Bastiaan Bommeljé in NRC: Professioneel bestuur bracht universiteiten fusies, logo’s, dure gebouwen en een mangrovewoud van staf

Onder de titel: “De alma mater is een beetje hersendood De top in ambitie, bureaucratie en studievertraging” schrijft Bastiaan Bommeljé In NRC van 3 september een uiterst scherpe aanklacht tegen de bestuurscultuur en de rol van de overheid bij de teloorgang van de Nederlandse universiteiten. Lezen van het gehele artikel kunnen we zeer aanbevelen, niet in het minst om tegengas te kunnen geven tegen op handen zijnde fusies (“want dat is wat bestuurders doen” volgens Bommeljé).

Citaat:
Het doet er nu even niet toe dat in menig leerboek over openbaar bestuur de relatie tussen de overheid op afstand en de ondernemende universiteiten in Nederland wordt gebruikt als voorbeeld hoe het niet moet. Er is, zo heet het dan, een fatale cocktail gebrouwen waarin bestuurlijke almacht is gecombineerd met oncontroleerbare ‘input/output-sturing’ en onmeetbare prestatieafspraken. Met andere woorden: de overheid wierp jarenlang achtereen honderden miljoenen euro’s door de brievenbus van een façade, zonder zich te bekommeren om een systeem van checks and balances
Als dankbetuiging hebben de Nederlandse universiteiten zich sindsdien ontwikkeld tot de meest bureaucratische ter wereld. Reeds meer dan een decennium geleden waarschuwde de Raad voor Maatschappelijk Onderzoek (RMO) dat aan de universiteiten de helft van het personeel bestond uit beheer en bestuur, terwijl er steeds minder docenten en onderzoekers waren. Maar dit stopte de woekering niet. Thans is aan de Universiteit van Amsterdam (overigens de universiteit met het laagste studierendement van Nederland) liefst 56 procent van het personeel geen wetenschapper (aan Harvard is dit 27 procent). Begin dit jaar nog werd de UvA doorgelicht door het adviesbureau ACS. De conclusie was dat door het mangrovewoud aan staffunctionarissen veel beleid nooit doordringt tot de werkvloer.

Deze bestuurlijke overdaad heeft niet kunnen voorkomen dat de UvA thans gebukt gaat onder een torenhoge schuldenlast. Dat komt niet door een nieuw logo, maar wel door dure gebouwen van toonaangevende architecten. Net als elke universiteit is ook de UvA op grote schaal aan projectontwikkeling gaan doen, zoals bij de omstreden verbouwing van het Oudemanhuispoort-complex en de rampzalig uitgepakte Amstelcampus aan de Wibautstraat. Alleen al voor dit laatste project heeft men 230 miljoen euro moeten lenen, met als consequentie 16 miljoen rente per jaar – en onlangs werd de oplevering weer uitgesteld. Aan het Binnengasthuisterrein is de tot in de rechtszaal bevochten situatie al even treurig. Hier zou al enige tijd geleden een nieuwe bibliotheek met twee torens van veertig meter hoog hebben moeten verrijzen. Daarvoor dienden echter enkele rijksmonumenten te worden gesloopt, terwijl de omgeving valt onder de werelderfgoedzone die de Unesco rond de grachtengordel trok. Omwonenden protesteerden met succes tegen de torens. Deze staan nu in de volksmond bekend als de ‘Noorda-torens’ naar voormalig bestuursvoorzitter Sijbolt Noorda, wiens ‘love baby’ dit project is.

10 Reacties

  1. Ons onderwijs is top
    Een treffende karakterisering van het onderwijs is wel:

    “Sinds de professionalisering van het bestuur … is steeds meer aan het licht gekomen dat Nederlandse studenten behoren tot de traagste op aarde, dat de studie-uitval in Nederland het hoogst is van de beschaafde wereld, dat de studiebelasting het minste is van alle ons omringende landen, terwijl het studierendement het laagste is van alle OESO-landen”

    En de onderwijskundige schriftgeleerden en managende farizeeërs preken voort.

