Uitspraken (basisonderwijs)

Rekenen  –  Ict  –  Het Basisonderwijs  –  Het Voortgezet Onderwijs  –  Het Middelbaar Beroepsonderwijs (MBO)  – Het Hoger Beroepsonderwijs (HBO) en het WO –  Onderwijskundigen  –  Adviesbureau's  – Hersenen en Leren  –  Politici en Beleidsmedewerkers  –  De Vakbonden  –  InternationaliseringDuurzaamheid  –  Sprekers en Publicisten

 

——————-

HET BASISONDERWIJS

Inhoud:

  1. De belangenbehartigers van de onderwijsbestuurders
  2. De bestuurders
  3. Directeuren, onderwijzers
  4. Lopend leren
  5. Vernieuwende scholen
  6. De PABO’s
  7. Passend onderwijs
  8. Kritiek op het basisonderwijs
  9. Kritiek op passend onderwijs
  10. Kritiek op de PABO’s

 

Trefwoorden: Excellentieprogramma Primair Onderwijs – High Performance Schools – Projectbureau Kwaliteit van de PO-RaadOnderwijs Pionier PO – Making Shift Happen Innovatie Award – Rekenpilotscholen – Rekencoördinatoren – Rekencoach – Rekenexpert – Rekenatelier – Rekentuin – Drieslagmodel Functioneel Rekenen – Doelgericht reken-wiskundeonderwijs – Duurzaam rekenen – Gecijferdheidscompetenties – Gecijferdheidscoach – APS Rekentoetsen – Taalbus – Taalatelier – Opbrengstgericht werken in een lerende cultuur – Handelingsgericht werken – Bovenschoolse managers – AVS School for Leadership – Nederlandse Schoolleiders Academie (NSA) – Kerncompetenties voor onderwijskundig leiderschap – Naar een ambitieuze leercultuur – PO-manifest ‘In tien jaar naar de top’ – Bouwen aan een lerende school – Onderwijs voor een nieuwe tijd (O4NT) – Omgaan met mentale modellen – Onderwijsleerprocessen – Leerprocesbegeleider – Systeemdenken in de klas – Mindmaps – Relatiecirkels – Systeembenadering voor duurzame schoolontwikkeling – Competenties voor duurzame ontwikkeling – Opbrengstgericht Leiderschap – Coachend Leiderschap – Verbindend leiderschap – Inspirerend leiderschap – Innovatief leiderschap – Moreel leiderschap – Duurzaam leiderschap – Opleidingskundig leiderschap in de professionele ruimte – Ontwikkelen van een professionele cultuur – Kwaliteitsagenda PO – Best practices – Leraar 2020 : een krachtig beroep! – Doorlopende leer- ontwikkelings en zorglijnen – Het realiseren van een dekkend onderwijscontinuüm in het samenwerkingsverband – Ontwikkelingsgericht zorgprofiel – Ontwikkelen van en sturen op een pedagogisch convenant – Aansturen van professionals – Aansturen van het primaire proces – Policy Governance – Ontwikkelassessments – Leerlandschappen als onderdeel van het concept Levend leren – Valued-based education – Activerende leerstrategiën – Elke school een TOP-school –  TOPClass Specialist Vernieuwend Onderwijs – De Digitale Topschool – Kids in Bizz – Academische basisschool – Academische Lerarenopleiding Primair Onderwijs (ALPO) – Pabo ambassadeur – Duurzame PABO – Duurzaam Onderwijs Coalitie (DOC) – Kernleerplan Leren voor Duurzame Ontwikkeling – Platform Duurzaam Onderwijs (PLADO) – Keurmerk Duurzaam Hoger Onderwijs – Visueel-ruimtelijke intelligentie – Interpersoonlijke intelligentie – Intrapersoonlijke intelligentie – Naturalistische intelligentie – Collectieve intelligentie – Creatieve intelligentie – Spirituele intelligentie Existentiële intelligentie – Vloeibare intelligentie – Gekristalliseerde intelligentie – Intuïtieve intelligentie – Dynamische intelligentie – Groene Intelligentie – Visueel denken – Auditief denken – Beelddenken – Lineair denken – Systeemdenken – Kinetisch denken – 'Out of the box'-denken – Digitaal denken – Design denken – Mediaal denken – Fractal-denken – Divergerend denken – Ecologisch denken – Denklessen – Declaratieve kennis – Procedurele kennis – Conceptuele kennis – Kennisconstructie – Kenniscreatie – OntwikkelingsGericht Onderwijs (OGO) – ErvaringsGericht Onderwijs (EGO) – Programma Gestuurd Onderwijs (PGO) – Geïntegreerd Interactief Semi-Digitaal Onderwijs (GISDO) – Breinvriendelijk onderwijs – Breinbewust onderwijs – Toekomstbestendig onderwijs

———————————————-

1. De belangenbehartigers van de onderwijsbestuurders

 

"De PO-Raad is geen voorstander van de fusietoets, omdat die niet bijdraagt aan de noodzaak om de bestuurlijke kracht in het primair onderwijs te versterken."  De PO-raad

De advocaat van de PO-Raad gaat volgende week namens 155 schoolbesturen uitleggen waarom zij niet wil dat staatssecretaris Sander Dekker (Onderwijs) de eindtoetsgegevens openbaar maakt. “ PO-raad

"We zouden als besturenorganisaties wel iets vaker stil moeten staan bij onze professionals. Ik vergelijk het altijd maar met de keten in de krantenwereld. Je kunt een nog zo’n deskundige redactie hebben en een prachtige krant voorstaan, wanneer de bezorger er ’s morgens geen zin in heeft zul je daarop beoordeeld worden." Wim Ludeke (Lid College van Bestuur PO-raad)

 

PO-Raad: sectororganisatie voor de besturen uit het primair onderwijs opgericht in 2007.

Kete Kervezee (Voorzitter van de PO-raad 2007-2013. Ze was Inspecteur-Generaal van de Onderwijsinspectie 2001-2007. Ze is Lid Raad van Toezicht van diverse instellingen zoals de Hogeschool Utrecht en het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten)

[Voorzitter PO-raad] [Te veel jongeren krijgen te weinig bagage mee] [Klas groter als er minder management is]

Als voorzitter van de PO-raad:

  • Ik geloof sterk in onderwijskundig leiderschap. Ik vind de functie van bestuur en schoolleider essentieel. Die rol zullen we dan ook vanuit de PO-Raad gaan versterken.
  • Basisschoolbesturen zijn heel nijdig over de bezuiningen op bestuur en management van basisscholen. De consequentie zou kunnen zijn dat we de klassen moeten vergroten. Scholen kunnen niet minder managementtaken uitvoeren. Het betreft ook onderwijskundig leiderschap. Scholen hebben heel hoge ambities. Je kunt bezuinigen op de dirigent, maar gaat het orkest daar beter van spelen?
  • Met het manifest ‘In tien jaar naar de top’ pleit de PO-Raad voor een pact met de overheid waarvan de uitvoering het primair onderwijs in tien jaar naar de wereldtop brengt.
  • Ik denk dat de mentaliteit van baas in het eigen lokaal het onderwijs de das om heeft gedaan.
  • Bij veel onderwijsadviesbureau’s zit expertise die heel kostbaar is. Maar je kunt er niet als vanzelfsprekend vanuit gaan dat scholen hun vraag helder kunnen articuleren.
  • Voor mij straalt het beeld van een schooltas in een vlaggenmast uit: dit nooit meer. Ik vind het belangrijk dat leerlingen lol krijgen in een leven lang leren.
  • De Cito eindtoets basisonderwijs leidt door externe druk tot perversiteit. Biedt besturen en hun scholen ruimte en vertrouwen om hun brede opdracht invulling te geven, waarbij zij verantwoording afleggen aan de maatschappelijke omgeving. 
  • De Cito-toets als basis voor ranking voor basisscholen geeft een heel valselijk beeld.
  • Ik heb een enorm debat met staatssecretaris Dekker en OCW in verband met het beroep van RTL4 op de Wet Openbaarheid van Bestuur om de Cito-scores openbaar te maken. Ik heb gisteren een indringend beroep op hem gedaan onder verwijzing naar artikel 23 van de grondwet. Aangezien het onderwijs de aanhoudende zorg van de regering is, heb ik hem erop aangesproken die zorgplicht waar te maken en om niet dit soort grabbelgoed de samenleving in te strooien. Hij is not amused.

 

Rinda den Besten (Voorzitter van de PO-Raad vanaf 2013)

  • Kinderen hebben baat bij een stelsel waarin het kind centraal staat.
  • De PO-Raad zet haar schouders eronder om de ambities uit het Bestuursakkoord waar te maken. Toptalenten worden meer uitgedaagd. Álle kinderen krijgen passend onderwijs.
  • Wij zijn voorstander van het herijken van de kerndoelen, maar niet van een curriculum-van-overheidswege. We vragen de Tweede Kamer erop toe te zien dat de grondwettelijke vrijheid van onderwijs niet in het gedrang komt.

