Hoger Beroepsonderwijs (HBO) en het WO –  Onderwijskundigen  –  Adviesbureau's  – Hersenen en Leren  –  Politici en Beleidsmedewerkers  –  De Vakbonden  –  InternationaliseringDuurzaamheid  –  Sprekers en Publicisten

 

 

————————–

HET VOORTGEZET ONDERWIJS

Inhoud:

  1. De VO-raad: belangenbehartiger van de onderwijsbestuurders
  2. Bestuurders
  3. Docenten
  4. Vernieuwende scholen
  5. Kritiek van docenten
  6. Kritiek op de lerarenopleidingen

 

Trefwoorden: Teamteaching – Teamcoach – Team Ontwikkelings Plan (TOP) – Van Teambuilding naar Teamwork – Zelfsturende teams – Kernteam – Van teamontwikkeling naar persoonlijke ontwikkeling – Team Onderwijs op Maat (TOM) – Reflectiecyclus van Korthagen – Krachtige leeromgeving – Rijke leeromgeving – Persoonlijke leeromgeving – Hybride leeromgeving – Globale leeromgeving – Leermanagementsysteem – Innovatieplatform-VO – Innovatiestrategie – Innovatiemonitor – Innovatiecoach – Innovatiebrigadier – Krachtig innovatieconcept – Innovatieplatform Onderwijs Anders NU! – Innovatieatelier – Innovatielaboratorium – Consortium voor Innovatie – Expeditiescholen – Expeditie Durven Delen Doen – Elektronisch bekwaamheidsdossier – Persoonlijk ontwikkelingsplan docenten – VO content – User generated content – Co-creatie – Technological Pedagogical Content Knowledge – Good practices – Kennisconstructie – Duurzaam vernieuwen – MindShift Management – Kwaliteitsmanagement – Krachtig meesterschap – Collectief leiderschap – Gedistribueerd leiderschap – Onderwijs Pioniers VO 2011 – Good governance – Vensters voor verantwoording – Benchmarks – Stakeholders – Meervoudige horizontale verantwoording – De horizontale dialoog – Maatschappelijke legitimering – Publieke verantwoording – De school als lerende organisatie – De school als maatschappelijke onderneming – De Maatschappelijke Raad voor het Voortgezet Onderwijs – Talentmaximalisatie – Maximale individuele talentontwikkeling – Ruimte voor talent – Talenten Ontwikkelen tot Prestaties (TOP) – TalentenAcademie – MultiTalent – TalentenKracht – Talent management – TMA Talenten Analyse – Denklessen – CASE (Cognitive Acceleration through Science Education) – Netwerk ambitieuze scholen – Excellentiemodel – De excellente school – De stercollecties van Stichting VO-content , Kennisinvesteringsagenda2010 van het Innovatieplatform – Professionaliseringsagenda van de VO raad – De school als regisseur van bondgenootschappen – Activerende werkvormen – Leerplein – Leerpark – Leertuin – Taaldorp – Taalplein – BreinAtelier – Leerdorp Elst – Scholingsboulevard Enschede – Studielandschappen – Missie en visieontwikkeling – Dynamische zelforganiserende leergemeenschappen – Verandermanagement – Best practices voor transfer – Dutch Teachers College – Assessment in het primaire proces – Professionalisering van de leraar – Nederlands Instituut voor Masters in Educatie (NiME) – Academische opleidingsschool – Netherlands House for Education and Research (Neth-ER) – Multimediaal geletterd – Authentiek leiderschap – Transformationeel leiderschap – Duurzaam projectmanagement – Visievorming en strategische beleidsontwikkeling – Toekomstgericht leiderschap in een Lerende School – Boardroom – Inzetten van didactische excellentie – Op weg naar excellent schoolleiderschap – Centers of Excellence – Ontwikkelassessments – Learning Community Leerdorp en Leerplein Elst – JetNet – BètaMentality – Bèta Excellent – Sirius Programma – Orion Programma – Technasium – Entreprenasium – Kennisnet – Kennisnetambassadeur – Advanced skills – 21st century skills –  21-centuary learners – Partnership for 21st century skills – Cloud computing – Digital Creator Teachers Programm – Flipping the classroom – Serious Games – ‘Games in Schools’-project –  ‘Groeien door Games’-project – Educaching

—————————————————

1. De VO-raad: belangenbehartiger van de onderwijsbestuurders

"We zijn een macht waar rekening mee gehouden moet worden."  Sjoerd Slagter (Voorzitter VO-Raad)

“Het is voor de sector voortgezet onderwijs belangrijk om richting de politiek en de samenleving gezamenlijk en eenduidig naar buiten te treden om de effectiviteit en het draagvlak op het gebied van belangenbehartiging te vergroten.”  VO-raad

"Het ministerie heeft onlangs het initiatief genomen om via de website www.bevoegd.nl per school cijfers over de mate van bevoegdheid in het voortgezet onderwijs openbaar te maken. In onze reactie hebben we duidelijk gemaakt dat het naar de mening van de VO-raad aan de scholen zelf is om zich aan ouders en andere belanghebbenden te verantwoorden."  De VO-raad

In het bericht staat verder: 'Als scholen fuseren, gaan ze er financieel op vooruit'. Ook dat is pertinent onjuist. Als scholen fuseren verandert helemaal niets aan de hoogte van de gezamenlijke bekostiging. Daarmee is het plan van de VO-raad dan ook niet een prikkel tot fusie of schaalvergroting.”  VO-raad

De VO-raad zet de komende jaren actief in op het versterken van de samenwerking met de lerarenopleidingen, en wil tegelijkertijd een duidelijke positie ontwikkelen van de werkgevers ten opzichte van diezelfde lerarenopleidingen, bijvoorbeeld als het gaat om wat de sector verwacht van ‘goede leraren’ en ‘goede lerarenopleidingen’.” VO-raad

De VO-raad blijft twijfels houden over de koppeling van (on)bevoegdheid aan het lerarenregister."  VO-raad

"Bekeken moet worden of het lerarenregister zo ingericht kan worden dat leraren breder inzetbaar worden. Werkgevers moeten ook duidelijk gepositioneerd en betrokken worden bij de verdere ontwikkeling en inrichting van het lerarenregister om het betekenisvol in te kunnen zetten.” VO-raad

"De inzet van de VO-raad blijft onverminderd het afschaffen van het entreerecht." VO-raad

Tijdens de VO-2020 tour sprak de sectororganisatie met bijna vijfhonderd bestuurders en schoolleiders en ruim veertig docenten over de toekomst van het onderwijs.”  VO-raad

De pilot Bevoegdheidgegevens werd in januari 2013 in opdracht van het ministerie van OCW gestart door de VO-raad. Samen met deelnemende scholen werd onderzocht of scholen via een doorontwikkeling van de bestaande ‘indicator bevoegd’ in Vensters VO op betere wijze inzicht konden geven in de bevoegdheden van docenten en het aantal bevoegd gegeven lessen. Voorwaarde was dat het haalbaar voor hen was om deze indicator te vullen en dat de informatie betrouwbaar zou zijn. Uit de pilot bleek echter dat aan beide voorwaarden niet kon worden voldaan. Scholen moesten bij het invullen van de indicator steeds hun eigen docenten uit de gegevens filteren, de lessen uit het rooster zoeken en vervolgens de bevoegdheden erbij vermelden. Dit koste enorm veel tijd. Daarnaast bleek uit de pilot dat uiteenlopende en onduidelijke definities werden gehanteerd voor ‘bevoegd’ ‘onder-/anders bevoegd’ en ‘onbevoegd’.” VO-raad

Het bevoegdhedenstelsel voor docenten past  niet meer bij de huidige onderwijspraktijk. Het is te rigide en dichtgeregeld. Het sluit niet meer aan op de huidige dynamiek van het onderwijs. Zo wordt er lesgegeven in vakken waar (nog) geen lerarenopleiding voor bestaat.  Sommige scholen streven naar multi-inzetbare leraren om het aantal handen voor de klas te verminderen.  “Formaliteiten dwarsbomen dit streven. Het kost leraren enorm veel tijd en energie om naast het lesgeven een extra bevoegdheid te halen”, zegt een schoolbestuurder hierover. Ook bij veel samengevoegde vakken of vakoverstijgend onderwijs is het onduidelijk of leraren volledig bevoegd zijn. Daarnaast bieden lerarenopleidingen te weinig maatwerk voor docenten om hun bevoegdheid te halen."  VO-raad [2015] 

 

 

Sjoerd Slagter (Voorzitter van de VO-raad 2006-2013)

[Onderwijs maken (KPC)] [Openingsconferentie VO-raad] [Brief aan OCW] [Van SCO naar VO-raad] [Nieuwjaarsbijeenkomst] [Het gesprek]

