Bron: www.leraar24.nl/video/3097/rekencoordinator-in-beeld
Wim Aerden (Rekencoördinator bij Emmaus School Rotterdam):
“Wij zijn toe aan een nieuwe rekenmethode omdat de huidige methode ietwat verouderd is. Wij willen wat af van het realistisch rekenen, we willen meer toe naar het ouderwetse koopmansrekenen. Het blijkt dat de kinderen de rekenvaardigheden wel beheersen, maar doordat ze moeite hebben met sommige context-texten maken ze wel fouten, die ze bij het ouderwets rekenen niet zouden maken.”
Heeft Wim wel opgelet bij de cursus “rekencoördinator” (€ 920,– per persoon voor 6 middagen bij het APS) ? Een felle reactie van PABO-docent Jan van Stralen:
"Deze meneer wil als rekencoordinator terug naar het oude rekenen. Naar mijn idee een foute keuze en dat is hem volgens mij op de cursus rekencoordinator zeker niet geleerd! Jammer dus dat jullie dit filmpje als voorbeeld van een rekencoordinator geplaatst hebben. Want een goede rekencoordinator weet beter."
Meer over Jan van Stralen vindt U hier: www.beteronderwijsnederland.nl/content/uitspraken-rekenen .
Uit het feit dat modern
Uit het feit dat modern rekenonderwijs kennelijk een rekenco-ordinator verlangt, leid ik af dat dat rekenonderwijs aan niveau heeft ingeboet. Wij wisten ooit goed rekenonderwijs te verzorgen zonder dat we een co-ordinator nodig hadden.
Ik vraag me werkelijk af wat zo iemand de hele dag zou moeten doen.
Ik heb geprobeerd via deze
Ik heb geprobeerd via deze link een reactie te plaatsen op de site van Leraar 24 maar dat lukte niet hoewel ik de opgave om binnen te komen steeds goed had. Het lijkt erop dat het filmpje met deze "dissidente"leraar/coördinator verwijderd is. Ik kan het in ieder geval niet meer vinden.
Mijn reactie luidde:
Goede stap van "deze meneer" om deels terug te gaan naar het oude rekenen. Hij staat daarin beslist niet alleen. Heel veel docenten rekenen delen zijn ervaring ondanks de cursus rekencoördinator. Zou het niet zo kunnen zijn dat die cursus het niet helemaal is?
Dat Van Stralen een collega aanspreekt met "deze meneer" stemt mij diep triest. De betreffende coördinator zall inmiddels wel afgevoerd zijn naar het heropvoedingskamp van Leraar 24 waar de cursus nog eens even overgedaan wordt. "Want een goede rekencoödinator weet beter".
Maar hij staat niet alleen hoor. Ik citeer een brief in de Volkskrant van een aantal weken geleden nog maar eens:
Traditioneel rekenen
Wij schaften voor onze basisschool begin jaren negentig een nieuwe rekenmethode aan (O&D, 2 oktober). Een realistische. Volgens de deskundigen, de uitgevers (brood op de plank) en vooral de onderwijsinspectie de manier bij uitstek om kinderen beter te leren rekenen. Dat viel bitter tegen.
Veel kinderen raakten door de verschillende en omslachtige oplossingsmethoden in de war. Minstens zo erg: ze verloren hun zelfvertrouwen en plezier in rekenen. Wij zijn weer overgestapt op het aanbieden en inslijpen van één simpele oplossingsmethode zoals bij het staartdelen. Daarna lieten we voor de betere rekenaars ook andere manieren zien.
Het is met rekenen als met pianospelen. Je moet veel oefenen en sommigen leren het nooit. Gelukkig is er ondertussen weer een effectieve traditionele methode op de markt zoals Reken zeker.
Pier Bergsma,
Hurdegaryp
oud-directeur basisschool
Ben, het filmpje is er nog.
Ben, het filmpje is er nog.
Het lukte me gisteren na veel gedoe een reactie te plaatsen. Hij accepteert eerst de chaptka niet, en dan meldt hij:
Uw reactie moet minimaal 3 en maximaal 1.000 tekens bevatten en moet minimaal 20 woorden bevatten
U mag in uw reactie geen HTML gebruiken
Nadat ik opnieuw had ingetikt, lukte het uiteindelijk.