 

Simone Walvisch (Bestuurslid PO-raad. Voorheen was ze werkzaam op het ministerie van OCW en nauw betrokken bij de wet BIO. Lid van het college van bestuur van het Openbaar Onderwijs Almere)

[iLeren]

  • Wat we niet begrijpen, is dat de minister een begrotingspost aanwijst voor de bezuiniging: bestuur en management. Dit is onderdeel van de lumpsum! De minister kan helemaal niet ingrijpen in vrij besteedbare budgetten!
  • Als PO-Raad kunnen we veel minder van onze ambities waarmaken, zolang we niet ook kunnen onderhandelen over de primaire arbeidsvoorwaarden. Als je niet over het geld gaat, heb je ook geen wisselgeld.
  • De kleuter van nu, zo werd me vervolgens verteld, heeft geen uitleg [over de iPad] nodig. Die heeft in een mum van tijd door wat er van haar wordt verwacht. Kinderen van nu leren anders, blijkt maar weer eens. Digitale apparatuur verleidt kinderen tot onderzoekend leren.
  • We weten nog niet precies hóe ict het leven van de toekomst gaat beïnvloeden, maar dat dat zal gebeuren, is zeker. Wat dat betreft is het interessant om te zien hoe sommige kinderen al op jonge leeftijd kunnen programmeren, zoals bij zogenoemde CoderDojo-evenementen. Om jaloers van te worden. Deze kinderen leren doorgronden wat voor mijn leeftijdscategorie alleen maar raadselachtig is.
  • Het afgelopen jaar heeft ons netwerk ICT en Innovatie verschillende keren gesproken over de noodzaak om in gezamenlijkheid te werken aan een brede invoering van digitale leermiddelen in de scholen. Er zijn al verschillende scholen die werken met digitaal materiaal dat schoolboeken vervangt.
  • Natuurlijk is het uiteindelijk aan de schoolbesturen en hun scholen zelf, maar zou het mogelijk zijn om er samen voor te zorgen dat op 1 januari 2015 alle kleuters op alle scholen gebruik kunnen maken van een tablet? Zo sluiten we aan bij de natuurlijke nieuwsgierigheid en verwondering van kinderen. Ook zijn de kleuters de nieuwe generatie die als eerste vertrouwd is met technologisch laagdrempelige ICT.
  • Onderzoek wijst uit dat de kwaliteit van interactie met een kind van grote invloed is op de ontwikkelkansen van breincapaciteit en talent. Goede apps en games kunnen daaraan bijdragen. Waar een leraar zijn aandacht moet verdelen over leerlingen, heeft een tablet immers altijd onverdeelde aandacht voor het kind.
  • Een leerling kan veel ‘iLeren’, maar de leraar blijft hard nodig, voor instructie, voor hulp, om de leerling te sturen. Het beroep leraar wordt er anders door, dat wel. En uiteindelijk wordt het kind er beter van.

Walvisch studeerde op het gymnasium:

  • Een grote ergernis vormen de ouders van HAVO/VWO leerlingen. Het zijn ouders die er voor kiezen om zo vroeg mogelijk hun kinderen apart te zetten door ze op een HAVO/VWO te plaatsen, liefst op een gymnasium.

Walvisch was lid van het College van Bestuur Openbaar Onderwijs Almere van 2004 tot 2008. Almere doet veel aan onderwijsvernieuwing. Zo werd op een basisschool het concept ‘natuurlijk leren’ ingevoerd, waarna de leerresultaten kelderden. Gemeten aan de citotoets scoort Almere het op één na slechtst in Nederland. Walvisch destijds hierover:

  • Probleem is de verhuislust van Almeerders. Gemiddeld bezoekt een kind 3 verschillende basisscholen gedurende zijn schoolcarrière.

 

René van Harten (Bestuurslid PO-raad)

  • Voor de noodzakelijke inzet van bestuur en schoolleiders zijn middelen vrijgemaakt om elke school te faciliteren bij de invoering van Passend Onderwijs. Dat was een belangrijk aandachtspunt in een kritisch gesprek dat het bestuur van de PO-Raad deze week voerde met de staatssecretaris.
  • Goed onderwijs anticipeert op de ontwikkelingen in de samenleving. Dat vraagt om stevige investeringen en daar maken bestuurders in het basisonderwijs zich sterk voor. Deze bestuurders zijn regelmatig te vinden op hun scholen om met schoolleiders te spreken en zich een beeld te vormen van het onderwijs. Bestuurders organiseren conferenties om vanuit een gezamenlijke visie een krachtig onderwijsbeleid te realiseren. Samenwerken aan duurzame kwaliteitsverbetering van het onderwijs in een cyclisch proces. En daarin heeft een bestuurder zijn eigen aandeel.
  • Een van de aspecten waarvoor wij aandacht vragen is dat wij een lerende cultuur voor het onderwijs van groot belang vinden, niet in het minst wanneer wij in dit kader spreken over de referentieniveaus. En dat betekent voor ons: wegblijven van een afrekencultuur. Die werkt namelijk verlammend naar leraren en leerlingen. Die cultuur zou zelfs voor alle betrokkenen moeten gelden: overheid, inspectie, bestuur, schoolleiding, leerkracht, leerlingen, ouders. Want juist die cultuur zal leraren en schoolleiding stimuleren om vanuit het nieuwe referentiekader te gaan werken.
  • Het focussen op kwaliteit kwam ook naar voren tijdens een gesprek dat ik deze week had over het Olympisch Plan 2028. Een groep mensen maakt zich sterk om de Olympische Spelen in 2028 naar Nederland te halen. We hebben het dan over een evenement van wereldformaat. We moeten de komende tijd met onze leden bespreken in hoeverre wij ons als primair onderwijs achter dit plan willen scharen, welke rol willen en kunnen wij daarbij spelen. De mogelijke medaillewinnaars zitten immers nu bij ons op school. Wat mij aansprak in het Olympisch Plan 2028 is de brede doelstelling die ze nastreven. Het focust niet alleen op de spelen, maar ze willen er een duurzame ontwikkeling van maken.

 

Ton Duif (Voorzitter van de Algemene Vereniging van Schooldirecteuren (AVS). Voorzitter van de Europese schoolleidersvereniging ESHA)

[Gebruik mobiel juist in klas]

  • De ‘sterrenschool’ is een concept voor de toekomstige basisschool. Het gaat hier om onderwijs gericht op kinderen van de 21ste eeuw. Traditionele klassen of groepen zijn er niet meer, ieder kind werkt op zijn eigen niveau met een laptop. Scholen moeten zich aan kinderen aanpassen, niet omgekeerd. Elk kind is een individu, een ster, en moet zich optimaal kunnen ontplooien.
  • De Citotoets is helemaal niet geschikt voor het meten van de kwaliteit van een school.
  • Ik raad basisscholen aan: stoppen met de Citotoets.
  • Uit een groot aantal onderzoeken uit Noord-Amerika blijkt dat kwalitatief schoolleiderschap de meeste invloed heeft op de onderwijskwaliteit. Er zijn redenen aan te geven waarom het schoolleiderschap zo belangrijk aan het worden is; het feit dat onderwijs van de toekomst steeds een antwoord moet blijven vinden op de toenemende complexiteit van de wereld waarin onze kinderen opgroeien. Dit alles lijkt zo langzamerhand de kracht en kennis van elke individuele schoolleider te overstijgen. Vandaar dat verbindend leiderschap zo kansrijk is. De kracht van de verbindende leider is dat hij of zij leiderschap binnen en buiten de organisaties weet aan te boren en te verbinden.
  • Scholen moeten het gebruik van mobieltjes met internet in de klas juist stimuleren, in plaats van verbieden. Die mobieltjes zijn juist een toegevoegde waarde voor het onderwijs. Ze zijn handig in het gebruik om informatie op te zoeken. Bovendien hebben veel scholen een tekort aan computers. Het is dan prettig dat kinderen zelf internet bij zich hebben.
  • Deze generatie docenten weet vaak geen raad met social media. Het kost hun vaak veel moeite om zich in de materie te verdiepen. Ze kennen veelal de digitale wereld niet waarin kinderen tegenwoordig opgroeien. Daarom adviseren wij juist dat scholen en docenten zich actief gaan bezighouden met bijvoorbeeld Twitter.
  • Een bezoekje op wikispaces leert ons hoe effectief leerlingen zelf informatie delen. Daar ligt een kans, als we dit tenminste in onze lessen willen integreren.
  • Onderwijsvernieuwing betekent: het onderwijs continue afstemmen op de behoefte van de leerling. De wereld is niet meer statisch. School is saai, het prikkelt niet meer, het onderwijs zal daar een antwoord op moeten vinden. We zullen anders naar de leerling moeten kijken, de leerling meer moeten zien als je maatje, een reisgenoot.
  • Maurice de Hond heeft het licht gezien. In een door hem georkestreerde bijeenkomst met de pers lanceerde hij het nieuwste idee; een iPad basisschool in 2013; de Steve Jobsschool.  Hij haalde er zelfs het journaal mee. Eerlijk gezegd kon ik mijn lachen nauwelijks inhouden. Meneer de Hond heeft zitten slapen en jat nu vrijelijk uit al lang opgestarte ontwikkelingen. Op veel plaatsen in Nederland wordt het (ook door de AVS bedachte) concept van de Sterrenschool inmiddels opgestart, waarin ICT technologie een dragende functie heeft. Daar wordt al jaren aan gewerkt, inmiddels is de Sterrenschool 3.0 al uitgewerkt. Een andere inrichting van het onderwijsleerproces is hoe dan ook noodzakelijk, niet alleen door het bestaan van ICT ontwikkelingen maar ook doordat onze kinderen anders zijn gaan leren dan vroeger. Meneer de Hond, blijf nu maar bij je stiel en laat onderwijs nu maar aan ons over.

N.a.v. een kritisch SCP-rapport over het effect van investeringen in het onderwijs:

  • Het rapport is gebaseerd op boterzachte argumenten. Het SCP zakt zwaar door het ijs. Het lijkt wel of het onderwijs wordt gemeten op basis van Cito-scores. Maar Cito meet maar een heel klein beperkt deel van het onderwijsresultaat n.l. taal, lezen, rekenen en informatica. Als we vergelijken met 15 jaar geleden weten we hoe complex de samenleving is geworden, hoeveel taken de scholen erbij hebben gekregen.