  • Geef de Net-generatie de ruimte om grenzeloos te dromen over hoe ze wil leren wie ze wil zijn.
  • De Net-generatie bepaalt zelf wat feiten zijn, maakt haar eigen kennis en geeft daar zelf betekenis aan.
  • Ik geef geen stuiver meer voor de geijkte, rationele kennistraditie. We moeten maar eens inzien dat kennis tegenwoordig altijd subjectief is, want de samenleving is immers polyvalent en vloeibaar.
  • In de snel van kleur verschietende zee die onze postmoderne tijd is, kan de traditionele leraar met zijn eurocentrische, westerse ideeën niet meer de stuurman zijn op het wankele bootje van de leerling.
  • Leerlingen komen in een digitale wereld waar nieuwe wetten gelden.
  • De leraar is tegenwoordig een kennismakelaar die bemiddelt tussen de leerling en het reservoir aan kennisopties.
  • Vroeger stelden leerlingen tijdens het leren vragen aan de leraar die ze als autoriteit beschouwden. Nu stellen ze die vragen via Facebook aan elkaar. 
  • Dat is en blijft onze kerntaak: jongeren op eigenzinnige wijze voorbereiden op die mooie, complexe en verrassende toekomst.
  • Het grootste misverstand over het voortgezet onderwijs is dat vreemde, hardnekkige, telkens terugkerende idee over de kwaliteit van het huidige onderwijs. Als we de kwaliteit van het onderwijs beoordelen, moeten we letten op de wijze waarop leerlingen nu voorbereid worden op de nieuwe eeuw, in plaats van te constateren dat leerlingen vroeger beter konden spellen, meer woordjes uit het hoofd kenden en heel goed konden rekenen.
  • Leerlingen ‘weten’ misschien minder, maar ze zijn mondiger en beter voorbereid op de samenleving. Laat dat nu precies het doel van school zijn.
  • Universiteiten klagen wel dat studenten minder weten dan vroeger, maar vergeten dat diezelfde studenten wel meer vaardigheden hebben.
  • Naast permanente vernieuwing van onze kennisbasis wacht het onderwijs vooral op nieuwe aanpakken, vernieuwende lesvormen en uitdagende organisatievormen.
  • Ik kreeg een aardig beeld van het onderwijs op deze school: grote onderwijsruimtes, veel computers, hier en daar een laptop. Een lokaal met een leraar die inpraat op leerlingen in rijen van drie heb ik niet gezien. Dit kan met recht eigentijds onderwijs genoemd worden.
  • Het monopolie van de school op leren gaat veranderen.
  • Aan de hand van wat filmbeelden uit ‘The Matrix’ schets ik hoe het onderscheid tussen schijn en werkelijk en tussen reëel en virtueel aan het verdwijnen is. En hoe leerlingen hier makkelijker en gewoner mee omgaan dan wij, ouderen.
  • Het is weldadig te vernemen dat alle hier aanwezige experts [Rob Martens etc.] van mening zijn dat het Nederlandse onderwijs uitstekend scoort.
  • De jeugd zit bij ons. Bijna een miljoen leerlingen, bijna twee miljoen ouders, dat is – met hier en daar een opa en een tante – een achterban van meer dan drie miljoen: daar kan geen krant of omroep tegenop.
  • We zijn een macht waar rekening mee gehouden moet worden.
  • Welgeteld twee medailles, één gouden en één zilveren, namen onze zuiderburen van Peking mee naar huis. Het alom geroemde ouderwets-degelijke onderwijs dat Belgische scholen schijnen te verzorgen, leidt in ieder geval niet tot grootste Olympische prestaties. Nee, dan wij. Het zou mooi zijn als we hier een verband met ons onderwijs konden leggen.
  • Laat scholen bepalen wat goed is voor leerlingen en zorg voor voldoende geld.
  • Scholen moeten absoluut gebruik maken van de mobiele telefoon. Leerlingen ervaren onbegrip: ze zijn 24 uur verbonden met de telefoon, ze doen er veel meer mee dan alleen maar telefoneren en juist als ze op school zijn moeten ze de telefoon uitzetten. Dat vergroot de kloof tussen leerling en docent. De docent speelt ook een grote rol als rolmodel, als opvoeder. En als de afstand t.a.v. techniek tussen de docent en de leerling te groot wordt dat verliest die docent aan autoriteit. Daarom moeten we er absoluut iets mee, dat staat buiten kijf.
  • Een verbod op mobiele telefoons werkt niet. Ik was laatst bij een les. De docent wees erop dat waar je vroeger je vinger opstak, sturen ze nu een sms-je. Gebruik ook de leerlingen als kennisbron. Leerlingen zijn er zo snel mee. Maar ik zie ook een grote huiver bij docenten om er gebruik van te maken. Er is natuurlijk een kloof.
  • Voor deze generatie leerlingen is het mobieltje meer dan een stuk gereedschap. Het is onderdeel van wie ze zijn. Dat kun je niet zomaar terzijde schuiven.
  • Noem een manier waarop een mobiele telefoon effectief kan zijn in het onderwijs? Ik kan me voorstellen dat een geschiedenisleraar tijdens de les vraagt of leerlingen op een nieuwssite kijken of Mladic al geland is in Scheveningen.
  • De docent moet een rolmodel zijn waar leerlingen iets van willen aannemen. Dan moet hij niet verworden tot een archaïsch artefact uit een voorbije eeuw.
  • Als mijn kleindochter van drie straks naar school gaat, kan het zo maar zijn dat ze in een klas met dertig leerlingen komt en naar een docent moet luisteren die met wit krijt op het bord schrijft.
  • Wij gaan over het onderwijs en dit is bij ons in goede handen. Dat moeten we zelfbewust over het voetlicht brengen.
  • De ontwikkeling van de professionele school begint bij de leidinggevenden.
  • In alle landen waar het onderwijs successen boekt – en in sommige landen zijn dat spectaculaire successen – zijn het gemotiveerde en hooggekwalificeerde schoolleiders die hun docenten voorgaan en meenemen.
  • Leiderschap geldt bij onze plannen als een overkoepelend thema. Onze snel veranderende, complexe en geglobaliseerde kennismaatschappij vraagt om nieuwe leiders.
  • Maatschappelijk ondernemerschap in het onderwijs vormgeven, een nieuw netwerk van bestuurders voor primair en voortgezet onderwijs creëren, de verkregen inzichten omzetten in concrete activiteiten in de scholen èn het maatschappelijke en politieke debat over het onderwijs direct beïnvloeden. Dat is in het kort de agenda van de Boardroom voor bestuurders in het primair en voortgezet onderwijs.
  • Mijn boodschap was kort en krachtig: bestuurlijke verantwoordelijkheid en toezicht zijn zaken van de sector zelf.
  • In ‘ons’ project ligt de focus op eigentijds onderwijs; we willen daarbij de leerling als ‘meest innovatieve kracht in de school’ maximaal inzetten.
  • Op school is de leerling de krachtigste ‘change-agent’. Laten we zorgen dat we met hun wereld in contact blijven.
  • De huidige generatie jongeren kiest zelf en kiest voortdurend en elke keuze moet iets opleveren. Ze willen gezien en gehoord worden en ze gaan voor het allerbeste. Talentenshows als The Voice of Holland en The Voice Kids tonen onbarmhartig het succes van kiezen en gekozen worden. Een hele generatie jongeren beseft dat succes mogelijk is, of sterker nog: van hen verwacht wordt. Iedereen krijgt de kans. Pak die kans dan ook!
  • Dat is precies wat de jongeren in ons ergert: wij hebben zoveel tijd nodig om te beslissen, om keuzes te maken, om door te pakken. En terwijl wij keuzes uitstellen, gaat de vervuiling, de uitputting, de verspilling verder. Ieder jaar uitstel maakt een toekomstige investering duurder. Ieder jaar dat we langer wachten met het investeren in een nieuwe generatie schoolleiders en docenten maakt dat we minder profiteren van de innovatiekracht van jongeren.
  • Wat we zien is dat we opschuiven van een kennissamenleving naar een waardensamenleving. Wees daarin als schoolleider een rolmodel. Toon leiderschap. Speel de held.
  • Als VO-sector hebben wij uitgesproken ideeën over hoe gerichte investeringen het onderwijs niet alleen doeltreffender maken, maar ook hoe we als Nederland zullen klimmen in de OESO-ranking en weer tot de top 5 van de onderwijslanden gaan behoren.
  • In alle voorstellen klinkt het leerlingenbelang ondubbelzinnig door. Dit alles bevestigt het beeld dat bestuurders en schoolleiders uiteindelijk maar één belang hebben: toponderwijs voor leerlingen. We mogen vaststellen dat de leerlingen de grote winnaars zijn.
  • Dat onderwijs van de 21e eeuw realiseren we niet alleen. We zullen op zoek moeten naar partners, naar slimme coalities en effectieve netwerken. In goed Nederlands: naar ‘Public Engagement’.
  • Schoolleiders zijn zich bewust van hun rol als richtingwijzer en gids, zowel voor hun docenten als voor hun leerlingen.
  • De scholen hebben te maken met heel veel complexe vragen. Dat gaat niet alleen meer om taal en rekenen maar ook om overgewicht, burgerschap en homoseksualiteit. Wat een docent nu juist nodig heeft is een bestuur en een leidinggevende die hem positioneert, faciliteert en die zorgt dat hij zich kan richten op zijn werk. En daar is wel heel wat voor nodig.
  • Docenten zijn opvoeders. En wij, schoolleiders en bestuurders, moeten ze leiden. Daar ligt onze grote uitdaging: docenten voorgaan, positie geven en aanspreken, zodat zij hun rol kunnen spelen. Leiders gaan voorop; zij geven hoop en ze zijn toekomstgericht. Ze zijn trots op hun rol als inrichter van de 21ste eeuw.
  • Nederland heeft komende jaren alle talenten nodig. Wij moeten een nieuw kabinet laten zien dat het voor maximalisatie van talent bij ons moet zijn.
  • De eerste lichting van het project ‘Eerst de klas’ ging met 21 deelnemers van start. In deze ‘speed-opleiding’ kiezen talentvolle jongeren na het afronden van hun studie eerst een aantal jaren voor het onderwijs. Ze waren allemaal ‘master’, van architectuur tot Industrieel Design en van Europese studies tot moderne geschiedenis. Wat een diversiteit, wat een kennis! En wat een aanwinst voor het voortgezet onderwijs.
  • Leraren opleiden kunnen we als scholen zelf voor de helft van het geld.
  • Met collega’s uit bijna alle Europese landen hebben we in Cyprus gesproken over Europese samenwerking en de noodzaak onze leerlingen voor te bereiden op een verenigd en verbonden Europa. Het blijft inspirerend om met collega’s te spreken over de rol die de school speelt bij het realiseren van de toekomst van Europa.
  • We zijn het snel eens over het feit dat we leerlingen moeten voorbereiden op een sterk geglobaliseerde wereld en dat we dat samen moeten doen met collega’s uit andere landen.
  • De bemoeienis van Brussel met onderwijs wordt groter, maar roept bij de Europese schoolleiders geen weerstand op. De agenda van Euro 2020 pleit nadrukkelijk voor aandacht voor democratische waarden, duurzaamheid en Europees burgerschap. Met Europees geld starten we een leiderschapsproject waar zo’n twintig landen uit Europa aan mee doen.
  • De wereldwijde organisatie voor schoolleiders ICP hield een conferentie over schoolleiderschap in de 21e eeuw, met als thema ‘The Asian Century’.  De boodschap: investeer in Azië. Verdiep je in de cultuur van China, India en Korea, leer hun taal, bestudeer hun geschiedenis en krijg zo begrip voor hun drijfveren, waarden en heilige huisjes. Investeer in multiculturele vaardigheden, zorg dat docenten hun leerlingen voorbereiden op een wereld die door en door geglobaliseerd is. Leerlingen verdienen straks hun brood in teams die wereldwijd verbonden zijn en waarin ze collega’s uit alle delen van de wereld tegenkomen. Het is naast een persoonlijk belang, ook het belang van onze economie dat wij achtergrond en cultuur van die collega’s kennen.
  • Hoe zou in 2025 een boekentas van een leerling eruit zien? De tas weegt dan nog zo’n twee kilo. We vinden een brooddoos, een Engels voetbalmagazine. Maar de schoolboeken ontbreken!
  • Docenten moeten zelf de verantwoordelijkheid nemen voor het maken van de leermiddelen. Ik zie hierbij werkdruk juist niet als probleem: docenten die zelf de regie nemen hoor je niet over werkdruk. De grootste klacht van docenten is juist dat ze hun vak kwijt geraakt zijn. Voor een deel wijten ze dat aan de uitgevers. Uitgevers hebben veel macht gehad in scholen. Leermiddelen ontwikkelen kan bijvoorbeeld binnen een team. Ik ken een school die alles zelf ontwikkelt en ik heb gezien dat dat heel goed gaat.
  • De beroepskolom ontbreekt op de havo. En daar krijgen leerlingen in het vervolgtraject last van.
  • Ik vind ‘het nieuwe leren’ ook een vreselijke term. Veel liever heb ik het over maatwerk. Als je een verhaal aan dertig leerlingen vertelt, richt je je vanzelf op het midden. ICT kan behulpzaam zijn je ook te richten op de snelle en langzame leerlingen. Die kant moeten we op.
  • Ik zie samenwerking als een van de grootste opdrachten. In alle vakken moeten zaken als duurzaamheid en burgerschap doorklinken. Hoe integreer je dat in een grote, complexe wereld. Dat moeten wij ze bijbrengen.
  • Door de eindtermen als leidraad te hanteren, wordt te weinig gekeken naar de competenties en interesses van de leerling. Het belangrijkste bezwaar hiervan is wel dat er nauwelijks geleerd wordt!
  • Heel bijzonder is dat, ondanks de hoge PISA-ranking, België geen centraal examen kent.
  • In Finland is de Onderwijsinspectie al lang geleden afgeschaft. Toch behoort het Finse onderwijssysteem tot het beste en meest autonome ter wereld. Is er een oorzakelijk verband? Ik zie in ieder geval perspectief.
  • Het hele inspectiesysteem is erop gericht dat scholen leerlingen in het goede hokje stoppen, van vmbo-basis tot vwo. Het systeem is heilig, en dat gaat ten koste van de kansen van leerlingen.
  • Uit alle onderzoeken blijkt dat de kwaliteit van het onderwijs helemaal niet gerelateerd is aan de tijd die men op school doorbrengt.
  • Het is onbegrijpelijk dat Den Haag opeens het spook van de 1040-urennorm weer uit de kast trekt. Scholen doen hier dus niet aan mee en kiezen voor kwaliteit in plaats van meer uren.
  • De staatssecretaris wil de exameneisen voor middelbare scholen verzwaren, maar deze maatregelen gaan ten koste van kwetsbare groepen terwijl het niet zeker is dat sterke leerlingen door de verzwaring beter worden. Wij vrezen verschraling van het onderwijs. Een onevenredige waardering voor het centraal examen doet geen recht aan de algemene brede maatschappelijke vorming. Ook is er geen sprake van draagvlak in het veld.
  • Men wil een verhoging van het het niveau van taal en rekenen, maar men moet zich wel realiseren dat die ontwikkeling minstens vijf jaar duurt. Bovendien kost het geld. Ook gaat meer aandacht voor rekenen en taal ten koste van aandacht voor andere vakken.
  • Met het huidige financiële perspectief kan de politiek de reken-, taal- en maatwerkambities echt op haar buik schrijven.
  • De lancering van de site www.bevoegd.nl kreeg afgelopen week veel aandacht in de media. Op deze website kan men lezen hoeveel onbevoegde leraren lesgeven op Nederlandse scholen. De vraag is natuurlijk of deze nieuwe openheid de kwaliteit van het onderwijs ten goede komt.
  • Eén jaar na Dijsselbloem moeten we vaststellen dat de politiek het lastig vindt om de belofte van terughoudendheid na te komen. Want algauw kwamen er nieuwe opdrachten, vaak dwars tegen de wens van docenten, scholen, ouders en leerlingen in: verscherping van exameneisen, onderwijstijd, reken- en taalprestaties etc.
  • Eis van ons dat we de kwaliteit van de examens borgen, maar schrijf niet voor welk cijfer wel en niet mee mag tellen. Eis van ons dat de reken- en taalprestaties omhoog gaan, maar schrijf niet voor hoe we dat moeten doen.
  • Schoolleiders hebben wel andere zaken aan hun hoofd dan uurtjes turven.
  • Leiderschap heeft pas effect als er af en toe ook een krachtig nee klinkt. Nee tegen de dictatuur van lijstjes met schoolresultaten, nee tegen lijsten met incidenten, nee tegen de versmalling van onderwijs tot een toetscircus, nee tegen de bureaucratische rompslomp van ouder-contracten, nee tegen het entreerecht en nee tegen bezuinigingen op passend onderwijs. En misschien wel het allerbelangrijkst: een krachtig nee tegen uitholling van het werkgeverschap en onze bestuurlijke verantwoordelijkheid. Dit laatste heeft de ALV geoormerkt als een breekpunt.
  • Wij zijn van mening dat goed bestuur met de huidige regels mogelijk is. Extra regelgeving is niet wenselijk en kan zelfs een schadelijke uitwerking hebben. We waarschuwen nadrukkelijk voor het risico te ver door te schieten in het inspectietoezicht.
  • We zullen ons verzetten tegen alle maatregelen die de speelruimte van bestuurders inperken.
  • De minister is wetgeving aan het voorbereiden die de governance volgens zijn eigen opvatting regelt. Als bestuur vinden we dat een onwenselijke situatie. We kiezen er als sector voor onszelf te reguleren.
  • We gaan niet mee met een fusietoets die de taak van het bevoegd gezag uitholt.
  • Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen onbevoegd en onbekwaam. Een eerstegraads natuurkunde leraar die scheikunde geeft in de onderbouw is zeker bekwaam.
  • De VO-raad vindt dat de wet BIO moet worden aangepast aan de eisen met betrekking tot leraren. In elk geval zou niet de bevoegdheid maar de bekwaamheid centraal moeten staan. In de praktijk blijkt dat veel leraren ruim voldoende bekwaam zijn om ook goed onderwijs te verzorgen in vakken waarvoor ze geen papieren bevoegdheid hebben.
  • Ik zie al die ondernemende schoolleiders met het aan hen toevertrouwde belastinggeld juist fantastische dingen doen.
  • Ik overleg met Hein van Asseldonk [onderwijsbestuurder] over de inhoud van een reis door China met actuele thema’s uit de VO-sector. Juist van de maatschappelijke dienstverlening daar liggen onverwachte kansen om van te leren.
  • 65 miljoen voor Kaka en 96 miljoen voor Ronaldo. En …een miljoen voor Klaas Koops, een adviseur van een ROC, maar dan wel voor een periode van 4 jaar. Een flink jaarsalaris, maar niet meer dan dat. Kaka en Ronaldo zijn topspeler met bijzonder talent. Maar wat moeten dan al die buitengewoon getalenteerde medewerkers op onze scholen? Die leveren dagelijks topprestaties onder moeilijke omstandigheden en met een kritisch publiek op de tribune.
  • In het voortgezet onderwijs is geen sprake van onnodige bureaucratie. Er zijn niet te veel managers. Dit blijkt uit een onafhankelijk onderzoek in opdracht van de VO-raad.
  • Wij hebben de TU Delft gevraagd onderzoek te doen naar overhead in het voortgezet onderwijs. De uitkomst was dat deze schommelt tussen de 6 en 8 procent. Opmerkelijk was de conclusie dat als de overhead nog verder teruggedrongen zou worden, dit de kwaliteit zou schaden. Begrijpelijk, als je bedenkt dat de docent dan zelf meer moet gaan kopiëren, surveilleren of assisteren.
  • Een bezuiniging op het management raakt via de ‘lumpsum’ natuurlijk de hele school.
  • Ik heb me verbaasd over het feit dat Dijsselbloem van mening is dat wij niet het veld zouden vertegenwoordigen. Ik heb gewezen op onze landelijke dekking en de unanieme steun van leden tijdens de laatste ALV. Daar kan de politiek niet aan tippen. Meer bescheidenheid lijkt mij gepast en zeker geen verwijten naar andere vertegenwoordigende organen als de VO-raad. Wij gaan zelf over onze vertegenwoordiging.
  • Kamerleden luisteren veel liever naar een leraar die een dosis emotie weet te verenigen met een stuk wetenschappelijke basis.
  • De minister gaat niet over het lerarentekort, gaat niet over de beloning van docenten, gaat niet over aantallen managers. Wij gaan er over.
  • Mijn lijstje heb ik klaar: kom maar op met die beloofde miljarden.
  • Eerst die koffer van Plasterk maar eens helemaal leeg halen, inclusief de voering.
  • Oproep aan een nieuw kabinet: blijf ver weg van allerlei vormen van symboolpolitiek zoals een fusieprikkel die in plaats van kleinschaligheid te bevorderen, juist tot leegstand of fusie zal leiden.
  • Wanneer Beertema stelt dat de leraar is gedegradeerd tot een instructeur van vaardigheden, moet hij zich afvragen wie daaraan schuldig is. In mijn optiek is dat niet de schoolbestuurder, die wordt geacht wetten uit te voeren, maar degene die de wetten maakt. Het is de overheid die zich tot op het niveau van aantal dagen, aantal uren en het rooster bemoeit met de organisatie van de school. Het is de overheid die hervormingen heeft doorgevoerd in de school waardoor docenten zich niet meer meester weten in de klas. De enige die zich voor een politiek karretje laat spannen is Beertema zelf.
  • Ook in onze sector hebben we last van verhalen die bestuurders wegzetten als graaiers en managers als ondoordringbare leemlagen.
  • Hoezo tegenstelling tussen managers en leraren? Volstrekte lariekoek. Media zijn enorm op zoek naar incidenten. Ze scheppen een beeld dat volstrekt onjuist is.
  • We horen niet in de beklaagdenbank van de pers. Niet op de bon bij een wazige professor. Ik verscheur die BON!
  • U moet weten dat BON behoorlijk veel schade heeft aangericht. Weet u wat het effect is geweest op schoolleiders? Die zijn terughoudend geworden in de slechte zin van het woord. Ze durven niet meer te innoveren.
  • We buigen niet voor publieke veroordeling, journalistieke overdrijving, politieke waan en hypes.
  • Onderwijs moet je zo organiseren dat de gebruiker, de ouder er met zijn handen, zijn voeten en zijn neus bij kan.

Bij zijn afscheid:

  • Internationalisering is geen luxe, het is onze core business.
  • Als we werkelijk tot de top willen behoren, zullen we een ander verdien­model voor de BV Nederland moeten ontwerpen. Waar gaan onze toekomstige generaties hun geld mee ver­dienen? Niet met rekenen en taal – het rapport is niet zo positief over het huidige kabinetsbeleid.
  • Wij ‘doen in’ gestolde kennis, daar zit iets conservatiefs in. Hoe je het wendt of keert, er komt een andere leerling de school binnen, die een andere toekomst voor zich heeft. Wij moeten beter luisteren naar wat de samenleving van ons vraagt.