    • Het verbaast me altijd dat
      Het verbaast me altijd dat een laag studierendement en een hoge studieuitval als negatief worden beschouwd. Ik zou me pas echt zorgen maken wanneer verreweg de meeste studenten die starten met een WO-studie de eindstreep zouden behalen en wanneer velen dat ook nog eens keurig nominaal zouden doen. In het algemeen zou dat een slecht teken zijn, wetende dat het VWO-onderwijs matig is zou het een zeer slecht teken zijn.
      Wanneer laten die gamma’s (toch vooral juristen, economen, sociologen en dergelijke) in Den Haag het eens tot hen doordringen dat het onvermijdelijk is dat een groot deel van de WO-studenten niet de eindstreep haalt en dat een veel grotere groep een flinke vertraging oploopt wanneer je het niveau voldoende hoog wil houden. Je kan er natuurlijk ook voor kiezen om het niveau dermate te verlagen dat wel bijna iedereen nominaal de eindstreep haalt maar dan kies je ervoor om het wetenschappelijk onderwijs af te schaffen, het behoeft geen toelichting dat dat rampzalige consequenties zou gaan hebben voor Nederland.

      • Drogredenering van Bart…
        Laten we liever studenten toelaten die aan een universitair niveau beantwoorden en de instelling hebben die studie ook naar behoren af te ronden.
        Nu maakt Bart een rare kronkelredenering door te stellen dat met een honderd procent slagingspercentage het nooit een goede school of studie kan zijn.
        Die redenering zul je eens los moeten laten op het voortgezet onderwijs, dan zie je vanzelf hoe belachelijk die is.
        Het is beter wat afstand te nemen dan steeds maar weer je eigen situatie te willen vertalen in beleid.

        • Slecht gelezen
          Je leest slecht Hals.
          Ik stel dat omwille van het lage VWO-niveau het WO-niveau voor veel starters te hoog is, ik stel dus dat het niveauverschil tussen het VWO en het WO te groot is om een hoog slagingspercentage te kunnen bereiken zonder de eisen van de diverse WO-opleidingen te verlagen.
          Ik redeneer uiteraard vanuit de huidige situatie waarin er nauwelijks geselecteerd wordt aan de poorten van de WO-opleidingen. Ik meldde dit niet expliciet ondanks dat ik dat heb overwogen aangezien ik ervan uit ging dat de lezers dat door zouden hebben.
          Je kan vanuit allerlei als-dan-situaties redeneren maar op dit moment is het nu eenmaal een gegeven dat er in Nederland nauwelijks wordt geselecteerd aan de poorten van de WO-opleidingen, de automatische consequentie van het grote niveauverschil, indien we het WO-niveau op peil willen houden, is dat een aanzienlijk deel niet de eindstreep haalt.
          Het VWO is momenteel afgestemd op ongeveer de top-25% van de autochtone leerlingen, ongeveer de top-20% van alle leerlingen, het WO is afgestemd op de top-10% tot top-15% van de secundaire schoolverlaters.Bovendien mag je ook nog eens doorstromen vanuit 1-HBO naar 1-WO, het HBO is afgestemd op de betere helft van de secundaire schoolverlaters. Ik durf de stelling in te nemen dat dat niveauverschil te groot is om met goed onderwijs te compenseren, in ieder geval voor de zwaarste studierichtingen.

          Nu de relevante vraag. Waar kiezen we liever voor? Dat velen de kans blijven krijgen en dat tientallen procentpunten van de starters niet de eindstreep haalt of selecteren we liever strenger aan de poort met de nodige “collateral damage” maar mogelijk lagere kosten?

        • Outputfinanciering en studeerbaarheid
          Je kunt een studie waarvoor een bepaald eindniveau geldt haast niet zo inrichten dat maar weinig studenten het niet binnen de nominale tijd voltooien. Zeker niet als je tentamina afneemt en studenten zelfstandig laat studeren. Er zijn te veel studenten bij wie de intrinsieke belangstelling daarvoor niet voldoende groot is en de zelfdiscipline te gering. Die gaan minder hard studeren omdat ze denken dat ze de tentamina toch wel zullen halen waardoor er meer studievertraging zal optreden dan de initiatiefnemers voor ogen stond. Misschien zou het wel kunnen als je de studenten bij de toelating van de studie streng selecteert en heel veel onder toezicht laat studeren. Maar goede selectie is moeilijk; in twijfelgevallen moet je iemand die de studie graag doet en bereid is om er hard voor te werken (mits hij de goede vooropleiding heeft) om morele redenen toch toelaten. Verder is in Leiden gebleken dat eindexamenresultaten weinig voorspellende waarde hebben bij een rechtenstudie. Het gevolg is dat je niet onder de permanente selectie van studenten die een bepaalde studie volgen uitkomt. Naast de outputfinanciering is dat waanidee een belangrijke oorzaak van de kwaliteitsvermindering in het onderwijs.
          Seger Weehuizen

          • Studenten passen zich aan…
            …aan de regels.
            Dus selectie aan de poort, beperkte studieduur en hoge eisen.
            De studenten zullen er al snel naar leren leven.