—————–

2. De bestuurders

 

Arie Kraak (bestuursvoorzitter Movare, een organisatie met veel bestuurslagen waar 53 basisscholen onder vallen)

  • Er worden heel wat kreten geslaakt over een surplus aan management, maar er is een groot verschil tussen primair onderwijs en de andere sectoren van onderwijs. De gemiddelde school in het voortgezet onderwijs heeft een rector, conrectoren, administratieve en ondersteunende medewerkers in dienst. Om nog maar te zwijgen over de uitgebreide (management)staf waarover instellingen in het HBO en MBO beschikken.
  • Het primair onderwijs in Nederland is gebaat bij een groter beleidsontwikkelend en beleidsvoerend vermogen van besturen.

 

Marcel Poppink (Bestuurslid Onderwijsstichting Consent, een conglomeraat van 33 basisscholen in Twente)

“Of ze de skybox bij Twente wilden komen poetsen. De verbazing bij het personeel van de scholen die worden bestuurd door Consent was groot toen hen die oproep bereikte. Wat blijkt het geval: Consent, in financiële nood, zodat conciërges moeten worden ontslagen en de klassen groeien, heeft voor € 45.000 euro een luxe skybox in de Grolsch Veste, het mooie stadion van FC Twente.”  Tubantia, De Twentsche Courant 17-9-2012 

“De in opspraak geraakte onderwijsinstelling Consent heeft nog veel meer gemeenschapsgeld verbrast. De € 45.000 euro die de instelling betaalt voor een skybox in het stadion van FC Twente, valt in het niet bij het bedrag dat de organisatie heeft gereserveerd om een vertrokken bestuursvoorzitter door te kunnen betalen tot zijn pensioen. Consent betaalt voormalig voorzitter Peter van Leeuwen tot zijn pensioen in 2019 een bedrag van 4,5 ton.”  De telegraaf 18-9-2012

  • We nemen het woord 'skybox' liever niet in de mond. Dat heeft een negatieve associatie. Ik spreek liever van een "platform dat ons makkelijker bij elkaar brengt."
  • € 45.000 euro is een verantwoorde investering. Dat bedrag is bovendien maar een fractie van de begroting van veel basisscholen.
  • De skybox helpt juist om de kosten van het onderwijs naar beneden te brengen. Zo kan de stichting de skybox gratis gebruiken voor vergaderingen, terwijl anders ruimte gehuurd moest worden.
  • De samenwerking met FC Twente zal kinderen bovendien inspireren en stimuleren om het beste uit zichzelf te halen. Wij zetten een stip aan de horizon.
  • We hebben ervoor gekozen om tijdens de wedstrijden elke keer twee vaste mensen uit het bestuur af te vaardigen. De andere stoelen rouleren. We gebruiken ze bijvoorbeeld als prijs voor leerlingen als zij iets bijzonders hebben gepresteerd.
  • In reactie op de berichtgeving over de vertrekregeling die is getroffen tussen de voormalig bestuursvoorzitter van Consent en de Raad van Toezicht melden wij dat we helaas nooit in kunnen gaan op details van personele regelingen en afspraken daarover. In onze afweging voor zorgvuldigheid en transparantie hebben we deze bedragen dan ook gewoon gemeld in het jaarverslag 2010. Het feit dat wij deze gegevens zo uitgebreid publiceren is overigens geen plicht.

 

Simon van Geldorp (Voorzitter Stichting Primair Openbaar Onderwijs in de Regio Waterland & Oostzaan (SPOOR))

Tijdens een informatieavond over de voorgenomen fusie van SPOOR met een andere scholengroep:

  • Wij zijn te klein geworden. In die zes en een half jaar tijd dat ik voorzitter ben is dat onderwijs al gigantisch veranderd. Onderwijs is voor ons het belangrijkste dat er is.

Geïrriteerde reactie op een vraag van een gemeenteraadslid die nu eindelijk wel eens argumenten wilde horen voor deze fusie:

  • U zit niet in het bestuur van een onderwijsorganisatie. Ik doet dit werk nu al zes en een half jaar, nee niet onderbreken, en ik doe dat met een aantal heel deskundige mensen die niet dom zijn en die die afweging, moeten we groter, al lang gemaakt hebben.

 

Peter Lamers (Directeur van de Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs (RVKO). Hij is/was o.a. secretaris College van Bestuur ROC Zadkine, lid Directie voorlichting van het Ministerie van Financiën,  beleidsmedewerker bij het Algemeen Verbond Bouwbedrijf (AVBB), beleidsmedewerker bij de CDA Gemeenteraadsfractie Rotterdam,  werkzaam bij het Hoofdbedrijfschap Detailhandel)

Een unicum: een schoolbestuur wordt eigenaar van een Pabo. Het schoolbestuur RVKO neemt pabo Thomas More over van Hogeschool Leiden. 

  • Ik heb niet zo'n hoge pet op van de huidige pabo-opleidingen. Daarom wil ik in ieder geval invloed hebben op de programmering van Thomas More. 
  • Lessen in schoonschrijven: dat is allemaal prachtig, maar op onze scholen staan de borden op de gang, we hebben alleen nog digiborden. Met het hele ict-gebeuren zijn wij in het werkveld soms verder dan de opleidingen. Dan krijgen we jonge mensen op school die helemaal niet in staat zijn dat te hanteren.

———————-

3. Directeuren, onderwijzers

 

"We gebruiken geen leerboeken. Leerstof uit een boek zegt veel leerlingen weinig."  Kirsten Meijer (Onderwijzeres basisschool Veerezon)

 

Maaike van Mourik (Directeur van ‘De Vallei’, de school voor Natuurlijk Leren)

  • De lesmethodes in de klas, kunnen allang niet meer concurreren met de reclame op televisie of met de folders die in de bus vallen.
  • Vroeger was school een van de weinige plekken om met ‘verstandelijke’ kennis in aanraking te komen. Dit is achterhaald.
  • De maatschappij zelf, vormt een grotere aantrekkingskracht dan alles wat er op scholen of zelfs universiteiten te vinden is.
  • Wat kennis is en dus als waarheid wordt ervaren, is afhankelijk van de normen, waarden en inzichten binnen die gemeenschap. Het belang van een actieve rol wordt bevestigd vanuit de neurobiologie. Een binnen een praktijkgemeenschap gedeelde opvatting, kan dan als objectieve waarheid worden ervaren. 

 

Anko van Hoepen (Directeur basisschool die valt onder Alpha Scholengroep)

  • Je gaat min of meer toevallig naar een onderwijsconferentie en binnen de kortste tijd wordt heel het onderwijs op je school overhoop gehaald. Op die conferentie werd ons een spiegel voorgehouden. Zo werd ons duidelijk gemaakt dat als je een beeld van een klaslokaal anno 1930 bekijkt en je bekijkt een gemiddelde klas van nu, dan is er maar bar weinig veranderd.
  • De bewuste conferentie ging over 'natuurlijk leren'. Onder dat begrip vallen termen als duurzaam leren, meervoudige intelligentie en systeemdenken. Het tegengestelde van boeiend onderwijs is saai onderwijs. Maar dat is slecht voor kinderen. Dat betekent dat je niet leert. We willen de kinderen op school leren over de maatschappij, maar ook leren om die maatschappij te veranderen. Ze laten zien dat heel veel dingen met elkaar samenhangen.

 

Irma Schaatsenberg (Onderwijzeres voor groep 3 en ict-coördinator op 'de Trampoline' in Leidschendam. Ze won een reis naar Wenen voor het European Innovative Teachers Forum, een door Microsoft georganiseerde forum over ict-lessen en ict-projecten)

Uitspraken door haar gedaan op een driedaags congres in Wenen over innovatie in het onderwijs:

  • De alwetende juf bestaat niet meer. Normaal zijn wij degenen die informatie geven. Maar kinderen hebben tegenwoordig ook andere plekken waar ze informatie vandaan halen.
  • Ik leer nu zelf van mijn leerlingen. Ik ben niet opgegroeid met computers. Wij lopen achter en je moet ook niet willen dat je hen bijhoudt. De scholieren en ik moeten van elkaar leren.
  • Om te leren lezen gingen mijn leerlingen zelf met een digitale camera aan de slag, legden de foto’s van voorwerpen vast, plaatsen de spelling eronder en de foto’s werden uiteindelijk klassikaal via een PowerPointpresentatie behandeld.

 

Lidwien Kok (Directeur Sterrenschool Zevenaar. Ze was hiervoor werkzaam als coach: inspireren en trainen van leerkrachten, teams en directies)

  • Ik vat het onderwijsconcept Sterrenschool graag samen als: ‘Talentontwikkeling vormgeven in Individuele Leerreizen die niet begrensd zijn in tijd of locatie’. Op de sterrenschool kiezen ouders begin-en eindtijden en deze worden vastgelegd in een leerreis. In deze leerreis staan ook het onderwijsaanbod, de leerstijl, reflectie en de eigen leervragen van de leerling beschreven.
  • In feite logt een leerling straks in en staat er een arrangement voor iedere leerling klaar. Serious games worden daar zeker ook aan toegevoegd.

 

Piet Meivogel (Directeur basisschool de Windroos)

  • Wat zou het toch mooi zijn als er één school bereid is het pad vol onzekerheden op te gaan in de richting van werkelijke onderwijsverandering.
  • Waar nu gewerkt wordt aan de hand van strakke schema’s, toetsuitslagen en beoordelingen zou de leraar kunnen worden tot partner bij het samen zoeken naar dat wat waar (kennis), mooi (schoonheid) en goed (moreel) is.

————-

4. Lopend leren

‘Lopend leren’ is een gesubsidieerd project, waarin kinderen met een PDA (Personal Digital Assistant) op stap gaan. Vier basisscholen doen eraan mee. Het project werd ondersteund door Stichting Kennisnet en Microsoft.