 

Paul Rosenmöller (Voorzitter VO-raad sinds 2013. Hij komt niet uit het onderwijs)

[Interview Paul Rosenmöller]

  • Ik zou zeggen: sluit aan bij de belevingswereld van jongeren en gebruik de smartphone of iPad in de les. De maatschappelijke ontwikkeling van individualisering, informatisering en internationalisering lijkt over scholen heen gewaaid.
  • Er is meer aandacht en ruimte nodig voor de ontwikkeling van het talent van ieder kind.
  • Moderne techniek maakt het mogelijk om leerlingen thuis de lesstof te laten doornemen en in de les, met een coachende  docent, de stof toe te passen met opdrachten. De docent hoeft dan niet meer in zes klassen hetzelfde lesje af te draaien.
  • Het onderwijs staat bol van de regels en controles daarop. Dat is gestold wantrouwen. Ik ben voor minder regels en meer ruimte en verantwoordelijkheid voor bestuurders, schoolleiders en docenten. Politiek Den Haag moet meer loslaten. Het is opvallend dat het onderwijs in Finland, dat met Singapore wereldwijd het beste scoort, aan kwaliteit heeft gewonnen nadat de inspectie werd afgeschaft.
  • Aziaten komen niet voor niets naar Europa om te zien hoe wij balans weten te brengen tussen cognitieve, sociale en creatieve vaardigheden.
  • Het is onbestaanbaar en ongewenst dat de grootste onderwijsbond, de AOb, het Onderwijsakkoord tussen regering en schoolbesturen niet heeft ondertekend. Ook is de huidige cao niet ondertekend. Het is noodzakelijk dat de bonden meewerken aan modernisering van de arbeidsvoorwaarden in het onderwijs.
  • Er moet meer aandacht komen voor niet-cognitieve vaardigheden.
  • Er moet meer aandacht komen voor ondernemerschap in het voortgezet onderwijs. Ik denk dat het goed is voor het bevorderen van creativiteit en ondernemerschap bij jonge leerlingen tussen 12 en 18 jaar als zij op die leeftijd al op een bepaalde manier met de dynamiek van het bedrijfsleven in aanraking komen. Dat kan hun onderzoekende houding bevorderen. Dat geldt voor vmbo'ers en dat kan ook voor gymnasiasten gelden.
  • Goed onderwijs is meer dan het leren van taal en rekenen en draait ook om het ontwikkelen van creativiteit, ondernemerschap en sociale vaardigheden.
  • Het nog betere onderwijs van de toekomst moet natuurlijk in de klas gestalte krijgen dus het is cruciaal dat docenten voldoende toegerust zijn om aan de veranderende eisen van de samenleving te kunnen voldoen.
  • Het gaat niet om de vraag óf de rol van de docent verandert, maar hoe. Dat bonden daar een rol in hebben, lijkt voor de hand te liggen. Ik zou graag het gesprek over arbeidsvoorwaarden verbreden naar de onderwijsinhoudelijke zaken en de rol van de docent.
  • De ervaring leert dat veranderingen in het onderwijs heel langzaam gaan. Dat moet absoluut anders.
  • Wat ons betreft, verlaat elke leerling het VO binnenkort met een diploma voor de cognitieve vakken én een document waarin inzicht wordt gegeven in de opgedane vaardigheden en de verrichte activiteiten, binnen en buiten de school. Een soort vaardigheidsdiploma dus.
  • Zal ontschotting in het onderwijs kunnen bijdragen aan maatschappelijke ontschotting? Grote vragen. Bij Niekée in Roermond zag ik wellicht het begin van een antwoord. De school van bestuurder Kees Hoefnagel heeft een vernieuwend schoolconcept in praktijk gebracht waarin de ontwikkeling en het talent van de (vmbo-)leerlingen centraal staan. Hun volgende stap is het vormen van een heterogene groep van 100 leerlingen – van vmbo tot gymnasium – die op hun eigen niveau les krijgen, maar waar de schotten zijn doorbroken. Een school zonder parallelle afdelingen en structuren: wellicht het begin van het einde van een parallelle samenleving?
  • Ik zag een sector die graag het initiatief wil.  We hebben in de VO202-tour 17 bijeenkomsten georganiseerd waarin we meer dan vijfhonderd bestuurders en schoolleiders en tientallen docenten hebben gesproken.
  • De uitdaging is om ons goede onderwijs nog beter te maken. Maar ik zag de laatste weken ook een worsteling. Een worsteling met de huidige structuur, met de organisatie. De inrichting in jaarlagen, klassen. Alles op een rij: de structuren lijken gedateerd, het onderwijs is op orde. Er is een enorm potentieel om het onderwijs meer eigentijds te maken.  Maar ik zag ook een verlangen naar rust. En dat is toch zo’n beetje zoeken naar de kwadratuur van de cirkel.
  • Er zijn perverse prikkels in het systeem die het eigentijds maken van het onderwijs eerder ontmoedigen en afstraffen.
  • U [schoolbestuurders] uitte de zorg over de toenemende bemoeienis van de overheid over het onderwijs. Iemand sprak zelfs van nationalisering van dat onderwijs. De overheid is geen supercollege van bestuur van dat voortgezet onderwijs. Zelfs al zouden alle ministers in dit kabinet verstand van onderwijs hebben dan zouden zij zich niet met dat hoe moeten bemoeien.
  • De financier, het department,  bepaald het wat, maar we willen ook graag met de politiek in gesprek over dat wat.
  • Er zit in de sector zo ongelofelijk veel kennis en ervaring, als we dat eens plaatsen naast de relatie met de politiek en de vakbonden, dan moet het mogelijk zijn om zelf als sector de regie te pakken.
  • Dat gepersonaliseerde leren moet hand in hand gaan met wat leerlingen willen: en dat is samenwerken.  Dit staat nog los van de vraag hoe belangrijk de vaardigheid samenwerken in de 21e eeuw zal zijn.
  • We willen ook dat de vaardigheden beschreven worden, dat ze gemeten worden. Tijdens de tour zijn er veel voorbeelden gegeven om de mate van creativiteit, ondernemerschap, burgerschap, om die op een bepaalde manier te beoordelen. Wat ons betreft verlaat de leerling de school met een kennisdiploma en een vaardigheden- en activiteitendiploma.
  • Veel leerlingen vinden de school nu saai, er is een neiging tot demotivatie. Maar met de realisatie van de zojuist genoemde ambities kan de leerling nu ook onderwijs krijgen dat aansluit bij zijn talenten en behoeftes.
  • Soms gaat het in het onderwijs allemaal zo verschrikkelijk langzaam. Laten we het ijzer smeden nu het heet is. Het tempo van die moderniseringsslag mag wat mij betreft omhoog en ik ben buitengewoon gemotiveerd dat gevoel van urgentie te verhogen en een bijdrage te leveren aan dat nog betere onderwijs met altijd maar één belang voor ogen: dat talent van die leerling en dat maximaal benutten.
  • Bij gemoderniseerd onderwijs horen moderne arbeidsvoorwaarden.
  • De docenten en hun vakorganisaties roep ik op dit gesprek, wat wij met elkaar gehad hebben, verder te voeren, want samen richting geven aan de toekomst van het onderwijs is veel productiever dan mekaar negen maanden achterna lopen met CAO-onderhandelingen.
  • [Uit: Schoolblad] Als we willen investeren in een betere relatie, moeten jullie echt stoppen met het beschimpen van bestuurders. Dat is gewoon een graat in de keel van veel bestuurders die zich elke dag uit de naad werken.
  • Het is niet meer van deze tijd dat je een diploma krijgt op het niveau van het vak waar je het slechtst in bent.
  • We zeggen vaak dat ons onderwijs zo goed is. Als dat zo is, dan moet het ook zo zijn dat we het vraagstuk over toezicht bij scholen en hun besturen kunnen neerleggen. Ik wil hen aanmoedigen zelf te bepalen wat hun verbeterpotentieel is, wat goed is, wat excellent. 

Tegenover vakbond Aob:

  • Maar daar staat tegenover dat wij echt willen dat men stopt met het beschimpen van schoolbestuurders en hen niet met de meest grove kwalificaties bejegent. Die boodschap landde wel. De korte stilte was veelzeggend.

Rosenmöller was lid van GML (Groep Marxisten-Leninisten). GML gaf o.a. steun aan Pol Pot, ook toen de misdaden van dat regime al wereldwijd bekend waren. In 1976 reisde Rosenmöller naar Albanië en bezocht daar fabrieken, coöperaties en modelboerderijen. Albanië zuchtte toen onder het regime van Hoxha.

[Paul Rosenmöller, Pol Pot, Mao en Stalin]

  • Van Mao kan je gewoon ontzettend veel leren. Van wat-ie geschreven heeft ook. Wat hij in de praktijk heeft gebracht in China – dat is gewoon een voorbeeld, en nog steeds, vind ik. Er zijn bij ons ook contacten met China en Chinezen, en wat je van die mensen hoort, dat is toch geweldig? (1979)
  • Ik zag me voor een nagenoeg onmogelijke taak gesteld om dit wereldbeeld [Albanië onder Hoxha] ook in ons land te realiseren. (1976)

 

Pieter Hettema (Hij was voorzitter van Schoolmanagers_VO (VVO), de voorloper van de VO-raad . Voorzitter van de Commissie Buitenland van de VVO. Voorzitter van de Coöperatie De Netwerkschool. Hij heeft een eigen adviesbureau ‘Publiek Leiderschap’. Verder vervult hij bestuurlijke adviesfuncties en commissariaten)

  • Doordat de samenleving dynamischer is geworden, zijn sociale vaardigheden, ict, studievaardigheden belangrijker geworden dan de traditionele kennis.
  • Het gaat bij innovatie om de drie d’s: durven, delen, doen. Als organisatie van schoolleiders willen we de rol spelen die de schoolleider in de school speelt: het onderwijs verbinden met de buitenwereld.
  • Durf, lef is nodig voor volstrekt nieuwe initiatieven met bloemrijke namen als Slash21, !mpulse, VIA, UNIC, en meer prozaïsche namen als De Nieuwste School, Scholingsboulevard Enschede, Leerdorp Elst.
  • Delen is een essentiële voorwaarde voor spreiding en verdieping van innovatie. Scholen hebben elkaar nodig om expertise en ideeën uit te wisselen. Dat blijkt uit de Innovatiemonitor die we vandaag uitbrengen. Dat blijkt ook uit de talloze netwerken en allianties die overal opbloeien: Netwerk Nieuw Onderwijs, de Onderwijsvernieuwingscoöperatie, Noordelijke Onderwijs Alliantie, Coalitie voor Essentieel Leren. Bij delen past ook de Innovatiemakelaar, die Schoolmanagers_VO vandaag lanceert.
  • Ook voor leraren is een cultuuromslag nodig. Docenten die niet gewend zijn samen te werken moeten dat toch gaan doen. Ze moeten ingaan op wat leerlingen inbrengen in plaats van wat ze zelf hebben voorbereid.
  • Hoe sneller de gedetailleerde regels van het Ministerie van Onderwijs opgeruimd worden, des te eerder en beter lukt het schoolleiders en schoolbesturen om, samen met de docenten, ouders, leerlingen en maatschappelijke omgeving, een nieuwe eigentijdse invulling te geven aan vernieuwend en ondernemend onderwijs. Het gaat om een samenspel tussen `Good governance` en Innovatie van onderop.
  • Ouders willen het beste voor hun kind, maar of dat ook het beste is voor de rest van de klas of voor de school, is nog maar de vraag.
  • Ik krijg van ondernemers te horen dat het onderwijs eerder werknemers opleidt dan ondernemers.
  • Ik heb hbs gedaan, dus ik ben nog van voor de Mammoetwet. Er wordt vaak hoog opgegeven over de hbs, maar wat mijn zoon en dochter nu op het vwo leren, dat is echt een paar tandjes hoger dan wat ik heb opgestoken.
  • De VVO wil schoolleiders aanzetten meer aan internationalisering te doen en hun professionele ontwikkeling stimuleren door middel van studiereizen en internationale bijeenkomsten. Momenteel worden voorbereidingen getroffen om buitenlandse studiereizen te organiseren rondom de thema’s managementontwikkeling en vmbo.

 

Programmaraad Innovatie_VO van de VO-raad

Ella Vogelaar (Ze is voorzitter van de Programmaraad Innovatie_VO van de VO-raad. Ze studeerde onderwijskunde. Ze was voorzitter van de lerarenvakbond ABOP 1988-1989. Ze was lid van de Communistische Partij Nederland. Ze was PvdA-minister voor wonen wijken en integratie. Ze heeft vele nevenfuncties waaronder talrijke commissariaten; zo was ze voorzitter van de Raad van Commissarissen van Unilever)

Als voorzitter van de Programmaraad Innovatie_VO van de VO-raad:

  • Een aantal thema’s uit de bundel ‘De Bedrijvige School’, die tijdens mijn vakbondsvoorzitterschap verscheen, waren toen nog absoluut onbespreekbaar. En nu, twaalf jaar later, zie ik dat heel veel scholen ermee bezig zijn. De basisgedachte van de bedrijvige school, wordt nu in steeds meer scholen van voortgezet onderwijs gepraktiseerd: uit de Innovatiemonitor_VO blijkt dat 95% van de scholen met innovatie bezig is.
  • Je zou kunnen zeggen dat de autonomie van de docent in het voortgezet onderwijs lange tijd oneindig was. Ik heb er lange tijd voor geijverd dat die deuren van die klaslokalen open zouden gaan en de leerkracht een stukje van zijn autonomie zou opgeven. Van dat laatste ben ik nog steeds een groot voorstander en tot mijn vreugde zie ik dat nu ook gebeuren.
  • Het zou interessant zijn om eens na te gaan waarom onderwijsvernieuwing vaak zulke heftige weerstand oproept. Zo kan ik me geel en groen ergeren aan die mensen die als het over het vmbo gaat voortdurend roepen dat we terug moeten naar de oude ambachtschool. De huishoudschool wordt in dat verband nooit genoemd, maar dat zal wel komen omdat het bijna altijd mannen zijn die dat roepen.
  • Wat me een echte bedreiging lijkt is dat die kritiek op het nieuwe leren hier en daar ook gepaard gaat met een roep om weer meer overheidsbemoeienis en dat terwijl de scholen nog maar zeer recent een eigen verantwoordelijkheid hebben gekregen voor onderwijsvernieuwing.
  • Af en toe hoor je in het VO een roep om rust, maar ik denk niet dat die rust er ooit nog gaat komen. Innovatie is een ‘ongoing’ proces: de dynamiek in de samenleving blijft veranderen en dat zal ook voor het onderwijs gelden.
  • Ik wil weten hoe het komt dat zo veel schoolleiders de veranderingsbereidheid van docenten als een obstakel voor vernieuwing zien. Als managers naar hun personeel wijzen en zeggen: daar ligt het aan, zeg ik: je bent niet voor niks manager. Als zij niet willen, is dat primair een opgave voor jou als schoolleider.
  • De voorhanden zijnde onderzoeksresultaten laten zien dat veranderingen in het onderwijs een positief effect hebben op de motivatie van de leerlingen en de prestaties in ieder geval even goed of beter zijn als in het traditionele onderwijs.
  • We moeten af van het beeld dat als de resultaten van de innovatie anders zijn dan gepland de innovatie mislukt is.

 

Maatschappelijke Raad van de VO-Raad

Alexander Rinnooy Kan (Lid van de Maatschappelijke Raad van de VO-Raad. Lid Netwerk Onderwijsinnovatie. Voorzitter SER)

[Laat onderwijs excelleren]

  • In de huidige samenleving hebben we alle beschikbare individuele talenten nodig. En daarbij gaat het niet alleen om rekenen en taal, maar ook om creatieve, artistieke, sociale, sportieve en andere talenten. Ontwikkelen van ieders unieke talenten, naar ieders maximale mogelijkheden, moet dan ook de primaire doelstelling worden van ons onderwijs. Individuele talentontwikkeling vergt dat scholen veel meer dan nu de vrijheid krijgen om hun eigen onderwijs in te richten.
  • Er moet een nieuwe schoolstrijd ingaan om de gevolgen van de opkomst van internet en van de globalisering te ondervangen. Door internet is de vaardigheid om te leren mogelijk belangrijker dan de kennis zelf.
  • De noodzaak van innovatie staat voorop. Innoveren is overleven.

Bij zijn vrijwillig vertrek als ING bestuurder naar de SER kreeg hij een grote som geld mee, waaronder een bedrag van € 1,6 miljoen als extra toevoeging voor zijn pensioenreserve.

