Rekenen – Ict – Het Basisonderwijs – Het Voortgezet Onderwijs – Het Middelbaar Beroepsonderwijs (MBO) – Het Hoger Beroepsonderwijs (HBO) en het WO – Onderwijskundigen – Adviesbureau's – Hersenen en Leren – Politici en Beleidsmedewerkers – De Vakbonden – Internationalisering – Duurzaamheid – Sprekers en Publicisten
—————
DE VAKBONDEN
Inhoud:
“D66 wil leraren meer geld geven. Maar leraren willen helemaal niet meer verdienen. Ze willen alleen maar geholpen worden bij het omgaan met kinderen en al hun specifieke problemen.” Marleen Barth tijdens een verkiezingsdebat in 2010
"Ik wil weten hoe het komt dat zo veel schoolleiders de veranderingsbereidheid van docenten als een obstakel voor vernieuwing zien. Als managers naar hun personeel wijzen en zeggen: daar ligt het aan, zeg ik: je bent niet voor niks manager. Als zij niet willen, is dat primair een opgave voor jou als schoolleider." Ella Vogelaar (als voorzitter van de Programmaraad Innovatie_VO)
Tijdens het ABOP-voorzitterschap van Ella Vogelaar (1988-1989) werd het rapport ‘de bedrijvige school’ gepubliceerd, wat leidde tot woedende reacties uit de achterban. Ook sprak ze zich toen uit voor een nota waarin bepleit werd 'de leraar van zijn voetstuk te halen'. De toegenomen taakbelasting werd met hulp en instemming van de Abop gerealiseerd. Evenals haar opvolger Jacques Tichelaar kreeg ze het verwijt meer mee te praten met de onderwijsdeskundigen dan hun achterban te vertegenwoordigen.
Hoe Ella Vogelaar denkt over docenten, en dan vooral docenten die er een eigen mening op nahouden over wat goed onderwijs is en wat goed management is, wordt duidelijk bij haar activiteiten voor de VO-raad als voorzitter van de Programmaraad Innovatie_VO, zie *Uitspraken VO*.
Ella Vogelaar (Voorzitter lerarenvakbond ABOP 1988-1989. Ze studeerde onderwijskunde. Ze was lid van de Communistische Partij Nederland. Ze is voorzitter van de Programmaraad Innovatie_VO van de VO-raad. Ze was PvdA-minister voor wonen wijken en integratie. Ze heeft vele nevenfuncties waaronder talrijke commissariaten; zo was ze voorzitter van de Raad van Commissarissen van Unilever)
In 1991 sneerde Vogelaar naar staatssecretaris Wallage over de basisvorming: "Hoe voelt het nou om zo'n slap aftreksel te moeten presenteren?"
In het damesblad ‘Opzij’ over haar Abop-tijd:
- We waren keiharde nivelleerders en ik ben er trots op dat we onze acties met succes beloond zagen.
Jacques Tichelaar (Voorzitter AOb 1989-2002. Lid van de PvdA)
- Als iemand niet functioneert als leerkracht, en hij heeft voldoende kansen gekregen, dan moet hij eruit. Dat gebeurt in het bedrijfsleven ook.
Vlak voor het beslissende debat in de Tweede Kamer over het studiehuis, stuurde Tichelaar een fax waarin de AOb haar goedkeuring gaf. Een week tevoren was de AOb nog tegen. Zijn argument:
- De leraren zijn toe aan een andere manier van lesgeven.
De lom- en zmok-scholen verzetten zich tegen het opgaan van deze scholen in het vmbo, omdat dit ten koste zal gaan van deze leerlingen. Door telefonisch met ontslagen te dreigen wist Netelenbos haar zin door te drijven:
- We [AOb] waren het eens met Netelenbos dat scholen met zeer moeilijk lerende kinderen in het vmbo moesten worden geïntegreerd. In die schoolvorm is het perspectief voor die leerlingen op een baan het grootst.
Marleen Barth (Voorzitter van de vakbond 'Onderwijs CNV' 2005-2008. Hiervoor was ze Tweede-kamerlid en onderwijswoordvoerder voor de PvdA. Ze studeerde politicologie. Ze heeft talrijke nevenfuncties, o.a. bij de publieke omroep, pensioenfondsen, de Onderwijsraad, de SER, Teleac, Nuffic, Jeugdzorg)
[Is het onderwijs in crisis?] [Je ontwikkelen moet lonen] [VPRO Studiehuis] [Parlementair onderzoek] [Jos Herfs: Muziek leren (boek)]
Als Voorzitter van Vakbond Onderwijs CNV:
- Onderwijs CNV heeft een heel moedige keuze gemaakt. Want ze kregen met mij niet alleen een vrouw, maar ook iemand van buiten. En ik kom niet uit het onderwijs zelf. Dat laatste beschouw ik eerder als een voordeel.
