Bevlogen Hoogmoed woelt de mierenhoop der leraren om

Ik ben bij het herlezen van het boek Drammen, Dreigen Draaien van Leo Prick iets tegen gekomen wat een nieuw licht op het lerarenregister werkt. De PvdA minister Wallage benoemde op 1 juli 1992 zijn partijgenoot en onderwijssocioloog Dr. J.M.G. Leune tot voorzitter van de Onderwijsraad. Dat gebeurde aan het begin van het schooljaar waarin een begin gemaakt werd met de invoering van de basisvorming hoewel de Wet op de Basisvorming nog niet door de Staten Generaal aangenomen was. In zijn dissertatie stond Wij engageerden ons met die politieke stroming die uit is op het verkleinen van de verschillen in inkomen, vermogen, kennis en macht. Ook adviseerde hij in zijn dissertatie de politiek om zich inzake de onderwijsvernieuwing niets aan de leraren gelegen te laten liggen: De overheid moet een eigen beleid voeren ernaar streven de vernieuwingsbereidheid onder de leraren te vergroten door middel van verplichte her- en bij-scholing. Prick zegt hiervan: “Niet alleen de leerlingen ook de leraren werden door hem maakbaar geacht mits ook voor hen de leerplicht zou worden ingevoerd”. Uit bovenstaande blijkt dat hij onderwijs als een oneigenlijk middel tot maatschappijhervorming wilde gebruiken. Bij het verkleinen van de verschillen in inkomen, vermogen en macht zal hij niet alleen aan het verhogen ervan aan de onderkant gedacht hebben. En waarschijnlijk bij kennis ook niet, al zeiden anderen vóór hem alle arbeiderskinderen naar het Gymnasium. Men leest hier hoe negatief Leune over kennis dacht en misschien is mede daarom kennis in het onderwijs zozeer in het verdomhoekje geraakt. Ook is het schrijven van een proefschrift alsof het een pamflet is bizar. Het verband tussen verplichte her- en bij-scholing en het leraren register waarin de vorderingen daarbij geregistreerd worden komt als evident naar voren.

Het voormalige studievriendje Leune sprak duidelijk his masters voice. Wallage had in de kamer gezegd: Uw steun is onontbeerlijk voor het slagen van deze vernieuwingsoperatie want brede steun zal er toe leiden dat het onderwijspersoneel zijn kritische houding zal laten varen. Wat een stroopsmeerderij naar de parlementarieërs toe en wat een grote verachting voor de leraren blijken uit zijn woorden! Uit het succes van BON en LIA en de strijdlust van Denise blijkt gelukkig toch dat Wallage en Leune de strijdvaardigheid van de leraren onderschat hebben.