  • Ik vind dat in de huidige tijd [van versobering] zeker te verantwoorden. We moeten langer doorwerken maar ik ben ook niet van plan om eerder te stoppen.

 

Harry Mes (Directeur Werkgeverszaken en Bedrijfsvoering VO-raad)

  • Het is ongewenst om leraren te betalen naar het niveau van hun opleiding. In Nederland geldt dat je betaald wordt naar het werk dat je doet. Een baliemedewerker van een bank die van de universiteit komt, krijgt toch ook geen 4.000 euro omdat die persoon een academische achtergrond heeft ?

————

2. Bestuurders

"De reflex is nu om weer alle macht te leggen bij de vakman (m/v) en alles wat naar management en beleid ruikt besmet te verklaren onder het motto ‘handen af van de leraar voor de klas!’. Maar zijn de leraren die nu onze scholen bevolken allemaal de vaklui die we nodig hebben?"  Nico de Jong (Bestuurder Cals College te Nieuwegein)

"Het kabinet broedt op een voorstel om voor leraren in het voortgezet onderwijs prestatiebeloning in te voeren. Zo’n bonus zou je niet aan docenten, maar aan schoolleiders toe moeten kennen. Schoolleiders die zorgen voor verandering, helpen het onderwijs vooruit. Die prestatie verdient beloning." Jan Fasen (Voorzitter Centrale Directie Connectcollege.

Kinderen moeten zich thuisvoelen op school. Tegelijkertijd moet het zo’n inspirerende leeromgeving zijn dat kinderen denken: goh kijk dat uitzicht. Ik zal wel naar dat dal toe willen dat er zo prachtig uitziet. Gebouwen van BOOR zullen aan die eisen moeten voldoen.”  Jan Rath, Bestuurder Onderwijsstichting BOOR (BOOR kwam in grote financiële problemen door hun bouwprojecten)

 

Rob Kraakman (Bestuursvoorzitter OMO (1992-2008), bestaande uit 45 middelbare scholen)

[AOb blijft tegen stijging salaris topbestuurders]

  • De opvatting van Verbrugge is reactionair en getuigt van weinig maatschappelijke realiteitszin. De stellingname is vooral eendimensionaal en insinuerend. Het betreft knap inspelen op sentimenten en onderbuikgevoel. Ook de aanzwellende kritiek op de rol van het management in onderwijs is hier een mooi voorbeeld van.
  • De vraag naar management in het onderwijs is volledig ingegeven door de politiek. Onder de noemer decentralisering en professionalisering is het onderwijs gevraagd een enorme kwaliteitsslag te leveren. Dit is geen sinecure, maar een ingrijpend proces. Het begeleiden van dit proces vraagt om managementkwaliteiten en bedrijfsmatig ingestelde vakmensen.
  • We realiseren ons heel goed dat OMO bij de top tien van de Brabantse bedrijven behoort.
  • Ik heb aan Ton van Haperen de vraag gesteld of hij met mij van mening kon zijn dat enige prudentie in publieke kritiek aan de eigen werkgever, mede in het licht van de ruime arbeidsmarkt voor docenten economie, op zijn plaats zou zijn.

Naar aanleiding van de commotie over zijn salaris à € 170 000 per jaar:

  • Ik stoor me er vreselijk aan dat de bond bestuurders in het onderwijs wegzet als graaiers. We zijn allemaal integere bestuurders.

 

Pieter Hendrikse (Raad van bestuur OMO)

[Verlos ons van cynische frikken!]

  • Mag ik eens vragen, geachte columnisten [Leo Prick, Ton van Haperen], wat doet u eigenlijk nog binnen onze sector, waarom gaat u niet eens ergens anders 'n kijkje nemen?
  • Wat de beloning van bestuurders aangaat: high potentials vragen een marktconforme beloning.

 

Albert Strijker (Voorzitter van het college van bestuur van de Dunamare Onderwijsgroep)

“Hoeveel kost een lustrumdag voor 1500 medewerkers van 24 middelbare scholen, afgesloten met Indisch buffet en een feestavond waar de hele Philharmonie in Haarlem voor is afgehuurd?  Meerdere personeelsleden reppen over vijfhonderd euro per persoon. Dat zou neerkomen op een bedrag van € 750.000.  Bij de redactie van deze krant zijn reacties binnengekomen van lezers die vraagtekens hebben gezet bij het feest dat buitensporig duur zou zijn. Het gaat pas om het vijfjarig bestaan van de regionale koepelorganisatie Dunamare, en dat in een tijd waarin op het onderwijs flink wordt bezuinigd. Het feest werd mede-georganiseerd door de CBE Group, waar de vriendin van Strijker werkt.“   Haarlems Dagblad, 12-9-2012

  • Hoeveel deze lustrumdag gekost heeft? Ik ga dat niet voor u achterhalen. Dat soort bedragen hoort niet in de krant. Ik zie dit als een interne aangelegenheid. Ik heb geen zin om op te vragen hoeveel het budget precies was.
  • Een mevrouw met wie ik goed bevriend ben, werkt inderdaad bij de CBE Group. Maar Dunamare werkt niet op grote schaal samen met CBE. Enkele scholen van Dunamare wel. Maar het is echt niet zo dat wij veel uitbesteden aan die groep. Dat had de Raad van Toezicht van Dunamare nooit goedgekeurd.

Mededeling aan personeelsleden:

  • N.a.v. de Indianenverhalen over de kosten van het feestje: we financieren het dagprogramma uit onze nascholingsbudgetten en voor de avond hebben wij gespaard.

 

Wim Blok (Directeur van de Stichting BOOR (Bestuur Openbaar Onderwijs Rotterdam). Hij is nu Senior Partner bij de CBE Group)

BOOR kwam in opspraak i.v.m. grootschalige brouwfraude. Er  heerstte grote financiële chaos. Er was geen toezicht en de administratie was een chaos. Wim Blok reisde in zeven jaar tijd 34 keer naar het buitenland voor BOOR. Dertig van de 34 bestemmingen lagen buiten Europa. Negentien keer reisde hij naar Sjanghai. Van alle reizen zijn echter niet de tickets als bewijs in de administratie gestopt. Bij de reizen ontbreken inhoudelijke verslagen die nut en noodzaak onderschrijven. Blok reisde ook naar Brazilië, de Verenigde Staten en Canada. Hij vloog business class en verbleef regelmatig in dure hotels. Ook dineerde hij geregeld luxueus. Zo zijn er bonnen van diners die 600 euro kostten. Ook diende hij bonnen in met daarop data die niet klopten met de beschikbare reisgegevens. Ook is hij een keer met zes schooldirecteuren naar Suriname gevlogen om de cultuur beter te leren begrijpen en te kijken of er samenwerkingsverbanden kunnen worden aangegaan. Blok stapte op als voorzitter na veel kritiek. Hij kreeg de maximale ontslagvergoeding mee van  € 165 000, — . BOOR leed toen al jarenlang miljoenenverliezen en gaat de komende jaren fors bezuiningen op personeel en onderhoud.

Wim Blok werd daarna Senior Partner bij de CBE Group waar hij zijn bestuurservaring en ervaring op het gebied van internationalilsering zal inzettten.

  • Het onderwijs heeft niet geleden onder mijn reisgedrag.

Over de bouwfraude:

  • Wij zijn blijkbaar teveel uitgegaan van vertrouwen. Die houding is typisch voor  het onderwijsveld.

 

Wim Littooij (Bestuursmanager CVO Rotterdam)

[Onderwijs maken (KPC)]

  • Voor ‘kennisvaardigheid’ is een minimale basiskennis vereist. Het onderwijsmodel waarin kennisoverdracht en leerstof centraal staan, is daarmee niet meer van deze tijd.
  • De vernieuwing van het onderwijs zal radicaal aangepakt moeten worden. Het wordt een onderwijsmodel zonder jaarklassen, zonder schooltypen met onoverbrugbare scheidslijnen en zonder een centraal examen als selectiecriterium voor diplomering. 

 

Jan Gispen (Voorzitter bestuur 'Stichting Voortgezet Onderwijs' te Utrecht. Hij is nu adviseur bij de CBE Group)

  • Op het vlak van bestuur en innovatie is een radicaal andere aanpak nodig waarbij schoolleiders met lef en verbeelding de voortrekkersrol moeten vervullen en voor de metamorfose – van rups- naar vlinder-school – moeten zorgen. Wil een rups een metamorfose ondergaan tot vlinder dan heeft hij of zij visie nodig en lef. Visie om te beseffen dat de toekomst andere doelen kent dan je vol vreten met bladmoes en het alsmaar dikker willen worden. Lef bovenal, om uiteindelijk je met moeite aan die cocon te ontworstelen en dan te gaan fladderen en nectar uit bloemen te drinken. Zo gaat dat met scholen ook. Een innovatief schoolleider denkt zijn medewerkers vooruit en is bezig met de ontwerpfase van vlinders.

 

Peter Overgaauw (Algemeen directeur Purmerendse Scholengroep)

Terwijl de Purmerendse Scholengroep afkoerste op een tekort van 2,8 miljoen euro, haalde directeur Peter Overgaauw het consultancybureau CBE in huis. De aftrap voor het vernieuwingstraject dat van de scholengroep een High Performance School zou gaan maken, was in 2010. Sindsdien ging het bergafwaarts. Ouders en docenten die anoniem willen blijven spreken van chaotische toestanden op het Da Vinci College, waarbij door de schooldirectie intimidatie richting ouders en leerlingen niet wordt geschuwd. Docenten hebben in paniek ouders en leerlingen via twitter en facebook bij elkaar geroepen om collectief een vuist te maken. De kwaliteit van het onderwijs is beneden peil. Sommige leerlingen hebben maandenlang lessen moeten missen omdat er geen docenten waren. Een aantal is daardoor tijdens het examen in problemen geraakt. Intussen is er sprake van een leegloop onder docenten. Minstens twintig leraren komen na dit schoolseizoen niet terug.

[Open brief van Peter Overgaauw aan wethouder Blokzijl]

Uit de open brief:

  • Het is de laatste jaren gewoonte geworden onder politici om zich laatdunkend te uiten over het functioneren van bestuur en management. In bestuurlijke kringen in het Voortgezet Onderwijs noemen we dat ‘criminalisering van bestuurders'.
  • Uw uitspraken in de krant, mijnheer Blokzijl, of ze nu waar zijn of niet, doen geweldig onrecht aan de inspanningen van de mensen.
  • De PSG is voorloper in het Nederlandse VO als het gaat om de zoektocht naar hoe we de talenten van onze leerlingen zo goed mogelijk tot wasdom kunnen laten komen.
  • Het PSG-management laat, door middel van 360 graden feedback, degenen aan wie zij leiding geven reflecteren op hun functioneren.

 

Martien Van Diesen (Voorzitter college van bestuur Commanderij College te Gemert)

[Mooie woorden, maar slechte ideeën]

Een docent,  Dr. Giebels,  die kritiek had op zijn uitspraken, werd geschorst en kreeg een spreekverbod (zie verderop).

  • De docent die alleen als wiskundige of classicus bezig is achter de gesloten deur van zijn lokaal, is een risicofactor voor ons onderwijs.
  • In het onderwijs wordt in het vmbo door zogenaamde tweedegraders een grotere prestatie neergezet dan door op een automatische piloot vanuit het verleden doorkabbelende Bonners.
  • De laatste inzichten van de analytische meetkunde kunnen niet verhullen, dat met name eerstegraders het contact met de hedendaagse jeugd, de geweldige generatie Einstein, verloren is.
  • Hele kranten worden volgeschreven over het belang van staartdelingen. In een tijd dat we toe zijn aan een opvolger voor Einstein, in een tijd waarin ons denkraam steeds groter moet worden, discussiëren we nog steeds over onbelangrijke details. 

 

Kees Streng (Rector Scholengemeenschap Were Di Valkenswaard)

[Zo ga je niet met je bestuurder om]

N.a.v. het bovenstaand artikel van Martien Van Diesen schreef dr. Giebels een reactie, zie verderop.. Dit kwam hem te staan op schorsing en een spreekverbod. Als reactie hierop een krantenartikel van Kees Streng:

  • Giebels is te ver gegaan. Schoolleider Van Diesen in Gemert heeft zich in zijn opinieverhaal gericht op een groep binnen het onderwijs. Dat is zijn goed recht.
  • Giebels komt met allerlei stellingen die voor een buitenstaander niet te beoordelen zijn.
  • De docent noemt zijn baas consequent ‘rector’. Van Diesen is voorzitter van het college van bestuur, en dus het bevoegd gezag. Dat is heel iets anders. Als je dat als docent niet weet, laat je zien dat je je boeltje niet bijhoudt en onderstreep je nog eens dat Van Diesen wat jou betreft eigenlijk gelijk heeft.
  • Ik vermoed dat de betrokken docent zich niet langer erkend en herkend voelt. De wereld is veranderd, daar moeten docenten als hij rekening mee zien te houden. Zo’n man veroorzaakt stilstand op zijn school. Op sommige scholen zie je dat een groepje van een tiental docenten binnen een team van honderd personeelsleden de ontwikkelingen weet te stagneren. Dat is een slechte zaak. Daarover schreef de heer Van Diesen.

 

Jan Fasen (Voorzitter Centrale Directie Connectcollege. Lid Kerngroep Netwerk Innovatieve Schoolleiders)

[Geef schoolleiders een bonus, niet de leraren]