Ik heb geprobeerd jouw tekst neer te zetten. Maar ook daar komt uiteindelijk deze reactie.
De Volkskrant (Karin de
De Volkskrant (Karin de Heijer), ‘Rekenonderwijs door vernieuwers verwoest’, 2 oktober 2013.
“Jouw mening telt!:
Jacques Rengerink
Als onderwijs realistisch wordt genoemd, wil dat nog niet zeggen, dat het dat ook is. Realistisch rekenen is een antwoord op de teleurstellende resultaten van de back-to-the-basics beweging en de structurele stroming. Terug gaan naar die oude stromingen betekent: alle oude, bekende nadelen weer accepteren. Beter is het om de onderwijsgevenden nu eindelijk eens zodanig te (na)scholen, dat het realistisch reken- en wiskundeonderwijs dat predicaat ook werkelijk verdient.”
De Volkskrant (Gerard Reijn),
De Volkskrant (Gerard Reijn), ‘De staartdeling rekent lekkerder – of toch niet?', 14 februari 2009 (via – onderaan, ‘staartdeling.pdf')
“Hoe zit het met de tegenstanders? Daarvoor moeten we zijn bij het Freudenthal Instituut, de grootmacht in rekenend Nederland en de uitvinder van de realistische methode. Het instituut moet diep in zijn archieven duiken, maar komt uiteindelijk op de proppen met onderzoek uit 1983 van ene Jacques Rengerink.
Geen grote naam in de onderwijskunde, maar met enige moeite is hij terug te vinden. Het onderzoek waarmee de staartdeling wordt afgeserveerd, blijkt zijn afstudeerscriptie.
Rengerink werkte destijds al 15 jaar op een basisschol in Deventer, maar was na kweekschool en MO A onderwijskunde gaan studeren in Utrecht. Terwijl hij nog studeerde, probeerde hij in zijn eigen klas voorzichtig de realistische methode uit, en het resultaat verbaasde hem. ‘Ik had vier kinderen in de klas die de staartdeling echt niet onder de knie kregen. Toen ik met de realistische methode begon, zag je de ontspanning bij die kinderen: ze snapten het.’”
Aanpassing ad hoc naar beneden voor de vier kinderen in de klas die het niet begrepen, zoals te doen gebruikelijk in Nederland, waarbij wordt vergeten dat er geen fundament voor wiskundeonderwijs wordt gecreëerd. ‘Après nous, le déluge’.
Het wordt tijd dat
Het wordt tijd dat hoogleraren van bètafaculteiten zich meer met het schoolrekenonderwijs gaan bemoeien, zodat een werkelijk debat tot stand kan komen. Zonder ‘ad hominems’ (‘u bent elitair, en die bloedjes van kinderen begrijpen het anders niet’), ‘stromannen’ (‘u bent zeker ook voor de terugkeer naar de paardentram?’), en al die andere argumenten die de discussie in Nederland op zo’n ongelooflijk laag niveau doen belanden. ‘De toon van het debat’, nog zo’n dooddoener. Weet u? De oplossing is ‘vrijheid, blijheid’, zodat de centralistische eenheidsdwang van moralistische betweters richting afvoerputje tot stand kan worden gebracht. We mogen het voortaan zelf beslissen in samenspraak met hoogleraren van bètafaculteiten. Echte kennis, echte wetenschap. Op de planken met oude uitgaven kijken, en de goede methoden zijn terug. Er staat een roze olifant in de kamer, en die heet: ‘lage instroom’.
Het kabinet voert met behulp van partijen als D66 EU-beleid uit: het EU-topsectorenbeleid (industriebeleid; kennisvalorisatie – economiseren van kennis; markt en management in onderwijs en onderzoek). Ik constateer een tweedeling in de samenleving. 😉 Zou het niet eens zo kunnen zijn dat de marxistische betoogtrant van het indelen van de samenleving in tegengestelde groepen de werkelijkheid geweld aandoet? Wie heeft ooit bedacht dat iemand die op het laagste niveau opereert het in zich heeft door te stromen naar het hoogste niveau? Dogmatische bureau-ideologen meen ik. En kortzichtige idealisten.