- De beste manier om goed onderwijs voor elkaar te krijgen, is opkomen voor de mensen die er werken.
- Niemand gaat in het onderwijs werken voor het geld. Mensen kiezen voor de klas uit betrokkenheid bij kinderen én de kwaliteit van het onderwijs.
- Leraren mogen ook best grote mensen zijn. Als je als leraar je niet thuis voelt, kan je ergens anders gaan werken.
- Iemand kan een uitstekend wiskundige zijn, en toch een slechte leraar. Op een natuurkundige die helemaal niet met kinderen of jongeren kan omgaan, zit niemand te wachten.
- Waarom hangt de status en het salaris van een leraar af van de intelligentie van de kinderen aan wie hij lesgeeft? Waarom worden docenten aan de hogeschool standaard hoger ingeschaald dan collega’s in groep 2 van de basisschool?
- Wie zegt dat de leraar aan status verloren heeft, bedoelt meestal dat hij zijn monopolie op kennisoverdracht verloren heeft.
- Het vak van de leraar is niet Aardrijkskunde of Frans, maar lesgeven.
- Ga niet vitten op ‘het management’, dat opeens als personificatie van het kwaad wordt gezien. Elke school heeft schoolleiders nodig. Ik durf op mijn intuïtie de stelling aan dat we in het onderwijs in het gelukkige bezit zijn van meer betrokken, bezielde leiders dan elders.
- Dat het onderwijs ‘te veel managers’ zou hebben, zit akelig dicht bij goedkope kretologie.
- Als je mij ergens mee op de kast kunt krijgen, is het roepen dat ik een ‘bobo’ ben. Het is in sommige kringen bon ton om af te geven op vakbonden. Die zouden ‘geen achterban’ hebben, of ‘het ware verhaal niet vertellen’.
- Vertrouwen in de VO-raad hebben we zeker, en dat zullen wij op onze beurt zichtbaar moeten maken voor onze leden.
- We maken ons liever sterk voor modern, professioneel personeelsbeleid, dan dat we ons keren tegen het functiewaarderingssysteem.
- Lumpsumfinanciering voor scholen is geen slechte ontwikkeling. Het is goed dat scholen meer beslissingruimte krijgen.
- Bij het Onderwijs CNV kennen we nauwelijks klachten van leraren over het studiehuis op zich; wel zijn er klachten bij scholen waar de leraren niet meegenomen zijn, waar onvoldoende begeleiding en scholing was.
- Als je het onderwijs wilt vernieuwen, moet je beginnen bij de lerarenopleidingen. Daar kun je leraren bijbrengen om dingen op een andere manier aan te pakken. Verder zou ik graag willen dat scholen de ruimte, mensen en financiële middelen krijgen om een eigen onderwijsconcept uit te werken. Leraren zijn nu over het algemeen overbelast en komen er daardoor nauwelijks aan toe zich te bezinnen op wat ze doen en hoe dat beter zou kunnen.
- Nergens is de kwaliteit de laatste jaren zo gestegen als in het basisonderwijs. Zo was het vijftien jaar geleden nog heel normaal dat kinderen met dyslexie naar het speciaal onderwijs gingen. Tegenwoordig is het even gewoon dat ze op de basisschool blijven. Differentiëren in de klas tussen hoogbegaafd, ppd-nos of adhd, tienduizenden leraren in het basisonderwijs doen het dagelijks. Dat is een fantastische kwaliteitsslag, die het verdient om gewaardeerd te worden.
- Het gaat er niet om of er geëxperimenteerd is met leerlingen; het gaat erom dat leraren, wat er ook gebeurt van uit de politiek, gemotiveerd met hun vak bezig blijven.
- In het voortgezet onderwijs wordt van leraren veel meer verwacht dat zij in een team samenwerken. Dat zie je ook aan de toegenomen vergaderdruk op de scholen. Vergaderen wordt gedaan omdat het belangrijk is om als een team samen met kinderen bezig te zijn.