  • Het kabinet broedt op een voorstel om voor leraren in het voortgezet onderwijs prestatiebeloning in te voeren. Zo’n bonus zou je niet aan docenten, maar aan schoolleiders toe moeten kennen. Schoolleiders die zorgen voor verandering, helpen het onderwijs vooruit. Die prestatie verdient beloning.
  • Zoals met een hinderlijke vlieg al cirkelend om je hoofd: je mept, maar iedere keer komt ie terug. Zo ongeveer is het met de uitdrukking 'opbrengstgericht werken'. Wat is 't eigenlijk, opbrengstgericht werken? Economisch jargon waar elk onderwijshart van overslaat, waar geen enkele inspiratie of uitdaging vanuit gaat. Zo 19e eeuws en incompleet dat ik het er wel mee oneens moet zijn.
  • Wil er echt iets veranderen op scholen, dan zal de leraar moeten opschuiven van volger van een voorgeschreven methode naar maker van aansprekend en uitdagend onderwijs. Die stap maken leraren niet vanzelf. Daar is krachtig leiderschap vanuit de schoolleiding voor nodig, inspirerend, met een heldere visie en met een concreet resultaat voor ogen. Leiderschap dat is gericht op veranderen, vernieuwen, ontwikkelen en presteren; dat in staat is om dat wat leerlingen in de school moeten leren af te stemmen op wat de samenleving straks nodig heeft; dat in de lerarenkamers het gesprek op gang weet te brengen over wat hedendaags leraarschap inhoudt en hoe leerlingen het best voorbereid worden op een betekenisvolle toekomst.
  • Innovatief leiderschap verleidt de medewerker het vertrouwde los te laten en (h)erkent de angst dat het nieuwe onbekende inboezemt.
  • Wanneer we innovatief definiëren als het bewerkstelligen van een houding van vernieuwing en verbetering bij hoogopgeleide vakmensen middels authentiek en onderzoekend contact, dan is het gebruik van de juiste taal van evident belang. Taal in de vorm van aansprekende en invoelbare waarden in alledaagse bewoordingen kan sterkere beelden en reacties oproepen dan de lege begrippen waar we ons vaak maar al te graag van bedienen.
  • Uit Het Mission Statement van het Netwerk Innovatieve Schoolleiders:
    • Eerste kernvraag: ’How can children become innovators, not simply imitators?’
    • Tweede kernvraag: Hoe geef je leiding aan leren?
    • Derde kernvraag: Op welke wijze definiëren we leren en organiseren en faciliteren we in het licht van onze missie?
  • Het is mooi om in deze tijd schoolleider te zijn, tenminste, wanneer je als schoolleider werk wil maken van ‘leiding geven aan leren’.
  • Onze leerlingen moeten voorbereid worden op een betekenisvol leven in de 21e eeuw. De kenmerken van de 21e eeuw en de kennis en vaardigheden die gevraagd worden verplichten ons om de manier waarop we onze leerlingen nu voorbereiden opnieuw te doordenken. Wij als netwerk vinden dat die voorbereiding anders moet dan de manier waarop we dat al decennia doen. Er is in het licht van die 21e eeuw behoefte aan een visie op het begrip ‘leren’ en hoe je dat leren het meest uitdagend organiseert. Voor schoolleiders is vervolgens de belangrijkste vraag hoe je leiding geeft aan een innovatie van leren binnen je school.
  • Met glans jezelf worden is de basis van mijn denken en doen. Als voorzitter centrale directie van het Connect College probeer ik iedere dag voor leerlingen en medewerkers een gelegenheid te creëren die hen uitnodigt om te worden wie ze zijn.
  • Op dit moment is onderwijs vooral gericht op leerlingen van buitenaf allerlei dingen aan te reiken en zijn er weinig stimuli voor leerlingen om zelf dingen te ontdekken. Er wordt onvoldoende appèl gedaan op de creatieve denk- en ontwikkelkracht bij leerlingen.
  • Leerlingen roepen steeds luider dat ze leren niet saai vinden, maar school des te meer.
  • Wat de overheid wil staat haaks op wat de moderne leerlingen willen. Die laten steeds luider merken klaar te zijn met de aanbodgerichte klassikale rituele dans. Het keurslijf van moeten en dwang past niet meer bij de leerling van nu die buiten de school op allerlei manieren uitgedaagd wordt om te oefenen met vrijheid en verantwoordelijkheid.
  • Wij verheugen ons op een krachtige impuls aan leren en laten leren. Onze leerlingen verdienen het, sterker, binnenkort staat de eerste leerling op die het van ons eist!
  • Op mijn school doen we ons best om de ontwikkeling van onze leerlingen te laten groeien via vijf leerpijlers. 1. Creativiteit, 2. Mediageletterdheid, 3. Kennen en kunnen, 4. Respect is doen, 5. Ethisch bewust zijn.
  • Het is uitermate dom en vervelend dat sommige vakbonden de achterdocht jegens de schoolleiding en de besturen aanwakkeren. Mij stoort het mateloos.
  • Volgend jaar gaan we hier een coachingsprogramma starten om leraren mentaal uit de frontale vertrouwde stand te halen.
  • Authenticiteit, ondernemerschap en samenwerken zijn de belangrijkste onderdelen van coaching voor leraren de komende jaren.
  • Op het Connect College hebben we besloten minder te moeten. We gaan als het ware ont-moeten. We gaan samen op zoek naar de collectieve vrije ruimte om daar het gesprek met leerlingen en met elkaar te voeren over de vraag wat de betekenis is van leren.
  • Verbeteren is vernieuwen.
  • Kennis is belangrijk maar advanced skills brengen kennis tot leven. Meer van hetzelfde is een doodlopende pad.
  • Zoek CEO’s van bedrijven die met eindverantwoordelijke schoolleiders de kern van innovatief leiderschap willen verkennen. 
  • We zien dat de vertrouwde systemen in rap tempo vertrouwen verliezen. Niet alleen het onderwijssysteem, maar ook het bank-, bestuurs-, verzekerings-, milieu-, sport-, politieke- en waardensysteem staat op omkiepen. Integriteit en moreel handelen zijn geen vanzelfsprekendheden meer. Niet voor niets dat CEO’s van grote bedrijven als Shell, Akzo en DSM, maar ook het midden en klein bedrijf, nadrukkelijk ervoor pleiten om het onderwijs anders te organiseren. Om leerlingen voor te bereiden op het leven in algemeen brede zin in plaats van op afzonderlijke vakken. Om leiders en verantwoordelijke en creatieve burgers van ze te maken, die crises kunnen voorkomen en oplossen. Niet langer focussen op het slagen voor een diploma. Want om te slagen moet je je aanpassen aan anderen. Je wordt ontmoedigd om buiten kaders te denken en risico’s te lopen. Creativiteit en innovatie worden zo de kop in gedrukt.

 

Jeanine Vlastuin (Rector Amadeus Lyceum in Vleuten)

“Het Amadeus Lyceum beschouwt kunst en cultuur als voertuig voor het leren. Kunst en cultuur zijn geïntegreerd in de andere vakken.”

  • Met ons CultuurGebaseerd onderwijs zijn we erin geslaagd leerlingen keuzes te bieden waardoor zij hun eigen leerstijl sneller ontdekken en daarmee kunnen excelleren.
  • De samenleving verandert zo snel! Als je de dynamiek in je school daar niet op aanpast, verlies je elkaar.
  • Wat leerlingen bij ons aantoonbaar meer doen, hun totale ontwikkeling, dat ze zelfstandiger zijn en beter kunnen plannen, kan ik in de huidige systematiek van toezicht niet zichtbaar maken. Maar we zoeken niet alleen een kader voor legitimering, we willen ook de samenleving tonen dat we trots zijn op wat we doen.
  • De ‘Expeditie Durven Delen Doen’ heeft meetbaar bijgedragen aan ons thema ‘Met plezier naar school’. Uit een tevredenheidsonderzoek blijkt dat we hier een fantastisch pedagogisch klimaat hebben.

 

Rolia Wiggelinkhuijsen (Conrector VO Daltonschool 'Helen Parkhurst' in Almere)

  • We willen voor de leerlingen een krachtige leeromgeving maken, zodat er niet alleen de cognitieve bel gaat rinkelen, maar allerlei soorten bellen. Differentiatie is niet alleen op A t/mF-niveau, verschillen zijn er in visuele, auditieve en kinestetische leerstijlen, en nog veel meer verschillen als het gaat om de meervoudige intelligenties en op die verschillen bieden we de lesstof te weinig aan. We willen graag afwisseling tussen het cognitieve, en het speelse, en de geheugenwerking van het lijf erbij betrekken. Het uiteindelijke doel is dat de leerling via allerlei tussenstapjes zijn of haar eigen leerstijl op de verschillende intelligenties ontdekt. Dan kan er vandaaruit effectief geleerd worden.
  • Kwaliteit van het onderwijs is niet te vangen in getallen. Dat doet de inspectie en daar word ik chagrijnig van.

 

Wik Jansen (Algemeen directeur van de Stichting Christelijk Voorgezet Onderwijs Zuid Oost Utrecht. Coördinator Task-force 'Zeer zwakke scholen' van de VO-raad. Nu werkzaam bij de CBE Group)

Er zijn klachten over Wik Jansen i.v.m. zijn slechte bereikbaarheid: hij is vaak op studiereis:

  • Ik maak me zorgen over de huidige cultuur van wantrouwen in het onderwijs. Ik ga inderdaad op kosten van mijn scholen op studiereis. Naar Amerika, naar Rome. Daar doe ik inspiratie op. Ik ken bestuurders die nu in Australië zitten, en in China. Dat op mijn scholen vakken zijn wegbezuinigd, klassen groter werden en een orthopedagoog verdween wegens geldgebrek? Dat is een beslissing op schoolniveau. Daar ga ik niet over.
  • Meer dan 17 procent van de VWO-afdelingen is zwak. Ik verwacht grote problemen omdat eerste-graads docenten moeilijk zijn te bewegen tot verandering.

 

Kees Hoefnagel, Iris Atkinson (Hoefnagel is voorzitter Centrale Directie Scholengroep Roermond. Atkinson is afdelingsleider vwo op locatie Broekhin)

  • De directies en afdelingsleiders van de scholengroep zijn op retraite geweest in Italië. Het motto van de retraite was: ‘Duurzaam leiderschap, Benedictus en Umbrië als bronnen van inspiratie’.
  • Als scholengroep willen we een cultuurverandering teweeg brengen door te investeren in leiderschap op elk niveau. De retraite is een bezinning op de vraag wat leiderschap voor ieder van ons betekent.
  • De Umbrië-retraite heeft me [Atkinson] gesterkt in mijn opvatting dat ik als leider authentiek moet zijn. Wat je vindt, moet je ook durven doen.

———-

3. Docenten

 

Theo Wismans (Docent Gelukskunde, een verplicht vak op het Charlemagne College te Landgraaf. Hij ontving de Onderwijsprijs Limburg en de Nationale Onderwijsprijs. Hij studeerde theologie)

  • Ik begin elke les met muziek, bedoeld als ‘energizer’. En nog een ritueel: kaarsjes branden. De lessen worden afgesloten met dansen op muziek, om nieuwe energie op te doen voor de rest van de schooldag.
  • Leerlingen moeten een week lang ‘flowen’, dat wil zeggen: het gevoel cultiveren dat alles perfect klopt.
  • In de hele opbouw van gelukskunde zit een lijn vanuit het idee dat iedereen er mag zijn. Er zijn vele oefeningen waarin de kids de kans krijgen dit te ontdekken. Je x faktor is 10.
  • Het vak Gelukskunde zou op elke middelbare school verplicht moeten zijn.
  • Volgens mijn promotor Prof. Monique Boekaerts zijn emoties de brandstof van het leren. Vandaag ook weer een brugklas gehad met uitdagende opdrachten vanuit hun emoties. Het lokaal Gelukskunde barst uit zijn voegen. 

 

Maarten Koudstaal (Decaan VMBO)

[Leerlingen vragen ander onderwijs]

  • Het moderne kind moet in deze tijd de maat voor het onderwijs worden.
  • Zonder een soapverhaal of jachtidee mist ons oude audiovisuele materiaal de aansluiting bij de belevingswereld van het moderne kind.
  • Grenzen stellen, iets verbieden, wekt grote weerstand op bij bepaalde kinderen. Ze voelen zich in hun eer aangetast als ze gecorrigeerd worden of niet de aandacht krijgen waarom ze vragen.
  • Als ouders niet in staat zijn om de noodzakelijke zaken aan te dragen, dan moet het onderwijs daar in voorzien. Door samen op school te beginnen met ontbijt en tussen de middag een warme verantwoorde maaltijd. Door het leren in te bedden in de prikkelomgeving (computer/televisie) van het kind.
  • Gelukkig zijn er al stromingen op gang gekomen die het leren onorthodox willen hervormen. Er worden dan geen cijfers meer gegeven en er zijn geen afzonderlijke vakken.

 

Ellen Tapia-Quilodrán (Docent beeldende kunst en vormgeving)

[Doceer de docent in nieuwe media]

  • Internet is een ideaal medium voor kennisoverdracht en in te zetten voor alle schoolvakken.
  • Als docent in opleiding heb ik tijdens stages meegemaakt hoe de generatiekloof tussen docenten en leerlingen met de dag groeit. Terwijl leerlingen zich aansloten bij forums en nieuwsgroepen, vanuit de klas twitterden dat zij zich verveelden en krabbels achterlieten op de Hyvespagina van hun klasgenoten, leerden de docenten hoe zij hun e-mail moesten openen.
  • De docent heeft zijn rol als kennisautoriteit verloren.

——————–

4. Vernieuwende scholen

"Standaard zou ik de regel willen voorstellen dat vijftig procent van alle innovatieve onderwijsprojecten hoort te mislukken. Als dat percentage lager ligt is er te risicoarm geëxperimenteerd."   Frans Nauta  (Secretaris van het Innovatieplatform. Oprichter Nederland Kennisland. Lector 'Innovatie' Hogeschool HAN)

Durf, lef is nodig voor volstrekt nieuwe initiatieven met bloemrijke namen als Slash21, !mpulse, VIA, UNIC, en meer prozaïsche namen als De Nieuwste School, Scholingsboulevard Enschede, Leerdorp Elst.”  Pieter Hettema  (Hij was voorzitter van Schoolmanagers_VO)

Een school die geen vernieuwingsschool is, moet zich schamen.”  Harry Gankema (Senior-Adviseur bij de KPC Groep)

 

‘Slash 21’ te Lichtenvoorde

Slash21 is een school met een extreme vorm van 'nieuw leren', gerealiseerd en ondersteund door de KPC Groep. De school ging van start in 2002 en gold als voorbeeld voor vernieuwend onderwijs.

 “Fantastische adviseurs van KPC Groep hebben als jongleurs moeten lopen over het dunne koord tussen passie en precisie, tussen idee en realiteit. Ik weet dat Slash 21 voor veel andere vernieuwende scholen een voorbeeld is. En daarin is Slash 21 op dit moment misschien wel de belangrijkste oppepper voor de Nederlandse onderwijsvernieuwing.” Johan van der Horst  (Algemeen directeur van de KPC-groep)

Ik ben er enthousiast over dat Slash 21 de nek durft uit te steken en de ordenende principes – de klas en het lesrooster – durft los te laten. Ik kijk er niet van op dat schoolleider Henk van Dieten het helemaal eens is met zijn eigen stelling dat je van samenwerken meer leert. Dit is een school die de toekomst maakt.” Maria van der Hoeven, Minister van Onderwijs

Pedagogisch is het Slash-initiatief geslaagd: – Slash-leerlingen hebben een hoog bewustzijn van de eigen ontwikkeling. – Slash-leerlingen zien de docenten als betrouwbare bron.” Luc Stevens (Directeur en oprichter van NIVOZ, een onderwijsdenktank)

 

Slash21 werd bedacht en ontworpen door Harry Gankema,  Senior-Adviseur bij de KPC Groep:

Harry Gankema (Senior-Adviseur bij de KPC Groep)

  • Een vak is enkel een ordening voor de communicatie tussen curriculumontwikkelaars en leraren. Om deze reden heeft bijvoorbeeld Slash21 geen vakken meer, maar wordt er geleerd aan de hand van kernbegrippen. Met vakgerelateerde kennis kan niemand iets.
  • Slash21 is een school zonder boeken, roosters en lokalen. Een school waar een leraar geen leraar meer is.
  • Een belangrijk deel van het team van Slash21 bestond uit personen die werkzaam zijn in de creatieve hoek: media, film drama. Hun inbreng was het beeldend denken over kennis. Zij benadrukken dat je inzicht niet kunt reduceren tot leerbare feitenkennis.
  • Het curriculumteam van Slash21 bestaat voor de helft uit filmmakers en marketingexperts, die geleerd hebben om kennis symbolisch en visueel over te brengen. Als een uitleg goed op een film staat heb je geen leraar nodig en de uitleg is vaak veel helderder.
  • In een school als Slash/21 is het onderwijs in de moderne vreemde talen van drie jaar terug gebracht naar twee maanden door het principe van tijdsintensieve inslijping te gebruiken.

 

Henk van Dieten (Directeur van Slash21)

  • We hebben net een presentatie achter de rug waarin de leerlingen aan hun ouders hebben laten zien wat ze deze maand geleerd hebben: dat geeft echt een kick: dat wil je graag aan anderen kwijt. Kinderen die ICT-vaardigheden hebben opgedaan, die zelf videofilmpjes maken over Slash en over hun eigen ervaringen, met muziek en tekst. Eigen home-pages maken, een modeshow presenteren en zingen en acteren. En aan alle kanten wordt zichtbaar hoe ze in korte tijd in nieuwe groepen met voorheen onbekende medeleerlingen hebben leren samenwerken.
  • De veranderingen gaan zo snel dat feitenkennis in hetzelfde tempo veroudert. Nodig is vooral een school waarin de docent zich kan toeleggen op het contact met zijn leerlingen, en waar de leerlingen een omgeving treffen die naadloos aansluit bij hun eigen leefwereld. Een school waar niet langer de eindtermen de marsroute bepalen.
  • Parate kennis is in deze tijd niet meer zo belangrijk. Een diploma is niet meer dan een momentopname. Een school moet kinderen leren hoe zij snel kennis kunnen vergaren; dat is belangrijker dan de kennis op zich.
  • Natuurlijk hebben leerlingen ook basiskennis nodig. Maar ik zou graag willen weten wat dat precies is en hoeveel daarvan essentieel is in de toekomst. 

 

Leerlingen van Slash21 kregen later grote problemen in het vervolgonderwijs. Het aantal aanmeldingen voor Slash21 liep terug waarna besloten werd om de school op te heffen. De leerlingen werden toegevoegd aan het Marianum. In Maart 2007 deed de onderwijsinspectie een risicogericht onderzoek op scholengemeenschap Marianum, naar aanleiding van dalende opbrengstgegevens van voornamelijk ex-Slash21 leerlingen en klachten van een groep bezorgde ouders.