Aanvulling: nu kom ik zelf
Aanvulling: nu kom ik zelf ongewild elitair over. 😉
De beste rekenmethode bouwt vanaf de basis voort, laat vrijheid aan vakdocenten, en geeft goede resultaten. Nu blijkt het realistisch rekenen aan (tenminste) deze drie criteria niet te voldoen. Voor alle leerlingen is dit nadelig, en in het bijzonder voor de minder taalvaardige kinderen. En daarmee voor de ouders en maatschappij die hooggespannen verwachtingen voor de toekomst van deze leerlingen koesteren.
@Sympathisant
@Sympathisant
"Wie heeft ooit bedacht dat iemand die op het laagste niveau opereert het in zich heeft door te stromen naar het hoogste niveau?"
O.a. Coen Free, Bestuursvoorzitter van ROC Koning Willem I College in Den Bosch (1992-2013).
Lees zijn schotschrift "Het onderwijs-schandaal", www.profielactueel.nl/content/coen_free_schotschrift_mei_2013.pdf .
Coen Free:
"Er is in wezen geen grens aan wat een kind kan leren, alleen maar een grens aan wat anderen het willen leren of toestaan te leren."
"Even oliedom is het recente verzoek van vier jongerenorganisaties aan het ministerie om de instroom van al te populaire studierichtingen, met náme in het mbo, te verminderen."
"Het is een groot schandaal dat het Nederlandse onderwijsstelsel op gespannen voet staat met internationale verdragen als de ‘Universele Rechten van het Kind’ en de ‘Universele Verklaring van de Rechten van de Mens’."
Nu we het toch hebben over de Universele rechten van het kind (moet het niet zijn 'deelnemer'), laat Coen eens nadenken of die niet in het geding zijn, wanneer men leerlingen 4 jaar lang geen fatsoenlijke lessen geeft, waarna ze zich maar moeten zien te redden in de maatschappij zonder redelijk zelfvertrouwen en zonder redelijke vakbekwaamheid. Voor onderwijsschandalen hoeft Coen helemaal niet zo ver te kijken.
[@jl, off topic]
[@jl, off topic]
Coen Free, ‘Het onderwijsschandaal. Schotschrift over de invloed van bollenvelden en sprookjes op ons nationaal onderwijsstelsel’, maart 2013 (lees de opmerkingen 😉
“Wereldwijd zijn er twee dominante onderwijsstelsels: het comprehensieve en het beroepsgerichte stelsel.
In het comprehensieve stelsel volgen kinderen (een reële afspiegeling van de maatschappij) tot hun zestiende, respectievelijk achttiende levensjaar ongeveer hetzelfde, algemeen vormend onderwijs op een zo hoog mogelijk niveau; met binnen de scholen maatwerk om aan de diversiteit van talenten en behoeften tegemoet te komen. Dit alles vanuit een leercultuur, waar leerlingen betrokken en geïnteresseerd samenwerken, binnen redelijke grenzen. De aansluiting met de wereld van de arbeid volgt pas na die leeftijd.
In het beroepsgerichte stelsel (dat basis- tot en met hoger onderwijs omvat) is het opleiden vooral gericht op de vragen van de arbeidsmarkt. Daartoe worden kinderen zo vroeg mogelijk geselecteerd voor een bepaalde leerroute, hetgeen hun hele verdere leven bepaalt. Ons beroeps- en individugerichte onderwijsstelsel is gebaseerd op de klassieke inzichten van de Renaissance en ingericht volgens die van het Industriële tijdperk. Als één van de weinige landen ter wereld houden we dit stelsel krampachtig in stand.” (p. 2)
Coen Free (cliché babyboomer) kiest uiteraard achteraf voor het eerste onderwijsstelsel incl. dwangarbeid tussen ongelijken, via bewijs met OESO-cijfers (waar ze op instigatie van Andreas Schleicher voor bedoeld zijn; ook). Een nieuw stelsel, een nieuwe herfst. Rosenmöller denkt in dezelfde richting; per di 28 nov voorzitter VO-Raad alle scholen Nederland. Zie: VO-magazine 2, ‘De Begeisterung van Paul Rosenmöller. ‘Ik wil zorgen voor verbinding.’, november 2013, p. 9-13, p. 13