“Alles zit er op: Internet, Blue Tooth, Word, rekenprogramma’s, mindmapping, een animatieprogramma. Leerlingen kunnen op locatie leerstof binnenhalen en draadloos uitwisselen. Een speeltje waar je ongelofelijk veel mee kan.”  Koos Eichhorn (Projectleider ‘Lopen Leren’)

*Lopend Leren*

 

Leon Heusschen (Leerkracht basisschool de Octaaf, betrokken bij het project ‘Lopend Leren’)

  • Toen ik de doos eind januari openmaakte werden de Verkenners (PDA’s) zo ongeveer uit mijn handen gerukt. Het is geweldig om te zien hoe geconcentreerd ze nu al bezig zijn met de basisvaardigheden: een muziekje downloaden, het speciale handschrift oefenen en een visitekaartje naar elkaar versturen.

 

Benedict Hal (Directeur Basisschool 'De Octaaf')

  • De school is een museum: daar moet het mobieltje meteen uit en is de computer een uurtje per dag beschikbaar. Ik vind dat de school als een facilitair bedrijf kinderen in staat moet stellen om over de nieuwste apparatuur te beschikken. De PDA mag mee naar huis en slaat zo een brug tussen school en de vrije tijd. Ik hoop dat het de leerlingen uitdaagt tot kennis vergaren en kennis delen.
  • Leerlingen gaan naar het winkelcentrum om klanten en winkeliers te interviewen over voeding. Ze gaan ook vergelijkend warenonderzoek doen bij verschillende supermarkten. Weer op school kunnen ze die informatie eenvoudig uitwisselen. Zo worden vaardigheden (samenwerken, interviewen) gecombineerd met kennis vergaren en uitwisselen (hoe ziet een passievrucht eruit – foto!- en hoeveel duurder is een pond gehakt bij de slager dan bij de kiloknaller?).
  • Eigenlijk kun je als je de winkel in het middelpunt stelt, bijna alles wat kinderen moeten leren aanbieden. Niet alleen rekenen, lezen en schrijven, maar ook aardrijkskunde, biologie en sociale vaardigheden. Alles is er te vinden. Volwassenen zien het vaak niet, kinderen wel.

——————–

5. Vernieuwende scholen

“Het Stromend Onderwijs Collectief is een inspiratieplatform voor het onderwijs. Wij weten uit ervaring dat het levende, bewegende aspect van het leven niet toegankelijk is vanuit een louter rationeel perspectief. Wij geloven in de kracht van ontspanning: je bereikt meer met de kinderen als er minder hoeft. In reeds bestaande pilots, zoals massage in de klas, mindfulkids en kinderyoga blijkt dat klassen rustiger en evenwichtiger worden. Onderwijs gaat stromen wanneer het aanwezig zijn centraal staat. Pas als we leren aanwezig te zijn komen we in contact met de diepere stroom in onszelf: dan wordt het mogelijk om de geweldige potentie van ‘flow’ herkenbaar en beschikbaar te maken voor leerlingen.”  Het Stromend Onderwijs Collectief

Ondernemen in het onderwijs staat hoog op de agenda van het ministerie van OC&W. Openbare basisschool 't Kraaiennest in Beverwijk werkt samen met Jong Ondernemen om ondernemerschap een plek te geven in het lesprogramma. In deze video is te zien hoe de leerlingen van 't Kraaiennest aan de slag gaan met ondernemen in de vorm van het project 'Kids in Bizz'.” Leraar24 video ‘Maatschappelijk ondernemen in de les’

 

Wittering.nl, basisschool te Rosmalen

Een groepsbezoek aan 'Wittering.nl' kost € 900,-. Er is gelegenheid om een dag in een unit mee te draaien voor een bedrag van € 100,- p.p.

"Het is een geweldige steun in de rug als gerenommeerde wetenschappers als Luc Stevens en Rob Martens ons uitgewerkte concept vanuit de wetenschap over leren en ontwikkelen volledig ondersteunen." Nieuwsbrief Wittering.nl

“Wittering.nl is gebaseerd op wetenschappelijke kennis en nieuwe inzichten van Harry Gankema."  Anje Ros (Lector ‘Leren en Innoveren’ Fontys Hogescholen. Senior Adviseur KPC-groep)

 

Ton van Rijn (Directeur van ‘Wittering.nl’, een basisschool bedacht door Harry Gankema)

[Geen lokalen, wel een Eurekaruimte]

  • Het huidige onderwijs is te talig. Terwijl elk kind anders leert; je hebt beelddenkers, die leren niet in taal. Je kunt van een hyacint ook geen tulp maken.
  • Waarom moeten we eigenlijk breuken kunnen vermenigvuldigen? Welke volwassene maakt er nog een staartdeling? Onderwijs zou moeten gaan over talentontwikkeling.
  • De echte intelligentieontwikkeling zit in sport, beweging en kunstzinnige vorming: in verbeelding en goed in je vel zitten.
  • Op traditionele scholen gaat in groep 3 het roer om: vanaf dat moment bepaalt de leerkracht wat er gebeurt, wanneer dat gebeurt en hoe het gebeurt. Zo maak je leerlingen afhankelijk.
  • Er werkt hier iemand die geen enkele opleiding heeft. Ooit deed ze in België iets met de naaldvakken, handwerken. Nu werkt ze hier als begeleider. Laat de inspectie me maar op de vingers tikken omdat ze op mbo-niveau werkt en niet bevoegd is als leerkracht. Ik zie vooral een vrouw met geweldige vaardigheden wat betreft het omgaan met kinderen, iemand die haar talent geweldig heeft ontwikkeld.

 

Piet Derikx (Voorzitter van de scholengroep Signum, waar Wittering.nl onder valt)

  • Wittering.nl is een basisschool waarin geen klaslokalen, leerplannen en vakken meer zijn, maar een rijke leeromgeving en kernconcepten. Taal en rekenen worden zoveel mogelijk geïntegreerd in de kernconcepten.
  • In de basisschool Wittering gaan de leerlingen zelf op zoek naar antwoorden op hun intrinsieke vragen.
  • Elk team dat een groep begeleidt bestaat uit een regisseur, een mentor (beginnend leerkracht), onderwijsassistenten en wisselende specialisten; ze hebben een coachende taak.
  • In Wittering staat de autonomie van leerlingen centraal. 

 

Iederwijs: onderwijssysteem waarbij kinderen kunnen leren wat ze willen, met wie ze het willen en op welk moment ze het willen.

Bas Rosenbrand (Mede-oprichter van 'Iederwijs')

[Stevens voorziet radicale onderwijsvernieuwing]

  • Een meisje kon op haar tiende nog niet lezen. Toen kreeg ze belangstelling voor ponys en ontdekte dat er allerlei boeken over ponys waren. Vervolgens heeft ze in no time lezen geleerd.
  • In een maatschappij waar kennis ruim voorhanden is, denk ik dat de jongen die is voorbestemd om banketbakker te worden dit ook zeker zal worden.

 

Yolanda Eijgenstein (Mede-oprichter van 'Iederwijs'. Zakenvrouw van het jaar 1997. Schrijfster van o.a. “Het kleine boek van het succes”)

  • De leerlingen van iederwijs worden helemaal niet gestuurd, ook niet door een leercontext. De leerlingen kiezen zelf hoe, wanneer en wat ze willen leren. Als een kind verder zegt: ik wil later dit of dat worden, dan kijken we samen naar wat het kind daarvoor nodig heeft.
  • Kinderen onder de 12 jaar weten donders goed wat goed voor hen is. Wij denken dat we het beter weten, maar dat is niet zo.
  • Ik heb jaren geschiedenis en aardrijkskunde gehad en daar weet ik nu niets meer van. Sinds drie jaar weet ik pas dat Amsterdam boven Leiden ligt. Als ik het wil weten, vraag ik het wel. Trouwens, waarom is geschiedenis belangrijker dan voetballen?
  • De leerkracht volgt met liefde het kind, en het kind volgt zichzelf met zelfvertrouwen.

 

——————

6. De PABO's

 

“Kan iemand mij zeggen wat het nut is van het maken van staartdelingen en een vlekkeloze spelling?" Pabo-studente

"Wekelijks lees je wel weer dat de pabo zo slecht zou zijn, omdat men er geen rekenen of taal meer leert. Ik vind het een gotspe. De pabo’s werken hard aan spellen en rekenen en het is van een ongekende brutaliteit om de opleidingen alleen daarom in de hoek te zetten." Luc Stevens, Directeur NIVOZ

"Zou ‘jezelf leren kennen’ niet het belangrijkste vak van de lerarenopleiding moeten zijn?"  Wilma van Esch (Ontwikkelaar van de Minor ‘Persoonlijke en Professionele Ontwikkeling’ voor Fontys Pabo Eindhoven)

"Als het onderwijs nooit aan innovatie gedaan had, dan zaten leerlingen nu nog steeds in een klooster met een ganzenveer en een potje inkt teksten over te schrijven."  Theo Pullens, projectleider ’TOPClass Specialist Vernieuwend Onderwijs’ aan Pabo Avans Hogeschool

 

Peter Verleg (Voorzitter van het College van Bestuur van Hogeschool Domstad te Utrecht)

  • Het is tijd voor echte veranderingen in het onderwijs en daarvoor moet op de pedagogische opleidingen al gestart worden. Uitgangspunten zijn: – kantelen van aandacht voor curriculum naar aandacht voor kind – kantelen van curriculum naar competentiegericht onderwijs
  • Geef de licenties en bevoegheden van onderwijsberoepen een beperkte rechtsgeldigheid, bijvoorbeeld 5 jaar.