 

Slash21 werd opgericht omdat leerlingen in het traditionele onderwijs niet zouden zijn te movtiveren:

Frank (Leerling, derde jaar op Slash21).

  • 75% van de Slash21-leerlingen hadden gewoon geen zin om te leren. Die anderen, ja, die waren wel gemotiveerd.

 

M.D. (Ouder, e-mail aan Jan van de Craats)

[Zwartboek rekenonderwijs]

  • Na een driejarige schandelijke test die Slash heette, worden er nu weer 500 kinderen geslachtofferd in een nieuw project. Onze dochter gaat om die reden naar eigen keus elke dag 9 kilometer op de fiets naar een gewone school. Eigen uitleg: als ik daarheen ga, feesten we de hele dag en geen huiswerk.
  • De cijfers die ik zie bij de onderwijsinspectie zijn heel anders dan de werkelijke situatie. Na Slash gingen er veel kinderen naar een 4-havo jaar. Dat jaar bleven er vier complete klassen extra zitten. Dat zijn zeker zestig kinderen. Ik kom ze niet tegen in de statistieken. Mijn nichtje was een van de twee leerlingen van een hele klas die overging naar havo 5. De rest niet. En ja, 8 maanden bijles. Het vmbo alhier heeft een record aantal zakkers gehad naar ik hoorde; niets van te zien.
  • Wij zijn nog in staat onze kinderen te helpen. Maar voor veel ouders geldt dat niet. Mijn nichtje uit 4 vwo loopt vast op economie. Ja inderdaad, ze kan niet rekenen. Hypotheekformules, uuhhhh. Bijna een perfekte Cito-toets had ze. Hoezo gelijke kansen voor alle kinderen? Het is iets waar ik mij buitengewoon boos over kan maken, het gesol met de toekomst van onze kinderen door een achterhaalde zeventigerjarenclub.
  • In het bedrijfsleven ‘bieden ze geen stof aan’, ze eisen een prestatie voor hun geld. Acceptatie ‘dat de jeugd maar een aandachtspanne heeft van 30 minuten, dan moeten ze er echt even uit’ (echt gezegd door een directeur van een middelbare school) brengt ze pas goed in de narigheid: wat dacht je, dat de baas straks acht koffiepauzes inlast?!
  • Mijn frustratie als ouder is dat ik eigenlijk bijna niets kan, het is roeien tegen de stroom in. Ik word er zo boos van!

 

‘De Nieuwste School’ in Tilburg

Het APS is nauw betrokken bij deze school.

 

Rob Kraakman (Bestuursvoorzitter OMO)

[Nieuwe onderwijsvorm in Tilburg]

  • De 'Nieuwste School' in Tilburg gaat uit van individueel vraaggestuurd onderwijs. Een mentor ondersteunt de scholier: hij leert hem zijn leervragen te stellen en erover te reflecteren. Er zijn geen specifieke leervakken. We zien het als een ontdekkingsreis van de leerling. Leren in verwondering staat centraal. Iemand die bijvoorbeeld dierenarts wil worden, formuleert veel vragen over dieren. In verband met medicatie komt hij vanzelf op het gebied van de scheikunde terecht. De scholieren bepalen zelf wat hun eindstation is. Over de vorm van examinering wordt nog met CITO overlegd. Het eindexamen zal zeker anders worden dan gebruikelijk. Dit is de school van de toekomst.

 

Wil Segeren (Voorzitter OMO-scholengroep 'Het Plein'; bedenker van 'De Nieuwste School' in Tilburg)

  • School is voor deze generatie kinderen vreselijk saai. Ze willen praten als het hén uitkomt. Ze willen leren wat zíj belangrijk vinden. En dat halen ze 's avonds van internet. Dat vragen ze heus niet aan de meester.
  • Niet het boek, niet de docent maar internet wordt de belangrijkste informatie-bron.
  • De leraar is in het leerproces niet iemand die alle antwoorden paraat heeft, maar die leerlingen helpt om de juiste vragen te stellen.
  • Het concept van De Nieuwste School gaat uit van het ‘fractalprincipe’. In zijn denken over lerende organisaties geeft Peter Senge aan dat ‘het model staan’, dat inherent is aan het fractal-denken, noodzakelijk is bij het realiseren van echte veranderingen.

 

Tom van Kleef (Directeur van 'De Nieuwste School')

  • Tijdens de assessments van de kandidaten voor de functie van docent had ik het volgende beeld in mijn hoofd: als je een schip gaat bouwen, moet je geen timmermannen, calculators en technici aannemen, maar moet je mensen zoeken met een eindeloos verlangen naar de zee. Zo zocht ik mensen die het ideaal hebben dat kinderen gemotiveerd en met plezier leren en die erin geloven dat dat ideaal is te verwezenlijken. Ik heb dus in de eerste plaats gekeken naar betrokkenheid. 

 

Het ‘Orion College’ te Breda

Het Orion College is een door het ministerie van OC&W bekostigde HAVO/VWO-school op spirituele grondslag.

Leerlingen van het Orion College maken via gastlessen kennis met allerlei wetenschappelijke disciplines, waaronder astrologie, parapsychologie, graancirkels, genezende media, maya-tijdbeleving, de wet van tijd, feng sui en energiestromen, de wichelroede, het enneagram, mandala tekenen, mindfullnes, dromen, gelukskunde, neurofeedback, neurolinguistisch programmeren, tarotkaarten, meditatie, Hatha Yoga. Met heel veel dank aan de gastdocenten, allen experts op deze terreinen en werkzaam bij/eigenaar van:

  • SolVie Levensloopbegeleding (Advies aan de hand van je persoonlijke horoscoop)
  • Bureau Ilse Heesterbeek (Geleide meditatie; Energetische massage en Reiki, Cranio-Sacraal)
  • Arta NLP Advies (Neuro Linguïstisch Programmeren)
  • Buro voor Tarot
  • Indigo Coaching Adviesbureau (Energetisch schoonmaken, beschermen en bekrachtigen)
  • Instituut voor Aandacht en Mindfulness
  • Praktijk voor Ademtherapie, Coaching en Natuurgeneeskunde
  • PAN-Holland (Pan-Holland behoort tot de Foundation for the Law of Time)
  • Eclectica Consultancy (NLP, Silva mind control, kwantum psychologie etc.)
  • Praktijk Spirit (Counseling; Gesprekstherapie; Energetische Magnetisatie)
  • Centrum Gaden Chökor Ling (Hatha Yoga, Ayurvedische massage )
  • Integraal Parapsychologisch Adviesbureau

etc.

 

Paul Liekens is lid van het comité van aanbeveling van het Orion College. Hij is schrijver van de boeken 'De 12 energiecentra', ‘Maya-tijdbeleving en NLP’, 'NLP, sjamanisme en quantum-fysica’.

 

”Door bepaalde klanken te gebruiken resoneert je lichaam waardoor blokkades bijna los trillen.”  Jacqueline de Jager (Tijdens gastles op het Orion College)

 

Kitty Janssen, Nicole Nooijen, John Broeckaert (Stichting Magical Education, het bevoegd gezag van het Orion College. Kitty Janssen is Rector van het Orion College en Paranormaal Therapeut).

  • Magical Education heeft zich ten doel gesteld om kinderen op te laten groeien in een veilige leeromgeving met een volledige integratie en acceptatie van het spiritueel bewustzijn.
  • De leerlingen op het Orion College krijgen een leertraject aangeboden waarbinnen alle ervaringen een plaats kunnen krijgen. Een leertraject waarbij hun eigen leven gezien wordt als deel van een groter geheel.
  • We hebben Paul Liekens gevraagd eens na te denken over de vraag of een school in de vorm van een piramide voor- of nadelen zou hebben op het leergedrag van kinderen. Paul ziet alleen voordelen, met name plekken waar kinderen de gelegenheid wordt gegeven zich in stilte terug te trekken. Deze plaatsen zouden zo ongeveer moeten zijn op de plek waar in de piramide van Gisez de Koningskamer is gesitueerd. Verder is inmiddels wetenschappelijk vastgesteld dat de piramide een dusdanige energie afgeeft dat je er rustig vanuit mag gaan dat (leer)prestaties van alle mensen die zich er dagelijks bevinden wordt geactiveerd.
  • Paranormale gevoeligheid wordt nog vaak als iets bijzonders gezien. Zo zonde!

 

Richard Krebber (Parapsycholoog. Bestuurslid van het Orion College te Breda)

Tijdens een toespraak voor het Orion College:  

  • De heersende paradigma’s zijn op dit moment enorm aan het veranderen. De wereld in het algemeen en onze maatschappij in het bijzonder staan namelijk aan de vooravond van een (energetische) transformatie die niet ongemerkt aan ons voorbij zal gaan. Zaken die buiten onze noties van tijd, ruimte en zintuiglijke waarnemingen vallen, krijgen nu groeiende aandacht in onze Westers-wetenschappelijke cultuur. De tijd is rijp voor verandering. Maar veranderingsprocessen kunnen alleen maar slagen wanneer daar een andere manier van denken, voelen en doen aan ten grondslag ligt. En daarmee kunnen we niet vroeg genoeg beginnen!

 

Petra Bulte (Docente Orion College Breda)

  • Ik ben leraar. Ik heb er een officieel diploma voor. Dus maatschappelijk gezien draag ik blijkbaar het etiket 'leraar'. Toch heb ik mijzelf nooit als een leraar bestempeld. Ik heb mijzelf altijd beschouwd als gelijkwaardig persoon, die toevallig voor een groep stond. Misschien ligt daarin het antwoord verscholen op hoe ik diep van binnen de essentie van lesgeven opvat, namelijk als het uitwisselen van wederzijdse ervaringen.
  • Wat voor mij een heel belangrijke rol speelt bij het lesgeven op het Orion College is de spiritualiteit. Ik beschouw de mens als spiritueel wezen, dat wil groeien naar het licht toe. Daarbij is contact van ziel tot ziel heel essentieel.

 

Scholingsboulevard Enschede

Ontstaan uit een fusie tussen het Bonhoeffer College, het Stedelijk Lyceum en het ROC van Twente. Er werd volop geïnvesteerd in indrukwekkende ufo-gebouwen.

Vlak na de oplevering van de gebouwen enkele jaren geleden, moesten de gebouwen al weer voor veel geld verbouwd worden omdat het onderwijsprincipe van grote ruimten was achterhaald.”  Rtv Oost over ‘Scholingsboulevard Enschede’, fantastische ufo-gebouwen die voor miljoenentekorten gezorgd hebben en waar het onderwijs slecht is en de lesuitval hoog

In die tijd zetten steeds meer ouders de leerkrachten onder druk om een ‘fatsoenlijk advies’ aan hun kinderen te geven. Met andere woorden, liever havo dan vmbo-t op de vermaledijde Scholingsboulevard die na een belabberd begin – in het eerste jaar al verlieten 54 leerlingen de SBE – met een zeer negatieve beeldvorming kampte.”   Tubantia, de Twentsche courant

De gemeente Enschede moet vijf miljoen euro betalen om de Scholingsboulevard Enschede, een samenvoeging van drie middelbare scholen af te ronden. Zo niet, dan trekt een overkoepelende stichting de stekker eruit en gaat de scholengemeenschap failliet. De Scholingsboulevard werd in 2003 nog voorgesteld als de beste VMBO/MBO-school van Nederland met de mooiste schoolgebouwen. De gemeente heeft de gebouwen destijds gefaciliteerd voor meer dan 60 miljoen euro. Dat bleek 17 miljoen boven de norm voor dit soort gebouwen te zijn. In de Scholingsboulevard zou Het Nieuwe Leren worden geïmplementeerd. Een idee van de bestuurders. De docenten waren er toen al op tegen. Al twee maanden na de start in 2008 werd van het concept afgestapt. Voor het aanbrengen van wandjes om toch afgeschermde ruimtes te hebben, moesten miljoenen worden uitgegeven. Maar het ergste is nog dat docenten die destijds waarschuwden voor het concept toen werden weggezet als reactionair, later gelijk kregen en nu toch te boek staan als docent op een slechte school, want met het veranderen van het concept is de kwaliteit gedaald.”   Binnenlands Bestuur (12 september 2012)

"De medezeggenschapsraad van de Scholingsboulevard was al bij aanvang sceptisch over de nieuwe opzet en heeft jarenlang proberen aan te tonen dat de verandering ten koste zou gaan van de kwaliteit van het onderwijs. Woordvoerder Gert Kel vindt dat de kinderen van het VMBO-T jarenlang speelbal zijn geweest van de schoolbesturen. Zelf wordt hij na jaren van kritiek en verschillende rechtsgangen als paria behandeld door het schoolbestuur. Hij verbaast zich erover dat datzelfde bestuur deze nieuwe wending tot twee jaar geleden nog zag als vloeken in de kerk."  RTV-Oost (feb 2014) 

 

Niekée Roermond

Vanaf 1 augustus 2014 wordt op Niekée te Roermond het ‘Agora’-concept ingevoerd.

Vrijwel alle kennis is op afroep beschikbaar. Het is dus logisch dat de rol van de docent en het boek als kennismedium niet meer voldoet. Het leerplan van Agora gaat uit van de natuurlijke onderzoekende houding van kinderen. De vorm waarin we ons onderwijs aanbieden gebeurt op basis van onderzoek door de leerling, zowel individueel als in samenwerking. De leerling zal de volledige eigenaar van zijn of haar leerproces moeten worden. Dit gaan we bereiken door met iedere leerling een persoonlijke leerroute op te stellen onder begeleiding van een coach. We leveren maatwerk voor iedere leerling op basis van diens individuele leerbehoefte.”  Website ‘Agora Roermond’

“Bij Agora werken leerlingen en leraren samen op momenten dat het er echt toe doet, dat maakt onderwijs veel efficiënter.”   Kees Hoefnagel (College van Bestuur, SOML)

 

Sjef Drummen (Directielid en bedenker van Niekée)

[Interview met Sjef Drummen over Agora (video)]

  • Wij kunnen met bijna absolute zekerheid zeggen dat we zeker niet weten hoe de wereld er over 5 jaar uitziet. En dat is dus de enige zekerheid die we hebben, dat is dus die onzekerheid.
  • We hebben eerst een leervisie ontwikkeld. Het betekent dat je een curriculum met content, dat je dat niet moet baseren op de vakken zoals we die nu kennen. Die vakken, engels, wiskunde etc., het staat buiten kijf dat dat de basis is van wat ooit in de verlichting is ontstaan.
  • Wij hebben een curriculum gemaakt bij Agora dat volledig gepersonaliseerd is. Het betekent dat elke leerling een individuele leerroute volgt. En dat gaan we doen door dat leren in stukken te hakken in 5 werelden. Je hebt de kunstzinnige wereld, de artistieke wereld, de maatschappelijke wereld, de sociale/ethische wereld, de spirituele wereld en de wetenschappelijke wereld. Je kunt zeggen, dat is het leven, dat is voor die leerling in al zijn facetten van belang. We zijn nu bezig met 7 high-potentials, die we uitgezocht hebben om dat curriculum te gaan ontwerpen. Daar hoort ook nog een organisatie bij. Als we straks 100 brugklassers hebben van VMBO tot Gymnasium dan heb je ook 100 verschillende leerroute’s nodig. Want elk kind heeft een individuele vraag. En er zijn ook kinderen die hebben een collectieve vraag.
  • De docent is bij Agora nog belangrijker dan als instructie-docent. Hij wordt de spil van kinderen te leren hoe ze analytisch een probleem kunnen doorvorsen. En dat probleem kun je ook doorvorsen digitaal door gebruik te maken van de collectieve hersenkwab van de mensheid die we in de cloud kunnen vinden. Stuur ze daarin zodat ze ook het optimum kunnen vinden van wat ze zoeken. Het gekke is dat kinderen dan heel veel dingen vinden die je als docent niet eens wist. Zoveel ligt gewoon voor het grijpen.
  • De leerling is ook onderdeel van de wereld, dus zal Agora volledig tweetalig zijn. Wij gaan dus die leerlingen instructies geven in het Engels, als we ze al instructies geven.
  • We zijn ook aan het denken om ouders actief deel te laten nemen aan de school. We zeggen tegen ouders: U mag Uw kind bij Agora aanmelden, maar U moet 4 dagen per jaar actief op school aanwezig zijn. Het betekent dat U 2 verlofdagen moet opnemen. Zo actief willen we dat zien.
  • We zullen ook heel vaak mensen moeten invliegen en die gaan dan Latijn geven, want als je 7 leerlingen in de groep hebt zitten, daar kun je dan niet 1 fulltime docent op zetten.
  • Voor ons ontwikkelaars geldt hetzelfde idee als wat voor onze kinderen geldt: we vinden dat we dat vastberaden moeten doen met die hele grote onzekerheid die daaraan vast hangt. En dan kunnen we zelf laten zien hoe dat mechanisme van vastberaden en onzekerheid, en met durf en lef, om dat tegemoet te treden, hoe dat gaat werken.
  • Je personal digital device, dat is zo’n belangrijk onderdeel in de ontwikkeling van de homo sapiens dat ik het op gelijke lijn zet met de uitvinding van het wiel, het schrift en de boekdrukkunst.
  • We gaan een Agora bouwen waarin kinderen connected zijn met de hele wereld, kinderen communiceren met Singapore, met Argentinië, we hebben geen klaslokalen meer, ook geen huiswerk in die zin. De slimste kinderen overrulen hoop ik uiteindelijk de leraar, die zijn slimmer dan de leraar. Dat soort kansen die moet je grijpen, en die bepaal je door openheid en vertrouwen in de kwaliteit van kinderen, dat is het allerbelangrijkste.
  • We gaan nu de collectieve hersenkwab in flow brengen.

