www.aps.nl/agenda/-/event/31122
Copy/paste:
“11e APS-wiskundeconferentie -maandag 28 januari 2013 Deze conferentie is zo langzamerhand een traditie aan het worden voor wiskundedocenten die werkzaam zijn in het vmbo en de onderbouw havo/vwo, met altijd actuele onderwerpen”
Geld zat voor deze flauwekul? Het gaat maar door dit. Wie trapt er nog in? Zelfs cTWO toch niet? PWN nog wel, dankzij de gecijferde Kees Hoogland in de PWN-commissie voor onderwijs. Tot mijn opluchting vond ik geen hits bij een search op APS in het eindrapport van cTWO. Ook de redactie meldt enige positieve zaken over dat rapport:
www.beteronderwijsnederland.nl/content/denken-en-doen-siersma-en-de-rekenmachinelobby
Vergis je niet, lonsomejoe,
Vergis je niet, lonsomejoe, al te veel wiskundeleraren weten niet wat er aan de hand is.
Wordt er wel over gepubliceerd in het vakblad?
Ik zal het vragen bij de E
Ik zal het vragen bij de E-brief. Daarin was het een advertentie.
Mijn opmerking dat
Mijn opmerking dat wiskundeleraren niet door hebben wat er precies aan de hand is, was gestoeld op mijn gesprekjes met wiskundedocenten op scholen. Ze waren druk in de weer met de aanschaf van Grafische Rekenmachines en namen het gebruik als een gegeven aan.
Er werden geen vragen gesteld bij wat 'van hogerhand' besloten werd, dat gaf ook te veel drukte, ze waren hard bezig om leerlingen te leren rekenen.
Daarom mijn vraag of in de vakbladen van wiskundedocenten wel eens wat meer fundamentele discussies over de didactische keuzes die mogelijk zijn gevoerd worden.
Ik zou dat ook voor mijn eigen vakgebied kunnen doen. Ooit, bij het begin van de tweede fase, zijn daar wel eens methoden besproken, maar toch meer vanuit de vraag of bepaalde onderdelen er wel in stonden en of er leuke opgaven bij waren, dan vanuit welke visies erin zaten, welke didactische keuzes gemaakt werden, wat de effectiviteit was.
Philippens, de vakbladen voor
Philippens, de vakbladen voor de wiskundeleraar zijn behoorlijk stevig in handen van het Freudenthal Instituut en haar vrienden. Het Freudenthal Instituut is al decennia bezig haar gedachtegoed uit te baten, een belangrijk middel daartoe zijn de vakbladen voor de wiskundeleraar. En dus heeft het Freudenthal Instituut ervoor gezorgd daar een hele stevige vinger in de pap te hebben.
Ondertussen was het
Ondertussen was het rondsturen van blog www.beteronderwijsnederland.nl/content/normering-van-de-rekentoetsen-2f-en-3f weer een reden voor een over de top reactie van 1 van de hoofdrolspelers waar Mark79 op doelt, een reactie die helaas niet ingaat op
www.beteronderwijsnederland.nl/forum/what-mathematics-important-future-work
of
www.beteronderwijsnederland.nl/forum/reactie-bestuur-nvvw-op-rekentoetsproblematiek
Ik herhaal nog maar een keer mijn stelling:
Het FI controleert het beleid van het bestuur van de NVvW, en dit bestuur verkeert in een staat van ontkenning m.b.t. de rekenproblematiek en alles dat daarna komt.
Ik maak in deze constatering nadrukkelijk onderscheid tussen enerzijds de NVvW, waar ik betalend en trouw lid van ben, net als van BON, het KWG en de AOB, en anderzijds het NVvW-bestuur, dat er een potje van gemaakt heeft.
Met de Boaler hoax is voor wat betreft de rol van het FI de aap uit de mouw gekomen:
www.beteronderwijsnederland.nl/forum/when-academic-disagreement-becomes-harassment-and-persecution
Het eindrapport van cTWO is daar niet los van te zien:
www.beteronderwijsnederland.nl/content/denken-en-doen-siersma-en-de-rekenmachinelobby
Het is niet anders Henk.
Waar was die “over de top
Waar was die "over de top reactie" Joost? Was die publiek (zoals in een artikel, lezing of blog) of privaat (zoals in een email of een gesprek)?
Maar kunnen die ‘betalende en
Maar kunnen die 'betalende en trouwe' leden van de vereniging voor WiskundeOnderwijs geen motie indienen op de jaarvergadering met de eis om meer ruimte voor diegenen die kritisch staan ten opzichte van het realistisch rekenonderwijs?
@Hinke 15. januari 2013 – 13
@Hinke 15. januari 2013 – 13:10
Actief zijn in een vereniging vergt veel tijd. Voor een `gewone' wiskundeleraar is dat moeilijk langdurig op te brengen. De mensen van het Freudenthal Instituut, SLO en dergelijke worden betaald om dit soort dingen te doen (artikelen schrijven, redacteur van een tijdschrift zijn en dergelijke): voor hen hoort het bij hun baan terwijl het voor een `gewone' wiskundeleraar in de vrije tijd moet. En dus krijg je de situatie waarin bijvoorbeeld het bestuur van de Nederlandse Vereniging van Wiskundeleraren en de redactie van haar publicaties voor een heel groot deel bevolkt wordt door mensen die geen `gewone' wiskundeleraar zijn, maar (mede) bij een organisatie als het Freudenthal Instituut of SLO werken.
Bij BON zie je ongeveer hetzelfde: wij zijn vrijwilligers en voor onze `tegenstanders' is het bestrijden van BON onderdeel van hun baan. En ook bij BON zie je dat de actieve leden niet representatief zijn: relatief veel zijn met pensioen of werken in het hoger onderwijs.
Het was een mail Mark, vol
Het was een mail Mark, vol met de gebruikelijke misverstanden, als het aardig zeg.