          • Als tijdsdruk wel helpt
            Ook als het de universiteiten lukt om met behulp van hoge boetes voor langstudeerders de studenten ijverig te houden blijf je met het probleem zitten dat het verworven hebben van een VWO-diploma van het vereiste profiel onvoldoende garantie geeft dat de student de studie aankan. Als de toelating gekoppeld wordt aan de op het eindexamen behaalde cijfers zullen meer toegelaten studenten hun studie (snel) voltooien. Maar er zullen ook meer studenten zijn die ten onrechte niet toegelaten zijn.
            Zodra de eindexamencijfers een rol gaan spelen bij de toelating krijg je de absurde situatie dat leerlingen die met lage cijfers voor het toelatingsexamen tot de universiteiten geslaagd zijn in feite voor hun eindexamen examen gezakt zijn. Straks doet 50% van de VWO-ers de vijfde klas twee keer om zo de kans op hogere eindexamencijfers te vergroten.
            Seger Weehuizen

          • De nominale studieduur is niet noodzakelijk de reële studieduur
            Ik heb eerder al verwezen naar de lucht- en ruimtevaarttechniekopleiding aan de TU Delft alwaar nagenoeg niemand binnen 5 jaar slaagt, zelfs na 6 jaar zijn verreweg de meeste studenten nog niet geslaagd. Dat kan niet aan het VWO of aan´de` mentaliteit van ´de` Nederlandse studenten liggen aangezien ook de buitenlandse studenten er meestal minstens 6 jaar over doen en meestal langer dan dat. Los hiervan behoren deze studenten natuurlijk tot de meest getalenteerde Nederlandse studenten, ook daarom is het onwaarschijnlijk dat de studenten debet zijn aan die ´te` lange studieduur.

            Ik vind heel die langstudeerboete sowieso een dom idee en de wijze waarop die met machtspolitiek erdoor is gedrukt is zeer onsmakelijk en een democratie onwaardig maar het is helemaal idioot om die in te voeren nog voordat er maatregelen zijn genomen om realistische studieprogramma’s te ontwikkelen en om te voorkomen dat te zwakke studenten met een forse achterstand aan het WO beginnen. In sommige gevallen (met name de technische exacte studies) kan het ontwikkelen van realistischetere programma’s betekenen dat de nominale studieduur met 1 jaar verlengd moet worden.
            De schuld van het lange studeren wordt wel erg eenzijdig en simplistisch bij de studenten gelegd, de studenten van de zwaarste studierichtingen verdienen dat niet.

          • Dynamische sturing?
            Het idee van een financiele valbijl is ook al overgenomen door minister van Opstelten van verkeer. Hij heeft (volgens TROUW) aan de tweede kamer geschreven dat bovengemiddelde snelheidsovertreders binnenkort hogere boetes krijgen. Is dat een slim systeem om tot een flinke afname van het aantal overtreders van de maximumsnelheid in de 30-km zônes te bewerkstelligen? Dan is dat een mooi voorbeeld van een dynamische sturing. Veel snelheidsovertreders zullen proberen net onder het huidige gemiddelde te blijven. Daardoor gaat dat gemiddelde omlaag en zullen snelheidsovertreders die die hogere boete vrezen langzamer gaan rijden. Uiteindelijk zal iedereen zich aan de maximumsnelhied houden. Psychologisch gezien een briljant idee. Je voorkomt zo boosheid bij de verkeersdeelnemers die de maximumsnelheid te laag vinden en maakt zo die maximumsnelheid geleidelijk aan “gewoon” en aanvaardbaar. Gaat zo iets ook bij overschrijding van de maximale studieduur gebeuren?
            Seger Weehuizen

Reacties zijn gesloten.