 

Johan Spronk (Pabo-opleidingsmanager aan de Marnix Academie in Utrecht):

[Pabo’s moeten kiezen voor kwaliteit]

  • Iedereen heeft recht op gelijke kansen. Het eerste wat wij onze studenten leren, is dat zij niet mogen etiketteren en stigmatiseren. Door te zeggen dat doorgestroomde mbo-studenten ‘gewoon minder geschikt zijn om zich te ontwikkelen tot volwaardig leraar’, wordt er ten onrechte een negatief etiket op ze geplakt.
  • De kwaliteit van de studenten die van onze opleiding afkomen, is absoluut in orde! Pappen en nathouden, daar doen wij niet aan.
  • Het zijn niet de pabo’s die schuldig zijn aan het negatieve imago van het primair onderwijs, maar een deel van de werkgevers in deze sector. Wij zien dat veel van onze topstudenten al vrij snel ander werk zoeken, omdat de beroepspraktijk hen niet kan uitdagen.

 

Frank Rokebrand (Voorzitter Landelijk Overleg van lerarenopleidingen BasisOnderwijs)

De rekentoets heeft het niveau van groep 8. Studenten krijgen bovendien 3 kansen.

  • ‘Wie redt de pabo?’, was een krantenkop. Maar de pabo hoeft niet gered te worden. De pabo is een populaire toegankelijke opleiding. Er worden, in tegenstelling tot andere hbo- opleidingen, geen vakkenpakket- of profieleisen gesteld. Ook mbo-gediplomeerden kunnen op de opleiding terecht.
  • Een ander vooroordeel over de pabo is dat het niveau van de studenten laag is vooral ten aanzien van rekenen. Ook hier zeggen de feiten iets anders. Van alle studenten die dit jaar zijn begonnen met de pabo is op dit moment 71% geslaagd voor de verplichte rekentoets.

 

Ron Bormans (Voorzitter College van Bestuur van de Hogeschool HAN)

[Dijsselbloem valt Plasterk af]

  • De taaltoets voor de pabo heeft tot gevolg dat het voor vele allochtone studenten niet meer doenlijk is naar deze opleiding te gaan. Dat houdt in, dat je in steden als Rotterdam de instroom in de lerarenopleidingen kunt vergeten. Bestrijden we zo het lerarentekort?

 

Gerard van Drielen (Lid College van Bestuur van de Hogeschool Rotterdam)

[Effect taaltoets pabo onacceptabel]

  • Wij vinden de maatschappelijke gevolgen van de invoering van de taaltoets onacceptabel. Het uitvalpercentage van de allochtone pabo-studenten van de Hogeschool Rotterdam ligt ruim boven het landelijke gemiddelde. Zou de uitkomst van de taaltoets meetellen, moeten nog meer studenten in het eerste jaar uitvallen. Er staan te weinig allochtonen voor de klas. Ook daarom is het van belang dat er voldoende allochtone paboërs afstuderen. 

 

Nel Hofmeester (Dyslexie-deskundige. Medewerkster 'Helpdesk Dyslexie' van de Hogeschool Rotterdam)

[Dyslectische leraar is aanwinst voor school]

  • Pabo-opleidingen moeten studenten met dyslexie koesteren. De leerlingen kunnen een grote aanwinst zijn voor basisscholen.
  • Ik ken een onderwijzer met dyslexie. Hij vertelt aan zijn leerlingen: “In spelling maak ik wel eens een foutje. Dus als ik iets op het bord schrijf, moet je goed opletten of het wel goed is geschreven.” Hij bereikt ermee dat de slimme leerlingen meteen erg alert zijn als hij naar het bord loopt. En de kinderen die niet zo goed zijn in spelling worden minder onzeker, omdat ze weten dat zelfs de meester wel eens een fout maakt.

 

Lex Jansen (Senior beleidsadviseur 'Handicap + Studie'; dit expertisecentrum stimuleert dat jongeren met een functiebeperking succesvol kunnen studeren in de opleiding van hun keuze in het hoger onderwijs)

  • De HBO-raad geeft aan dat Pabo-studenten met dyslexie of dyscalculie, die na 3 pogingen hun taal-en /of rekentest nog niet hebben gehaald, een vierde kans kunnen krijgen via een maatwerktoets die bij de examencommissie moet worden aangevraagd.

 

Marc van Zanten (Docent rekenen/wiskunde op de PABO Hogeschool Edith Stein. Medewerker Freudenthal Instituut)

[Over de muurtjes heen kijken (Landelijk expertisecentrum voor de lerarenopleiding rekenen en wiskunde)]

  • Ik onderzocht onlangs hoe lang er al wordt geklaagd over de rekenvaardigheden van de pabostudent. Ik kwam terecht in 1967. Toen werden er al kanttekeningen geplaatst bij kwekelingen, afkomstig van de hbs.
  • Studenten die moeite hebben met rekenen, openen ook de blik van studenten die daar wél goed in zijn. De rekenwonders realiseren zich daardoor beter dat er als ze voor de klas staan, kinderen zijn die zwak zijn in rekenen. Tegelijk kunnen de rekenzwakke pabostudenten zich als onderwijzer waarschijnlijk goed inleven in de leerlingen die moeite hebben met rekenen.
  • Maaike is een eerstejaars PABO-student. Zij loopt stage bij meester Joost in groep 7. De eerste stagedag al vertelt ze hem dat rekenen ‘een ramp’ zal worden, daar kan ze zelf niets van, dus de rekenlessen moet hij maar zelf doen. Joost neemt daar geen genoegen mee. Bij de eerste rekenles van Maaike is Joost blij verrast. Maaike laat de kinderen hun oplossingen aan elkaar vertellen. Ze zet oplossingsstrategieën op het bord. Ze bereikt zo, zeker voor een eerstejaars, een hoog niveau in haar les. Maaike heeft zelf helemaal niet in de gaten dat ze goed bezig is.
  • Praktijksituaties waar instructie bij rekenen voornamelijk het karakter heeft van betekenisloos en trucmatig voor-  en nadoen komen nog frequent voor. Zoals alle startende studenten heeft Ada vanuit haar eerdere rol als leerling een bepaald beeld van rekenonderwijs. Maar al te vaak is dit een versimpeld en mechanistisch beeld: de leraar is degene die de leerstof overdraagt en de leerlingen leren door daarnaar te luisteren. Dit verklaart mede waarom Ada haar les geslaagd vindt; zij heeft immers haar verhaal gehouden en de leerlingen hebben daar naar geluisterd. Dat er vanuit het vakdidactisch perspectief veel op een dergelijke instructie valt af te dingen, ontgaat haar nog.

—————–

7. Passend onderwijs

Met de invoering van ‘Passend onderwijs’ wil de overheid bereiken dat er veel minder leerlingen naar het speciaal onderwijs gaan.

"De PO-Raad organiseert in samenwerking met FM-architecten een symposium naar aanleiding van een onderzoek naar de gevolgen voor de huisvesting bij de invoering van passend onderwijs. Het lesgeven aan kinderen met en zonder extra ondersteuningsbehoefte binnen één instelling stelt specifieke eisen aan het schoolgebouw. Het gebouw en de binnenruimte moeten zo worden ingericht dat alle kinderen aan het onderwijs kunnen deelnemen."  PO-Raad

Het Vraag Profiel Instrument (VPI) is ontwikkeld door RENN4 en PI Leiden namens Pi7, een landelijk ontwikkel- en onderzoeksconsortium. Het geeft een beeld van het functioneren van de leerling in de klas en welke extra ondersteuningshandelingen van de leraar worden gevraagd om tegemoet te komen aan de ondersteuningsvraag van de leerling. Daarmee kan het ondersteunend werken bij de keuze en uitvoering van uw eigen scenario voor ondersteuningstoewiizing in passend onderwijs. Aan het einde van de bijeenkomst is het helder wat dit instrument voor u zou kunnen betekenen en hoe het werkt in de praktijk voor PO, VO en MBO.”  Een workshop gegeven op ‘Passend Onderwijs, Het Nieuwe Samenwerken’ van de PO-raad door Jan Bijstra en Antoinette Erdmann (Dotcomschool bv)

 

Henk Keesenberg (Beleidsmedewerker bij VOS/ABB, de vereninging voor bestuur en management in het openbaar onderwijs. . Landelijk coördinator 'Passend Onderwijs'. Eén van de initiatiefnemers van 'Weer Samen Naar School')

[Leerkracht zijn, droom of nachtmerrie?]

  • Passend onderwijs betekent niets anders dan goed onderwijs met name voor kinderen die dat hard nodig hebben. Er is niemand in de tweede kamer of op het ministerie die de term 'passend onderwijs' heeft bedacht, dat is vanuit het veld zelf ontstaan. Afkeer van allerlei commissies en ellenlange wachtlijsten, thuiszitters; veel vragen van leraren: ‘kan het wat simpeler, eenvoudiger en toegankelijker’, dat zijn beweegredenen om met passend onderwijs te starten. Er wordt helemaal geen passend onderwijs ingevoerd. Er wordt een aantal dingen gezegd die te maken hebben met gemak, eenvoud, minder bureaucratie. Scholen wordt helemaal niets opgelegd. Het is te vergelijken met ‘Weer Samen Naar School’. Ook dat was een sterk traject vanuit het veld zelf: ‘wij zijn alsmaar leerlingen aan het verwijzen, onze expertise verdwijnt; daardoor gaan we nog meer leerlingen verwijzen’.
  • Nogmaals: passend onderwijs is niet van de overheid. Als het niet van het veld zelf is dan heeft de overheid geen enkele behoefte om hier ook maar iets te stimuleren. We stoppen er miljoenen euro's in.