- In mijn schoolcarrière heb ik niet langer dan een jaar Handelswetenschappen en recht gevolgd. Ik kan me niet herinneren dat ik er ooit een voldoende voor gehaald heb. Vooral annuïteiten waren een nagel aan mijn doodskist. Ze kwamen op de een of andere manier nooit uit.
- Op mijn vroegere school doceerde een leraar Natuurkunde die gepromoveerd was. Een knappe kop, maar geen goede leraar. Hij snapte niet dat sommige leerlingen (ik was er één van) niets van dat vak snapten. Het overbrengen van de stof kreeg hij niet voor elkaar. Zijn lessen waren één lange kwelling.
- Ik schrok van de conclusies van het PPON onderzoek: met het muziekonderwijs is het op de basisscholen droevig gesteld. Zelf hartstochtelijk muziekliefhebber besloot ik kamervragen te stellen. Deze vragen maakten een storm van reacties los, meer dan op welke andere actie die ik ondernomen had. Juist muziek verdient speciale aandacht. Ook omdat kinderen die goed muziekonderwijs krijgen aantoonbaar beter gaan rekenen. Kinderen die veel liedjes zingen presteren beter in taal.
- Is de PABO-rekentoets wel nodig? Snijden we met die beperkte visie op kwaliteit niet onnodig de pas af van enthousiaste jonge starters? Bezielde mensen, die misschien niet perfect kunnen rekenen, maar desondanks goede leraren zouden kunnen zijn?
- Mijn zoon gaat na school naar de huiswerkbegeleiding. Ik heb het geluk dat ik me dat kan permitteren. Maar wat moeten ouders die dat niet kunnen? Daardoor blijven vrouwen dus thuis.
- Er is geen enkel bewijs dat het niveau van het onderwijs daalt. Internationaal onderzoek bestrijdt dit soort wilde verhalen. Sommige politici zouden wat meer naar de honderdduizend mensen in de onderwijspraktijk moeten luisteren. Die worden met zulke kreten op een kwetsende manier in de hoek gezet.
- Van het spellen en rekenen bestaat geen enkel bewijs dat het niveau achteruit holt; er bestaat simpelweg geen vergelijkbaar eerder onderzoek.
- Opiniemakers en journalisten zouden eens met meer respect over leraren moeten schrijven. Waarom schrijft niemand eens over de leerlingen die elke dag huppelend naar school komen?
- Ik juich de islamitische school toe als een basis die de kinderen in staat stelt vol zelfvertrouwen en met een open blik de wereld tegemoet te treden.
- Laat religie bindmiddel zijn.
- De basisvorming heeft nooit een kans gekregen.
- Er wordt wel eens gedaan alsof alle scholen die basisvorming niet zagen zitten, maar het tegendeel is het geval. Ik ben op heel veel scholen geweest waar mensen zeiden dat dit voor bepaalde groepen leerlingen een belangrijke ontwikkeling is.
- Ik vind een parlementair onderzoek naar de onderwijsvernieuwingen een verspilling van tijd en geld.
- Ik vind het terecht dat het bevoegd gezag van een school beslist of een leraar die bevoegd is in het ene vak ook bekwaam genoeg is om in een ander vak les te geven.
- Scholen zijn als de dood voor hun reputatie. Schoolbesturen hebben dan ook de neiging om heel scherp op die kwaliteit te letten.
N.a.v. de zaak Diederen, een docent die geschorst werd nadat hij beweerde dat het bestuur van zijn school het geld bestemd voor zorgleerlingen niet daar aan uitgeeft:
- Er is in deze zaak van beide kanten sprake van schending van het vertrouwen in de andere partij. Dat maakt het lastig om eenzijdig met de beschuldigende vinger te wijzen.
N.a.v. de site 'beoordeelmijnleraar.nl', waar leerlingen anoniem hun leraar kunnen beoordelen, voorzien van soms vernietigend commentaar; het merendeel van de leraren stoort zich ernstig aan deze website:
- Ik juich het toe dat de tevredenheid van de leerling in kaart wordt gebracht. Wel moet de beoordeling van een docent nooit helemaal afhankelijk zijn van de mening van een leerling.
Ten tijde van de Commissie Dijsselbloem (2008):
- Persoonlijk ben ik altijd een voorstander van de middenschool geweest en ben dat nog steeds. Mijn opvatting was dat de Partij van de Arbeid met de invoering van de basisvorming al behoorlijk wat water in de wijn had gedaan en dat het daarom belangrijk was dat de basisvorming er ook zou blijven.