Video n.a.v. het eerste lustrum van Niekée:  [Sjef Drummen realiseert met Niekée zijn dromen]

  • We learn children nothing about the present society. The system leaves children to stupidity, it reduces creativity,  flexibility, divergent thinking and the social skills.
  • Our Niekée learning is based on our diamond-standard. 1. Children our diamonds. The quality is already in the stone, we cannot add quality. 2. Anticipate on the scientific findings of the brains. Each brain can reach to an academic level just by optimizing its circumstances. Anticipate on multiple intelligence. Think and act on the diamond-standard: no pré-selection on intelligence, age, gender or skills. Make the whole life subject of learning. Invest in sport, arts, science, philosophy in equal parts. Invest in preserving our planet and globalisation. Give the digital natives the natural extension of their identity, a wireless environment, laptop and mobile phone so there will be a connected way of learning. No classrooms, no books, no blackboard, no chalk, no homework, no subjects, no decrease of study level and teachers who are polishers of diamonds.
  • How to make such a Positive Leaning Environment? Ask artists, entrepreneurs, painters, philosophers, youngsters, to make a plan for a PLE. But remember, don’t invite teachers. Success guaranteed. We created Niekée from scratch without interference from the teachers.

 

Technasium: Een Technasium is een middelbare school met extra aandacht voor techniek. Het Platform Bèta Techiek ondersteunt het Technasium. Op het Technasium krijgen leerlingen twee nieuwe (examen)vakken: Onderzoek en Ontwerpen.

Judith Lechner(Directrice Expertisecentrum Technasium)

[Technasium]

  • Het Technasium daagt de vwo-leerling uit met echte, authentieke opdrachten. Er wordt daadwerkelijk gebruik gemaakt van de adviezen van de leerlingen.
  • Middelbare scholieren denken dat ict te moeilijk is. Je moet middelbare scholieren laten zien dat het niet moeilijk is en dat kan met een praktijkopdracht.
  • De leerlingen werken als milieukundig adviseur in opdracht van de wethouder van Haren aan een Milieu Effect Reportage voor een groengebied bij Haren waar voor de toekomst woningen gepland zijn.
  • In het UMC Groningen is bij een aantal patiënten een bacterie waargenomen. Als arts-microbioloog doen de leerlingen onderzoek naar de bacterie en ze stellen een preventieplan op.
  • In opdracht van Prolyte maken leerlingen als werktuigbouwkundig ingenieur een ontwerp van een opvouwbare vierkante klaptruss, die gemakkelijk getransporteerd kan worden.
  • Oving architekten BV laat zijn jongste architecten een ontwerp maken waarmee zijn bureau zich kan presenteren bij een wedstrijd voor duurzaam bouwen in een nieuw te ontwikkelen gebied.
  • Avebe wil zijn productiemethoden efficiënter maken. Dit proces begint met het reinigen van de aardappels. De scheiding van vuil van aardappels levert problemen op en de directie wil dit verbeteren. Als procestechnoloog stellen de leerlingen een advies op.

——————

5. Kritiek van docenten

“Wij, leerlingen van het voortgezet onderwijs, leren vooral handig kletsen. Doodnormale feitenkennis is kennelijk nauwelijks van belang.” Duco Burgers,  Leerling Gymnasium

 

dr. Henk Giebbels (Docent geschiedenis aan het Commanderijcollege te Gemert)

[Van gedram wordt een school niet beter]

Naar aanleiding van zijn uitlatingen werd dhr Giebels geschorst en kreeg een spreekverbod.

  • Rector Van Diesen maakt een lelijke karikatuur van uitstekende, maar kritische eerstegraads leraren. Ik telde niet minder dan 29 negatieve termen in zijn stuk.
  • Tot 1996 had onze school onder leiding van de vorige rector een uitstekende naam opgebouwd. Sinds het aantreden van Van Diesen echter is de school langzaamaan een middenmoter geworden. De managers (we hebben er nu al 20) zijn belangrijk. Leraren zijn slechts uitvoerders van wat zij bedenken.
  • We moesten dezelfde boeken aanschaffen van de rector. Van VMBO tot Gymnasium: alle leerlingen dezelfde eenheidsworst voorzetten. Jaar in jaar uit moesten we de mantra van de heer Van Diesen aanhoren: Je Opleiding Is Volstrekt Onbelangrijk! Vakmanschap Telt Niet Meer! Samen Werken! Gedifferentieerd Werken! Vernieuwend Werken! Onbevoegde leraren werden aangesteld. Vakgroepen moesten worden afgeschaft. Er moest gewerkt worden in teams. Nieuwe teamleiders – ook VMBO’ers en ook al hadden ze een relatief lage opleiding – kregen een eerstegraads salaris. Geen enkele nieuwe universitair geschoolde leraar aan VWO en Havo zou dat salaris met lesgeven ooit nog kunnen bereiken.

 

Ton van Haperen (Docent economie)

[Dankbaar voor een fatwa]

  • Het aantal functies met een moeilijk te duiden toegevoegde waarde neemt schrikbarend toe. De opkomst van de bovenschools manager is daar een voorbeeld van. Dit nieuw fenomeen is gepositioneerd tussen een groep scholen en de Raad van Bestuur. Deze constructie is contra-productief. De wet van de afnemende meeropbrengsten treedt in werking. Scholen draaien onder een eigen directie, de Raad van Bestuur is overvol, een extra laag daartussen vertroebelt de besluitvorming en staat voor verlies aan slagkracht. De meerwaarde van een bovenschools manager is negatief. De totale toegevoegde waarde van OMO daalt. Als ik dan in de krant lees wat zo iemand verdient, schrik ik pas echt. Schaal zestien plus! High potentials vragen een marktconforme beloning, meent Hendrikse. Onzin, schoolleiders zijn ex-leraren, niet welkom in andere sectoren. Ooit gehoord van een weggekochte onderwijsmanager? Een markt van schoolleiders bestaat helemaal niet. Na een kwartier doorklikken kwam ik de naam Hendrikse vier keer op Google tegen. High potentials? Niemand kent ze!
  • Een organisatie die noch de gesel van de markt, noch die van de overheid voelt, heeft per definitie moeite met legitiem aanwenden van middelen. Vandaar de vraag: waarom ik overvolle klassen en zoveel anderen een baan achter het bureau? Het is aan de bestuurder daar adequaat antwoord op te geven. Dat blijft uit.
  • De toenmalige minister Hermans smijt met geld. De onderwijsraad onderzoekt waar dat heen gaat. De conclusie is ontluisterend. Leraren en leerlingen krijgen niks. Het management is fors uitgebreid. Een constatering die uitnodigt tot een vervolg vraag. Wat levert die aandacht voor sturing onze samenleving op? De Nobelprijswinnaar Jan Tinbergen was daar altijd helder over: de toegevoegde waarde van extra management is nul.
  • Jaren geleden schreef ik frank en vrij over dit soort zaken. De voorzitter van de Raad van Bestuur maakte mij duidelijk daar niet van gediend te zijn. Ik zie dat anders, geloof in check and balances, een scherp debat als dialectisch proces, op weg naar verbetering. Toch heb ik me de opmerking aangetrokken. Sindsdien is OMO door mij niet genoemd. Mijn baan is mij liever dan een stukje in de krant. Wel vervelend, schrijven met de handrem erop.
  • Op de site van de vo raad lees ik over een studiereis naar China. Binnenkort gaan ze daar maar weer eens kijken, de bestuurders. Heel bijzonder, het onderwijs in het land dat de producten maakt, waar wij veertig jaar geleden de kost mee verdienden. Wat is daar te leren? Precies helemaal niks! Maar dat maakt in die kringen niet uit. Het enige wat telt is status.
  • Voor handige vastgoedjongens zijn onderwijsbestuurders prettige prooien. De verliezen zijn enorm. Leraren en leerlingen betalen de rekening.

 

Jan Siebelink (VO-docent Frans. Schrijver. Columnist in ‘Schooljournaal’)

  • De hele studiehuisgedachte is zo paradoxaal: de maatschappij is rustelozer dan ooit en de mensen zoeken steeds naarstiger naar het geruststellende. En de overheid? Zij voert de meest ongeordende lesvorm aller tijden in.
  • Nu is de leraar – op de schoonmaker en de tuinman na – de loser van de school.
  • Laat docenten die psychische of fysieke schade hebben geleden door alle opgelegde vernieuwingen de staat als geheel een proefproces aan doen. Ik vind dat er politieke spelletjes gespeeld zijn over de ruggen van duizenden docenten heen.
  • Laat Wallage maar aftreden als burgemeester van Groningen. Hij vindt nog steeds dat hij gelijk heeft! De arrogantie!

 

Marius Jaspers (Docent Engels)

  • Het reguliere onderwijs wordt in een wurggreep gehouden door zieners en zeloten die zich verbeelden dat het leerproces te vangen is in een aantal simpele spelregels.
  • Op een cultuuromslag hoeven we niet te hopen, daarvoor is het onderwijsestablishment te zeer overtuigd van het eigen gelijk en zijn er te veel parasitaire stichtingen en organisaties waar de kassa vooral rinkelt dankzij de aanhoudende verandering en verwarring.
  • Niets rechtvaardigt de optimistische verwachting dat voormalige treiterkoppen en slaapwandelaars zich achter dezelfde flikkerende beeldschermen waar ze toch al tot diep in de nacht achter hangen zullen ontpoppen tot intrinsiek gemotiveerde studenten die reflecteren op hun eigen functioneren.
  • Wij leraren worden al jaren tegen wil en dank in diezelfde richting geduwd, onder meer door de invoering van de tweede fase met zijn dwaalleer van de zelfstandig werkende leerling. Het eind is nog lang niet in zicht, gezien de plannen van de Taakgroep Vernieuwing Basisvorming. Ondanks alle holle frasen over de autonomie van de scholen legt het ministerie ons een didactische monocultuur op. De Monacultuur: alles smeuïg, luchtig en licht verteerbaar.

 

Jan Blokker jr. (Hij was directeur van de OSG West-Friesland in Hoorn)

[Onderwijs lijdt aan vormfetisjisme]

Blokker is schrijver van het boek 'Bedrog en onbenul. Onderwijs en besluitvorming.'

  • Als je al die onzin achter elkaar hoort, en ik kan moeiteloos het aantal citaten vergroten, dan vraag je je toch in gemoede af hoe het mogelijk is dat op grond van dergelijke volkomen onzinnige redeneringen het onderwijs sinds de jaren negentig van de vorige eeuw is geherstructureerd. Is er dan nergens iemand geweest die opstond en uitriep: "De keizer heeft geen kleren aan!" Of hadden we daarvoor kinderen moeten zijn, die immers geen bullshit accepteren. 't Is een fascinerende vraag en in mijn boekje ‘Bedrog en Onbenul’ probeer ik een antwoord te vinden. Of mij dat gelukt is, dat mag u zelf beoordelen.
  • Ik weet van scholen die zelfs expliciet in hun missie hebben opgeschreven dat zij een veranderende school zijn, als doel op zich dus.Verandering is immers altijd beter dan behoud. Vernieuwing van het onderwijs heeft soms iets dwangmatigs. Er is in de laatste decennia, met impliciet of expliciet een beroep op dat adagium, weinig goeds tot stand gebracht, en zolang het besturen in handen blijft van professionele besluitvormers, die ver van het dagelijkse onderwijs verwijderd zijn, zal de rust niet gauw weerkeren.
  • Partners in crime zijn de onderwijsadviesbureaus, APS, CPS, KPC-Groep. Daar werken mensen die hebben doorgeleerd om ons te vertellen hoe je in de moderne tijd moet onderwijzen; zij hebben een vinger in de lucht gestoken en op basis van de windrichting een maatschappijvisie bepaald waarin eigentijds onderwijs moet passen. Bij verandering hebben zij direct belang, niet bij de status-quo, want dan houden hun opdrachten op. Ze zitten aan tafel bij politieke leiders en bij onderwijsbestuurders en bepalen met hen de visie op en de richting van de verandering. Er wordt in die wereld veel overgeschreven, nagepraat, vaak met een beroep op recent wetenschappelijk onderzoek, dat in werkelijkheid meestal niet bestaat en nooit bestaan heeft. Ze produceren reeksen brochures, pamfletten, vlugschriften en nota's die vaak het papier niet waard zijn waarop ze staan gedrukt, en ze geven door het hele land lezingen en cursussen.
  • Een ander waanideaal was het studiehuis. De overheid liet zich hierbij door haar ‘partners in crime’ voorlichten: de zogeheten onderwijsadviesbureaus. Deze vertelden de overheid – voor heel veel geld – dat de huidige leerlingen anders waren dan vroeger. Er zijn enorm snelle veranderingen in de communicatiemiddelen gekomen, waardoor leerlingen anders leren. Leraren moeten ‘daarop inspelen'. Zij moeten de leerling ’coachen in zijn individuele leerproces’.
  • Ingrijpende beslissingen over het onderwijs worden veelal genomen zonder dat het belang van het onderwijs zelf daarbij een rol van betekenis speelt.
  • Er wordt zelden lering getrokken uit vroegere verkeerde beslissingen.
  • In de jaren negentig kwam het waanideaal van schaalvergroting op. De wethouder sprak in een jargon dat mij op dat moment nog onbekend was, maar waaraan ik later minder begaafde bestuurders heb leren herkennen, die een ontbreken van zelfs maar het begin van een originele gedachte verbergen achter een geheimtaal die weinig overeenkomsten vertoont met algemeen beschaafd Nederlands. Altijd werd er gesproken over “de voortgang van het proces”, “het begeleiden van veranderingsprocessen” en werden docenten bedolven onder beleidsnota’s, modellen en profielen.
  • In het voortgezet onderwijs gaat het al enige tijd niet meer om de kwaliteit, maar vooral om de vorm. Scholen bestrijden elkaar op de kindermarkt door zich te profileren met aansprekende, doorgaans vernieuwende vormen van onderwijs. 'Vernieuwing' is- het toverwoord. Kwaliteit is niet sexy; scholen kunnen zich er niet mee profileren.
  • Het technasium. Wat kan dat betekenen? Uit het rapport van het CPB blijkt dat het gaat om scholen die, georganiseerd in een netwerk van ten minste vijf deelnemers en in nauwe samenwerking met overheid, bedrijfsleven en hoger onderwijs, een nieuw vak aanbieden in de onderbouw: Onderzoeken en Ontwerpen (0+0). 'Leerlingen krijgen onderzoeks- of ontwerpopdrachten. Het is de bedoeling dat leerlingen zelf de theoretische kennis verzamelen om de opdrachten te kunnen uitvoeren. Leraren in de bètavakken worden geacht enige afstand te nemen van hun vak en vervullen vooral een rol als begeleider'. Het technasium is een zeepbel van pretenties. Er lijkt een verband met het gymnasium, maar die opleiding biedt een samenhangend geheel van kennis; mathematica en fysica horen daar gewoon bij. Het technasium voegt daaraan niets toe, behalve docenten die worden geacht enige afstand te nemen van hun eigen vak en een nieuwe afkorting ( 0+0). En vakken met een afkorting daarvan hebben we er al meer dan genoeg.
  • Is het technasium een lege dop, het tweetalig onderwijs is nog veel erger. Het pretendeert leerlingen regelrecht op te leiden voor een internationale pracht-carrière; maar integendeel, het onthoudt diezelfde leerlingen de kwaliteit die daarvoor onontbeerlijk is. De basis van onderricht is de taal. Een docent zijn taal afnemen staat ongeveer gelijk aan een kreupele beroven van zijn stok. Dan wordt het behelpen, strompelen. In een vreemde taal verandert zelfs de beste docent in een stumper. Hij verliest om te beginnen iedere vorm van humor en daarna álle nuance. De kwaliteit van zijn werk gaat onherroepelijk met reuzenstappen achteruit.