 

Prof. Kees van der Wolf (Studeerde Onderwijskunde. Lector Gedragsproblemen in de onderwijspraktijk. Lid van de evaluatie- en adviescommissie Passend onderwijs. Mede-eigenaar van het bedrijf ‘Van der Wolf & Van Beukering, onderwijsadviseurs’)

  • Passend onderwijs vereist een omslag in het denken.
  • Leraren moeten weten dat iedere beperking weer een andere benadering nodig heeft.
  • Is het haalbaar om een klas van dertig leerlingen met verschillende problemen goed te kunnen draaien? Een goede leraar kan schakelen, kan variëren en heeft overzicht. Dus ja, dat kan heel goed.
  • Hoe ga je om met zoveel verschillen in een klas? Daar moet de scholing en bijscholing van leraren op worden ingesteld. De leraar moet ondersteund worden door deskundigen in en rond de school.

 

Rob Franke (Oprichter-coördinator van Framework-Educatieve dienstverlening. Hij heeft een boek geschreven: ‘Passend inclusief onderwijs: Doen’)

  • Inclusief Onderwijs is een onafwendbaar concept geworden in ons huidig onderwijs. Het gaat over lesgeven aan kinderen die onderling sterk kunnen verschillen. Dit verschilt wezenlijk van het huidig onderwijs, daar worden leerlingen op basis van hun achtergrond in verschillende soorten scholen geplaatst. Binnen het concept van Inclusief Onderwijs wordt iedere leerling, als volwaardige burger met gelijke rechten, als maat en uitgangspunt genomen. Kortom: Inclusief Onderwijs is een recht dat ieder kind toekomt.
  • Alle kinderen hebben recht op volledige deelname aan de samenleving. Maar vreemd genoeg is dit gedachtegoed in het onderwijs nog niet of vaak slechts gedeeltelijk gerealiseerd. In de praktijk worden nogal wat kinderen uitgesloten. Deze exclusie moet worden tegengegaan. Daarom is een nadrukkelijke keuze voor passend inclusief onderwijs noodzakelijk.
  • Leerlingen leren met en van elkaar als ze samen leren en samen worden onderwezen in dezelfde leer-en leefgemeenschap. Ze ontwikkelen zich zo tot volwaardige burgers met een actieve deelname aan de maatschappij.
  • Inclusief onderwijs is niet een kwestie van tijd, maar van mentaliteit.

 

————————–

8. Kritiek op het basisonderwijs

 

Anna Bosman (Hoogleraar 'Dynamiek van leren en ontwikkeling'. Directeur van het onderwijsinstituut Pedagogische wetenschappen en onderwijskunde aan de Radboud Universiteit Nijmegen)

[Oefenen in de klas, zonder toeters of bellen (2008)[Handelingsplannen? Zonde van de tijd]

  • Jaren geleden sprak ik een door de wol geverfde leerkracht die mij bekende: ‘Nou geef ik al zo lang les en ik heb nog nooit een dyslectische leerling in mijn klas gehad. Hoe kan dat nou?!’  Ik heb er wel een hypothese over: waarschijnlijk gaf deze leerkracht zeer goede instructie en oefende ze veel en geduldig bij leerlingen met lees- en spelachterstanden.
  • Dat simpele recept – gerichte instructie en systematisch oefenen – lijkt de laatste decennia eerder uitzondering dan regel in de klaslokalen.
  • Ik kan mij enorm opwinden over het hedendaagse taalonderwijs. Oefenen zou saai zijn, klassikale instructie ouderwets, iedere leerling moet op z’n eigen niveau werken – het zijn allemaal oorzaken van het hoge percentage leerachterstanden in taal en rekenen. Bij het oplossen daarvan kijken we te vaak naar het individuele kind en te weinig naar de kwaliteit van de instructie. Dyslexie bijvoorbeeld is een diagnose die nogal eens ten onrechte gesteld wordt. We vermoeden dat ongeveer één procent van alle kinderen echt dyslectisch is, de rest heeft lees- en spelproblemen die ontstaan zijn door het onderwijs. Elke school die jaarlijks drie dyslectische leerlingen heeft, moet zich serieus afvragen wat ze fout doet.
  • Een aanpak die juist heel expliciet is over leerkrachtvaardigheden is ZLKLS (Zo Leer je Kinderen Lezen en Spellen). Ik vergeleek een jaar lang de ontwikkeling van lezen en spellen bij beginnende lezers op drie scholen voor speciaal basisonderwijs. Een van de drie werkte volgens de ZLKLS-principes, twee fungeerden als controlescholen. De resultaten spraken boekdelen: de leerlingen van ZLKLS-school behaalden aan het eind van groep 3 Cito-scores die vergelijkbaar waren met die op een reguliere basisschool. Dus de 73 procent lees- en spelproblemen waren teruggebracht naar de reguliere 10-15 procent. Dat is toch wat! En dat door gewoon oefenen in de klas, niets geen toeters of bellen met extra remedial teaching of extra lange leestijd.
  • Het is eigenlijk heel simpel. Gewoon: nu gaan we spellen. ‘Jantje doe jij eens kip’. En daarna meteen opschrijven. Dat is zo logisch. Je trekt je haren uit je hoofd als je bedenkt dat dit ooit normaal was en nu verdwenen is.
  • De jaren zeventig leven nog heftig voort bij een deel van onze wetenschappers.
  • Ieder kind op zijn eigen niveau vindt ik een ‘vieze term’ en didactisch ook nog eens onjuist. Op hun niveau kunnen ze het immers al.
  • Leren lezen heeft niets te maken met intelligentie, afkomst of sociale problemen. Wel met goede instructie, rust en structuur.
  • Ik wil af van de verplichte handelingsplannen, die alleen maar ingevoerd zijn zodat de Inspectie kan controleren of de scholen het wel goed doen. Leraren zijn zo druk bezig met die handelingsplannen dat ze niet meer toekomen aan goed onderwijs geven. Als je in het speciaal basisonderwijs een klas hebt met vijftien leerlingen, heb je vijftien handelingsplannen. Leraren die weten hoe ze goed onderwijs moeten geven, hebben die plannen niet nodig. Als je elke dag met die kinderen werkt en echt interactie hebt, wéét je wat elk kind nodig heeft.
  • Het hele idee van individueel onderwijs in een groep van 25 leerlingen is onzin. Geef gewoon eerst uitvoerig klassikaal instructie en oefening en laat pas daarna het kind op het eigen niveau werken. Dan is ook duidelijk wat je leerlingen beheersen en wat niet, want je geeft gewoon onderwijs aan de hele groep. Te denken dat leraren in staat zijn om individueel onderwijs te geven en dat dan ook nog allemaal bij te houden!
  • Het grote probleem is dat we kinderen te vroeg loslaten, zelfstandig laten werken, laten plannen, eigen verantwoordelijkheid laten nemen. Mijn collega’s hebben al niet eens iets af als er geen deadline is, laat staan kinderen van 6!
  • Nu moet een school echt overal aandacht aan besteden! Laat ze bij hun corebusiness blijven! Pas vanaf groep 7 zaken als burgerschapskunde, zelfstandig werken en samenwerken. Eerder zijn ze daar nog niet aan toe!
  • We denken dat de simpele vaardigheden niet meer geoefend hoeven te worden.
  • Veel zmokkers zouden dyslectisch zijn. Onzin! Ze hebben een leerachterstand opgelopen omdat leraren niet weten hoe ze met de gedragsproblemen om moeten gaan, omdat er iets schort aan het klassenmanagement. Als wij de leerlingen minder los laten en minder in groepjes laten werken, zal dat driekwart van de gedragsproblemen en daarmee de leerachterstanden oplossen. Vroeger, in klassen van 40, hadden we ook adhd’ers, zmokkers en autisten, al heette dat niet zo, en ging het wel goed. Waar lag dat aan? Aan beter klassenmanagement en aan een strakkere opvoeding door ouders.

 

Liesbeth Hermans (Onderwijzeres)

[Onderwijskrant. Ontscholing. Waarom de school te weinig schoolt]

  • Het onderwijs wordt steeds minder gezien als een collectief gebeuren en samen klassikaal optrekken, maar meer en meer als het volgen van een individueel leertraject afgestemd op de allerindividueelste ontwikkeling van elk kind. Vandaag de dag staat ‘officieel’ de geïndividualiseerde aanpak centraal. Leerkrachten moeten onderwijs bieden op maat van elk kind en moeten extra zorg besteden aan kinderen met leer- of gedragsproblemen.
  • Scholen zijn er niet langer voor lezen, taal, rekenen en schrijven. Vaak wordt zelfs gesteld dat ze in de eerste plaats een leefschool moet zijn. Dit alles leidt ertoe dat de leerkrachten verzuipen en dat de werkdruk sterk is toegenomen. De leerkrachten kunnen minder tijd en energie besteden aan de kerntaak van het onderwijs, aan het bijbrengen van basiskennis en -vaardigheden waarop verder kan worden gebouwd.
  • Er worden voortdurend nieuwe onderwijsmethoden, – materialen en – vormen gepropageerd en geïntroduceerd zonder dat hun effectiviteit bewezen is. Elke oproep voor vernieuwing is/was voornamelijk gebaseerd op ideologie en maar heel weinig op inzicht of werkelijke kennis van zaken. Mijn ervaring heeft ook geleerd dat gemiddeld om de vijftien jaar het warm water opnieuw wordt uitgevonden. Allerhande nieuwe methodische aanpakken zoals zelfstandig werken, samenwerkend leren, creatief denken met diverse strategieën, hebben er toe geleid dat leerlingen nog weinig parate kennis en vaardigheden hebben.
  • Het moet allemaal leuk en flitsend zijn – zelfs het aanleren van de tafels van vermenigvuldiging. Weg met het afdreunen en dergelijke. De leerlingen leren zich zo te weinig inspannen en vol te houden, ook als iets niet leuk is, maar gewoon omdat het moet. Het aantrekkelijker maken van het onderwijs heeft niet geleid tot betere, maar tot mindere prestaties.