- Maar wat in feite met de basisvorming is gedaan, is als een tuinman die kijkt naar een knop van een struik, eraan gaat zitten plukken en trekken en zegt: oh, hij bloeit niet. Ja, als je de knop voortijdig kapot maakt.
- De Tweede Kamer heeft unaniem vóór het studiehuis en het vmbo gestemd. De PvdA zegt nu ‘mea culpa’ voor niet begane zonden.
‘Leraren doen het niet voor het geld’ vertelde Barth toen ze vakbondsvoorzitter was! Voor haarzelf geldt dat niet. Momenteel is Barth voorzitter van GGZ Nederland. Zij laat zich daar inhuren voor € 840,– per dag (ex BTW) via haar eigen bedrijf. Barth woont met haar echtgenoot, burgemeester van Wassenaar, voor € 860,– in een kapitale villa; de reële huur is € 6700, de rest is voor rekening van de gemeente Wassenaar, evenals een 2-tal dure renovaties (€ 630.000 resp. € 26.904,00, goedgekeurd door de burgemeester van Wassenaar, in casu haar man). In 2010 kandideerde ze met succes voor het voorzitterschap van de pvda-fractie in de eerste kamer met haar slogan: “Sinds wanneer is solidariteit uit de mode?”. Op dat moment had ze 17 nevenfuncties.
- Ik heb niets met die Balkenendenorm te maken. Mijn baan baan valt niet in de (semi)publieke sector. Mijn inkomen is privé. Ik ben niet rijk, ik ben geen graaier. Voor de deur staat gewoon een oude Mitsubishi met deuken. Er is geen enkele bestuurder in de zorg die jaarlijks miljoenen binnensleept zoals sommige bankiers doen.
- Iets voor niets doen maakt je rijk.
- U [D66] wil leraren meer geld geven. Maar leraren willen helemaal niet meer verdienen. Ze willen alleen maar geholpen worden bij het omgaan met kinderen en al hun specifieke problemen.
- Kiezen we voor een betaalbare woning voor iedereen of kiezen we voor subsidie voor mensen met een villa van € 1.000.000 of meer? Kies voor de PvdA, een partij waar eerlijk delen voorop staat.
Michel Rog (Voorzitter Onderwijs CNV. Opvolger van Marleen Barth)
- Marleen Barth schijnt tegen haar oud collega’s van de Kamer gezegd te hebben dat het de academici met name in de lagere jaren van het voortgezet onderwijs ontbreekt aan voldoende didactische vaardigheden. Zo’n opmerking doet mij uitroepen kat in ’t bakkie en spijker op de kop juf.
———————-
Leo Prick (Docent. Werkte daarna bij het Cito. Daarna Vakdidacticus en onderwijskundige bij HBO en WO. Columnist)
- Vakbonden hadden moeten protesteren tegen de nieuwe functiewaarderingssystemen, die van docenten simpele lesboeren maken. Vakbonden hadden moeten dwarsliggen bij het invoeren van structuren waarmee er steeds minder geld naar het primaire proces gaat. Vakbonden hadden moeten protesteren tegen het fenomeen dat je in het onderwijs alleen carrière kunt maken als je bureaucraat wordt. Vakbonden hadden moeten protesteren tegen de salarisverschillen tussen jonge en oude docenten. Vakbonden hadden moeten eisen dat docenten les moeten kunnen blijven geven. Vakbonden hadden aan de bel moeten trekken toen scholen gingen fuseren en grote managementcomplexen optuigden. Waar waren ze? Het is dan ook niet vreemd dat steeds minder docenten lid zijn van een traditionele vakbond.
- Hebben de vakbonden dan helemaal niets bereikt? Jawel. Ze zitten in klachtencommissies die vrijwel alle klachten van docenten over intimidatie door managers ongegrond verklaren. Ze hebben convenanten gesloten met werkgevers, waardoor andere vakbonden buitengesloten worden. Ze zijn dus bezig geweest met het behartigen van belangen – hun eigen belangen, welteverstaan. De traditionele vakbonden zijn zo verweven met de werkgeversorganisaties dat ze in feite hetzelfde belang dienen. En dat is niet het belang van de docenten, en daarmee ook niet het belang van het onderwijs. Laten we het dus ook eens over de rol van de vakbonden hebben als we de kwaliteit van het onderwijs willen verbeteren.