 

Pierre Diederen (Docent scheikunde)

  • De besturen hebben steen en been geklaagd over de tekorten aan bevoegd personeel, maar wie de onderwijsvacatures in kranten en op internet bekijkt zal zien dat er nauwelijks vacatures zijn, ook niet voor Duits, natuurkunde en economie. Blijkbaar lukt het de schoolbesturen toch om personeel te vinden.
  • Het is echter de vraag of al die nieuwe collega's genoeg kwaliteit in huis hebben. Sinds de invoering van de Wet BIO (Beroepen in het Onderwijs) in 2004 zijn het immers de werkgevers zelf die uitmaken of een kandidaat voldoende kwaliteiten en capaciteiten heeft om les te geven. Hoe kan ik als ouder weten of de natuurkundeleraar van mijn dochter en de leraar Duits van mijn zoon bekwaam zijn en voldoen aan de eisen die gesteld kunnen worden aan onderwijsgevend personeel?
  • Evaluatiemomenten en leerlingenquêtes zijn in de plaats gekomen van vakinhoudelijke scholing en diploma's. De mogelijkheid bestaat dat besturen deze ontwikkeling gebruiken om onbevoegd en goedkoop personeel aan te stellen.

 

Hans Huismans (leraar Duits op het havo/vwo)

[Het niveau van het onderwijs lijkt nergens meer op]

  • Tegenwoordig ervaar ik de school als een instituut voor kinderopvang. Het niveau lijkt nergens meer op, de prestaties zijn schrikbarend laag, ondanks allerlei bijstellingen naar beneden in hoeveelheid, zwaarte van de stof en normering. Kennisoverdracht is een vies woord geworden, communicatieve vaardigheid daarentegen het toverwoord. Van niveau bewaking is geen sprake, in elk leerjaar lijk je weer op niveau nul te beginnen, en geleerd wordt er nog steeds niet – men is er immers aan gewend toch nog wel een 5,5 te krijgen en over te gaan, waarom zou je dan?
  • Het hebben van kritiek op het schoolbeleid of op de ontwikkelingen in het onderwijs leidt al snel en onherroepelijk tot het ter discussie stellen van je eigen functioneren. Door hervormingen hebben we een generatie verloren laten gaan, een generatie met een groot gebrek aan kennis en een elementair verkeerde grondhouding, overtuigd als zij is van de onderhandelbaarheid van elke norm en regel. Door onze ijver de leerlingen een 'leuke tijd' te bezorgen, is de school een veredelde crèche geworden, waarin het als kennisinstituut gecrasht is. Vorig jaar bijvoorbeeld gaf ik in vwo-6 proeftoetsen die we voorheen in de derde klas gebruikten en de resultaten waren minder.
  • Waar de basisvorming bedoeld was om mindere goden op een hoger niveau te brengen, is het lagere niveau nu juist de norm geworden. Waar het studiehuis bedoeld was om kansen te bieden aan de initiatiefrijken, is het voor de meesten verzand in lamlendigheid en minimalisme.

 

Jacques Kruithof (Lerarenopleider)

  • In het studiehuis behaalt de leerling zijn ‘diploma Scharrelkip’: geen vak leren, maar er losweg wat in graven en krabben. Onderwijs op de manier van televisie kijken of door een warenhuis lopen, volgens de ergste misvatting van onze tijd: dat informatie bijeensprokkelen, naar believen links en rechts iets opzoeken, hetzelfde is als kennis opdoen, en dat er geen solide kennis vooraf vereist is om het gevondene te beoordelen.

 

Toine Holten (Helinium College Hellevoetsluis, VMBO)

  • Wat zijn we goed in het praten, in kaart brengen van de problematiek, het doen aan proces bewaking, en het opzetten van handelingsplannen. Dit gaat allemaal ten koste van de leerlingen die hierop niet staan te wachten.
  • Je hebt sectorhoofden, vakcoördinatoren, leerjaarcoördinatoren, teamleiders, sectieleiders en alle directie per vakrichting en bouw. Tel hierbij de plaatsvervangers op en je komt aan minimaal 10 functies per leerjaar. Deze functies halen broodnodige onderwijsgevenden voor de klas weg terwijl de problemen maar groter en groter worden; het aantal hulpverleners neemt toe en leerlingen en ouders worden gek aan de stortvloed van begeleiders.
  • We wijzen daarbij vaak naar het ministerie, maar dit is onjuist. De gelden die beschikbaar gesteld worden betekent dat je 10 leerlingen intensief kunt laten begeleiden door één docent. DOE DIT DAN. Maar we vluchten liever in functies om een bureau uit te kunnen zoeken en in alle rust over de problemen die er in de klas gaande zijn te rapporteren en te adviseren. Bij ieder besluit kunnen we de verantwoording afschuiven naar iemand boven ons of de lesgevende de schuld in de schoenen schuiven.

 

Jan van Driel (Hoogleraar Didactiek van de Natuurwetenschappen in Leiden)

  • Het aanbieden van stof die dicht bij de belevingswereld van de leerling staat is een gevaar. Verleuking heeft voor mij vooral te maken met oppervlakkigheid, met het aanbieden van leuke brokjes, met zaponderwijs. Voor alle bètavakken is dat de dood in de pot. Bètavakken leren is niet altijd leuk. Je zit soms eindeloos te oefenen voordat je iets in de vingers krijgt. Een kenmerk van bètavakken is ook het stevig doorgaan op een bepaalde lijn.
  • Het grootste gevaar is dat we de kwaliteitseisen laten zakken. Zo van: het maakt niet uit wie, als er maar iemand voor de klas staat.

 

Vincent Icke (Hoogleraar astrofysica)

NiNa, wat een schatje:

  • Ik sta hier nu wel te mopperen over de producten van het middelbaar onderwijs die ik als docent aan een universiteit voor mij krijg, maar er wordt natuurlijk aan het programma van de middelbare scholen wel gesleuteld. De meest recente vorm heet NiNa. NA staat voor natuurkunde, dat komt altijd een beetje na op school. NI staat voor nieuw. Als je echt niet meer weet hoe je de zaak moet verkopen, noem je het nieuw: 'nieuwe politiek', 'nieuwe natuurkunde', noem het maar nieuw en dan tuinen de mensen er wel in. Ach ja, het moet ook nog een meisjesnaam zijn, misschien om ons er aan te herinneren dat wij grote moeite hebben om vrouwen, die er uiteraard ook bij horen, een passende plaats in de natuurkunde te geven.
  • Nieuwe Natuurkunde? NINA zou nu juist oude natuurkunde moeten zijn. Nieuwe natuurkunde, dat is supergeleiding bij hoge temperaturen, de substructuur van quarks, de fysica van de donkere materie. Op ieder moment in de geschiedenis is 'nieuwe natuurkunde' per definitie nog te moeilijk voor de knapste koppen van onze hele planeet.
  • De commissie die NINA baarde schrijft in het rapport: 'We mogen vaststellen, dat modernisering van het onderwijs niet hoeft te betekenen dat klassieke onderwerpen geschrapt worden ten gunste van onderwerpen van het front van de wetenschap'. Maar het probleem is nu juist dat alle wetenschap eruit wordt gewerkt, ja zelfs alle feiten het moeten afleggen tegen meningen, zoals gebruikelijk in onze maatschappij waar iedereen in het café ongeveer evenveel gelijk moet hebben.
  • Dat meningen volgens deze officiële aanbevelingen belangrijker zijn dan feiten wordt als volgt in bedekte termen omschreven: 'De commissie steunt de internationaal merkbare tendens, om in de lagere klassen het onderwijs langer in de kwalitatieve sfeer te houden'. Da's een heel mooie. Als je auto na de APK-keuring toch door zijn assen zakt, kan de garagehouder zich verontschuldigen met de mededeling dat hij de reparatie in de kwalitatieve sfeer heeft gehouden.
  • En dan 'het front van de wetenschap', laat me niet lachen: zeker in een omgeving waar je met een lantarentje moet zoeken naar mensen die de elementaire methoden en resultaten van de quantummechanica kunnen uitleggen.

————————

6. Kritiek op de lerarenopleidingen

 

Rob Kuppens (Historicus)

  • Als jonge, pas afgestudeerde historicus ben ik stukgelopen op het huidige schoolse klimaat in de postdoctorale lerarenopleiding.
  • Het begint al met de criteria waarop de aankomende docent in de loop van het eenjarige opleidingsjaar beoordeeld wordt. Wil hij zijn papiertje halen, dan moet hij aan het eind van het jaar voldoen aan 7 zogenaamde SBL-competenties. Het is merkwaardig om ‘samenwerkend collegiaal vermogen’ en ‘samenwerking met derden’ expliciet als competentie-eisen te formuleren. Zou iemand die niet collegiaal wil werken echt het onderwijs in willen?
  • Dan de dagelijkse praktijk van de opleiding. Als aanstaande leraren moesten we voor een bepaalde opdracht twee aan twee praten over welke kwaliteiten, persoonlijk dan wel cognitief, een docent volgens ons moest beschikken. Maar daar mochten we niet zomaar over praten, er werd van ons verlangd dat we die kwaliteiten zouden ordenen via bouwstenen om op die manier een muurtje te kunnen maken; met onderop de bouwstenen die volgens ons tot het fundament van een goede docent behoren en daarbovenop dan de tweede laag competentiebouwstenen, dan de derde laag, etcetera.
  • Een ander voorbeeld: in groepjes van drie moesten we een bepaalde opdracht bespreken en daarbij onderling een voorzitter, een tijdbewaker en een secretaris aanstellen. We moesten mogelijke strafvormen van ‘laag naar hoog’ categoriseren met behulp van een zogenaamde strafladder.
  • Men doet alsof reflectie een woord is van welk bestaan wij nog niet het vaagste vermoeden hadden en dat wij de pedagogen dankbaar mogen zijn voor hun introductie van die term.
  • Verder heb ik in twee maanden tijd geleerd dat ik geen docent meer mag zijn, maar me op moet stellen als gastheer. En dat een leerling die vaak zijn boeken vergeet, niet lui is, maar dat hij ’s avonds moet worden gebeld of hij de volgende dag alsjeblieft wel zijn boeken mee naar de les neemt.
  • Omdat ik verwacht ook buiten het onderwijs wel een baan te kunnen vinden, ben ik met de opleiding gestopt, gelukkig nog voordat we moesten gaan collen (collegiaal ondersteunend leren). Want ook dat was natuurlijk weer zo’n eyeopener: met je medestudenten over je ervaringen en aanvangsproblemen praten – welke afgestudeerde academicus had zoiets zelf kunnen verzinnen?

 

Flores Guido (Derdejaars studente lerarenopleiding Hogeschool Utrecht)

[Het nieuwe leren in de praktijk]

  • Een ramp. We worden voorbereid om begeleiders te worden, in plaats van leraren. Ik moet les geven volgens het competentiegericht leren, maar op mijn eigen opleiding krijg ik zelf ook competentiegericht onderwijs.
  • Tijdens mijn vorige stage werd me verteld door de schoolleiding dat ik de scholieren die ik lesgeef geen structuur mag geven. Ze moesten daar zelf aangeven of ze Engels en Nederlands wilden leren en hoe. Ik mocht het ze niet aanbieden. Maar als ik hun vraag wat ze willen leren, zeggen ze ‘Engels’. Als ik vervolgens vraag ‘hoe dan’, weten ze het niet. Het liefst zou ik zelf lessen ontwerpen en klassikaal lesgeven. Maar dat mocht ik niet. Dat was veel te moeilijk voor deze leerlingen die analfabeten zijn, zo zei de teamleider van de school.
  • De meeste leerlingen op het mbo zitten voortdurend op hun ‘coach’, de nieuwe term voor docent te wachten. De meeste tijd zitten ze te msn’en of sms’en. Er is ook veel ruzie in de klas. Stagiairs worden vaak als vervanger van een gediplomeerde docent voor de klas gezet, maar de scholieren accepteren de stagiairs niet als docent.
  • In de POP’s moet komen te staan wat ik wil leren, en waar ik over een jaar wil staan . Op andere opleidingen zijn er ook nog PIP’s, Persoonlijke Informatie Plannen. En PAP’s, Persoonlijke Activiteiten Plannen. Als de PIP’s, PAP’s en POP’s in orde zijn, kunnen studenten een jaar afsluiten. Het kost mij dertig uur per week om alle plannen, reflecties en dossiers af te krijgen. Daar wil ik me helemaal niet mee bezighouden. Ik wil leren hoe je voor zo’n klas staat. Hoe je orde houdt. Hoe je Engels geeft. Dát moet je weten als je van deze opleiding afkomt.

 

Willem Jan van Klinken (Docent Nederlands aan het Altena College in Sleeuwijk)

  • Hoera! Halbe Zijlstra heeft 10,5 miljoen extra aangekondigd voor het budget van de Lerarenbeurs dat daarmee op 44 miljoen euro komt. Maar als de staatssecretaris daadwerkelijk beter geschoolde docenten voor de klas wil, is er meer nodig dan een som geld.
  • Zelf heb ik van de Lerarenbeurs gebruikgemaakt om mijn eerstegraads bevoegdheid te halen. Nu ben ik officieel 'Master of Education', maar ik ben er nog niet over uit of ik daar blij mee moet zijn. De terugkeer naar de schoolbankjes van de Hogeschool Utrecht was voor mij, docent Nederlands op een school waar we nog heel ouderwets geloven in het overbrengen van kennis, een grote schok.
  • De masteropleiding draait niet in de eerste plaats om kennis, maar om het verbeteren van vaardigheden. Daarbij staat de reflectie op het eigen handelen voorop. Dat gebeurt door middel van een portfolio, waarbij met duur klinkende toverwoorden als competentie de hoopvolle suggestie gewekt wordt dat je een uitstekende 'master' bent als je maar veel reflecteert (zoals op het 'samenwerken met collega's'). Een en ander wordt afgesloten met een assessment, een uiterst subjectief gesprek waarbij in een uur beoordeeld wordt of de student 'startbekwaam' is.
  • Droevig werd ik ervan. Kennis deed ik er weinig op, frustratie des te meer. Ik wilde me verdiepen in mijn vak: ik wilde stijlfouten leren verklaren, teksten leren analyseren en samenvattingen leren schrijven. Dat is tenslotte de dagelijkse praktijk van een docent Nederlands in de bovenbouw. In plaats daarvan moest ik me bezighouden met het gefröbel van een totaal zinloos portfolio, dat na afronding van mijn studie nog steeds wacht op de rituele verbranding ervan, want dat had ik mezelf beloofd.
  • Droeviger is dat dit verhaal niet op zichzelf staat. Uit de talloze gesprekken die ik voer met oud-leerlingen blijkt dit de praktijk: nauwelijks les op ongeorganiseerde hogescholen, veel stage (want dat scheelt onderwijstijd) en slechte docenten. Kennis moeten de studenten maar in de praktijk opdoen. Als je goed kunt reflecteren, dan loop je in Nederland binnen de kortste keren fluitend met een bachelordiploma naar buiten.