 

Pier Bergsma (Directeur Basisschool Immanuel (Friesland))

  • Mijn eerste bezwaar tegen de onderwijsvemieuwers is van principiële aard. Hun uitgangspunt is dat elk kind, hoe klein ook, de juiste keuzes kan maken. Zulke kinderen zijn er – ook op de basisschool – maar er zijn ook kinderen die leiding nodig hebben. Als je veel kinderen hebt met hoog opgeleide ouders, kun je veel van de zelfstandigheid van kinderen vragen. Een school met veel achterstandsleerlingen moet echter docenten hebben die sturen en structureren, dan werkt die nieuwe aanpak niet.
  • Alles draait bij het nieuwe leren om koning kind. Zo werkt het niet, nu niet en later niet. Kinderen moeten juist leren zich aan te passen, de maatschappij is ook niet altijd adaptief. Bovendien geloof ik niet dat dit type onderwijs, waarbij het zelfstandig lerende kind voorop staat, effectief is. Wij hebben het er net nog in de personeelsvergadering over gehad: organisatorisch krijg je dit niet goed voor elkaar. De school is bedoeld om aan groepen kinderen tegelijk en dus op een doelmatige manier iets uit te leggen. Lesgeven lukt niet als er te veel groepen, subgroepen of individuele leerlingen met verschillende dingen bezig zijn.

 

Kees Vernooy (Lector Effectief taal- en lees onderwijs)

  • Risicoleerlingen deden het bij goede leerkrachten net zo goed als gemiddelde leerlingen bij zwakke leerkrachten. Niets was effectiever voor risicoleerlingen dan de kwaliteit van de leerkracht; de kwaliteit van de leerkracht voorspelt de resultaten van de kinderen. Te lang hebben we dit fundamentele aspect van het onderwijs genegeerd door het invoeren van meer remediërende programma’s, meer klassenassistenten en extra leerkrachten en door het inzetten van computerprogramma’s. Al deze maatregelen halen het niet bij kwalitatief hoogstaande instructie.
  • Leesaanpakken die zich baseren op natuurlijk leren lezen laten zeer slechte resultaten zien.
  • Verschillende onderzoeken laten zien, dat het nieuwe leren een incomplete, onevenwichtige aanpak voor veel leerlingen en dan in het bijzonder risicoleerlingen is.
  • De dikwijls uitgedragen opvatting dat het nieuwe leren bijdraagt of een conditie is voor levenslang leren, is dikwijls op drijfzand gebaseerd. Hoe kan een leerling levenslang leren als hij niet goed kan lezen of rekenen?

 

Cito

Paul van Dam (Hoofd afdeling basisonderwijs van de Cito)

Onder zijn verantwoordelijkheid werden tientallen rapporten geproduceerd met telkens dezelfde boodschap: het niveau van het basisonderwijs is veel te laag. Reacties op die rapporten bleven uit.

  • In vrijwel geen enkel vak leren leerlingen genoeg. Het niveau van het basisonderwijs is al 20 jaar ver onder de maat.
  • Het moet leuk zijn. Alles wat riekt naar schools willen we niet meer. Sommen maken, herhalen, overhoren. Bovendien is nergens vastgelegd wat kinderen moeten weten en kunnen, dus is het onderwijs weinig doelgericht.
  • ’De ontwikkelduur van een film is 12 minuten. Voor een speciaal effect moet de tijd met 10 procent worden verlengd. Hoe lang duurt het ontwikkelen dan?’ Dit werd door leerlingen in groep 8 hondsmoeilijk gevonden. Minder dan 10% had het goede antwoord.
  • Van der Gein geeft aan dat het merendeel van de kinderen in groep 8 geen flauw benul heeft wat een zin is. Dat je die begint met een hoofdletter en afsluit met een punt bijvoorbeeld.
  • Iedereen weet dat als je wilt presteren, je je moet afzonderen zodat je niet wordt afgeleid. Wat gebeurt in het onderwijs? Daar worden de kinderen in groepjes van 6 bij elkaar gezet, zodat ze elkaar maximaal afleiden.
  • We hebben kennis weg gerelativeerd.

 

Onderwijsinspectie

Hans van Dael (Oud inspecteur van het basisonderwijs)

  • Zo was er een school waar 65 procent van de leerlingen een achterstand had van één à twee jaar met rekenen. Ik heb achterin een klas gezeten, en dan zie je dat een aantal kinderen helemaal niets doet. Die zijn opgegeven. De leerkracht zie je worstelen. Hij geeft een som op, en de leerlingen gaan door elkaar heen roepen wat voor oplossingsstrategieën er allemaal mogelijk zijn. Sommige leerlingen komen met zulke bizarre oplossingen, die leerkracht begrijpt niet eens wat er allemaal gezegd wordt. Slechts op een paar leerlingen kan hij ingaan. Ik heb een rekenles gezien met rendement nul, maar die leerkracht heeft zich het schompes gewerkt.
  • De Onderwijsinspectie constateert alleen dat dingen niet goed gaan. Die zegt nooit waardoor het komt. En die school is niet in staat zelf het probleem te analyseren.
  • De schoolbegeleidingsdienst stelt de school echt geen kritische vragen want die moet aan zijn marktpositie denken en dus zijn opdrachtgever met zachtheid behandelen.

————————-

9. Kritiek op passend onderwijs

 

Met de invoering van ‘Passend onderwijs’ wil de overheid bereiken dat er veel minder leerlingen naar het speciaal onderwijs gaan. Men spreekt van aanpak ‘van onderop’ hoewel leerkrachten er niet bij betrokken worden. Kennelijk ziet men de schoolbesturen en raden als ‘onderop’. De meeste schoolbesturen en raden gaan akkoord: ze krijgen er veel geld voor. Invoering van passend onderwijs zal onwerkbare situaties gaan opleveren voor leerkachten.

 

Jeroen Goes  (Directeur basisschool ‘De werkplaats’ in Bilthoven)

[Schoolleider loopt leeg]

  • Na jaren van voorbereiding ben ik al lang de weg kwijtgeraakt, ben ik teleurgesteld en heb ik de moed verloren in deze operatie. Passend onderwijs heeft verrekt weinig te maken met beter onderwijs voor ieder kind.
  • De vele vergaderuren ten spijt, zie ik door de bomen het bos allang niet meer. Samenwerkingsverbanden fuseerden, eerst met verbanden uit het VO en toen dat te ingewikkeld bleek te zijn, alleen met die uit omliggende gemeenten. Van stuurgroep naar werkgroep, naar beleidsgroep naar besturen. Niet zelden staat het kind en het onderwijs daarin allang niet meer centraal: het gaat om de verdeling van de gelden en de vraag: hoe komen wij als schoolbestuur er, ondanks de onvermijdelijke bezuinigingen, niet te bekaaid van af?
  • Ik kan mij voorstellen dat de leerkracht voor de klas al helemaal niet weet waar dit alles toe zal leiden, behalve dan dat hij de effecten van meer zorg in vollere klassen dagelijks zal gaan ervaren
  • Ik sprak met Loes IJpma, Tweede Kamerlid van de PvdA, over de papieren werkelijkheid, de vele rapporten die er verschijnen en op basis waarvan de beleidsmakers goedkeurend het beleid weer voortzetten. Dikke rapportages over de voortgang, geschreven door ingehuurde bureaus en adviseurs die dit proces begeleiden. 
  • Zalen vol gemotiveerde leerkrachten kregen een theoretische verhaal te slikken over indicatie, samenwerking, verwijzingen. Het adviesbureau schrijft dikke rapportages en dito rekeningen, en werkt naar een vervolgopdracht toe.
  • Het was verdorie waar: de conclusies in de rapportages werden op maat geschreven, met het oog op de toekomstige verdiensten van het bureau!

 

Koos Tiemersma (Onderwijzer)

  • Staatssecretaris Dijksma gaat overleggen met het onderwijs. Ze bedoelt daarmee niet, zoals je zou mogen verwachten, de leerkrachten (die zouden een dergelijk idioot plan meteen afschieten), maar de onderwijsmanagers in besturenraden en meer van dat fraais. Die leven al vele jaren in een werkelijkheid die mijlenver afstaat van de onderwijspraktijk. Wat dat betreft kan Dijksma een voorbeeld nemen aan de SP, die heeft een enquête onder dienders opgezet om erachter te komen of het werkelijk klopt wat het politiemanagement beweert over afnemende werkdruk. Ideetje voor Dijksma?

——————-

10. Kritiek op de PABO’s

 

John Beeckman (Docent Nederlands op de Theo Thijssen-pabo in Utrecht)

  • Basisscholen zijn druk met de sponsorloop, de uitstervende Siberische tijger, Sinterklaasmutsen plakken, voorlichting over aids en het pestprotocol. Dat vinden ze allemaal minstens zo belangrijk als spellen en rekenen.
  • Het 'probleemgestuurd onderwijs' komt er aan. Wij hebben nu nog vakgebieden. Straks werken we groepsgewijs aan thema's, het regenwoud of wat dan ook. Het is een knieval voor studenten die niet zitten te wachten op het leveren van intellectuele prestaties. Ze vinden het leuker om met elkaar te overleggen en te e-mailen en een museum te bezoeken, dan dat ze in hun eentje een lastige tekst moeten samenvatten.
  • Het is misschien schrikken voor sommige ouders, maar de leerkracht die hooguit de Spits leest en formuleringen gebruikt als 'hun hebben' en 'hij heb', staat al jaren voor de klas. Als ik op het bord ‘het is gebeurd’ en ‘het gebeurt’ schrijf, dan zien mijn eerstejaars het verschil niet. Ja, op de havo hebben we dat niet gehad, zeggen ze dan. En op de havo wijzen ze naar de basisschool.