- Aan wie moeten besturen verantwoording afleggen? Aan de Raad van Toezicht? Maar als in zo’n Raad de voorzitter van een vakbond (Aob) zit, is het al gauw twee handen op een buik. En wat die daar doet als hij moet onderhandelen over ‘zijn’ aangesloten leraren? Hij zit daar om de financiële belangen van de Aob veilig te stellen. Vakbonden kunnen geld verdienen nu ze met elk schoolbestuur CAO’s kunnen afsluiten.
- ’Leraren hebben het onderwijs gered.’ Deze bevinding van de Commissie Dijsselbloem was feestelijk nieuws voor de Algemene Onderwijsbond, de AOb. Het Onderwijsblad besteedde dan ook volop aandacht aan dit nieuws. En hoe hadden de leraren dat eigenlijk gedaan, het onderwijs redden? Door zich zo weinig mogelijk aan te trekken van de vernieuwingen die beleidsmakers bedachten. En, maar dat werd niet vermeld, door zich ook niets aan te trekken van hun eigen vakbond. Die vakbond was namelijk een warm voorstander van de door Wallage ingevoerde basisvorming en van zijn streven scholen zo veel mogelijk op te doen gaan in grote schoolgemeenschappen. In 1993 besteedde Het Schoolblad (zo heette Het Onderwijsblad toen) uitgebreid aandacht aan de opvattingen daarover bij de leraren. De vakbond signaleerde tot haar voldoening een volslagen ommezwaai in hun denken over de vernieuwingen: ‘De basisvorming valt de leerkrachten in de betrokken scholen erg mee en de tegenzin is in een half jaar afgebrokkeld tot een verwaarloosbaar percentage. De positieve of minstens neutrale houding van veel leerkrachten blijkt ook uit de door driekwart van de respondenten gesteunde stelling dat de basisvorming een stimulans is voor vernieuwing.’ Waarop nu was dit juichende commentaar gebaseerd? Niet op de mening van leraren, want hun was helemaal niets gevraagd. Om te achterhalen wat zij van de vernieuwingen vonden was, in een telefonische enquête, aan hun directeuren gevraagd: wat denken jullie dat jullie leraren ervan vinden?
- Ook wat de schaalvergroting betreft zag de bond dat het de goede kant op ging, al vond zij het beleid op dat vlak niet rigoureus genoeg: ‘Ondanks het succes van het beleid dat vorming van scholengemeenschappen moet stimuleren, blijft de wens actueel dat de categoriale muurbloemen met hun verschralende onderwijsaanbod door middel van wettelijke maatregelen aan fusiepartners geholpen worden.’ Het door de AOb toegejuichte fusiegeweld heeft ertoe geleid dat talloze herkenbare en vaak uitstekend functionerende scholen zijn opgegaan in grote anonieme organisaties. Het zijn vooral de gymnasiale muurbloemen geweest die, vaak na hevige strijd en dankzij de inspanningen van invloedrijke ouders, de kaalslag van ons onderwijslandschap hebben overleefd. De schaalvergroting is ten koste gegaan van vooral de zwakkere leerlingen die als geen ander gebaat waren geweest bij opvang in een overzichtelijke omgeving waar leraren en leerlingen geen vreemden voor elkaar zijn.
- Bij het kritisch terugblikken op de onderwijsvernieuwingen moeten we niet alleen kijken naar de rol die politici hebben gespeeld. Zij werden daarbij volop gesteund door allerlei organisaties die daar financieel garen bij sponnen zoals de pedagogische centra, het Cito en het instituut voor leerplanontwikkeling SLO. En door organisaties als de AOb.
—————————
Marleen Barth als Tweede Kamerlid voor de PvdA:
Leo Prick (Docent. Werkte daarna bij het Cito. Daarna Vakdidacticus en onderwijskundige bij HBO en WO. Columnist)
- In Socialisme & Democratie bepleit PvdA-Tweede Kamer-lid Marleen Barth een ingrijpende wijziging van ons onderwijssysteem. Haar pleidooi is een bizarre mengelmoes van quasi-wetenschappelijk betoog met veel voetnoten, warrige argumentatie en demagogie. Met haar zwart-wit voorstelling van zaken en haar verdacht maken van iedereen die er anders over denkt als zij, roept Barth herinneringen op aan een ver, vooroorlogs verleden. Haar schets van het huidige onderwijs doet denken aan de jaren vijftig. Met de oplossing die zij voorstaat, de introductie van de Middenschool, grijpt ze terug naar de jaren zeventig, een periode waar je als onderwijswoordvoerster van de PvdA moeilijk met vrolijkheid naar kunt terugkijken.
- Marleen Barth, een van de jonge honden waarmee de Kamer onder Rottenbergs en Vreemans voorzitterschap werd verrijkt, verkondigt doorlopend niets te moeten hebben van cijfers. Integendeel: dankzij het verplichte vak statistiek heeft zij in haar studie geleerd cijfers te ontmaskeren, zo luidt haar credo. Toen werd uitgelegd dat je er ook iets nuttigs mee kunt doen, heeft ze blijkbaar even niet goed opgelet.
Marleen Barth als voorzitter van ‘Onderwijs CNV’
Prof. Arnold Heertje (Emeritus Hoogleraar Economie)
- Marleen Barth is voorzitter van CNV Onderwijs. Zij heeft wél in klassen gezeten, maar er nooit vóór gestaan. Zij behoort tot de klasse van de beheerders, bestuurders die op grote afstand van de werkvloer uitspraken doen over het werk van de mensen, die voor de uitvoering zorg dragen.
- Opvallend is dat zij zich schaart achter de managers, die in grote getale door hun procedures en onkunde het leven van docenten en leerlingen hebben verziekt. Dat er te veel managers zijn is 'goedkope kretologie' roept zij uit.
- Barth verzet zich ook tegen het voorstel van Rinnooy Kan de salarissen van de leraren te koppelen aan hun vakkennis. Zij komt weer met de dooddoener iemand te kennen, die een uitstekend wiskundige is en toch een slechte leraar. Barth demonstreert hier haar onkunde omtrent de wiskunde en het onderwijs. Niet alleen wiskundigen moeten het ontgelden, ook natuurkundigen krijgen een veeg uit de pan, ''want die kunnen wellicht niet met jongeren omgaan'' . Deze nauwelijks verholen afkeer van de exacte vakken treft men wel meer aan bij de generatie, die in de jaren zeventig de mars door de instituties is begonnen.
- De bedoeling van Barth is glashelder. Zij wil nog steeds vakkennis inwisselen voor lessen in sociale en communicatieve vaardigheden bij de lerarenopleiding van het hoger beroepsonderwijs.
Marleen Barth als PvdA-lijsttrekker voor de Eerste Kamer in 2010
Prof. Arnold Heertje (Hoogleraar Economie)
- Marleen Barth heeft echter nog een andere pet op, die van haar werkelijke opvattingen en handelen een heel ander en zelfs afschuwelijk beeld geeft. Ze is voorzitter van de overkoepelende organisatie van werkgevers in de geestelijke gezondheidszorg. In die hoedanigheid staat zij aan de wieg van een van de kwalijkste uitwerkingen van dehumaniserend en bureaucratisch gedrag van het optreden van de overheid in de zorg. Niet alleen steunt zij van harte het DBC-systeem in de zorg dat kostenverhogend werkt, op grote schaal fraude uitlokt en kostbare tijd van de professionals op de werkvloer onttrekt aan hun eigenlijke werk, mensen beter maken.
- Ik stem niet op deze wolvin in schaapskleren.
Ik ben verbaasd over de
Ik ben verbaasd over de overgave waarmee Barth vertelt wat ze allemaal niet op school kon. Dat vertelt ons 2 dingen: Dat ze intelligentie niet belangrijk vindt en dat ze die ook niet heeft.
Het is een onmogelijke opgave om tegen al die onzin die ze uitgesproken heeft in te gaan.
Een irrelevante vraag aan de
Een irrelevante vraag aan de leraren (mogelijk mocht ook op deze vraag de directeur van de school namens de leraren antwoorden): De positieve of minstens neutrale houding van veel leerkrachten blijkt ook uit de door driekwart van de respondenten gesteunde stelling dat de basisvorming een stimulans is voor vernieuwing.’ Als ik deze vraag eerlijk had moeten beantwoorden zou ik dat met Ja moeten doen. De onderwijshervormers zouden m.i. energie putten uit het succes dat de invoering van de basisvorming voor hen was en zorgen voor nog meer vernieuwingen en bijbehorende ellende. En de vakbond zou mij tot de mensen gerekend hebben die de basisvorming als een stimulans voor verdere verbeteringen zag. Deze vakbond had de Newspeak van de onderwijshervormers snel opgepikt.