 

Fred Goffree (PABO-docent rekenen)

  • Ik werkte zo'n tien jaar geleden voor een commissie die 'startbekwaamheden' voor beginnende leraren moest formuleren. Met moeite mocht ik opschrijven dat je algemene bekwaamheden verwerft door juist te werken aan de inhoud. Een vaardigheid als 'rekening houden met verschillen tussen leerlingen' kan nu eenmaal nooit op zichzelf staan.
  • Het is met de aandacht voor vakkennis op de lerarenopleidingen basisonderwijs nog veel erger dan wordt gedacht. Wat er rest aan uren is veel te weinig om er een consistent geheel van te maken.
  • Dat sommige onderwijstheoretici de leerkracht inmiddels hebben uitgeroepen tot 'meerwetende partner' is ook weer een teken aan de wand. Dan suggereer je dat je maar een klein beetje meer hoeft te weten dan de kinderen waar je mee werkt. En zo is het natuurlijk niet, een leerkracht hoort er vér boven te staan.
  • We gaan een ramp tegemoet. Die ramp zal de visitatiecommissie die de pabo's nu bezoekt niet aan het licht brengen. Die commissie kijkt vooral of iedereen wel is doorgegaan op de ingeslagen weg. En de pabo's zelf gaan niet met elkaar over dit soort wezenlijke vragen in discussie, dus is het wachten op een flinke daling van de Cito-scores. Dat moment komt onherroepelijk wanneer leerkrachten hun vak niet meer verstaan.

 

Peter Bareman (Docent Nederlands aan een Pabo)

  • De afgelopen anderhalve maand heb ik de helft van mijn tijd besteed aan het corrigeren van toetsen van studenten die af moesten studeren. Inzicht in grammatica, taalkunde en de didactiek daarvan hebben deze studenten nauwelijks . En dat terwijl ze op het punt staan om het basisonderwijs in te gaan.
  • Ik heb dan ook veel onvoldoendes moeten geven. Deed ik dat, dan stonden de studenten binnen drie dagen weer bij mijn tafel om een volgende toets te maken. Ze moesten immers slagen!? De datum van 1 oktober was aanstaande en de coordinator wilde ook dolgraag dat de studenten konden vertrekken. Ik heb de gevraagde nieuwe toets gemaakt en vaak bij de correctie weer een onvoldoende moeten geven. Maar u voelt het al: de studenten stonden binnen een paar dagen, soms zelfs binnen een paar uur, weer aan mijn tafel. Hoe kon ik ervoor zorgen dat ze toch zouden slagen? Ja maar, antwoordde ik, het is jouw probleem en niet het mijne. Natuurlijk, dat begrepen de studenten. Maar links- of rechtsom, er moest een voldoende komen. Die hebben ze dan ook gehaald. Uiteindelijk. En iedereen is nu blij. Behalve ik, want ik krijg nu toch echt het gevoel dat er een flink aantal studenten afstudeert dat niet kan ontleden, onvoldoende spelt en in feite geen of weinig inzicht in de taal heeft. Dat geeft me grote zorg. En als het nu de missie was van het onderwijs op onze school en van de Pabo's in heel Nederland om daar wat aan te doen, dan zou er misschien nog hoop zijn. Maar in een cultuur waarin studeren letterlijk de sluitpost is van de opleiding, is de hoop op betere tijden vrijwel vervlogen. Maar goed. Ik heb weer een 15-tal studenten geholpen om te slagen. En dat scheelt weer een formatieplaats, zo vertelt men mij. Ik kan toch ook niet een baan op de tocht zetten door deze studenten af te wijzen? En zo komt uiteindelijk de aap uit de mouw: het gaat gewoon om geld en niet om de kwaliteit van het onderwijs!

 

Roel Heinstra (PABO-docent)

[Nieuw elan meesterschap of wederom déjà vu]

  • Marja van Bijsterveldt, gevolmachtigd staatssecretaris voor o.a. opleidingszaken, mocht recentelijk in haar ‘kwaliteitsagenda’ Krachtig Meesterschap een paar schrille tonen meeblazen: ”Samen staan we voor de opdracht onze aankomende leraren op te leiden tot zelfverzekerde leraren die hun vak verstaan, leraren die duurzaam werken aan hun professionaliteit. Want zulke leraren hebben we heel hard nodig!” Waar en wanneer toch hebben we deze holle lippendienst eerder gehoord en met welk resultaat? Zelfs na bijna een halve eeuw talloze opleidingsconcepten voor het beroep onderwijzer te hebben zien komen en gaan, blijft mij daarbij telkens weer de ketelmuziek uit Den Haag verbazen: slecht herschreven arrangementen van sleetse deuntjes.
  • Lerarenopleiders doen er intussen het grote zwijgen toe. Je hoort ze nauwelijks, zelfs niet als een gepimpt rapport hen wil doen geloven dat het ingestelde lectoraat ‘een kweekvijver voor innovatie’ is. Kennelijk niemand op de werkvloer van de opleidingen, die de moed heeft uit te spreken, dat hij de hem opgedrongen lector maar al te graag zou willen inruilen voor twee of meer HBO-gekwalificeerde collega’s voor de dagelijkse onderwijsklus met studenten. Opleiders doen sowieso al enige tijd geen pogingen meer om, over hun eigen hogeschoolmuren heen, de krachten te bundelen en lijken zich daarmee als beroepsgroep af te sluiten voor alle aantijgingen in de media en loze politieke beloftes. Of is dan toch te weinig deskundigheid over, na een decennia durende kwalitatieve en kwantitatieve afroming van de personeelspost door calculerende bestuurders? Hoe het ook zij; de opleidingswereld laat een zorgelijk gebrek aan ‘professionele weerbaarheid’ zien.
  • Ook opleidingen betalen een prijs voor het in de samenleving gedropte axioma dat het omzetten van ‘cultureel-maatschappelijke voorzieningen’ in ‘bedrijfsmatig gerunde organisaties gericht op rendement en beheer’, tot heil dient van de zelfontplooide, ondernemende mens. Met gepimpte folders en ronkend reclamejargon profileren ‘lerende organisaties, w.o. Pabo’s, ’ zich op de markt om studenten te lokken, waarbij opduikende onderwijskundige concepten eerder er bij gezochte doekjes voor het bloeden zijn dan innoverende inspiratiebron. Met andere woorden, de naar buiten gerichte ‘walk of fame’ is kennelijk voor vele opleidingsverantwoordelijke hogescholen belangrijker dan een broodnodige kwalitatieve introspectie.
  • Pas als opleiders zich weten te ontworstelen aan het keurslijf van hun hogescholen en zichzelf serieus gaan nemen in een eigen beroepsgroep met professioneel gezag is er een kans op krachtig schoolmeesterschap.

 

Hans van Willegen (Werkgeversvereniging Primair Onderwijs (WvPO))

  • Het imago van de pabo is al jaren aan slijtage onderhevig. Dat heeft onder meer te maken met het toenemende aantal mbo’ers dat naar de pabo gaat, onder wie veel onderwijsassistenten. We zien dat mbo’ers minder geschikt zijn, de goede daargelaten. Wij merken dat scholen steeds meer moeite hebben met doorgestroomde mbo’ers, omdat die vaak al aan de grens van hun kunnen zitten. De meesten van hen zijn gewoon minder geschikt om zich te ontwikkelen tot volwaardig leraar. Daarom vind ik dat de toelatingseisen voor de pabo’s omhoog moeten

 

Kees Kugel (Leerkracht van groep 8)

  • De kwaliteit van de leerkrachten verslechtert. Elementaire vaardigheden worden niet meer beheerst. Een juf die in een les over Zuid-Limburg niet weet wat mergel is, maar dat wel even kan opzoeken, een vierdejaars student die nooit had geleerd hoe je een klas liedjes kon aanleren.
  • Toch willen leerkrachten in opleiding maar één ding: fatsoenlijk les krijgen, van goede docenten. Dit krijgen ze niet. Ze worden heengezonden met een reader en moeten het zelf uitzoeken, volgens de mythe die in het hbo tot geloof is geworden: je hoeft het niet te weten, je kunt het wel opzoeken. Tot de leidinggevenden dringt niet door dat je niets kunt opzoeken als je niets weet. Het wordt te duur gevonden om aankomende leerkrachten les te geven.

1 Reactie

  1. Wat een intolerant persoon,

    Wat een intolerant persoon, die juffrouw walvisch! Waarom zouden ouders hun kind niet naar een zelfstandig Gymnasium mogen sturen als zij dat de minst slechte vorm van het huidige onderwijs vinden en hun kind het aankan? Omdat ze zouden moeten leren om te gaan met kinderen uit andere sociale klassen en kinderen met lagere intelligentie? Het is maar wat je belangrijk vindt en ouders mogen voor hun kinderen best iets anders belangrijk vinden dan wat juffrouw Walvisch alle kinderen wil opleggen. Moeten ouders hun ideaal van een intellectuele opvoeding en ambiance voor haar meninkje opzij zetten? In een onderwijswereld waarin de leraar geacht wordt af te dalen naar het niveau van het kind en daar te blijven en waarin leraren die de leerlingen van de eenvoudigere opleiding omhoog willen trekken steeds zeldzamer worden heeft het ook geen zin om je kinderen naar een scholengemeenschap te sturen zodat andere kinderen zich aan hen kunnen optrekken. Daarnaast is bekend dat zelfstandige Gymnasia hogere eisen aan hun leerlingen stellen dan scholengemeenschappen aan leerlingen van hun gymnasiumafdeling. Laatstgenoemden van de eisenstellers zien die gewoon als VWO + klassieke talen.

Reacties zijn gesloten.